Buitenlandsch Overzicht. Sally's avontuur, v Sensationeele onthulling inzake den brand in den Duitschen Rijksdag. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAU LO WNA De overeenkomst nopens de Saarkwestie. No. 7523 EERSTE BLAD DONDERDAG 6 DECEMBER 1934 62ste JAARGANG NA DEN MOORD OP K5ROF. De S.A.-leider Ernst bekent met twee kameraden den brand te hebben gesticht. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland f 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overig» landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 et. Zondagsblad resp. f0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.—Modeblad resp. 1.20, £1.50, fl.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Optimistischer geluiden in Europa, - Lord Rothermere over de Duitsche bewapening in de lucht. Japan en het Vlootverdrag. Er zjjn in dit overzicht wat optimistischer klan ken te vermelden dan in de laatste maanden het geval was. Er is een lichte ontspanning waar te nemen, die nog wel geen reden tot juichen geeft, maar die toch in ieder geval hoop geeft op een meerdere toe nadering tusschen verschillende groote mo gendheden. En dat is een reden tot tevreden heid. We zijn nu gewend geraakt, politiek bij de week te leven-zoo schreef de N.R.Crt. Dins dagavond in een overzicht, over den toestand in Europa. Het eene oogenblik is alles span ning wat de klok slaat-zoo schreef het blad en dan komt er plotseling weer ommekeer en is er reden tot tevredenheid over het heele front. Het is in de politiek het typisch tafereel van den kwakkel winter; nu eens vorst, dan weer dooi, maar niets duurzaam. Men doet verstandig, zich door de z.g. spanningen niet al te ongerust te laten maken, maar even zeer zich niet bovenmatig te verheugen over de goede berichten, die soms plotseling van alle kanten loskomen. Laat ons dus op het oogenblik verheugenis met mate, maar dan ook verheugenis vinden in de berichten. Want nu zijn zij weer goed. Er waait een vreedzame wind uit Berlijn. Te Parijs is men weer beleefd geworden te genover de Duitschers. De zoo paisibele En- gelsche regeering straalt van voldoening over dit tafereel. Te Rome zijn de Duitsche en Pransche onderhandelaars het eens geworden over de wijze, waarop het overnemen van de mijnen in het Saargebied zal plaats vinden, en hoe men de financieele transactie, die het moeilijke punt daarbij vormde, zal inrichten. Verder heeft men een afspraak getroffen om trent de behandeling van de stemgerechtigde, en in de laatste twee jaar als vluchtelingen aangekomen bewoners van het gewest. Daar mede wordt een hunebedkei van het hart van Europa afgewenteld. Verder hooien wij nog, dat prins Paul van Zuid-Slavië, feitelijk de regent van zijn land, Zich te Parijs zeer verzoenend heeft uitgela ten over de procedure te Genève. Wat de Raad van den Volkenbond naar aanleiding van de Zuid-Slavische aanklacht tegen Hon garije moge besluiten, zijn land zal het aan vaarden, heeft hij gezegd. Dat klinkt anders dan hetgeen men uit Londen vernomen had over zrjn stemming, waarover wij in ons overzicht van Dinsdag schreven. Toen niets dan starheid en de on verzettelijke wil om de kwestie van den ko ningsmoord, ten koste van alles, op te helde ren om het volk in Zuid-Slavië bevrediging te schenken. Wij prijzen deze verandering ten goede. Een werkelijke goede tijding in het bericht over de overeenkomst, waartoe Fransche en Duitsche onderhandelaars te Rome zijn geko men. Het gevaarlijkste element in de heele Saargeschiedenis, vormden het wantrouwen en de zenuwachtigheid van de Duitschers. Tegen beide gevoelens is deze overeenkomst medicijn. Maar zij heeft nog veel onmiddel lijker en grooter voordeel. Het gevaarlijkste in deze kwestie zou pas komen na de stem ming, als deze ten gunste van Duitschland mocht zijn gevallen. Moest er dan nog weer onderhandeld worden over de voorwaarden van overdracht, dan kon de spanning nood lottig worden voor de zelfbeheersching der Duitschers. Nu is het voornaamste vastge steld, en wel op een oogenblik waarop het mogelijk was met de Duitschers te praten over de bescherming der minderheid een uitermate kittelig punt voor het Duitsche zelfgevoel. Men kan „oef" zeggen, nu dit voorbij is. De Duitsche lucht' bewapening. We zijn nog niet zoo ver dat een heel over zicht samengesteld kan worden uit optimistische berichten. Het zaaien van berichten over bewapening en nog eens bewapening, na tuurlijk als gevolg van het feit dat men bang is voor elkaar, blijft de oorzaak van toe nemend wantrouwen en is een rem voor de zoo noodzakelijke toenadering. Men weet, uit onze overzichten, hoe er de vorige week in het Engelsche Lagerhuis met cijfers gewerkt is, ten opzichte van de bewapening in Duitsch land en hoe toen door Baldwin de sombere getallen van Cchurchill, zijn gecorrigeerd. LORD ROTHERMERE. Lord Rothermere komt nu, in een door hem zelf onderteekend artikel, in de Daily Mail terug op Baldwin's verklaring, dat Duitschland slechts tusschen de 600 en 1000 vliegtuigen zou hebben, welke verklaring hij ten eenenmale onjuist acht. Hij wijst er op dat Duitschland volgens Benesj in de lente 4000 militaire machines zal bezitten en meent dat ook dit cijfer op onderschatting van de werkelijkheid berust. In een enkele maand October van het jaar 1918 heeft Duitschland 1900 vliegtuigen vervaardigd, hoewel de blokkade het invoeren van alle noodige materiaal toen verhinderde. Wat moet Duitschland geproduceerd hebben in de laatste 18 maanden van intensieve her bewapening vraagt Rothermere. Hebben de Duitsche fabrieken en elk van deze is grooter dan iedere Britsche fabriek zich bezig gehouden met de vervaardiging van ping pong spellen of speelgoederen voor de Kerstdagen? Volgens kapitein Klotz, de schrijver van „Duitschlands geheime bewape ning" heeft dat land nu 60,000 geoefende pilo ten. Rothermere wil Groot Britannië aan Duitschland zijn voormalige koloniën, voor zoover, onder Britsche beschikking, doen te ruggeven, Oost Europa in zijn sop laten gaar koken en een defensief verbond met Frank rijk sluiten. Japan en het Vlootverdrag. Omtrent de vlootbe- sprekingen verneemt Reuter thans, dat de voorloopige bespre kingen zeer waar schijnlijk zullen worden uitgesteld, wanneer Japan het verdrag van Washington opzegt En dat is Japans ernstige voornemen, zoo als men weet. Zoo lazen we gisteren in een telegram: De Japansche ambassadeurs te Londen, Washington, Parijs en Rome hebben instructie gekregen de betrokken regeeringen in kennis te stellen van het besluit der Japansche regeering inzake de opzegging van het vlootverdrag van Washington. De officieele opzegging zal op 10 December door den kei zer worden voltrokken. In de kringen van de Amerikaansche delegatie beschouwt men het opzeggen van het verdrag als een zeer ernstige handeling. De bijeenkomst van de Engelsche en Ame rikaansche delegaties van Dinsdag was geheel gewijd aan de handelwijze in geval var, op zegging van het verdrag, maar er is geen enkele vaststaande beslissing genomen. De woordvoerder van de Amerikaansche delega tie heeft aan Reuter verklaard, dat een wij ziging van de Japansche houding gedurende drie dagen is tegemoetgezien. De Japanners schijnen een groote belangstelling te heb ben voor voortzetting van de besprekingen van het oogenblik en blijk te hebben gegeven van hun verlangen om het Britsche com promisvoorstel gebaseerd op een kwalitatieve vlootbeperking te bespreken, hoewel de En- gelschen en Amerikanen aan de Japanners duidelijk hebben te verstaan gegeven, dat een vlootpariteit buiten beschouwing blijft. Ja, 't is nog niet alles optimisme wat de klok slaat. Naar Reuter nader uit Rome meldt, is in de overeenkomst nopens de Saarkwestie de veronderstelling dat het Saargebied weer Duitsch wordt, onderstreept, omdat deze hy pothese het meest ingewikkeld is. De commis sie zal echter natuurlijk ook de voorwaarden ontwerpen voor de regeling van den toestand ingeval de statusquo gehandhaafd blijft. Het vastgestelde bedrag van 900 millioen francs vertegenwoordigt de in omloop zijnde Fran sche schatkistbiljetten. Het accoord rept dus niet van de particuliere vorderingen (welke 600 millioen francs bedragen) noch van over neming /an onroerende goederen, hypotheken en andere lasten op onroerende goederen (welke gezamenlijk 300 millioen francs bedra gen) noch van leeningen, al of niet op korten termijn, ten bedrage van 50 millioen francs. Engelsche persstemmen. Het bericht van de onderteekening te Rome der overeenkomst inzake net Saargebied wordt in de ocntendbladen met groote voldoe ning en verlichting ontvangen. Aan de moeilijkste kwestie op de agenda van den Volkenoondsraad, aldus is de mee- ning, is de scherpste kant bijna volkomen weggenomen, en thans behoeft de Volkenbonds raad het rapport nog slechts goed te keuren. Europa zal herademen, als de Saarkwestie geregeld is, zegt de Daily Express. De oor logspaniek wordt al minder. De menschen praten van jaren des vredes. Geve God, dat wij er een goed gebruik van maken. Duitsche persstemmen. De Berliner Boersenzeitung is van meening dat het te Rome bereikte resultaat gunstig afsteekt tegenover het memorandum van Barthou. D. D. A. Z. verwacht stellig dat de Volken bondsraad de overeenkomst van Rome zal aanvaarden. In de Germania wordt vooral met voldoe ning geconstateerd dat het Saar-vraagstuk nu veel van haar scherpe karnen verloren heeft, die het enkele weken geleden nog bezat. Fransche persstemmen. In diplomatieke kringen te Parijs wordt, naar Reuter vandaar meldt, de te Rome ver kregen overeensteming, een belangrijke ge beurtenis geacht, welke is te danken aan den goeden wil van de Fransche en Duitsche on derhandelaars. Zij beteekent een beslissenden stap op den weg naar den Europeeschen vre de, aldus de „Information". Vooral de opge loste kwestie der waarborgen voor de tegen standers van terugkeer naar Duitschland heeft in Genève een uitstekenden indruk ge maakt, aldus schrijft de Oeuvre. Het secretariaat-generaal van den Volken bond, zoo vervolgt het blad, ziet de komende zitting optimistisch tegemoet en men maakt gevolgtrekkingen, dat overeenstemming tus schen Frankrijk en Duitschland mogelijk is. Amerikaansche persstemmen. Het te Rome bereikte accoord inzake de Saarkwesties wordt in de avond- en ochtend bladen uitvoerig besproken. De nadruk wordt erop gelegd, dat de over eenstemming tusschen Frankrijk en Duitsch land van het grootste belang is voor den vrede in Europa. De New York Times meent, dat het be reikte Fransch-Duitsche accoord en de alge- meene verwachte overeenstemming tusschen Frankrijk en Italië laten zien, dat er in Europa geen geschillen meer bestaan, die niet bijgelegd cunnen worden. Stoffelijk overschot van Kirof naar Moskou. Het stoffelijk overschot van Kirof is Dins dagmorgen om half elf te Moskou aangeko men, waar het in de Zuilenzaal van het vak- vereenigingshuis is opgebaard. Hier wordt hem een laatste hulde gebracht. Uit verschil lende deelen van de Sowjetunie vertrekken delegaties naar Moskou om de crematieplech tigheid bij te wonen. De bureaux zijn gedurende eenige dagen gesloten, terwijl de openbare vermakelijkhe den eveneens gedurende vijf dagen stop gezet zijn. Te Moskou. Van den vroegen ochtend, aldus een tele gram uit Moskou, beweegt zich een eindelooze stroom van arbeiders naar het station, ter ontvangst van den trein, die het stoffelijk overschot van Kirof meebrengt. In gesloten gelederen trekken arbeiders, aangestelden en studenten op. In alle straten van Moskou wappert het roode dundoek. De draadlooze omroep zendt lijkmarschen uit en de berichten omtrent den weerklank op den moord uit de verschillende deelen des lands. Het lijk te Moskou. Na de aankomst van de extra-trein met het stoffelijk overschot van Kirof te Moskou droegen Stalin, Molotof, Worosjilof, Kacha- nowitsj en andere leden van het Polit.-Bureau de kist uit den trein en zetten haar op een affuit. Tusschen een haag van tienduizenden menschen werd het stoffelijk overschot naar het Vakvereenigingshuis overgebracht. De verklaringen van den dader. Het onderzoek naar den moord op Kirof wordt voortgezet. Nikolajef verklaarde in zijn tot nog toe zeldzame verklaringen, dat hij op 29 November had vernomen, dat Kirof van de zitting van het Centraal comité zou terug- keeren. Hij had sedertdien Kirof achtervolgd en hem verscheidene malen voor zijn woning opgewacht. Hij had echter niet het huis van Kirof kunnen binnendringen. Uit het onderzoek is gebleken, dat Nikolajef lid van de vereenigingen der Ossoaviachim en der Internationale arbeidershulp was. De be wering, dat hij lid van de partij was, is van officieele zijde nog niet bevestigd. Nikolajef» chefs gaven over hem geen gunstige inlich tingen. De arrestaties. De lijst van de 39 personen uit het gebied van Leningrad en van de 32 uit dat van Moskou, tegen wie blijkens de mededeelingen een proces voor de krijgskamer van het op perste gerechtshof aanhangig is gemaakt, is nu gepubliceerd. De beklaagden worden daar bij als witgardlsten aangeduid, onder wie in den laatsten tijd verschillende arrestaties zijn geschied, wegens de voorbereiding van ter roristische daden tegen de dragers van het sowjetgezag. Het Parysche Journal drukt onder den titel: „Hoe ik het Rijksdaggebouw in brand heb gestoken", een opzienbarend document af van Karl Ernst, chef van de S.A. in Berlijn-Bran- denburg, die 30 Juni is doodgeschoten. Deze verklaring, teekent hij zelf er bij aan, mag alleen op mijn last of in opdracht van twee met name genoemde kameraden of ingeval ik vermoord word openbaar worden gemaakt. Het Journal laat het document voorafgaan door een toelichting, volgens welke Ernst op 3 Juni, het stuk voor zijn eigen veiligheid op stelde en het door de twee bovenaangeduide kameraden liet onderteekenen, die met hem op de hoogte waren van het staatsgeheim. Dit document zond hjj naar Zweden, Hij meende, dat de vrees deze onthullingen ge publiceerd te zien zijn vijanden zou verlam men. Zij lieten hem echter niet uitspreken. Tegelijk met hem werden de twee vrienden doodgeschoten, Dit stuk zou in handen van den Zweedschen senator Branting geweest zjjn. Niettemin bleef het tot nu toe geheim. Het betreft den brand in het Rijksdagge bouw op 27 Februari 1933. Ernst bekent, op 27 Februari met hulp van zijn twee aangeduide kameraden dat gebouw in brand gestoken te hebben. Dan gaat hij door: Wij hebben gehandeld in de overtuiging nuttig te zijn voor de zaak van Den Leider en van de partij. Wij wilden den Leider in staat stellen het marxisme te bestrijden. Zoolang dit bestaat kan Duitsch land niet gezond worden. Ik betreur mijn daad niet en zou ze zelfs nog eens bedrijven. Wel betreur ik dat de daad er toe bijgedra gen heeft individuen als Goebbels en Goering op den voorgrond te schuiven. Zij hebben de S.A. verraden en zij verraden den Leider nog dagelijks en probeeren hem met hun leugens in hun kuiperijen tegen de S.A. te betrekken. De S.A. zijn het beste wapen van de natio- naal-socialistische beweging. Ik ben een nazi. Ik ben overtuigd dat het nat.-socialisme met de S.A. staat of valt. Enkele dagen na onze komst aan het bewind ben ik door Helldorf bij Goering ontboden. Met Helldorf ging ik naar hem toe. Onderweg zeide Helldorf tot mij, dat de Leider in de gelegenheid gesteld moest worden tegen het communisme op te treden. Goebbels was tegenwoordig en ontwikkelde zijn plan. Dit bestond hierin: ter gelegen heid van een verkiezingsvergadering van den Leider te Breslau moesten twee z.g. com munisten bij zijn landing een voorgewenden aanslag op hem plegen. Dit kon het sein wor den voor een anti-communistische beweging. Heines was al naar Berlijn geroepen om zulk een „aanslag" in de puntjes te regelen. Twee dagen later kwamen wij bij Goering samen, ditmaal zonder Goebbels. Goering was er tegen want hij was bang, dat daardoor an dere aanslagen konden worden opgewekt. Wij moesten Goebbels van het plan afbrengen. Den volgenden dag werd ik telefonisch bij Goebbels ontboden. De andere kamerader waren al besloten het plan op te geven. Goeb bels was van meening, dat iets anders g« probeerd moest worden, bijv. het in bran steken van het voormalig keizerlijk paleis o het werpen van een bom in het departemen van binnenlandsche zaken. Goebbels zei glimlachend dat het beste zou zijn den brand in den Rijksdag te steken. Te genover de parlementsleden zouden wij dan als verdedigers van dien „wauwelwinkel" kunnen optreden. Goering was het daarme de dadelijk eens. Helldorf verzette zich er te gen wegens de moeilijkheid van de uitvoering. Afgesproken werd dat 25 Februari, een week voor de verkiezingen, Heines, Helldorf en ik den brand er in zouden steken. Goering zou licht ontvlambaar en gemakkelijk samen t& pakken stof leveren. Dien dag zouden wj) in het lokaal van de partij bijeen komen en als het gebouw leeg was aan het werk gaan. Ik werd met de voorbereidselen belast. Den volgenden dag zocht ik Goering op. Hg had nagedacht. Hij achtte het een fout daar aan bekende leiders van de S.A. te laten meedoen. Als een hunner ontdekt werd zou alles verloren zijn. Goebbels achte dit geen bezwaar. Niettemin moest het plan opgege ven worden want de communisten, wiet lokaal zich tegenover dat van ons bevond ble ven tot tien uur in den avond bijeen. Wjj liepen dus het gevaar dat zij iets zouden be- Feuilleton Uit het Amerikaansch. 59) „Neen, natuurlijk niet. Maar ik zou ook niet weten, waarom dat moest gebeuren. U kunt gemakkelijk genoeg een verklaring van die kleeren van mij in de badkamer geven als u bijvoorbeeld zegt, dat u me andere kleeren heeft gegeven, toen ik met dien brief kwam, en dat u de oude toen daar hebt laten ophangen." „Daar is het nu te laat voor. Als we in het begin erom gedacht hadden, om zoo iets te zeggen, ja...... dan was het in orde geweest, Maar wie van ons heeft er feitelijk nage dacht? En daarbij heeft Walter, toen hij in New York was, alles zoowat in de war ge stuurd. Als ik nu met zoo'n verhaal aankom, denken ze natuurlijk, dat het een soort van samenzwering is, om de verzekeringmaat- schappij op te lichten?" „O...!" zeide Sally langgerekt, alsof haar plotseling een licht opging. Mrs. Shandish werd, zoo mogelijk, nog een tintje bleeker. „Je begrijpt dus wel, dat je, om je eigen bestwil, hier weg moet", ging ze haastig voort; in een wanhopige poging om Sally af te leiden. „Om half zeven gaat er een boot. Als je die neemt, heb je drie uur voorsprong, want die detective moet op de volgende wachten en die gaat pas om half tien. En drie uur is toch wel genoeg, om je ergens te verbergen, in een pension of zoo, waar je blij ven kunt, tot ze het zoeken naar je hebben opgegeven. Kom, maak voort dan zal ik je helpen pakken. Trek dat blauwe mantel pak aan iedereen draagt tegenwoordig blauwe mantelpakken, dus dan ben je in elk geval niet opvallend. En heb je geld voor je reiskosten." Met een kalm gezicht negeerde Sally de uitgestoken hand met het rolletje bankbiljet ten. „Ik ga niet!" verklaarde ze met na druk. „Ben je gek?" „Dat zou 't zijn, als ik nu wegging, terwijl de zaken zoo staan, als op het oogenblik hier. Begrijpt u dan niet, als ik nu wegga, voordat de juweelen, die vannacht gestolen zijn, te voorschijn zijn gekomen ja, ik heb 't over den diefstal van mrs. Goswold's juweelkistjes, waarvan u me een paar uur geleden zoo vriendelijk was te beschuldigen, maar dat schijnt u nu weer vergeten te zijn ,,'k Wou, dat j(j 't maar vergeten was," antwoordde mrs. Shandish, met een stem van iemand, die een onwillig kind tot rede moet brengen. „Vergeet niet, dat ik buiten mezelf van angst was „Luister eerst verder naar mij. Als ik weg ga, voordat die juweelen teruggevonden zijn als ik verdwijndan staat dat gelijk met een bekentenis, dat ik ze gestolen heb. En gesteld, dat ik 't gedaan had „Wat?" „Ik zeg, gesteld, dat ik het gedaan heb. Ten slotte kan ik het even goed gedaan heb ben als een ander u heeft geen recht om mij, nu het u beter schikt, bij voorbaat vrij te pleiten, evenmin als u het recht had, om maar voetstoots aan te nemen, dat ik het ge daan had. En daarom dit: voordat deze quaestie opgehelderd is, heeft u ten derde malen niet het recht om me weg te laten gaan het zou me gelegenheid geven om den buiten ergens op te bergen. Neen", <*n" 'Piooq iaq appmjos pjaapioapaS redeering is onlogisch en wat erger is, uw houding is onwaar. Daar zit iets anders ach ter en ik ben zeer zeker niet van plan om voor zondenbok te spelen. Al zouden al uw plannen ten opzichte van de verzekerings maatschappij erdoor in het water vallen, ik loop niet weg. Eerst moet ik Mrs. Goswold te spreken zien te krijgen als ik haar alles verteld heb en ze raadt me ook: wegggaan, dan doe ik het." „O, ellendige meid, die je bent," barstte Mrs. Shandish uit; tegen dit hardnekkige ver zet moest haar zelfbeheersching het afleg gen. Doodsbleek, met oogen die zwart leken door de onnatuurlijk groote pupillen, stond ze het meisje tegenover zich aan te kijken. Ondanks Sally's kalmte zou het waarschijn lijk een hevige scène geworden zijn, als er niet plotseling een onderbreking gekomen was. Opeens werd de deur open gegooid en kwamen drie personen, zonder behoorlijke aankondiging, de kamer binnen. De eerste en laatste van dit rijtje van drie waren twee oude bekenden. Mercedes Pride en Lyttleton. Maar nummer twee was iemand, dien Sally niet kende een kleine magere man, gekleed in een donkerblauw confectie pak, met koude oogen en een gezicht van het buldog-type. De oogen van de waarzegster daarentegen straalden van triomf, het zekere weten dat haar dierbaarste wensch vervuld zou worden, verleende haar nooit bepaald welluidende stem een extra-schrillen klank. Midden in de kamer bleef ze staan en wees met een drama tisch gebaar op Sally. „Daar heeft u haar! Dat is de vrouw, die zich Sally Manwaring noemt. Arresteer haar. dwing haar te vertellen, wat ze met die juweelen gedaan heeft en dan, neemt haar dan mee naar de gevangenis!" HOOFDSTUK XVI. „Doorgestoken kaart". Deze nieuwe aanval kwam zoo plotseling, dat Sally er geheel anders op reageerde, dan ze in gewone omstandigheden gedaan zou hebben; alle opwinding was opeens weg, en in plaats van extra geïntimideerd te zijn, werd ze kalm, onnatuurlijk, maar zeer bruik baar kalm. Na de eerste onwillekeurige beweging van schrik een schrik, welke bijna onmiddellijk in verontwaardiging overging bleef ze kaarsrecht met haar kin uitdagend opgehe ven, naar het drietal staan kijken en als het waar was, dat ze een ietsje bleek zag, dan was dat zeer zeker niet door angst, maar door een emotie, die haar oogen driftig deed schitteren en een vastbesloten trek om haar mond groefde. Lyttleton bleef voorzichtigheidshalve bij de deur staan blijkbaar schaamde hij zich; hij keek tenminste als een schooljongen, die kattekwaad uitgehaald heeft. Anders was de houding van Mercedes Pride; met haar armen over elkaar en haar kleine zwarte oogjes glinsterend van triomf, gloriënd in haar over winning en in-tevreden met zichzelf, stond ze het meisje aan te kijken. Mrs. Shandish was bij het onverwachte opengaan van de deur een paar passen achter uit geweken. Geleund tegen de toilettafel fungeerde ze nu als aandachtige toeschouw ster bij een scène, die ze niet begreep, maar die ze, te oordeelen naar de lichtelijk opge trokken wenkbrauwen en humoristischen trek om haar mond haar woede-bui was even snel afgetrokken als die opgekomen was nogal vermakelijk vond. 't Dichtst bij Sally bevond zich de vreem de man: zonder een teeken van verlegenheid stond hij haar met zijn kleine oogen, over schaduwd door borstelige, peper-en-zoutkleu rige wenkbrauwen, scherp op te nemen. „Zou ik mogen wetenbegon het meisje uit de hoogte. „Spreek ik met Miss Manwaring?" sneed de man haar vraag kalm af. Sally knikte even toestemmend. „Tenminste, zoo heeft ze gezegd dat ze heette, toen ze hier kwam," vond Mercedes Pride ter verduidelijking van de zaak noodig eraan toe te voegen. Zonder notitie van haar te nemen, keerde Sally zich tot Lyttleton. „Wilt u eerst de deur even dicht doen?" vroeg ze koel en toen ze zag dat hij aan haar verzoek voldeed, keer de ze zich weer tot den kleinen, mageren man. „Mason, Miss, particulier detective van Webb Co., Boston", stelde hij zichzelf voor. „Mrs. Goswold heeft vanmorgen, intercommu naal om me getelefoneerd. Ik ben van het middageten af al hier den heelen avond ben ik op dien diefstal van verleden nacht aan het werk geweest. Nu had ze wel als voorwaarde gesteld, dat ik niets zonder haar toestemming doen mocht, maar aan den an deren kant heeft ze beloofd, dat ik mocht handelen, als haar plannetje, om de juweelen terug te krijgen, niet zou gelukken. En daar om heb ik gedacht, met het oog op dat het al zoo laat is en zij nergens te vinden zijn, dat we maar niet langer wachten moesten." „Vóór iets anders zou ik dit graag wil i wetenheeft Mrs. Goswold u permissie gegeven om zoo onparlementair mèt deze menschen, m'n kamer binnen te gaan?" vroeg Sally. „Nee, juffrouwdat niet! Zooals ik u zooeven al gezegd heb, ik mocht handelen als de juweelen niet teruggevonden werden. En zooals ik gezegd heb, het is al zoo laat en Mrs. Goswold is nergens te vinden en daar om dacht ik, dat we maar opschieten moesten." „Maar Mrs. Goswold is toch niet spoorloos verdwenen?" „Nou, eigenlijk zou u het zoo kunnen noe men. Nergens, in heel de buurt niet, hebben we een spoor van haar kunnen ontdekken. Ik voor mij geloof, dat de kamenier wel wat weet; maar die houdt haar mond dicht, dust daar komen we niets verder mee. En juist daarom, omdat er zulke eigenaardige dingen in deze zaak zijn en omdat we toch niet met onze armen over elkaar kunnen gaan zitten wachten tot Mrs. Goswold terugkomt, heb ik gedacht: laten we vast beginnen, dan weten we tenminste zeker, dat we alles hebben ge daan, wat we konden." Hy zweeg: 't vergulden was makkelijk ge noeg, maar hoe zou het meisje tegenover hem de pil slfkken? „Wel," zeide Sally, na een paar oogenblik- ken van stilte, heel kalm, „dat geloof ik alles graag, maar daarmee heeft u me nog geen reden voor de zonderlinge manier, waarop u hier binnengekomen bent, gegeven." „Nee, juffrouw, dat is waar maar dat komt ook nog. Voordat we iets konden doen, moesten we weten, wat er op de kaarten in die enveloppen stond. Dus was het eerste, wat ik te doen had: den postzak openmaken. Een paar van de heeren heb ik gevraagd om als comité te fungeeren, dan kon later niemand zeggen, dat alles niet eerlijk en volgens da regels gegaan was." „En zeker geen bekentenis gevonden, wel?" vroeg Mrs. Shandish. „Neen, geen bekentenis, mevrouw. Op twee na waren alle kaarten blanco. En op die twee stond iets geschreven, wat je een ano nieme aanwijzing zou kunnen noemen. Ik heb ze meegebracht voor het geval dat de zaak op niets uitloopt, weet de juffrouw hier dan, dat het niet mijn schuld geweest is." Hij stak zijn hand in den rechterzak van zijn jas en haalde er, na even zoeken, twee kaarten uit, welke hjj Sally na een kortr mr« zeling toestak. (Wordt vervolgd.) 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1