Het vliegtuig verbrand op 10 mijl van Roetbah; de bemanning
en passagiers om het leven gekomen.
9S9V r
1
Vermoedelijk is het vliegtuig door den bliksem getroffen.
„ONZE" UIVER IS
NIET MEER.
Het stoffelijk overschot van de slachtoffers gevonden en naar Roetbah gebracht.
-
- -
tg». w i
De slachtoffers.
Ooievaar - Snip - Uiver
Deelneming van de
Koninklijke familie.
De Uiver is op weg naar
Batavia
Het stoffelijk overschot
van de slachtoffers
gevonden.
De verslagenheid
in onze stad.
TWEEDE BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 22 DECEMBER 1934.
5
De Uiver in de woestijn te pletter gevallen
Inderdaad het was „onze" Uiver. Dit vlieg
tuig, dat nog zoo kort als deel van ons Ne-
derlandsche Luchtwezen was opgenomen, is
op den tweeden grooten tocht, door de natuur
krachten verongelukt. De Uiver had een
plaats veroverd in het hart van alle Neder
landers. En zoo treffend zei de Voorzitter
van de Tweede Kamer gisteren, dat de
Uiver was geworden het symbool voor Hol-
landsche durf en Hollands kunnen. De K.L.M.
kreeg een mooi bod op het toestel, toen het
zich nog in Australië bevond, maar men ac
cepteerde het niet: men zou iets verkoopen,
dat Holland als een kostelijk bezit voelde.
En nu moeten wij de Uiver toch missen.
Woensdagmorgen, in de nachtelijke duisternis,
had het Schiphol verlaten. Men had gelachen,
met een blij gezicht had men de duizenden
poststukken, groeten aan familie en kennis
sen in Indië ingeladen. Prettige woorden wer
den gewisseld, die als wij ze nu bekijken, zoo
tragisch-treffend aandoen:
De piloten Beekman en van Steenbergen
waren gul lachend en vol goeden moed op het
vliegveld aangekomen. Hans Martin drukte ze
voor het vertrek nog even de hand: „Nou,
wij zien elkaar gauw terug, hè?"
„Ja, mijnheer Martin, het zal wel lukken.
Als we geen pech hebben en als u voor goed
weer zorgt..."
Dan komen twee passagiers op het empla
cement. Zij hebben een retourtje voor Bata
via. 26 December komen zij met de Uiver
terug.
„Gaat u voor uw plezier?" vraagt men
een van hen.
„Ja, een weekend in Batavia!"
Nu is het drie dagen later.
Alle illusies zijn den bodem ingeslagen. 26
December komt de Uiver niet terug.
Alle illusies zijn de bodem ingeslagen. 26
jammer, diep jammer. Maar wij weten: we
zullen nieuwe vliegtuigen krijgen, precies het
zelfde. Ze zullen geen Uiver heeten. Men wil
geen oude wonden open maken. Daarom
werd de Uiver zoo gedoopt, omdat men de
herinnering aan de Ooievaar liefst wilde laten
rusten. Dat onze Uiver niet meer is betreu
ren wij. Maar droeviger is, dat die zeven
menschen niet meer zijn. Voor hen zullen ook
anderen komen, maar... niet dezelfden. Dat
is een wonde, die niet licht geheeld kan wor
den.
Enkelen gingen voor plezier mee. Vertrou
wend, en terecht, op de techniek en het men-
schelijk kunnen.
„Als u voor goed weer zorgt." Hoeveel keei*
hebben we het zelf niet gezegd. Hoeveel keef
hebben wij niet met een lichten glimlach ge*
Zegd: „we zulen mooi weer bestellen..." Het
gaat zoo vanzelf.
Maar het weer is juist de ondergang van
onze menschen geworden. Het werd zoo be
schikt, dat gezagvoerder Beekman een storm
ontmoette, een onweersstorm, waartegen het
theoretisch uitstekende vliegtuig en de be
roepsvaardigheid van de inzittenden het niet
konden bolwerken.
In den strijd met de natuur kan de mensch
heel vaak overwinnaar worden.
Ver van het vaderland streed de Uiver en
haar bemanning een strijd. Men zag dat mei
het verloor. Men wilde het onstuimig woe
dende luchtruim verlatenlanden. Maar
daar was de tijd niet meer voldoende voor.
De prachtige, sterke vogel werd ter aarc»
geworpen.
En wij, hier in Holand, nog in opgewekte
(temming over de mooie Snipvlucht, keken
öpeens in bezorgdheid naar het Oosten. Waar
bleef het bericht van de Uiver? 14 uur niets
gehoord. Het werd 24 uur. Niets vernomen.
We voelen het: het moet wonderlijk zijn ai»
dat nog goed eindigt. Steeds stiller werden
wij onder de angstige vraag „Waar?"
De vraag werd beantwoord. Ons vermoe
den werd bevestigd: verongelukt
Eenzaam in rotsige woestijngebieden ligt
het wrak. En de zeven menschen?
Men kan de plaats niet bereiken.
Holland mist z'n Uiver en z'n wakkere
mannen.
De ongelukstijding.
Bij de directie van de K.L.M. in Den
Haag is gisteren in den loop van den och
tend een telegram ontvangen van den ver
tegenwoordiger van de K.L.M. te Bagdad,
den heer Peters, waarmede een einde werd
gemaakt aan de angstige onzekerheid om
trent het lot van de „Uiver". Helaas is
deze onzekerheid thans de ergste zeker
heid geworden. Men weet thans, dat de
„Uiver" verongelukt is. Het toestel heeft
een noodlanding moeten maken en voor
zoover door de Royal Air France kon wor
den geconstateerd is het daarna in brand
gevlogen. Er is geen hoop meer, dat de
inzittenden nog in leven zijn.
Naar men weet waren er zeven personen
aan boord.
Uit Bagdad wordt verder aan de K.L.M. ge
deind:
Een toestel van de R.A.F. heeft de „Uiver"
verongelukt gezien op 10 mijl, dat is 16 km,
ten Zuiden van Roetbah. Het toestel werd ge
zien door luit.-vlieger Stone. Het was uitge
brand. Er is geen hoop op het nog levend aan
treffen van de inzittenden.
Een dokter is per politieauto naar de plaats
van het ongeluk vertrokken.
Ook de vertegenwoordiger van de K.L.M.,
de heer Peters, is er, met een toestel van de
Imperial Airways, heen, en een medicus van
de Royal Air Force is eveneens derwaarts
vertrokken.
Het eerste bericht.
Het eerste bericht, dat de K.L.M. om 9 uur
omtrent het nasporingswerk heeft ontvan
gen, luidde:
Escadrille no. 14 heeft Douglas om 6 u.
30 verpletterd gevonden op tien mijl ten
zuiden van Roetbah. Nog geen bijzonder
heden.
A
lÊ
Dit telegram was afkomstig van het lucht
vaartministerie te Londen. De K.L.M. heeft
het stil gehouden tot de families van de ver
ongelukten op de hoogte waren gebracht. Om
tien uur werd het over de radio verspreid.
De Nw. Rott. Crt. schrijft:
De luchtvaart heeft reeds veel slachtoffers
geëischt, ook onder de onzen. Het is een ge
wone, maar als wij er weer het bewijs van
zien zoo ontstellende waarheid, dat de voor
uitgang van de techniek zijn offers met ontel
bare zekerheid eischt.
De omstandigheden, waaronder deze man
nen van de „Uiver" en de passagiers, die ook,
juist door het vertrouwen in onze luchtvaart
zoo'n belangrijk aandeel hebben in de ontwik
keling van het verkeer door de lucht, geval
len zijn, zijn wel bijzonder tragisch. Terwijl
die anderen, van de „Uiver" in Londen ge
huldigd werden, terwijl in de West de geest
drift om de „Snip" oplaaide, ging de roem
ruchte „Uiver" met zeven Nederlanders ten
gronde.
Een huivering van schrik zal door ons Volk
gaan en over de heele wereld zal diepe deer
nis gevoeld worden met de nabestaanden van
de slachtoffers; van hen, die den weg gegaan
zijn van zooveel pioniers, van zeevaarders en
ontdekkingsreizigers, die hun leven hebben
moeten laten bij ondernemingen, waarvan vele
geslachten na hen nog de vruchten hebben ge
oogst.
De „Uiver" vermoedelijk in een
onweer geraakt.
De plaats, waar het vliegtuig is gevonden,
is gelegen op 10 mijlen ten Zuiden van Roet
bah, in een wild gebied, bezaaid met steile rot
sen, waar een landing een zekeren dood be-
teekent.
Korten tijd na het vertrek van het
vliegtuig uit Cairo, werd er melding ge
maakt van een hevig onweer. Men ver
onderstelt, dat de „Uiver" door den blik
sem is getroffen.
Er hebben 24 militaire vliegtuigen aan de
nasporingen deelgenomen.
Bestuurders van vliegtuigen, die boven dit
gebied vliegen, kennen den schrik, veroor
zaakt door plotseling opstekende onweders,
die het zand van de woestijn opjagen in ko
lommen, die soms een groote hoogde bereiken.
De plaats van de ramp is onder het bereik
van de Britsche geblindeerde auto's, die te
Roetbah zijn gestationneerd, maar tengevolge
van de stortregens kunnen de auto's niet in
de Woestijn vooruitkomen.
De gezagvoerder Beekman.
Wilhelm Marie Okke Anne Beekman, de
gezagvoerder van de „Uiver", was 15 Maart
1895 te Brouwershaven geboren. Hij was in
Februari 1922 bij de luchtvaartafdeeling te
Soesterberg als leerling-vlieger in dienst ge
komen. Na 50 vlieguren verwierf hij in De
cember 1922 zijn militaire brevet. Op 15 April
trad hij in dienst by de K.L.M.
Hij was een van de oudste gezagvoerders
van de K.L.M. en had bijna 2.000.000 km in
haar dienst gevlogen.
De tweede bestuurder Johannes van Steen
bergen, was 15 April 1898 te Leiden geboren.
Hij had in October 1925 te Soesterberg het
militaire brevet behaald en was op 16 April
1928 bij de K.L.M. in dienst gekomen als
werktuigkundige. Op 1 October 1931 was hij
aangesteld als bestuurder. In dienst van de
K.L.M. had hij meer dan 3200 vlieguren ge
maakt.
De werktuigkundige Hendrik Abraham Waa
lewijn was op 12 Februari 1901 te Rotterdam
geboren. Bij de K.L.M. kwam hij als werk
tuigkundige eerste klasse in dienst. Hij had
In het geheel zes retourvluchten naar Indië
volbracht. Hij is herhaaldelijk op alle stations
van het Europeesche luchtnet gestationneerd
geweest, welke de K.L.M. geregeld aandoet en
was een van de beste werktuigkundigen van
de K.L.M.
De marconist Gijsbert van Zadelhoff, gebo
ren op 13 Mei 1908 te Rotterdam. Bij de K.
'L. M. kwam hij in opleiding op 10 Juli 1931.
Op 1 Augustus 1931 werd hij als marconist
aangesteld. In Augustus 1931 maakte hij met
Beekman zijn eerste reis bjj de K.L.M. (met
de P.H.A.S.S.). Hij had tien retourvluchten op
Indië achter den rug.
1931, 7 December.
't Ging zoo goed, die mooie vluchten,
HollandIndië en t'rug,
Als een schip met bolle zeilen
Met het windje in den rug.
't Ging zoo goed, die mooie vluchten,
Door die sterke vliegtuigvloot
Van ons kleine, dapp're Holland,
't Was genot voor klein en groot.
En wij dachten vaak niet verder
Als wij lazen in de krant:
,,'t Postvliegtuig voor Insulinde
Ging vandaag uit 't moederland";
Na een week of drie komt 't weder,
Was de vage achtergrond,
Die vanzelf, alsof 't gewoon was
Achter deze regels stond.
d'Ooievaar keert niet meer weder
Is het rampwoord dezen keer:
Ieder werd er door gegrepen:
d'Ooievaar keert niet meer weer.
„Schiphol" is vol medeleven,
Van verslagenheid geen schijn.
Bij familie, vrouw en kind'ren
Zal 't er des te meerder zijn
1934, 20 December.
Toen de „Snip" haar schroeven snorden
Door de Schiphol-regenlucht,
Slaakten velen der aanschouwers
Heel bezorgd een diepen zucht:
'n Onbekenden luchtweg volgen,
Boven water, uren lang,
't Was riskant, men moest het wagen,
En men zei: We zijn niet bang
Toen de „Uiver"-schroeven snorden
In de mooie Schiphol-lucht,
Waren er een paar aanschouwers:
Voor zoo'n doodgewone vlucht
Langs een heel bekende route.
Vliegtuig: Prima! Pech? Welnee!
Gauw een hand en dan nog wuiven:
„And're week, nietwaar? Oh, jé...!
't Liep heel anders dan wij dachten:
„Snip"-reis werd een waar succes.
Weer gejubel, weer die vreugde:
Steek eens op! Ontkurk die flesch!..<
En de „Uiver" was verdwenen
Waar? Waardoor? Hoe?... De Natuur..,
En voor onzen mooisten vogel
Sloeg met „hen" het laatste uur
Th. J. VERBEIJ.
In November 1932 maakte hg deel uit van
de bemanning van de „Ooievaar" die te Bang
kok verongelukte. Hij was de eenige overle
vende van dit ongeluk.
Hij was een van de oudste en bekwaamste
marconisten van de K.L.M.
Prof. E. W. Walch.
De bij de ramp omgekomen hoogleeraar
Walch was onlangs met de „Pelikaan" in ons
land aangekomen. Hij doceerde gezondheids
leer, bacteriologie en serologie aan de Ge
neeskundige Hoogeschool te Batavia. In het
sociale en wetenschappelijke leven in Indië
nam hij een vooraanstaande plaats in.
E. W. Walch was 9 Augustus 1896 te Schie
dam geboren.
D. W. Berretty.
Dominique Willem Berretty werd geboren
te Jogjakarta op 20 November 1890. Zijn vader
hield daar een school voor kinderen uit de
families der zelfbestuurders in de Vorstenlan
den. Na zijn schoolopleiding trad hij in dienst
van de gouvernements P.T.T., begaf zich ver
volgens in de journalistiek en was o.m. re
dacteur bij de Java-Bode. Als jong journalist
ondernam hij reizen, o.a. naar Japan. Onder
scheidde zich reeds op jeugdigen leeftijd door
zijn snelle en vakkundige berichtgeving.
Met Berretty is een der merkwaardigste
personen van het Indië van de laatste 15 jaren
heengegaan. Zijn opkomst van den Indischen
jongen met een heel bescheiden positie tot
eigenaar van een belangrijk en op zijn gebied
De bemanning, die het vliegtuig met kerstpost naar Oost-Indië zou
brengen. V.l.n.r.Walewijn (mecanicien); Beekman (le piloot);
Van Steenbergen (2e piloot) en van Zadelhof (radio-telegrafist).
Een telegram van de Koningin.
De particuliere secretaris van de Koningin,
baron Sixma van Heemstra, heeft aan het be
stuur en de directie der K. L. M. een tele
gram doen toekomen van den volgenden in
houd:
H. M. de Koningin draagt mij op, Harer
Majesteits oprechte deelneming te willen be
tuigen met het ontzettende ongeluk, aan de
Uiver overkomen, en verzoekt u, aan de na
gelaten betrekkingen van de slachtoffers
Harer Majesteits diepgevoelde deelneming te
willen overbrengen.
Een telegram van Prinses Jullana.
Bij de K.L.M. is een telegram ontvangen
van Prinses Juliana waarin H.K.H. mededeelt
dat Zij diep onder den indruk is van de groote
ramp welke de Maatschappij getroffen heeft
en waarin Zij aan de directie verzoekt Haar
oprechte deelneming over te brengen aan de
nagelaten betrekkingen der slachtoffers.
zeer machtig persbureau, een opkomst, die
zich had voltrokken in enkele jaren, was het
eerste, waarmede hij Indië verblufte. Hij was
er, als man van beteekenis, voor men het wist.
En zoo is het eigenlijk 25 jaar lang voortge
gaan. Telkens deed hij Indië opnieuw verbaasd
staan.
Berretty hield er van, van zich te doen
spreken en hij deed dit vaak. Ook hierin volg
de hij de Amerikaansche methode. Zijn per
soon heeft de laatste 15 jaren in het middel
punt gestaan van de publieke belangstelling
in Indië en telkens verraste hij het publiek
met iets nieuws. Een groot luxueus huis, bo
ven op een heuveltop bij Lembang, Isola, met
een sprookjesachtige inrichting, dat hij kort
geleden had laten bouwen, was een van zijn
laatste verrassingen.
Th. J. Kort.
De heer J. Th. Kort, uit Oegstgeest, was
21 Augustus 1886 geboren te Leiden en dus
48 jaar oud. Aanvankelijk was hij als eerste-
stuurman bij den Rotterdamschen Lloyd werk
zaam. Na zijn ontslag gevraagd te hebben,
richtte hij met een zakenvriend in 1922 een
fabriek in dakpannen te Soerabaja op en later
een bouwonderneming aldaar. Sinds 1 Januari
1931 woonde hij te Oegstgeest en hij onder
hield van daar ijit nog steeds relaties met de
Indische zakenwereld, waarmede hij groote
belangen had. Nu ook was hij tot regeling van
zaken op weg naar Indië.
De heer Plesman over de ramp.
De N. Rott. Crt. heeft gisterenmiddag een
oogenblik kunnen spreken met den heer Ples
man. Diep onder den indruk zeide hij, dat zich
helaas heeft bewaarheid, wat men tevoren
reeds had gezegd, n.1. dat er volstrekt geen
reden tot optimisme was over het lot van de
„Uiver". Men weet nog niet wat er gebeurd
is, maar er is tenminste een bericht van groot
belang. Men heeft zich afgevraagd of, toen de
radio van de „Uiver" ophield te werken, het
toestel zelf, door welke oorzaak ook, even
eens is opgehouden met vliegen. Dit is geble
ken niet het geval geweest te zijn. Om drie
uur 's nachts (pl. tijd) werd de „Uiver" het
laatst door middel van zijn radio gehoord.
35 Minuten later heeft men het toestel zelf
boven het pompstation H 3, op 50 km van
Roetbah, waargenomen. Hieruit blijkt, dat de
„Uiver", na het stoppen van de radio, is blij
ven doorvliegen en uit het feit, dat de over
blijfselen op 10 mrjl van Roetbah zijn gevon
den, blijkt tevens, dat men volkomen op koers
is gebleven. Blijkbaar heeft het toestel in de
buurt van Roetbah gezocht, zonder de lan
dingsplaats, die schaarsche verlichting heeft,
te kunnen vinden. De vaststelling er van zal,
naar men mag aannemen, door het abnormaal
slechte weer (in de telegrammen was sprake
van exceptional lightning) zijn bemoeilijkt.
Deelneming in de Tweede Kamer.
Bjj den aanvang van de Tweede Kamer
vergadering van gistermiddag heeft de voor
zitter, jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beeren-
brouck, de volgende rede gehouden:
Want de schat is niet tot in eeuwig
heid (spr. XXVII 24).
Vol trots hebben wy gestaan op het vlieg
veld Schiphol en hebben wij opgestaard naar
den blauwen hemelkoepel
L'Uiver est en marche rien ne
1'arrêtera.
De Uiver is op weg, niets niets kan haar
weerhouden!
Vol nationalen trots spraken wij deze
woorden tot de vertegenwoordigers van
1'Air France.
De Uiver heeft Parijs verlaten straks
verschijnt onze groote nationale schat aan
den horizont.
Punctueel als een planeet om de zon loopt
precies op tijd zoo komt straks de
Uiver geen minuut te laat.
Precies op tijd komt de Uiver! Nederland
juichtNederland kén juichen.
Redenaars spreken de bemanning toe
praten vele woorden van lof over deze men-
schelijke prestatie, over den grooten schat,
die Nederland rijker is geworden.
Ze verheerlijken den mensch, die de natuur
slaatknock out. Maarze vergeten...
Eén, die machtig is en groot, dooy Wien wy
in staat gesteld worden iets te kunnen.
Over die Hoogere Macht wordt niet ge
sproken.
De zilveren vogel is opnieuw vertrokken.
Een uitstapje naar Batavia
Gevaar? Er is geen gevaar! De Uiver is
op weg niets zal haar tegenhouden. Ieder
een vertrouwt rotsvast op de Uiver...
Maar, een schat heeft men niet tot in
Eeuwigheid
Boven een kale woestijn zonk de vogel lam
geslagen ter aarde.
L'Uivère n'est plus en marche
De Uiver is niet meer op weg
Iets heeft haar tegengehouden. Iets, dat
machtiger was dan menschenhanden
De schat is neergestort niets dan wrak
stukken zijn overgebleven.
Een schat heeft men niet tot in Eeuwig
heid.
De vrees, sinds gisteren het gansche land
beroerend, bleek helaas gegrond. De „Uiver",
tot symbool geworden van Neerlands durf
en kunnen, is neergevallen en verwoest. Ze
ven levens vloden heen, de dappere bemanning
en van hen, die het vliegtuig kozen voor hun
reis.
Deernis allereerst is hetgeen wy voelen
met hen, die diep in rouw geslagen zijn.
Droefheid daarna om den slag, die onze natio
nale luchtvaart trof. Zij zal dien slag te boven
komen, maar hij trof haar hard.
Volharding, kennis, energie en durf, zij
leidden tot iets groots. Toch bleek het men-
schenwerk opnieuw te klein. De eeuwige
waarheid spreekt ook hier, dat God alleen
beschikt. Die waarheid schenke allen, die ver
loren, de kracht om te berusten.
De minister van waterstaat, ir. Kalff, zeide
hierna ongeveer het volgende:
Namens de regeering gevoel ik behoefte,
uiting te geven, hoezeer wij onder den indruk
zijn. De schrijnende tegenstelling tusschen den
zoo kort geleden gemaakten triomftocht van
de „Uiver" en den ondergang thans heeft al
len diep getroffen. Bovenal gaan onze gedach
ten uit naar de bemanning, die het leven liet,
en de passagiers, die bij deze ramp omgeko
men zijn. In het groote leed, dat over hun na
bestaanden is gekomen, deelt de regeering
van harte.
Peters is om 11.45 pl. t. naar de plaats van
de ramp vertrokken. Nadere bijzonderheden
omtrent zijn bevindingen kunnen worden te
gemoet gezien.
Zooeven, vijf minuten voor vier, is op de
K.L.M. van Peters, vertegenwoordiger te
Bagdad, bericht ontvangen, dat hij te Roet
bah is aangekomen en bevestiging heeft
gekregen, dat passagiers en bemanning
van de „Uiver" zijn omgekomen. Hun
stoffelijk overschot is onder leiding van een
dokter van de Royal Air Force naar
Roetah overgebracht.
Ook hier ter stede hoe zou het anders
kunnen? heerschte, toen de berichten om
trent de „Uiver" uitbleven, groote spanning
en onrust. Niemand beter dan wij kunnen dat
bij zulke gelegenheden getuigen. Want de
krant is almee de eerste bron, waar men zijn
licht opsteekt. Tegenwoordig, dank zij den on
volprezen radiodienst van Vaz Dias, is onze
taak niet meer zoo omvangryk als zy nog
voor weinige jaren was. Dan stond wy den
ken bijvoorbeeld aan de oorlogsjaren de
telefoon op sommige oogenblikken niet stil en
dan zal de telefoondienst, die handen tekort
kwam voor al die verbindingen, wel eens in
stilte gemopperd hebben. Nooit echter zijn de
dames, die de verbindingen inschakelen, in
gebreke gebleven voor een snelle verbinding
en wy willen van deze gelegenheid eens ge
bruikmaken om dit met erkentelijkheid en
dankbaarheid te vermelden. Want dergelijke
daden gebeuren in de stilte en de beslotenheid
van de telefooncentrale, maar zy zijn er niet
minder om te waardeeren
Ook nu weder werden wy telkens opgebeld
en werd ons voortdurend naar nieuws ge
vraagd betreffende de „Uiver". Nieuws, dat
ook wy helaas niet konden geven. En toen
dan eindelijk Vrijdagmorgen het nieuws
kwam, was dat van zoo aangrijpend tragi-