Modepraatje PAG. 4 ZATERDAG 22 DECEMBER 1934 'T JUTTERTJE 14*19 Een goede kop thee. Het geheim ligt in de juiste wijze van de bereiding. La L.umanta Stelo te wasschen. Van belang is het, dat men hiermede reeds vroeg bij kinderen begint, in den aanvang gebruike men lauw water om langzaam tot koudere afwasschingen over te gaan. Kinderen moeten sieeds door den neus en niet door den mond ademen en zien ouders, dat hun kind niet op de juiste wijze kan ademhalen, dan raadplege men z\jn huisarts. „Wat verstaan ze nou eigenlijk onder een ridderlijk man?" - „Dat is een man, die den verjaardag van ©en dame onthoudt, maar haar ouderdom vergeet.' HET BESTELLEN VAN PATRONEN. De prijs -mzer patronen is verlaagd tot 0.58 voor japonnen, i 0.48 voor kinder- kleeding en 0.40 voor enkele rok of blouse. Men kan het bedrag in postzegels of per postwissel overmaken aan de .Mo deredactrice, Muzenstraat 5 B, te 's-Gra- venhage. U kunt ook gireeren op giro-rekening 191919 c.n.v. den Knippatronendienst te 's-Gravenhage. Voox uitstekende pasvorm wordt ingestaan, indien men juistebuste en henpwijdte opgeeft, EEN GOEDE HANDLEIDING. Voor dames, di„ zelf hun kleëding wil len maken, is. zoo juist een modeblad ver schenen, met tal van goede raadgevingen- Het bevat zeer fraaie modellen voor den herfst en den winter en wordt door onze moderedactrice, Muzenstraat 5B, ce Den Haag gaarne toegezonden na inzending van 10 cents porto. Vooral xn dezen tijd van bezuiniging lijkt ons dit nieuwe modeblad een uitkomst voor heel wat gezinnen. U kunt vandaag nog Fluweelen voor kinderen van 46 jaar. 1416 1417. Het jongenspakje zoowel als de meisjes jurk zijn aardige aparte modellen. Het eer ste is van een mooie warme tint fluweel gemaakt, met sluiting naar rechts met knoopenden knoopsgaten, terwijl een smalle zijden plissé alsgarneering van de voor zijde en mouwtjes het geheel zeer gekleed maakt. Het broekje wordt aan het kieltje vast geknoopt. De kunstzijden meisjesjurk heeft een stofreep, die van hetzelfde materiaal, afge werkt met smal1 valencienne-karit, die over elkander slaat en cp den rug gestrikt wordt. Wil men broer en zus hetzelfde kleeden, dan wordt de jurk ook van fluweel ge maakt in de kleur van het jongenspakje en wordt voor de garneering batist of voile met valencienne-kaht geonmén. Japon voor gezette figuren. 1418. Het schuine deel van het bovengedeelte dezer japon geeft het figuur een slanke lijn, evenals de hals, die als afwerking een bies of een zeer smalle plissé heeft, die doorloopt tot de taille. Even onder de hals uitsnijding is een aardige vlotte garr.ee- ring aangebracht. De rok bestaat uit twee banen, oie naar onderen toé wij der worden. Het aparte jasje, dat Van het hetzelfde materiaal gemaakt kan worden, heeft een driekwart lange mouw met volant. Patronen t/m maat 52. Gekleurde middagjapon. 1419. Bedrukt crèpe-satin is als materiaal ivoor deze, japón verwerkt, terwijl de plissé, die langsde gedrapeerde kraag is gezet van hetzelfde of effen crèpe-satin gëko- i&St. zen kan worden. De rok heeft een puntig voor- en achter-stuk, terwijl voor kleine banen met naad in het midden aange- stikt worden. Ballonmouw met lange manchet, ge plooid ceintuur om het middel. Patronen t.m. maat 50. Gekleed jurkje Voor meisjes van 8-12 jaar. 1420. Een aardige bedrukte kunstzijde leent zich bijzonder góed voor deze aparte jurk. Het voordeel van dit materiaal is tevens, dat het reeds zeer billijk te koopen is. Een jurkje in prinsessevorm, bestaande uit zes .baantjes met vierkanten hals, waarover een Jakje _gedragen wordt met volant mouwtje. Als afwerking worden twee over elkander vallende plissé's genomen langs de voorzijde van den hals, omtrek jakje en mouwen, die niet breeder dan 2 en 3 cm mogen zijn. Fantasiefluweel kan ook heel goed voor dit model gekozen worden, maar dan zouden wij de plissé's liever achterwege laten en bijv. een eenvoudige versiering langs den omtrek aanbrengen. De theebouw heeft in China en niet min der in Japan een buitengewonen omvang en is voor beide landen van groote economi sche beteeke'nis. Kakuzo Okokina heeft een boek over thee geschreven en in zijn inleiding ves tigt hij de aandacht op de soort van water, welke voor de bereiding gebezigd wordt, daar deze al of niet ten goede van den smaak komt. Van het grootste belang is eveneens de hitte-graad; hierbij onder scheidt men drie graden, n.1. de eerste, waarbij zich zeer kleine blaasjes aan de oppervlakte vertqonen; de. tweede, waarbij de blaasjes als kristallen paarlen uit een bron naar omhoog komen en de derde, wanneer het water flink opbruist Een goede huisvrouw weet echter uit hare praktische ervaring, het juiste oogen- blik, waarop het water geschikt is om op de thee gegoten te worden, n.1. als juist het water flink opbruist. Steeds moet mén versch water uit de kraan in den ketel laten loopen en op kookpunt brengen en nimmer een restje, dat nog in den ketel is en reeds gekookt heeft. Het te lange koken maakt het water „dood". Om een smakelijk kopje thee te zetten gebruikt men Uefst een steenen of aarde werk theepot, bij voorkeur geen metalen. De pot wordt halfvol geschonken met heet water, dat men door den pot schudt, zoodat hij vóórgewarmd kan worden, daar na doet men de thee er in, één theelepel per persoon en één theelepel voor den pot, zooals het voorschrift luidt, giet het juist kokende water op en laat de thee 5 minu ten op een klein lichtje trekken, zet den theepot daarna in een theemand' met een muts overdekt. Gebroken thee is eerder „getrokkén" dan grove thee, die dan ook veelal iets langer op het lichtje moet blij ven staan. Goede soorten thee kan men, nadat de eerste kopjes geschonken zijn, nogmaals opgieten, doch men gebruike ook dan weer versch water. In Azië drinkt men de thee puur, terwijl men in sommige landen, o.a.. Rusland, een zeer dun schijfje citroen in het kopje doet. Thee met citroen of ook wel met rum, wordtdoor ..velen een. probaat middel ge acht, indien men doornat geregend thuis komt, zooals men zegt: „om de kou te verdrijven". Zeer fijn wordt, naar het oor deel van sommige fijnproevers de thee- smaak, indien men bij de thee eenige klontjes suikér voegt, die men over de schil van een' sinacalappel heeft geraspt. Al deze toevoegsels zijn echter een appreciatie, evenals het al of niet gebrui ken van suiker of melk bij een kopje thee. Een niet geringe factor echter, die zeer zeker bijdraagt tot verhooging van het thee-uurtje, niet alleen, maar eveneens tot meerder genot-.van-het. kopje., thee. „is. de keuze van het thee-servies. Uit dunne por seleinen kopjes zal men veel aangenamer drinken, dan uit dik aardewerk. Vandaar ook, dat de kopjes der chi- neesche thee-serviezen zoo uiterst dun zijn, zóó zelfs, dat de kopjes doorschijnend zijn. Thee komt in diverse méianges en soorten in den handel en deze zijn een kwestie van persoonlijken smaak niet alleen, doch ook van den prijs, die men er voor over heeft. Zeker is, dat men van de be tere soorten in den regel minder noodig heeft, dan van de goedkoopere. Welke soort van thee echter gebruikt wordt, men houde zich aan de gegeven wenken en late het water nimmer lang koken, terwijl de thee in een voorgewarmden pot komt, al vorens het water opgeschonken wordt, slechts even trekken en daarna de thee muts over den pot. Houdt men zich hieraan bij het zetten van thee, dan zal de smaak aanmerkelijk verhoogd worden en zullen alle huisgenooten verlangend uitzien naar zoo'n smakelijk kopje thee. De bekende Britsche dierenschilder Sir Edwin Landseer kwam op een zijner reizen eens te Lissabon, waar een neef van hem woonde. Daar werd hij door den koning uitgenoodigd op een der feesten aan het hof te verschijnen. Nauwelijks was hij de feestzaal binnengetreden, of de koning be groette hem met de hartelijke, maar zeer dubbelzinnige woorden: „Sir Edwin, het doet mij een buitenge woon genoegen, U hier te mogen zien, U te leeren kennen. Jk bennamelijk, een bui tengewoon dierenvriend- - Zondagmorgen, 16 Dec. j.1., was er een druk bezochte Zamenhofherdenkingsbijeen- komst in het Cseh-Instituut, Riouwstr. 172, den Haag. Het is nu 17 jaar geleden, dat Zamenhof op 57-jarigen leeftijd overleed. Menigeen vroeg zich toen af: „Waarom nu reeds?" In zijn herdenkingsrede stelde de heer An- dreo Cseh echter de vraag, of hem niet juist daardoor een nog grooter lijden be spaard bleef. Immers, hoe zou een man als Dr. Zamenhof met zijn grenslooze idea len de zich tegenwoordig steeds verscher pende internationale verwijdering verdra gen hebben? Hoe het feit, dat er een land bestaat, waar voor hem, als zoon van een zeker ras, geen plaats zou zijn? De heer Cseh verzocht, deze vraag elk voor zich in stilte te beantwoorden. En bij be vestigend antwoord te begrijpen, dat het d&n. plicht is, zijn werk voort te zetten en zijn gedachten verder te dragen. Maar voor ik een poging daartoe doe, wil ik eerst nog een paar. hedendaagsche feiten uit de Esperantowereld noemen, waarover Dr. Zamenhof zich, al het andere ten spijt, ook zeker zou verheugen indien hij nog leef de. Zoek de zonzijde, vooral in de donkere dagen voor Kerstmis! Zoo was er b.V. de mededeeling van den heer Heilker, dat de Esperantocursus, eiken Zaterdagavond door hem voor de K.R.O. geleid, dit jaar 6500 cursisten teil. 10 jaar geleden waren er slechts 100! Verder, dat de Spaansche Minister van Oorlog dezen zomer aan dén President van het 26e Kongres in Stockholm het vól gende telegram zond: Omdat morgen het 26e Universeele Kongres geopend zal worden, is het mij een vreugde U mijn vurige wenschen te zenden voor een vruchtgevenden arbeid die ten doel heeft alle naties geestelijk humaan te vereenigen. Ik verdoek deze wenschen kenbaar te maken aan den vertegenwoor diger van Spanje in dat Kongres, Luite nant Kolonel Manchada, wiens opdracht met één maand verlengd is. Meest vriend schappelijke groet U Diego Hidalgo. Er is nog wat anders. Maar dat bewaar ik voor den volgenden keer. Want we staan nu al weer vlak voor het Kerstfeest en daar wilde ik toch graag nog een paar regels aan wijden. Voor velen beteekent Kerstmis weliswaar niet veel meer, dan een paar dagen extra vrij en zoo mogelijk lekker eten en drinken en gezelligheid. Maar stellig zijn er ook veel anderen voor wie Kerstmis nog altijd in de le plaats is, het feest van Licht met klanken van „Vrede op Aarde" en gebeier van Kerstklokken. En voor diegenen moet het toch wel eens moeilijk zijn, om altijd maar weer vol overtuiging „Vrede op Aarde" te zingen, terwijl er Jrn de werkelijkheid zoo weinig is, dat er op wijst, dat er in het komende jaar méér van die vrede te recht zal komen dan te voren! En het schijnt nog moeilijker een weg tot verbe tering te vinden. Of althans die te be wandelen. Want bij het lezen van b.v. Za- menhof's ideeën over zijn Homaranismo (Leer der menscheid) moet wel haast iedereen tot de erkenning komen, dat die weg er wel is. Maar nog te weinig men- schen hebben daar ooit over gelezen. Daarom wil ik er hier iets over laten vol gen. Ik moet echter eerst nog eens na drukkelijk erop wijzen, dat het Homara nismo van Zamenhof niets te maken heeft met Esperanto. Esperanto is volkomen neutraal en aan geen enkel idee gebonden. Volgens Zamenhof zelf „kan men een uit stekende Esperantist zijn en toch tegen stander van het Homaranismé". Dr. Za menhof echter kende feitelijk maar een levensdoel, het „Vrede op Aarde" tot wer kelijkheid te maken. En als zodanig is het niet te verwonderen dat hjj kwam tot de nieuwe leer, die hijzelf als volgt omschreef: Het homaranismo (men kan zeggen hu- manitarisme of leer der menschheid, maar voor het gemak blijf ik de Ësp. naam ge bruiken, is een leer, die, zonder den mensch van zijn natuurlijk vaderland, noch van zijn taal, noch van zijn geloofsgenooten af te scheuren, hem de mogelijkheid biedt elke onwaarheid en tegenspraak in zijn natio- naal-religieuse principes te vermijden en met menschen van alle talen en godsdien sten om te gaari op een neutraal-mensche- lijke basis, volgens principes van. weder- zijdsche broederschap, gelijkheid en r.e.chL." Be 12 punten van zijn programma om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 20