DE ZINGENDE PRINSES. Beste jongens en meisjes. Kindervriend. 'T ■'UTTFRT.IF Vandaag is het een feestdag voor jullie Je hebt immers het heerlijke vooruitzicht van 10 dagen vacantie. Tien dagen vrij, wat een heerlijkheid. En dan de Kerst dagen, als glanspunten, ertussen, want het Kerstfeest is toch eigenlijk wel het meest blijde, feest van alle Christelijke feest dagen. Denk maar eens aan de heerlijke beteekenis ervan. Lees het verhaal maar in Lucas 2, want het Kerstverhaal moet je toch kennen. Wat zou het fijn zijn als nu op 25 December, 's morgens als we wakker worden, de wereld eens toegedekt lag met een wit sneeuwkleed, dat zou de stemming nog zoveel mooier maken. Ik hoop, dat jullie een fijne vacantie hebben en heerlijke kerstdagen. Het boek is deze week gewonnen door: GEERTJE PUTTING, Brouwerstraat. Gefeliciteerd, Geertje, 't is geloof ik al weer heel lang geleden, dat je een boek gewonnen hebt. En nu ga ik eerst de briefjes van de vorige week beantwoorden, want daarvan mag er toch van de week niet één blijven liggen. Tini Wilmink. Het St. Nicolaasfeest, waarover je schrijft, Tini, is nu al lang weer verbleekt, door de glans van het Kerstfeest, dat aanstaande is. begrijp, dat jij telkens weer aan 5 December herinnerd wordt, door alle goede gaven, die je toen ontvangen hebt, niet te vergeten de twee boeken, die je boekenkast en je boeken- bol verrijkt hebben. Marie v. Horik. Kindervriend II heeft jou niet gekend, Marie, anders had hij niet gevraagd, of jij je rijmpje zelf gemaakt had. Ik weet wel, dat jij het leuk kan en ook, dat jé hetzelf doet, maar dat een an der eens bedenkelijk kijkt en zich afvraagt of zo'n klein meisje dat wel alleen ge daan heeft, dat kan ik me ook goed be grijpen. Je mag dus niet boos zijn op den anderen Kindervriend. Ik vind het al zo fijn, dat hij m'n werk altijd wil overnemen, als ik er zelf geen tijd meer voor heb. Femmie Hoelandt. Dat was een grote brief, met weinig inhoud, Femmie. Als je eens een week niet weet, wat je schrijven moet, Femmie, dan kan je gerust over slaan, hoor. Nee, ik behoef nooit lang te zoeken naar een antwoord voor jullie, hoor, daar zou ik geen tijd voor hebben. En je moet denken, alles leert, als je voor het eerst borduurt, dan duurt het lang, maar ik denk dat jij wel vlugge steken maakt. Lena v. Zandwijk, Waarom heb je dat nu niet gedaan, Lena, toen je me bij V. en D. zag? Ik had het toch ook leuk gevonden jou eens even te zien en nu was je een vreemd meisje, net als alle andere meisjes, die ik niet ken. En met jou cor respondeer ik zoo trouw. Fijn, hè, in zo'n mooie buurt te wonen, alles is er nieuw. Nel Jongepier. Nu heb je schaatsen voor je Sint gehad, Nel, nu moest je eigen lijk {js voor de Kerstdagen krijgen, dan kon je een baantje zwieren. De wind mag wel vlug draaien en de barometer snel rijzen, anders komt er van vorst niets meer, hoor. Nannie Grande. Dat is lang geleden, Nannie, dat ik van jou een briefje kreeg. Zo nu en dan zie ik je wel eens in de buurt spelen, maar anders waren we elkaar zeker al vergeten. En blijf je nu weer trouw meedoen? André Wismeyer. O, nu kan ik me begrijpen, André, dat ze jou bij dat feeën- stukje konden gebruiken, je moest een schooljongen „verbeelden". Het leuke is bovendien, dat je niet eens een school jongen verbeeldt, maar dat je er ook een bent. En een echte geloof ik ook. Vol met kwajongensstreken, zeker, hè? Piet v. Horik. Zo voetbal-Piet, ver geet jij je tijd als je achter het bruine monster holt? 't Is maar voor je te ho pen, dat je moeder dan ook vergeet je daarvoor te straffen. Wat zou het fijn zijn, hé, als we gauw konden zwieren-zwaaien over de gladde baan. Vooral nu je er heele dagen vrij voor hebt. Stiéntje Beekma. Ook al naar de nieuwe buurt verhuisd, Stientje? Ik ge loof dat de zonnige breede straten, alle mensen uit de binnenstad wegtrekken. Straks koop je een huis voor een gulden, net als van de week een auto voor een dubbeltje. Tieny Rooker. Was dat boek, dat jij met Sinterklaas gehad hebt, nu mooi dik, Tieny, of dik en mooi? En heb je het al verslonden? Dat moet je me toch eéns schrijven hoor. Anderina Rooker. Of ik je vriendin netje ken, Anderina? Ja hoor, ik ken Fem mie en natuurlijk ook het vriendinnetje van Tieny en 9jou, tenminste ik ken jullie alle vier uit je briefjes, ik weet dus pre cies wie er hanepoten, wie er kriebel- krabbelt, wie er puntletters maakt van snibbigheid of ronde letters van goeiig heid, wie er recht en wie er krom schrijft. Maar ik verklap het niet, hoor. Stel je voor. Stoffel Krünen. Wat een leuke gezel lige brief heb ik van jou gehad, Stoffel. Ik wist niet, dat jjj zo'n muzikant was en dat je thuis een hele jazz-band hebt. Misschien kom ik wel eens bij je kijken. Wat hebben ze je verwend met St. Nicolaas, Stoffel, en wat leuk, dat je tante Zus en je oom Herman je misschien met de Kerstvacantie in Rotterdam willen logeren. Wat zal je me dan een hoop te vertellen hebben als je terug komt. Wat een prachtig post papier heb je gehad. Nu, dag hoor, veel plezier met je vrije dagen. Annie Jansen. Ze hebben jou thuis ook verwend, Annie, dat komt zeker om dat je de enigste thuis bent. Wat heb je een pret gehad op Decembere ,nu, Tjibbe en Iet en Jaapje hebben ook genoten, hoor, Sint Nicolaas heeft na Anna Paulowna, natuur lijk een bezoek bij mij thuis gebracht en Ita vond hem bepaald zo lief, dat ze hem een zoen op z'n baard gaf, terwijl Jaapje maar voor Zwarte Piet gebaren stond te maken en hem z'n pas gekregen speel goed in z'n handen stopte. Jammer, dat de tournee is afgelopen, hè? Ook de an dere vriendinnetjes schreven me dat. Maar wie weet welke verrassingen de Helder- sche Courant nog meer brengt. Frans Groote. Wil je wel geloven, Frans, dat ik vandaag weer helemaal in een St. Nicolaas-stemming ben, door al die Sinterklaasbriefjes van jullie. Nu dat van jou weer. Ik kan me begrijpen dat jij ook een blij gezicht hebt gezet op de avond van 5 December. Jansje Lap, den Hoorn (T.) Je hebt natuurlijk de vorige week gedacht, dat ik jouw rijmpje niet aardig genoeg vond, om te plaatsen, Jansje. Dan heb je je vergist, hoor. Kijk maar, hier staat het: Lieve, Beste kindervriend. Heb ik ook een prijs verdiend? Maar dit schrijf ik voor de grap, En mijn naam is Jansje Lap. Wit als sneeuw is No. één. Een handschoen zit nooit aan een been. Een tamboer verricht zijn werk niet zacht. Harteljjk gegroet en goeden nacht. Jansje Lap, oud 9 jaar. Den Hoorn 84, Texel. Gerda Groote. Daar krijg ik me een prachtig vel papier, rose, met een rode heks op zwarte bezem, die door de sterren lucht rijdt en om het papier een fijn gou den randje. Ik behoefde niet te vragen waar dat vandaan kwam, want voor ik je brief gelezen had, Gerda, begreep ik, dat dat gekomen was uit de zak van Sinter klaas, je weet wel, die grote, waar de hele wereld ingaat. Prachtig was het, hoor. Nettie Lap, den Hoorn (T.). O o o wat weet die Sint Nicolaas toch precies waar mee hij kinderen blij kan maken, hé, Net tie. Dat je nou precies krijgt wat je graag wilt hebben, dat is toch een wonder. Wat zal jij een plezier gehad hebben. Ik denk dat je ogen nu nog lachen. Corrie v. Wolferen. Die maand Decem ber is een feestmaand, Corrie, dat vind ik ook. Het eene feest is nog niet voor bij, of het andere staat alweer voor de deur. De taai-taai en speculaas is nog niet op en je krijgt alweer kerstkransen en voordat je daar een hap van genomen hebt, ruik je de oliebollen voor het oude jaar alweer. Pas maar op dat je geen buikpuin krijgt van al dat lekkers. Klaas Blokker. De kerstfeestviering van het Zondagsschool zal fijn zijn, Klaas. Ik hoop zelf ook het feest van de kleintjes en grote kinderen mee te maken. Dat is alles even fijn, de kerstboom met de lichtjes, het zingen, de vertellingen en al het lek kers en het boek. Een groot feest is dat. Cor Wisse. Jij zal nog eens met je schaatsen naar de Amsterdamsche kunst ijsbaan moeten, Cor, want je houdt het wachten vast niet uit, tot je hier over de fortgrachten kunt zwieren. Cisca du Porto, de Waal (T.) 't Was maar een grapje van die jonge en oude Sint van me, hoor, Cisca. Ik geloof wel dat jullie daar op Texel veel van feestvie ren houden, drie Pinksterdagen en twee Sint Nicolazen en dan de koeketerij met Kerst- en Oudejaar. Jullie kunnen de pret geloof ik niet op. Voor de mensen die dat versje van de Waal niet kennen, en dat zijn er heel wat, druk ik hier af, dan kunnen ze zien hoe rijk ze daar zijn op dat dorp van jullie, waar ze van de rente leven. „In de Waal in de Waal daar eten ze koek met krenten, waarom zouden we dat niet doen we leven van de rente." Nanie Plasman, de Waal (T.) Wat een fijne feestdagen zijn, dat toch, hé, Nanie, die Kerstdagen. Hebben jullie ook een mooie Kerstboom staan in de kerk, met de viering van het Christusfeest, want dat is het Kerstfeest toch, en hebben jullie mooie Kerstliederen geleerd? Leuk, dat jullie zo'n succes hebben gehad met de verkoop van de postzegels voor het kind. Marie Leys, Rotterdam. Goed, dat spre ken we af, Marie, als jij een boek wint, kom je het ook 's Maandags bij mij halen en dan kom je eens met een onderzeeboot. Je moet zoo eens van alles meemaken in je leven. Je bent nu in de lucht geweest, je moet nu ook nog eens onder water kij ken. Wat een feestavonden heb je gehad deze week. Ben je er niet slaperig van? Gelukkig maar dat het vacantie is en 't is ook gelukkig dat je je proefwerk nogal goed gemaakt hebt, dan bederft dat ten minste niet je vreugde van het vrjj zijn. Tjibbe en Ita gaan nog niet naar school, hoor. Tjibbe wordt volgende week pas 5 en Ita in April 4 jaar. Tjib is wel op de Zondagsschool. Nellie Boot, de Waal (T.). Nanie schreef me ook over die tentoonstelling voor het Kerstfeest, Nellie, en dat jullie daar zouden zingen. Als je met de fiets of auto naar de overkant kon rijden, dan kwam ik vast het Kerstfeest bjj jullie eens meemaken. Misschien komt er nog wel eens een tun nel, hé, die een snelle verbinding geeft. Marietje en Frans Dirks, de Kooy. Dat auto-gyro vliegtuig had ik nu ook zo graag eens willen zien, Frans, maar ik ben hele maal vergeten te gaan kijken. Johanna Kohier. Natuurlijk mag je eigengemaakte raadsels insturen, Joh, en ook wel raadsels die je zelf niet gemaakt hebt, maar die je erg leuk vindt, alleen moet je er natuurlijk rekening mee hou den, dat kinderen van 8 tot 13 ze kunnen oplossen. Dat ingezonden raadsel van jou lijkt me wat moeilijk, dacht je ook niet Marie v. Horik. Dat raadsel van jou kan ik gebruiken Marie, en zal ik volgende week plaatsen. Nu, tot volgende week, jongens en meis jes. Denken jullie er om dat de raadsels voor Donderdagmorgen op kantoor zijn. Woensdag is het kantoor natuurlijk geslo ten, maar dan kan je je oplossingen in de bus stoppen. Volgende week mogen jullie weer schrijven, hoor. Hoe gevaarlijk boze feeën kunnen zijn. door Elly Veenstra. Vele jaren geleden leefden er in een land hier heel ver vandaan een koning en een koningin, die een dochtertje hadden. Nu waren er in dat land ook feeën, goede en kwade, zooals dat meestal het geval is. Welnu, een der goede feeën had bij de geboorte van de prinses allerlei heilwen sen over haar uitgesproken, maar een van de boze feeën die vooral een hekel aan den koning had. mompelde iets, wat niemand verstond, maar waar de koning zich toch zeer angstig over maakte. Hij liet het prinsesje speciaal goed bewaken, want hij vreesde dat zjj anders misschien ontvoerd zou worden. Zo groeide ons prinsesje op en het kind had altijd een hele gewapende macht bij zich, wat zij verschrikkelijk vond. En toen zij op zekere dag de kans schoon zag, sloop zij haar kamer uit en het grote park bij het paleis in, tot zij aan de vijver kwam. Zij keek eens in het water toen er opeens een hand uit het water kwam, die haar vast greep en mee naar de diepte trok, Zij gilde van angst, maar daar de vijver ver van het paleis weg was, had niemand die gil gehoord. Opeens voelde zij, dat haar armen en benen veranderden, haar gezicht ver strakte en jawel, daar had de boze fee haar in een goudvis veranderd. Een goud vis met een kroontje op en dat kroontje woog zoo zwaar, maar de arme prinses had geen armen meer en kon dus ook het kroontje niet afzetten. Radeloos van angst zwom de kleine prin ses heen en weer, dagen achter elkaar, want de boze fee had haar gedachten laten be houden, zodat zij bemerkte, hoe angstig haar ouders waren. Een paar uur later waren zij aan het dreggen in den vijver om te zien of hun kind daar misschien in gevallen was. Het prinsesje bemerkte met blijdschap het net en zwom er vlug heen. Toen het net opgehaald werd, spartelde daar een heel klein goudvisje in met een kroontje op, doch de mensen zochten niet naar een visje, maar een prinsesje. Zij gooiden het visje dus weer in het water en het arme prinsesje wist niet wat te beginnen .Na enige tjjd werd het dreggen gestaakt en nu begreep zjj dat zij verloren was. Opeens zag zij tussen het riet een water kaboutertje zitten. Zij ging er dadelijk heen en vroeg hem, of hij haar misschien kon zeggen waar de boze fee was, die haar in een visje had veranderd. Hij keek haar eens aan en wees met zijn vinger achter zich. Het prinsesje zwom nu in de aange duide richting en kwam aan een water paleis, waar zij de fee zag. Bedeesd vroeg zij, of zij de fee even mocht spreken. Deze liet haar bij zich komen en vroeg op barse toon, wat zij wilde. Het prinsesje begon te huilen en smeekte haar toch weer te ver lossen en weer in een prinsesje om te tooveren. De fee lachte eens en zei: „Kijk, ik zal je een kansje geven. De volgende week geef ik een groot feest. Als je daarop een mooi lied kunt zingen, dan mag je weer terug naar je ouders". De fee gaf het prinsesje nu een muziek boek en wenkte een vliegende vis om met de prinses mee te gaan en haar te helpen met instudeeren. De prinses, die nooit graag zangles had willen hebben, studeerde nu met grote ijver, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat en de waterkabouter vond het zoo mooi, dat hij er de hele dag naar bleef zitten luisteren. Eindelijk kwam de dag van het feest. Toen 'smiddags alle gasten van de fee bjj elkaar waren, klapte zij in de handen en daar kwam een goud visje aangezwommen met een kroontje op

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 22