Buitenlandsch Overzicht €cnoutoaöerlanbKj) Gebruik... II NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA De Keizerin van de Galapagos-Eilanden <@lietioUen Recept DE MOORD OPDE KEIZERSGRACHT r o. 7532 EERSTE BLAD 62ste JAARGANG Het plebeciet in de Saar. Het is een oud-vaderlandseh gebruik voor Oudejaarsavond oliebollen, beignets oïsneeuwballen te bakken. Doe hetdit jaar met Saladine, de fijnste Slaolie die U nemen kunt, volgens onderstaand recept en Oudejaarsavond wordt Smulavond. COURANT Ann-i Pn i maanden bg vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras. Anna Paulowna. Breezand, Wieringen Nederl. Oost- en West-Indië landen f 3.20. Losse en Texel f 1.65; binnenland f 2. per zeepost f 2.10, idem per mail en overige nn09- 4 cL; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. f 1 70 f °'50' f °'70' f °'70, f 1—^'mleblad resp. f 1.20. f 1.50, f 1.50, Verschijnt D i n s d a g-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bg niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De politieke rust als zegen van het Kerstfeest. - De huidige stand van het vlootvraagstuk. - Er zijn nuttiger uitgaven noodig dan de millioenen voor de bewapening. Politieke rust voor de Kerstdagen keren van deze Een van de zegenen van het Kerstfeest is de politieke onspanning die in deze dagen pleegt in te treden. Er gaat ook op de verdwaasde vol- tegenwoordige wereld, een "e wijde invloed uit van het Kerstfeest, een invloed waaraan niemand zich schijnt te kun nen onttrekken. Ontspanning l.gt er op te lezen in de trek ken van "uropa zoo schreef de Nw.Rott. Crt. Maandagavrnd op het oogenblik, waar op de «.erstboomen of wintersche /ersiering worden opgetuigd.. Wat de redenen daarvan zijn oo zegt het blad wij zullen er dezen keer niet op terug komen. Zij staan zeker alle lezers ten duidelijkste voor den geest. Het is een zegen dat deze feestdagen, in ieder geval politiek beschouwd, dagen van uit blazen zullen zijn. Zij kunnen verder de goede inleiding vormen tof een korte periode van kalmen terugblik en bezinning, die den mensch aan het einde van het jaar betaamt en goed doet. Er is op het oogenblik geen aanleiding merkbaar tot de vrees, dat in den tijd tusschen het Kerstfeest en Nieuwjaar nog nieuwe on rust wekkende geschillen zouden opduiken. Vooral het Duitsche volk zij, ,n c.eze tragi sche perinode van druk en bezorgdheid voor de toekomst, een rustig Kerstfeest van harte ge gund. De ontspanni; van de .aatste weken is voor niemand in ~oo hooge mate een werkelijke opluchting geweest als voor den gemeenen man onder onze oostelijke naburen. Tallooze Duit- schers waren een maand geleden nog bezeten door de vrees dat een groote oorlog met nog ongekende verschrikkingen voor de deur stond. De overtuiging, dat in een gewapend conflict naar aanleiding van de kwestie van het Saar- gebied niet zou uitblijven, leefde zeer sterk in het Duitsche volk. Het gold als kortzichtig of lichtzinnig, er niet aan te gelooven. Daarover viel niet te redeneeren. Deze angst die zeker slechts bij weinigen een hoop was is thans geweken. Het moet het tegenwoorhdige stelsel goed hebben edaan, dat het tenminste deze ontspanning heeft kunnen bewerken. Wij vermoeden, dat de opluchting m Duitsch land sterker zal zijn dan waar ook elders, om- flat de vrees voor het ophanden zijnde conflict I Koningin Maria van Yoego-Slavië, die als getuige zal optreden bij het proces 'I jegens de moordenaars van Koning Alex- ander, dat in Maart zal aanvangen. er zoo onredelijk groot is geweest. Ook in Hon garije heeft de breede massa een oogenblik, zeker evenmin met opgewektheid, rekening ge houden met een snel naderenden, nieuwen ge- wapenden strijd. Daar echter is deze vrees slechts incidenteel en van korten duur geweest. Men is over een schrik heengekomen, niet van een langdurige nachtmerrie zij het ook slechts voorloopig bevrijd. ïasji Lama, die in 1925 China verliet, maar thans be kend gemaakt heeft, dat hij terugkeeren zal naar Thibet als leider van het Thibe- taansch .amaisme en als gouverneur van Thibet. De stand van het vloot' vraagstuk In de vlootpolitiek be gint nu zoo schrijft de N. Rott. Crt. zoo als voor 1914 en zooals ook onmiddellijk voor en na de vlootconferentie van 1930, de toestand in Europa zijn invloed te doen gelden. De Fransche ministers, Laval en Pietri hebben geconstateerd, dat in het op zeggen van het verdrag van Washington, ook Frankrijk de Vrije hand geeft. Frankrijk is al lang niet meer tevreden met het rantsoen, dat het in 1922 te Washington toebedeeld kreeg. Nu betrof dit rantsoen slechts linieschepen, waarvoor Frankrijk nooit zijn heele rantsoen heeft gebruikt. Het kwam hierin met Italië overeen. Toen later echter sprake was van rantsoeneering der kleinere scheepstypen op den zelfden grondslag, heeft Frankrijk, zoomin als Italië, aan de conferen ties willen deelnemen. Frankrijk verlangde meer materiaal, omdat het, in tegenstelling tot Italië, koloniën in de heele wereld, en thuis kusten aan twee zeeën te verdedigen heeft. Italië wees daartegenover op zijn on eindig grootere afhankelijkheid van invoer over zee. Beide landen nu hebben in den laatste tijd belangstelling gekregen voor schepen van het allergrootste type. Italië heeft er 2 op stapel staan van de uiterste afmetingen, die het ver drag van Wasington toestaat. Frankrijk gaat Italië achterna, nadat het reeds met schepen van zwaar, maar niet het allerzwaarste kali ber begonnen was tegenover de „linieschepen in zakformaat" van Duitschland. Als Frank rijk nu de neiging vertoont om zich vrij te maken van de banden van Washington, tegen wien richt zich dan echter dit streven? Het kan eigenaardig lijken, dat men te Parijs nu tegen Italië zou demonstreeren, juist op het oogenblik, waarop de beide landen goed op weg zijn gemeene zaak te maken tegenover gemeenschappelijk geacht gevaar. Het is na tuurlijk denkbaar, dat deze houding van Pa- rijs, bij wijze van blgk, dat het ook anders kan, ten doel heeft een zekere pressie uit te oefenen op Italië, welks financiën zich nu eenmaal niet leenen voor een eindeloozen wedstrijd in het bouwen van dure schepen. Men zou dan deze demonstratie kunnen be schouwen als een antwoord op zekere uit latingen van officieuze, Italiaansche zijde, dat Frankrijk's aanbiedingen op koloniaal ge bied feitelijk beneden de waardigheid van Italië zijn. Natuurlijk is er allerlei op te vinden. De vlootverdragen zelf bevatten bepalingen voor het geval, dat de wapening ter zee van een niet-deelnemer gevaar zou opleveren voor één of meer deelnemers. Het is dan ook moge lijk, dat Frankrijk alleen tot doel heeft het vraagstuk van de herwapening ter zee van Duitschland aan de orde te stellen, b.v. door er naar te streven de heele kwestie van de maritieme bewapening der mogendheden op het Europeesche vasteland, op de ontwape ningsconferentie te brengen. ingeland en de bestuursverandering in Indie. Sir Samuel Hoare, minister voor Indië. De noodzakelijk' heid van nuttiger besteding van het geld Het Duitsche blad An- griff publiceert een on derhoud, dat zijn bizon- dere Parijsche corres pondent met den voor- maligen minister en se nator de Jouvenel, heeft gehad over de Fransch- Duitsche politiek. Senator de Jouvenel zeide, naar aanleiding van de geruchten, welke in den laatsten tijd in Frankrijk de ronde doen, omtrent Duitsche oorlogsvoornemens: zoolang aan beide zijden wij frontstrijders er nog zijn, zal er geen nieuwe oorlog komen. De Jouvenel was de meening toegedaan, dat Hitier in zijn vreed zame uitlatingen uitging van een sterke in nerlijke overtuiging van het Duitsche volk. Ik kan u verzekeren, dat breede lagen van het volk, de boeren in mijn departement, niets liever wenschen dan eindelijk overeen stemming met Duitschland. Maar zij willen de zekerheid hebben, dat hun daarbij niet het vel over de ooren wordt getrokken. Ingaande op het viermogendheden-pact gaf de senator als zijn overtuiging te kennen, dat de samenwerking van de viër groote weste lijke mogendheden: Engeland, Duitschland, Italië en Frankrijk, de zekerste garantie voor de instandhouding van den vrede was. De toe passing van het verdrag was slechts door het uittreden van Duitschland uit den Volkenbond voorbijgaand onmogelijk geworden. Tot slot zei de Jouvenel, dat de regeling van het ontwapeningsvraagstuk het eerste doel van de onderhandelingen tusschen Duitschland en Frankrijk moest .zijn. Wjj moeten de krankzinnige hoogte van de uitgaven voor de bewapening naar beneden brengen en de vrijkomende bedragen tot nut tiger en het volk meer dienstige doeleinden aanwenden. Maar wanneer de onderhandelin gen kans op succes zullen hebben, dan moet Duitschland zich ook met de gelijkgerechtigd heid vergenoegen en niet den eisch stellen van een absolute gelijkheid van de bewape ning boven de gelijkgerechtigdheid uit. Saarlanders uit Amerika. Zondagmorgen zijn ongeveer 350 bewoners van het Saargebied uit Noord- en Zuid-Amerika te Saarbrücken aangekomen, alwaar zij op het perron door een groote menigte onder juich kreten zijn ontvangen. IV Zoo nu en dan bezochten toch weer eenige nieuwsgierigen het eiland. De merkwaardige verhalen, die zij mee naar huis brachten, ver spreidden zich over de wereld. En toch werd men niet wgzer dan men al was. Drie krachtige mannen, Lorenz, Philipp- son en de Noor Nuggerud, levend bij een en kele vrouw van buitengewone aantrekkings kracht, maandenlang, jarenlang, dat zegt ge noeg De haat tusschen de twee Duitschers, die reeds te Parijs smeulde, laaide fel op. Beide aanbaden barones Wagner-Bousquet, zagen in haar het ideaal van hun leven. En de baro nes gaf geen van hen de voorkeur. Het is on begrijpelijk wat deze vrouw bezielde om de ze twee rivalen mee te nemen naar het Ro- binsoneiland. Zij moest toch wel vroeg of laat op een uitbarsting rekenen. En tot dergelijke uitbarstingen is het vaak genoeg gekomen. De kapiteins, die het eiland aandeden, konden daarvan het een en ander 'li pond bloem, 35 gram gist, I ei, 2'lt d.L.melk, (l'h ons sukade, krenten, rozijnen), t eetlepel suiker, I theelepel zout. 25 oliebollen. De gist met een weinig warme melk aanmaken. Daarna het deeg met de rest van de melk en 'h oond bloem mengen Het gistdeegje erdoor werken en dan eerst het zout en ei doorkloppen. Laten rijzen op een warme plaats en doorslaan, tevens sukade, krenten en rozijnen toevoegen In 25 stuk/es deelen, opbollen en op een met meel bestrooide plank leggen Nogmaals flink laten rijzen en in middelmatig heete Saladine bakken, ongeveer 8 minuten. Daarna wentelen in suiker, S vermengd met kaneel GOUDZEGEL 85 CENT PER FLESCH ZILVERZEGEL 65 CENT PER FLESCH vertellen. Het schijnt, dat de barones zoo langzamerhand haar gunst grootendeels aan Philippson schonk. De rol van den Noor Nug gerud schijnt zeer passief geweest te zijn Hg stond alleen op zeer vriendschappelrjken voet met Lorenz, die hem tenslotte het leven had gered. Hoe de verdere bijzonderheden zijn, weet men thans nog niet en het is ook zeer on waarschijnlijk. dat men deze ooit te weten zal komen. In ieder geval viel het groepje plot seling uit elkaar. De keizerin, die er klaarblijkelijk toch niet in slaagde de wilden van Floreana te verja gen, besloot het eiland vaarwel te zeggen en haar residentie naar Santa Maria te ver plaatsen. Philippson ging met haar mee. Op het nieuwe eiland begon men wederom met den bouw van 'n hotel, geheel in den stijl van het gebouw op Floreana. Dat is dan ei genlijk alles, wat men van het doen en laten der bewoners van Santa Maria te weten ge komen is. Alleen één ding weet men nog. Lorenz trok naar Santa Maria en verzocht weer in genade opgenomen te worden. Om onbekende redenen weigerde barones Wagner- Bousquet dit en deze weigering schijnt nu niet bepaald bijgedragen te hebben tot de kal meering van den verliefde. Slechts de keizerin zelf kon verhinderen, dat de twee rivalen el kaar te lijf gingen en elkaar trachtten te dooden. Het leven op Santa Maria ging genoegelijk- lijk voorbij. De barones had van Floreana eenige tamme koeien meegenomen, die vreed zaam om de hut graasden. De beide men- schen leefden van de jacht, namen zonne baden en speelden keizerin en prinsgemaal.. Van schietwoede der keizerin heeft men nooit meer wat gehoord, maar er waren tenslotte ook geen getuigen op het eiland. En dan begint het mysterie. Op zekeren dag zijn Lorenz en Nuggerud van het eiland verdwenen. Niemand heeft hen te zien gekregen. Waar zijn zij naar toe gegaan Thans weet men, dat zij de twee dooden zijn, die men van dorst omgekomen op het eiland Marchena gevonden heeft en die daar reeds eenige maanden gelegen moeten hebben, aangezien zij geheel onherkenbaar waren, toen men hen vond. Eerst ging het gerucht, dat de twee doo den op het Marchena-eiland barones Wagner- Bousquet en Philippson waren. Dit bericht beweerde, dat ed twee gevlucht waren en bij Marchena strandden en verdorsten. Voor wie waren zij op de vlucht? Inder daad zijn de barones en Philippson verdwe nen. Dan wordt uit Ecuador geseind, dat bezoe kers van het eiland Santa Maria een ontdek king gedaan hebben, die het geval van de Galapagos-eilanden nog geheimzinniger maakt. De reizigers wilden de keizerin van de Galapagos-eilanden bezoeken. Zij vonden echter slechts haar bijna geheel vernielde ba rak. Zij baanden zich door de ruïne een weg naar binnen. Hier zagen zij een vreeselijk schouwspel. De geheele inventaris was kort en klein geslagen, op den grond en aan de mu ren waren sporen van bloed te vinden, alsof er in de arak een hevig gevecht gestreden was. Alle voorwerpen van waarde waren ver dwenen. De koeien van de barones graasden in de nabijheid van de vernielde hut. De reizigers veronderstellen, dat zmu in de barak een afgrijselijk jaloezie-drame af gespeeld heeft, waarschijnlijk omdat zij slechts den Berlijner Philippson haar gunst schonk. Een onbekende zou dan getracht hebben den rivael uit den weg te ruimen. Dat schijnt hem echter niet geluk te zijn. Uit vrees voor een herhaling van een dergelijke scene verlieten de barones en Philippson misschien het ei land. En terwijl men nog aan de ontwarring van dit raadsel werkt, wordt een nieuw bericht gepubliceerd. Feuilleton. Amsterdamsche detective-roman EERSTE HOOFDSTUK. De inbraak. 1). Op een Zaterdagavond in September van het jaar 19... liep door de Kalverstraat een man die in zijn gang veel weg had van een grooten aap. Zijn armen waren te lang en zijn beenen te kort; onder twee borstelige wenk brauwen uit keken twee glinsterende oogen, merkwaardig veel lijkend op die van een kat Deze man was onder zijn kornuiten bekend als „Dolle Bult", en deze naam kwam hem toe. Dol kon hij zijn, als hij in het nauw zat, of als hij teveel bier en jenever door el kaar had gedronken; dol kon hg zijn, als de meisjes op den Zeedijk hem in zijn gezicht uitlachten; dol kon hij zijn als de politie hem, den beroepsmisdadiger, de boeien aan deed, wat hem in de vijf en dertig jaar, die hij al in de onderwereld had doorgebracht, zeker een keer of zes, zeven was overkomen. En wat zijn bult betreft, er was geen kleer maker in heel Amsterdam, die zijn vergroeide ruggraat ook maar een klein beetje minder opvallend kon maken: Dolle Bult was op dui zend meter te herkennen, en dit was voor hem een groot nadeel in de uitoefening van z(jn beroep, want nooit kon hij een alibi op geven, en meer dan eens was zijn uiterlgk hem noodlottig geworden als hij, alleen op avontuur, of in gezelschap van andere inbre kers, plotseling moest vluchten voor de poli tie, die in een waakzame bui de jongens op heeterdaad betrapt had. De anderen verdwe nen als schimmen in den nacht, maar de schim van Dolle Bult liet nooit eenigen twij fel over omtrent zijn identiteit, en altijd be taalde hij het gelag zonder ooit dit zij tot zijn eer gezegd zijn makkers te verraden. Het noodlot had gewild dat detective Mid dernacht twee maal de hand op hem had ge legd na een paar brutale inbraken, waar de kranten vol- van hadden gestaan en Dolle Bult, toch reeds een verbitterd man, haatte niemand zoo hevig als den speurhond, die hem een paar keer in de gevangenis had ge holpen. Detective Middernacht die eigenlijk Norman Ray heette, en ondanks zijn Engel- schen naam, een Hollander was (zijn moeder was een Hollandsche, zijn vader Engelschman, hijzelf had zich laten naturaliseeren), werd aldus genoemd wegens het feit, dat hij voor zijn werk bij voorkeur het middernachtelijk uur koos. In ons verhaal zullen wij hem dan ook uitsluitent onder dezen bijnaam ontmoe ten. Op dien Zaterdagavond regende het zachtjes en een tamelijk felle wind zweepte de vlagen op, en maakte het verblijf op straat verre van aangenaam. Er waren dan ook, in aanmer king genomen dat het Zaterdag was tusschen zeven en acht uur, weinig wandelaars, maar voor Dolle Bult was het mooiste weer van de wereld. In de eerste plaats hield de inbreker van zulk weer. omdat het harmonieerde met zijn aangeboren zwartgalligheid, en in de tweede plaats waren donkere gure avonden de besten om hier of daar een slag te slaan. Dolle Bult was pas zes weken uit de gevan genis, en had den buit dien hij met drie jaar celstraf had moeten bekoopen, in bewaring gegeven aan een vriend die te vertrouwen was, maar na zijn invrijheidsstelling was hij tot de ervaring gekomen dat de helers in die drie jaar nog inhaliger waren geworden dan vroeger, en zijn buit, een partijtje bontman tels, had hem bij Sluike Lowie, den opkooper, niet meer opgebracht dan vierhonderd gulden, een bedrag waarbij nog wel wat kwam van zijn uitgangskas, maar dat toch een druppel bleef op een gloeiende plaat bij het leven dat dit individu leidde. En zoo was de Dolle uit het rattenhol dat hij zijn thuis noemde, gekropen, en was op het pad gegaan, met het gevoel van een ja ger die na langen tijd weer achter het wild aanzit. In werkelijkheid was hij zelf het wild dat gejaagd werd, maar dat wist hij nog niet op het oogenblik, dat hij langs de schitterend verlichte étalages van de Kalverstraat liep. Sinds hij uit de gevangenis was ontslagen, had hg nog geen inbrekerswerktuig aange raakt. Er zijn broeders van het gilde die stelen om vooruit te komen en een spaarpotje te maken, maar de meesten leggen er het bijltje bg neer zoolang zij te eten en vooral te drinken hebben. Tot deze categorie be hoorde ook Dolle Bult, maar bovendien be greep hij dat men hem, den recidivist, voor heel wat jaren zou opsluiten, als hij het on geluk had opnieuw tegen de lamp te loopen, en dat had hem schuw gemaakt. Maar hon ger en dorst zijn twee scherpe zwaarden... en de Dolle had geen keus. Wat hij wel had, was een plattegrond van een voornaam heerenhuis op de Keizersgracht, en de zekerheid dat in een brandkast in dat huis juweelen waren, kostbare juweelen, zóó maar voor het grij pen als je de deur kon openkrijgen. Zijn inbrekersgereedschappen onder zijn jas geborgen, liep hij door de Kalverstraat als iemand die volstrekt geen licht en geen men- schen behoeft te schuwen, maar hoewel hij zich aan den eenen kant verheugde in het vooruitzicht weer eens een flinken kraak te kunnen volbrengen, voelde hij zich aan den anderen kant allesbehalve op zijn gemak. In die jaren die hij in de cel had doorge bracht, waren er rechercheurs bggekomen die hij niet kende, maar zij kenden hem wel. Zijn loop, zijn gestalte, zijn staat van dienst had den die speurhonden bestudeerd, zooals zij al het doen en laten bestudeeren van de berucht ste typen die in het misdadigersalbum prij ken. En dan was er Middernacht, die ver- wenschte detective die je altijd tegenkwam als je hem uren ver weg waande, en die maar één goede eigenschap had, en dat was zijn malle gewoonte om zelden voor twaalf uur 's avonds uit te gaan. Dolle Bult huiverde in zijn dunne jas. De regen was heviger geworden,' de electrische lantarens wiegden heen en weer in den wind, het asfalt glom onder hun kil wit licht. De inbreker liep wat steviger door en schuifelde haastig het Muntplein over om de Vijzelstraat in te slaan. Op de brug van de Keizersgracht stond hij stil en aarzelde, en zooals een aar zeling zooveel anderen noodlottig werd, zoo had ook dit dralen van Dolle Bult voor hem gevolgen, die hij onmogelijk had kunnen voor zien. Want tegelijk met den inbreker hield een wagen van lijn 16 op de brug stil, en op het achterbalcon van dien wagen stond Midder nacht, de detective. Het was tegen diens ge woonte zoo vroeg in den avond iets anders te doen, dan thee drinken, zijn avondblad te lezen, en cigaretten rooken, en het was zelfs tegen zijn gewoonte op het achterbalcon van een tram te staan, waar de onbenullige praat jes van de passagiers, die slechte sigaren roo ken, hem met afschuw vervulden. Dolle Bult had dus pech, en dankte die pech aan een man van een jaar of vgftig, die er uit zag als een plattelands-dominee, maar die in werkelijkheid de handigste zakkenroller was die ooit de hoofdstad onveilig had ge maakt. De detective had onder allerlei vermom mingen getracht dezen man op heeterdaad te betrappen, maar het was hem niet gelukt. Ook nu weer zat hij achter zgn man aan, maar terwgl de tram stilstond, zag Midder nacht de eigenaardige gestalte van Dolle Bult als een gebogen gorilla in den regen staan. Op zijn gelaat las de detective in die enkele seconden aarzeling en vrees, aan 's mans houding, en de manier, waarop hg zich, zon der het te weten of te willen, achter het oor krabde, zag de detective dat hij iets in zgn schild voerde, en juist toen gebeurde er iets wat voor den inbreker in den regen van groote beteekenis zou blijken. De zakken roller sprong eensklaps van de tram, en Mid dernacht, die wist in welk hotel de man ver bleef, en precies van zijn doen en laten op de hoogte was, achtte het niet verstandig de aandacht op zich te vestigen door even plot seling dat voorbeeld te volgen: die vogel was toch al half in den strik en kon niet meer ontkomen. Dat hg toch ontkwam, dankte hij aan Dolle Bult, die daar in den regen stond en aarzelde, want maanden lang zou Midder nacht door die toevallige ontmoeting met den gorilla, achter een moordenaar aanzitten. De tram zette zich weer in beweging, en vijftig meter verder stopte Middernacht den conducteur een dubbeltje in de hand zonder op het biljetje te wachten, en gleed op zijn beurt van het balon af. Hij liep terug naar de halte, maar hij was te laat: Dolle Bult was nergens meer te bespeuren. De detective was overtuigd dat de man het voorzien had op een perceel waar iets te halen viel, en hij besloot, al had hij aan die overtuiging niet veel houvast, op goed geluk een beetje in de buurt te blijven. Inmiddels was de inbreker ue Keizers gracht opgeloopen; hij hield angstvallig den huizenkant, zijn pet nu diep over de felle oogen gedrukt. Nu en dan stond hij stil en snoof als een wild dier, dat zich van zijn veiligheid wil overtuigen voor het verder gaat. De regen kletterde, en in de verte klon ken de hoorns van auto's de bellen van trams, maar de gracht was als uitgestorven, en de enkele menschen die hij tegenkwam, spoed den zich voort om zoo gauw mogelijk onder dak te komen. Niemand herkende de zonder linge gedaante die over de gracht sloop, nie mand bekommerde zich om hem en de Dolle was dankbaar, dat het weer zoo met hem meewerkte. Voor het perceel 997bis hield hg stil, en keek naar de onverlichte vensters. Zwijgend en norsch stond het oude, voorname huis in de duisternis en de inbreker grinnekte zelfvoldaan. Hij wist, dat de inlichtingen, die hg verkregen had, betrouwbaar waren, dat in het huis niemand was dan een oude huis knecht, Hendrik Bosman, al jaren in dienst van de familie Heeringa. (Wordt vervolgd''

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1