Raadsels
TOM DE NEGERJONGEN I!
'T JUTTERTJE
ZATERDAG 15 DECEMBER 1934
Wij geven
Eèn rnooi sruk.
Ruilhoekje.
Nieuwe Raadsels.
X
XXX
xxxxx
xxxxxxx
xxxxxxx
xxxxxxx
xxx
X
xxxxx
rAG 7
Het is een oude geschiedenis, moeder
komt er bij de Kerstgeschenken altijd het
slechtste af, zij het dat de kas niet meer
toereikend was, nadat alle overige familie
leden bedacht waren, zij het dat men haar
de noodzakelijke aanschaffingen voor het
huishouden als speciaal feestgeschenk toe
gedacht heeft. En als er dan wat voor haar
onder den kerstboom ligt, dan zijn het
schorten, zakdoeken, stof voor een jurk,
schoenen; allerlei dingen die Inderdaad heel
goede en nuttige geschenken zijn, maar die
er toch eigenlijk allang hadden moeten zijn.
Zelfs de vele kleinigheden, die men
eigenlijk ontberen kan, maar die zij zich
zoo vurig wenscht zijn zeldzaam. De aardige
overvloed die aan het leven van een vrouw
glans en kleur geeft en vaak zoo billijk is
te krijgen, schiet bijna altijd te kort. Om
heelemaal te zwijgen van een waarlijk
kostbare aanschaffing, die het vrouwen
hart sneller laat kloppen, hoewel of mis
schien juist als ze voor de strikte noodza
kelijkheden van alle dag niet alles vol
maakt in orde heeft. Dit feit werd onlangs
door een gezin vastgesteld. De heer des
huizes wist, dat zijn vrouw het liefst van
alles een armbandhorloge zou willen heb
ben, en wist ook, dat ze dat nooit voor
zichzelf zou kunnen koopen. Toen kwam
hij op een werkelijk goede gedachte. Hij
overlegde met alle familieleden en kennis
sen, waarvan hij wist dat zij zijn vrouw
ieder jaar de traditioneele kleinigheid ga
ven. Broers, zusters, tantes, vriendinnen,
de kinderen, niemand sloeg hij over. En
met hen allen stelde hjj zich heimelijk in
verbinding. Dat bracht natuurlijk een
beetje moeite mee, maar het gevolg over
trof aller verwachting. De echtgenoot had
zich de zaak zóó voorgesteld; hijzelf wilde
het hoofdbedrag van het geschenk geven
en de anderen zouden de rest onderling
deelen. Maar per slot bleek, dat het hor
loge veel mooier zou worden, dan hij had
durven droomen. En de vreugde van zijn
vrouw, die nooit gedacht had haar wensch
in vervulling te zien gaan, loonde alle
moeite en het geven duizendmaal.
Is dat eigenlijk niet een uitstekende ge
dachte? Hce vaak breken we ons hoofd
niét met het bedenken van wat wij dezen of
genen moeten geven. We zouden hem graag
een pleizier doen, maar wat hij graag wil
hebben of noodig heeft, weten we niet zoo
precies, of het overschrijdt de grenzen van
onze portemonnaie. Dan komt zoo'n hulp
als geroepen, uw vriend zal dan zeker dat
plezier hebben, wat u hem toedacht, en u
bent toch binnen uw perken gebeven. Er
zijn zoo oneindig veel dingen, waarvan de
aanschaffing een groot besluit beteekent.
Een duur werk voor de bibliotheek, een ra
diotoestel, een goed fototoestel, een mooie
toiletkoffer en nog veel meer andere dingen.
Vaak kan mer zoo iets bereiken, als alleen
de familieleden er zich mee bemoeien. Vaak
zal men de hulp van kennissen of vrien
den in kunnen roepen. Maar steeds zal het
resultaat verrassend zijn, als het glansstuk
onder den Kerstboom ligt. Wanneer zoo'n
stoute drooom werkelijkheid wordt, dan
heeft ook de huisvrouw een plaats in die
sprookjeswereld van het feest, die voor alle
kinderen zoo vanzelfsprekend en natuur
lijk is.
Overigens laat de hier aangegeven ma
nier van geven veel afwijkingen toe. Al
naar de verhoudingen kan men het zus of
zoo inrichten. Alleen het grondidee moet
worden vastgehouden: smeedt een complot,
werkt te zamen, wat één alleen niet kan,
bereiken meerderen met elkaar vaak spe
lend. Het daarmede verbonden geheim, het
gemeenschappelijk gesmeede plannetje en
uitzoeken draagt veel bij tot verhooging
van de feestvreugde. Alleen op één punt
moet men voorzichtig zijn: niemand mag
tot geven aangespoord worden of zijn bij
drage als een verplichting voelen. Bestaat
bij een buitenstaander dit gevaar, dan is het
beter zich zonder hem te behelpen. Liever
een wat bescheidener geschenk, waarvan
de gever zelf plezier heeft als degene die
ontvangt, maar in de meeste gevallen zul
len zulke waarschuwingen overbodig zijn.
Daarom aan het werk, de spreuk voor het
geschenk van de huisvrouw luidt: Eén
mooi stuk.
,,Als je geen centen krijgt, neem je het
mee terug!"
„Zeg baas, kan ik naar ze toegaan
zonder ait ding en vragen of ze centen
genoeg hebben om te betalen?"
DRIE MUXIOEN HEEFT HIJ MIJ
GEKOST.
Inspecteur Bony van de Stavisky-
affaire een afperser?
Bony? Wie kent niet den naam van den
invloedrijken inspecteur van politie Bony,
die zijn chefs in de Stavisky-affaire zoo
onschatbare diensten bewezen heeft? Dat
Stavisky-chèque's op tijd in handen van de
politie kwamen, dat de Parijsche Apachen-
wereld veel belangrijke onthullingen deed,
dat heeft men alles aan Bony te danken
Nu is deze inspecteur zelf in een proces
gewikkeld, een proces tegen het tijdschrift
„Gringoire". En dit proces, dat heel Pa
rijs in beroering brengt op het oogenblik,
zal waarschijnlijk aan de prachtige car
rière van den heer Bony een einde ma
ken. En dat kwam zoo: Een jong meisje,
met den weiluidenden naam Andrée Cotil-
lon, uitte voor de Rechtbank te Parijs
vreeselijke beschuldigingen aan het adres
van inspecteur Bony. Als hetgeen Mlle.
Cotillon vertelde, waar is, dan is er geen
twijfel mogelijk of Bony is een gemeene af
perser.
In den loop van het jaar heeft Bony
haar een onwaarschijnlijk hooge geldsom
afgezet. „Drie millioen francs heeft hij mij
gekost"! roept het Jonge meisje uit; en zij
aarzelt niet voor het Hof de geheele af
faire haarfijn Uit te leggen.
Als 14-jarig meisje was zij haar huis
ontvlucht en door den commissaris gefo
tografeerd volgens de methode van Ber-
tillon. Met behulp van deze foto is men
begonnen chantage op Mlle. Cotillion te
plegen, wat maar al te goed gelukte. Dui
zenden en honderdduizenden heeft het
meisje moeten geven om in het bezit van
deze foto's te komen. Toen Mll Cotillon
Bony leerde kennen, zou hij haar helpen
om de afdrukken in handen te krijgen.
Maar Bony hield zich niet aan de afspraak,
maar begon integendeel ook geld van het
meisje af te persen. Weer gaf zij kolos
sale sommen, om eindelijk te ontdekken
dat haar foto desondannks in een chantage
blaadje was afgedrukt. En nu gaf zij ein
delijk de heele geschiedenis bij de autori
teiten aan.
Bony hoorde alle beschuldigingen doods
bleek aan, enontkende alles. Natuur
lijk! Maar dat zal hem hoogstwaarschijn
lijk weinig helpen! Hetgeen Mlle. Cotillion
voor de rechtbank verklaarde, maakte een
betrouwbaren indruk. Waarschijnlijk zal
het inspecteur Bony bitter berouwen, zich
ooit met deze affaire te hebben ingelaten.
- t
„Krijg ik mijn geld terug als dit haar-
middel niet helpt?"
„Natuurlijk, mijnheer, al mijn klanten
krijgen hun geld altijd terug."
Ik heb 26 weegschaaltjes, die wil Ik rul
len voor 10 Quaker havermoutbonnea.
8 Verkade bonnetjes (De bloemen en haar
vrienden), voor 2 Quaker haveimoutbon-
nen. 2e Douwe Egberts-bonnen (5 punten),
voor 1 Quaker liavermoutbon. 3 Bonnen
van Hille's beschuit, „Zwerftochten door
ons land", Zuid-Holland, die ruil ik voor
2 Quaker havermoutbonnen.
Joh a. Kohier, Brakkeveldweg 52.
1TTT
De oplossingen der vorige raadsels zijn:
I. Sneeuwvlok.
II. Handschoenen.
III. Tamboer.
Goede oplossingen ontvangen van:
Nelly K.; Cisca du P.; Annie V.; Nellie
B.; Zus W.; Miep G.; Maartje S.; Geertje
P.; Bram S.; Lien v. G.; IJsbrand S.; Tinie
W.; Jan D.; Piet H.; Gretha M.; Guillaume
v. G.; Nellie N.; Rietje W.; Jac. P. N.;
André G.; Sientje N.; Kees D.; Joosje D.;
Tiny D.; Bertha H.; Tini Wilmink; Dirk B.;
Plona v. P.; Jo V.; Marie van H.; Joh.a. K.;
Femmie H.; Johan en Cornelis L.; Agatha
K.; Lena van Z.; Fransje van E.; Nel J.;
Wim G.; Dina W.; Nannie G.; André W.;
Toon T.; Catrientje L.; Piet v. H.; Stien
B.; Jgntje L.; Tieny R.; Anderina R.;
Marie L.; Stoffel K.; Frans G.; Annie J.;
Jansje L.; Gerda G.; Jan de W.; Nettie L.;
Nel B.; Annie K.; Corrie van W.; Nanle P.;
Corrie en Frans B.; Jopie B.; Marietje en
Frans D.; Klaas B.; Joop van B.; Jan B.
i.
Op de eerste regel de be
ginletter van een tegen
woordig uiterst bc kende
verkeersmaatschappii.
Op de 2e regel wandel
plaats op oceaanschip.
Op de 3e regel naam van
een plant.
Op de 4e regel gevlochten
metalen plaat, die zich in
iedere kachel bevindt.
Op de 5e regel iets gebeurt met groot
Op de 6e regel naam van bekende roover-
hoofdman.
Op de 7e regel stuk kinderspeelgoed.
Op de 8e regel letter en cijfer tegelijk.
Op de 9e regel tegenstelling van rijk lom.
Verticaal: (onderstreept van boven naar
beneden; Symbool van een komend feest.
II.
Mijn le deel is een van je ouders.
Mijn 2e deel is een kippen-uitloop.
Mijn 3e deel is een deel van een boom.
Mijn geheel is een bekende Kerst-versiering.
III.
Ik ben een deel van een vis, draai mij om
en ik behoor tot het paardentuig.
265. „O lieve hemel," zuchtte Pijl, „zir
je, daar hebben we nu de poppen aan he
lansen. Zeker is de koning heel boos O]
fcns. Wat moeten we beginnen!" Ook Leeu
Wenharc kwam er erg van onder den in
óruk. Maar daar zc °n ze, hoe het zwarte
triannetje aanstalten maakte, om met zij
olifant weer wat verder-op te gaan. e
«onder hen te zien, het bosch te ver!'
"^at ging natuurlijk niet.
266. Nu Degonnen ze nog eens te probee-
en, de aandacht van Drakepit te trekken.
.Hé, hé! Drakepit," klonk het weer naar
>eneden, „hé, luister nu toch eens even!"
Jrakepit hoorde het geschreeuw, en keek
veer omhoog, maar zag weer niets. Toch
>leef hij staan. „Wie roept daar?" vroeg
ij. En daar kwam het antwoord: „Wij
/eten waar Pijl en Leeuwenhart zich be
nden." „Wie zijn jullie dan?" vroeg het
leine mannetje. Maar daarop kwam geen
ntwoord. „Kom er eens gauw uit!" riep
Drakepit naar boven, „en vertel wat je
weet, want ik moet weer terug naar den
koning."
267. Toen besloten de heeren maar, zich
te laten zakken. Ze probeerden nog zooveel
mogelijk door het lager struikgewas be
dekt te blijven, maar de man op den olifant
was veel te nieuwsgierig te zien, met wie
hij te doen had, om niet alle moeite te doen
hen te ontdekken. Hij boog de takken van
elkaar en daar zag hij, dat hij Pijl en
Leeuwentemmer voor zich had. Dadelijk
begon hij een lustig deuntje te blazen op
zijn trompetje. „Hoera, hoera!" riep hij.
„de vluchtelingen zijn terecht."
268. Jumbo had ook plezier in het geval.
Hij had ook wel willen zingen in een trom
petje, maar aat ging nu niet en daarom
stelde hij zich maar tevreden met een
dansje -p zijn logge zware pooten. Ook
zijn slurf liet hij vroolijke bewegingen ma
ken en meteen had hij ook de twee man
nen te pakken en met een greep van zijn
slurf zette hij ze vanuit hun schuilplaats
op den grond.