Buitenlandsch Overzicht. „de ster NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Polsmoffennen, dubbel li Breien!!!enrepareeren Wij alle Wollen BINNENLAND GEMENGD NIEUWS K'o 7 j39 EERSTE BLAD ZATERDAG 12 JANUARI 1935 63ste JAARGANG De uitslag van de volks stemming in het Saargebied. Vestiging op platteland. DE MOORD OPDE KEIZERSGRACHT 99 Vanaf MAANDAG 21 JANUARI ontvangt U gedurende 14 dagen bij aankoop van ÉÉN POND KOFFIE VANAF 50 CENTS Vraagt Uw winkelier! Ook Thee van „De Ster" overtreft alles ver!! Firma Sn. LEVELT, Amsterdam Gehakt in blik. Een man doodgeschoten» COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant t 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2. Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 cL Weekabonnementen 1.2 ct. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur; P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. AD VERTEN TIEN: 20 cL per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 cL per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 cL per regel, minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Kan het accoord tusschen Frankrijk en .Italië tot optimisme aanleiding geven Laval's plannen ten opzichte van Duitschland. De waarde van papieren verdragen. Wanneer we in den kop van dit overzicht de vraag stellen of het ac coord tusschen Frank rijk en Italië tot opti misme aanleiding geeft, dan willen we deze vraag hier bevestigend beantwoorden. Niet al te optimistisch mag men echter gestemd worden door het papie ren accoord. We hebben in den laatsten wereldoorlog te duidelijk en onaangenaam meegemaakt, wat papieren verdragen te be- teekenen hebben; maar al te lichtvaardig heeft men ze verbroken en de menschheid is sinds die rampzalige dagen nog niet ver anderd. Integendeel, het heeft er veel van, dat we op een hellend vlak naar beneden gaan. Doch daarover zullen, we het vandaag niet hebben. Het accoord tusschen Frankrijk en Italië, zeiden we, mag reden geven tot verheuging, omdat het een teeken is van ver trouwen tusschen beide volken. Over „de waarde van het accoord van Rome" schreef de Nw. Rott. Crt. dezer dagen o.m.: Men zij sceptisch ten opzichte van zooge naamd groote, diplomatieke gebeurtenissen. Als er onmiddellijk gevaar dreigt, en dat wordt afgewend, zooals het geval is geweest in de Hongaarsch-Zuid-Slavische kwestie en tot zekere hoogte ook ten opzichte van de ordebewaring in het Saargebied, dan kan men van tastbare resultaten spreken. Verdragen van toenadering echter hebben altijd slechts zeer betrekkelijke waarde. Hun kracht en de nakoming er van hangen van al te vele om standigheden af. Men heeft het in 1914 ge zien. Door de omstandigheden bleek het drie voudig verbond, wat Italië betreft, waarde loos. Men kan niet eenvoudig zeggen, dat Italië toen zijn verplichting niet nakwam. Want Weenen en Berlijn hadden volkomen bewust, en na rijpelijke overweging van voor- en nadeelen, Rome zonder inlichtingen over hun actie te Belgrado gelaten. Zij wisten, dat daarmede de casus foederis verviel, maar hadden dit over voor de grootere vrijheid van handelen, welke zij daardoor verkregen. Te gelijkertijd is het feit, dat Engelahd aan den kant van zijn twee medeleden der drievoudige entente getreden is, eveneens een product van bijzondere omstandigheden geweest. En geland heeft niet eenvoudig uit het lidmaat schap der entente voortvloeiende verplichtin gen vervuld. Na aarzeling heeft het zijn be sluit genomen, op grond van allerlei bijzon dere overwegingen en, met als opgegeven reden, zijn verplichting om voor de onschend baarheid van België op te komen. Ook in dit tweede geval had een risico, dat Berlijn be wust onder oogen had gezien, toen het de veldtochtsplannen van Von Schlieffen liet uit voeren, den doorslag gegeven. Politieke ver dragen hebben vooral waarde, zoolang het niet tot het uiterste komt. Immers, men moet dan altijd rekenen met de kans, dat zij wor den uitgevoerd. Een man met veel ervaring op dit gebied is Mussolini. Wij hebben reeds herhaaldelijk gewezen op het merkwaardig teleurstellende gebreide wanten, eigen gebreide. Bij JAAP SNOR, Zuidstraat 19. Kleeding, zooals Truien, Vesten, Broeken, enz., Kousen en Sokken (ook de allerfijnste). Vraagt onze eigengebreide Schoolkousen. Handbreisters! Onz prima Wollen Garens krimpen niet. JAAP SNOR, Zuidstr. 19. van zijn buitenlandsche politiek, ondanks alle schijnbare successen. Dat heeft hem scep tisch gemaakt. Wij vermoeden, dat deze zeer menschelijke bezorgdheid niet enkel berust heeft op het feit, dat het verdrag als zoodanig, nog maar een ruwen omtrek vormt en dat aan de binnenbetimmering nog zoo erg veel moet worden gedaan. Toch zal men ook daarbij nog voor groote moeiüjkheden komen te staan, die tenslotte de heele overeenkomst in gevaar zouden kunnen brengen. De diplomatieke corr. van de Daily Herald ontvouwt in zijn blad wat volgens hem Laval's plannen zijn. De Fransche minister wil Duitschland in den bond terug hebben en wenscht een eon- ste gebeurtenis van Genève worden. Daarna komt Laval nog naar Londen om van Groot- Brittannië de verzekering van vollen steun te verkrijgen. Behaalt hij hier succes, dan zal hij, na de liquidatie van de Saarkwestie, tot Duitschland feitelijk als vertegenwoordiger van Europa kunnen spreken. Hetzou zeker een stap in de goede rich ting zgn, als Duitschland weer in den Vol kenbond werd teruggebracht, al is het nog niet zoo ver en zijn er nog duizend voetangels en klemmen, die het zullen verhinderen. De volgende Fransche persstem zegt b.v. reeds genoeg. De Liberté schrijft, dat het er thans om gaat tegenover Duitschland voorzichtigheids maatregelen te nemen. Wanneer het echter deelneemt aan het garantiepact, laat men juist deze voorzichtigheidsmaatregelen varen. Duitschland heeft er natuurlijk alle belang bij aan de uitnoodiging gevolg te geven, wan neer het deel neemt aan een Midden-Euro- peesch pact, zal het misschien gemakkelijker zijn den toestand weer te verwarren, tot welks opheldering Frankrijk en Italië zich zoojuist hebben aaneengesloten Hetzelfde geldt ook voor een ontwapeningsovereen komst. Men is er niet zeker van, dat Duitsch land den wedloop op een goeden dag niet toch weer opneemt. De overwinnaars van 1918 zijn er niet in geslaagd Duitschland bij de her wapening te binden. Waarom zou derhalve een overeenkomst over wapeningsbeperking bijzonder succes hebben? Dat is weer dezelfde geest van wantrou wen, die alle toenadering onmogelijk maakt en zoolang deze bestaat, zal er van „vrede" in Europa geen sprake zijn. PIERRE LAVAL, de Fransche minister van buitenlandsche zaken. ferentie tot stand te brengen, die Duitschland gelijkheid van staat geeft en tegelijk een zekere mate van gecontroleerde herbewape ning. Hij zou met Berlijn onderhandelen beginnen, waarin hij aanbiedt, dat de Duitsche herwapening gelegaliseerd en beperkt zal worden onder voorwaarde, dat Duitschland naar Genève terugkeert en toetreedt tot het Oostelijk pact en het Donaupact. In de tweede plaats zal Laval er met het oog op Duitschland's grootere bevolking en grootere rijkdom aan oeconomische hulp bronnen op staan, dat de Duitsche bewape ning op een niveau beneden het Fransche ge fixeerd zal worden, teneinde werkelijke ge lijkheid en veiligheid voor beide landen te verzekeren. Hij zal de Duitsche regeering er van doordringen, dat, tenzij zij deze voor waarden aanneemt, Duitschland geheel ge ïsoleerd en door een sterk vredesnet omgeven zal zijn. Vandaar de hooge prijs, dien hij Mussolini voor zijn medewerking betaald heeft. Vandaar ook, dat hij volgens dezen correspondent de eerstvolgende dagen te Ge nève gebruiken zal om de banden met Polen weer enger toe te halen. Laval's besprekin gen met Beek zouden daarom de voornaam- EEN GESPREK TUSSCHEN MUSSOLINI EN LAVAL. „Gij geeft mij enkel zand." Ten behoeve van de inschikkelijkheid, door Italië elders te betoonen, heeft Frankrijk het ten zuiden van Lybië en aan de grens van Somaliland gelegen gebied afgestaan. De en tente tusschen Frankrijk en Engeland is op overeenkomstige wijze gekocht. Salisbury wilde Parijs toen wat scheutiger stemmen met de (historische?) woorden: „Gij geeft mg enkel zand." In de ambassade te Rome wordt gezegd, dat Mussolini Laval hetzelfde heeft toege voegd. Laval zou hem geantwoord hebben (we volgen de lezing van het Journal) „Neem me niet kwalijk, er liggen twee steden." Een wegwerpende grijns van Mussolini: „Balbo heeft ze niet gezien." „Nu ja", (aldus Laval weer) „het zijn Rome noch zelfs Auhervilliers (de arbeidersvoorstad van Parijs, Laval's district), maar niettemin zijn er twee steden." „Als dat zoo is, geloof ik u", zou Musso- lini's laatste woord geweest zijn. Bekendmaking door alle zenders der wereld. De commissie voor de volksstemming heeft in principe besloten den uitslag van de volksstemming Maandagavond bij monde van haar voorzitter Rohde over alle zenders der wereld te lati\ bekend maken. Als officieele uitslagen der 83 stemdistric- ten worden na elkaar de afzonderlijke cijfers der stemmentallen voor Duitschland, Frank rijk en den status quo, alsmede de defini tieve einduitslag in het Duitsch en in het Fransch bekend gemaakt. Tenslotte deelt Rohde het eindresultaat van de volksstem ming mede dat, naar wordt medegedeeld, om niet op een beslissing van Genève vooruit te loopen, als niet officieel zal worden beschouwd. Waarschijnlijk zullen gedurende de onge veer 40 minuten durende uitzending van de stemresultaten alle telefoonverbindingen tus schen het Saargebied en de buitenwereld verbroken worden, zoodat de Internationale pers niet langs telefonischen weg een voor sprong op de officieele radio-uitzending kan krijgen, hoewel tijdens de telling in de Wart- burg op verzoek der journalisten 28 telefoon cellen zijn ingericht om onmiddellijk berich ten over de stemming te kunnen doorgeven. Een grootsch plan in Engeland. In zijn Nieuwjaarsboodschap heeft Mac Donald gezegd, dat hij groote verwachtingen koesterde van een plan om duizenden gezin nen terug te brengen naar het land. De Daily Telegraph weet nu te melden, dat dit plan ontworpen is, door de commissie tot steun aan de noodlijdende streken, in samen werking met den minister van landbouw. Het plan schijnt te zijn, om kleine plaatsjes, van tusschen 35 acres (iy22 H.A.) te stichten in groepen van 150 tot 200. Op die manier hoopt men 18.000 gezinnen op het platteland te kunnen onderbrengen. Elke groep krijgt een instructeur, die de kolonisten zal onder wijzen in het tuinieren van marktproducten en in het houden van varkens en pluimge dierte. De regeering zal zorgen voor het bouwmateriaal, de dieren en het gereedschap. DE HERTOG EN HERTOGIN VAN KENT NAAR WEST-INDIE? Men zegt te Londen dat de hertog en her togin van Kent voornemens zijn hun witte broodsweken te beëindigen met een tocht naar West-Indië. Verwacht wordt, dat zij een kort verblijf zullen houden op Jamaica en voorts een bezoek zullen brengen aan Barbados en Trinidad. MINISTER KALFF. In verband met de ziekte van minister Kalff vernemen wij nader, dat de minister UL L A AAI.FP Minister na Waterstaat. lijdende is aan de gevolgen van gevatte, ern stige, koude. Hoewel de temperatuurs-ver- hooging voortduurt, is er geen reden om den toestand ernstig in te zien, aangezien zich geen complicaties voordoen. e u i 11 e t o n. Amsterdamsche detectiveroman 8 „Hou de rest maar voor je! En laat ik je deze armbandje even aandoen, voor ik je naar het bureau Warmoestraat breng. En denk erom, geen kunsten, dat maakt de zaak maai* erger voor je!" ZESDE HOOFDSTUK. Complicaties. Er verliepen een paar dagen, en de moord zaak op de Keizersgracht scheen opgelost. De dader bevond zich achter slot en grendel, de politie beschouwde de zaak als afgedaan. Dolle Bult ontkende den moord weliswaar, maar ontkennen doen alle recidivisten. Wie anders zou den huisknecht vermoord kunnen hebben dan de inbreker, die in het bezit was gevonden van sieraden en geld, uit de brand kast ontvreemd? Men prees de voortvarendheid van Nor man Ray, den jongen detective, die weder om de aandacht op zich had gevestigd, en ook de politie moest, zij het schoorvoetend, erkennen, dat de detective haar voor de zoo- veelste maal den loef had afgestoken; de da der was geknipt, en vermoedelijk zou Dolle Bult twintig jaar of levenslang hebben gekre gen, wanneer er niet één man was geweest, «iie wat den moord betreft aan zgn schuld was gaan twijfelen. Die man was Mid dernacht, en hij had voor zijn twijfel goede redenen. Hij twijfelde ditmaal niet, omdat hij scherpzinniger was dan de politie, maar om dat hij kennis droeg van feiten, die anderen niet bekend waren, en omdat er een paar punten in de zaak onopgehelderd waren ge bleven. Van zijn meening, dat de zaak nog vol strekt niet was opgehelderd, gaf hij ook zijn opdrachtgever kennis; hij had het overigens raadzaam geoordeeld niemand iets te vertel len van zijn nachtelijke ontmoeting met de jonge dame en den jongen man, die onder een voorwendsel het huis van den bankier waren binnengedrogen, want het bloed steeg hem naar het hoofd, wanneer hij er aan dacht hoe hij voor den gek was gehouden, en hij was vast besloten dit spoor verder te volgen. Want hoe meer over de zaak nadacht, hoe meer hij tot de overtuiging kwam, dat Dolle Bult niets te maken had met den moord. De kris, waarmee de misdaad was gepleegd, placht de bankier naar zijn eigen getuigenis, onder het vloeiblok te leggen, zoodat het wa pen niet voor het grijpen was voor een onin gewijde, een omstandigheid, die de politie ont gaan was. Een ander punt waaraan de detective veel gewicht hechtte, was het verdwijnen van het kostbare collier. De inbreker hield stijf en strak vol, dat hij het niet gestolen had, en de bankier, die geen schade kon lgden, omdat hij tegen inbraak verzekerd was, opperde dat de dader het sierraad het eerst van de hand had gedaan, en de opbrengst in bewaring had gegeven aan het een of ander liefje, dat hij nu niet verraden wilde. Dit was mogelijk, maar niet waarschijnlijk. Ongetwijfeld waren er voorbeelden van mis dadigers, die, zelf tegen de lamp geloopen, een vrouw of een medeplichtige spaarden, zelfs al hadden zij eigen straf kunnen ver lichten door te spreken, maar Dolle Bult was niet een derzulken. De detective had reeds vaker met dezen recidivist te maken gehad, hij kende dit ka rakter, en hij was overtuigd, dat de man in derdaad niets van 't verdwenen collier wist. En hij nam het besluit dieper op de zaak in te gaan en niet, gelijk de politie, den moord en al wat er aan vast zat, als opgehelderd te be schouwen. De familie Heeringa was inmiddels uit Baarn teruggekeerd, en op een somberen middag begaf Middernacht zich naar het huis op de Keizergracht, en vroeg naar me neer Jan. Hij trof het, de jonge Heeringa was thuis, juist bezig zich te scheren. Of de bezoeker maar even op zijn kamer wilde komen. De kamer bleek achterin het perceel te liggen, op de bovenste verdieping, vlak onder de pannen. „U hebt trappen moeten klimmen, meneer* Ray, maar de kwestie is, dat ik aan deze ka mer gehecht ben. Van mijn schooljongens jaren af, bivakkeer ik hier al. Het is hier ruim, licht en rustig." De detective keek om zich heen, en kon zich de voorliefde van den jongen man voor dit vertrek heel goed indenken. Modern be hangsel bedekte de balken, een ontelbaar aan tal foto's hing in het rond, op vele waarvan Jan Heeringa prijkte als voetballer en als tennisser. Kleeden, een divan, speren, krissen en boeken, maakten de kamer tot een der gezelligste vertrekken die Middernacht ooit had gezien. De jonge Heeringa veegde de laatste zeep resten van zijn knap gelaat, en bood zijn be zoeker een stoel. „U moet mij nemen zooals ik ben," veront schuldigde hij zich. „Sans Gêne, zeg ik altijd maar. En wat verschaft mg de eer?" „Ik kom ueen paar inlichtingen vra gen over Hendrik Bosman, en zoo, in ver band met Met den moord? Maar die is toch allang opgehelderd?" Jan Heeringa's stem klonk onthutst, naar het den detective voorkwam. „Misschien wel en misschien niet," zei Mid dernacht langzaam. „Wat was Bosman eigen lijk voor iemand? Ik bedoel: ten opzichte van u?" „Een beste kerel, maar hij vergat altijd, dat hij zelf ook jong was geweest." „Hoe zoo?" „Och, hg schoolmeesterde altijd over me. Hij hield van me als een vader. Zijn grootste liefhebberij was te spreken van de dagen toen ik nog op een hobbelpaard zat. Arme Hen drik." „Enh'mwaarover...... schoolmees terde hij?" „Als u het precies weten wil: over mijn zorgeloosheid, zooals hij het noemde. Ik vind, dat je niet voor je verdriet op de wereld bent. En je leeft maar eens. Ik heb meer op met vroolgke menschen dan met zeurkousen. Zoo ben ik nou, maar vader heeft zijn strenge buien." „Zooals de meeste vaders," glimlachte de detective, maar hield den jongen man scherp in het oog. „Hendrik vond, dat ik verkeerd gezelschap zocht. Niet dat hij dat ronduit zei, tenminste niet dikwijls, maar hij kon zijn hoofd schud den, dat je bang was, dat het eraf zou vallen. Hij kon erg somber zijn, die oude Hendrik maar dat was dan ook zgn eenige fout." „H'mdus het kwam nooit tot een be paalde woordenwisseling tusschen u en den ouden man?" „Een enkele, hoogst enkele maal. Hij kon wel eens te ver gaan. Hg waarschuwde mij sas r* a een half pond van dezelfde kwaliteit GEDENKPENNING, Voor de mariniers. De Koninklijke-Begeer te Voorschoten zal naar aanleiding van Nederlands bijstand aan den Volkenbond inzake het Saarplebisciet een gedenkpenning vervaardigen. De grootte bedraagt 60 mm. Waarschijnlijk zal een ver kleining worden vervaardigd voor de mari niers. Op 21 Januari wordt een aanvang met de distributie gemaakt. De minister van binnenlandsche zaken heeft een circulaire aan de gemeentebesturen ge zonden betreffende de distributie van gehakt in blik. Met de distributie van het gehakt kan op 21 Januari een aanvang worden gemaakt. Daarvoor is het noodig, dat de gemeente besturen uiterlijk 12 Januari aan de Neder- landsche Veehouderij Centrale opgeven, hoe veel bussen gehakt zij wenschen te ontvan gen. Het gehakt in blik moet aan de consumen ten verkocht worden voor 35 cent per bus. Aan de Nederlandsche Veehouderij Centrale moet door de gemeenten 30 cent worden be taald. Tengevolge van de groote hoeveelheid vet, welke zich in de bussen bevindt, bedraagt de inhoud daarvan iets minder dan 1 K.G. HET A. N. W. B.-WANDELBEWIJS. Een lgst van 172 daarvoor open gestelde landgoederen. Met ingang van 1 Januari 1935 is verkrijg baar gesteld het A.N.W.B.-Wandelbewijs, dat, zooals reeds vroeger werd medegedeeld, door den A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland wordt afgegeven, in overleg met de Commissie voor het Wandeltoerisme en de landgoed eigenaren. Gelijk men weet, is dit „Wandelbewijs" een passe-partout bewijs van toegang tot verschil lende voor het publiek opengestelde landgoe deren ingesteld, ten einde eenheid te bren gen in de toegangsregeling tot de verschil lende landgoederen, zoodat de bona fide wan delaar, die in een bepaalde streek van het natuurschoon wil genieten, zich niet langer zal behoeven te voorzien van een groot aantal bewijzen van toegang, welke aan verschillende adressen moeten worden aangevraagd en afge haald, maar zal hij kunnen volstaan met één enkel wandelbewijs, dat, krachtens overeen komst met de betrokken grondeigenaren, door het bureau van den A.N.W.B. Directie Toerisme, te 's-Gravenhage, Parkstraat 1820, wordt afgegeven en waarvoor de houder een waar borgsom van f 5.stort, welke hem later wordt teruggegeven. Voor zegel- en admini stratiekosten wordt bovendien een bedrag van f 1.50 betaald (volgende jaren f 1. Deze voor de natuurvrienden en liefhebbers van wandelen gunstige regeling is te beschou wen als een «gentleman's agreement" en is gebaseerd op het vertrouwen, dat de land goedeigenaren hebben gesteld inden A.N.WJÏ. en zijn leden. Het Bondsbestuur heeft dit in hem gestelde vertrouwen aanvaard, daarbij vast bouwend op de medewerking van de leden van den Bond, om van deze regeling te maken een instituut dat in den lande algemeen waar deering vindt. De A.N.W.B. heeft een lijst van landgoederen samengesteld, met aanduiding van hun ligging en vermelding van de eigenaars, welke lijst de namen bevat van 172 landgoederen gelegen in de schoonste streken van ons land. Er hebben zich rreds vele personen voor het ontvangen van het „Wandelbewijs" opge geven. Daar voor alle aanvragers eerst toe stemming van de landgoedeigenaren wordt gevraagd, zal de afgifte in den regel niet eerder dan twee maanden na de aanvrage kunnen geschieden. Binnenland Hij bedreigde een Rotterdamsche politie-agent met een bijl. In de Mauritsstraat te Rotterdam heeft Donderdagavond een agent van politie den 52-jarigen werkloozen varensgezel P. H. in zijn woning doodgeschoten, toen H. hem met een bijl dreigde. Omstreeks kwart over tien stond de 52- jarige P. H. op den hoek van de Van Olden- barneveltstraat en de Mauritsstraat te Rot terdam. De man, die sedert 3 jaar zonder werk is, en naar buren vertelden nog al eens misbruik maakte van sterken drank, verkeer^ de onder drankinvloed. Onder dergelijke om standigheden was hij ruw, opvliegend en hard handig. Zonder dat nog duidelijk is kunnen worden door welke omstandigheid, is de man eensklaps zeer boos geworden en in zijn drift heeft hij een groote spiegelruit ingeslagen van de spekslagerij van de firma Schippers, welk winkel op genoemden hoek is gevestigd. Juist kwamen er een paar vrouwen langs, van wie er een den man de vernieling van de ruit verweet. De man keerde zich toen tegen haar en hij gaf haar een paar geduchte op stoppers. De beide vrouwen begonnen luid keels om hulp te roepen. Dit trok de aan dacht van een voorbijganger, die daarna tus- schenbeide kwam. H„ die door het dolle heen scheen te raken wierp zich op den voorbij bijvoorbeeld, niet om te gaan met een zekere dame, die ik graag mag lijden. Dat werd me te bar, en ik zei hem ronduit, dat hij zich met zijn eigen zaken moest bemoeien. Maar ik heb er nu spijt van; hij meende het goed." „Is die dameIda Basquette?" „Ja, kent u haar? Zg is aan het tooneel." „Ik heb haar hooren zingen," zei de detec tive, en glimlachte. „Ze is om te stelen," meende Jan Heerin ga. „Verreweg de beste revue-artiste, die ik ken." „Zoo, zoo, zoo, en wanneer precies sprak u Hendrik voor het laatst over deze affaire met die soubrette?" De detective scheen door den jongen man heen te willen kijken, en deze begon zich minder op zijn gemak te gevoelen. Hij trommelde nerveus met zijn vingers op de tafel en kreeg een kleur als vuur. „Blijft alles wat wij hier bespreken tus schen ons, meneer Ray?" „Natuurlijk." „Dan zal ik er geen doekjes om winden. Ik sprak Hendrik voor het laatst om een uur of half tien dien avond van den moord." „En waar sprak u hem?" „Hier in huis! Eerlijk gezegd, meneer Ray, het heele geval bezwaart me, en ik ben blij, dat ik eens met iemand kan spreken. Mijn vader begrijpt zulke dingen niet, en ook mijn zuster kan ik moeilijk in vertrouwen ne men. Ziet u, ik reed dien avond naar Am sterdam, want ik had een afspraak met Ida. Ze werkt op het oogenblik niet, maar binnen kort treedt ze weer op in een groote revue. „Ziet gij hoeveel duizend sterren?!!", is de titel. Ik ontmoette Ida in de Schillerbar, zooals we hadden afgesproken. Zij wou wat frissche lucht hebben en een eindje rijden. Ik had er niets tegen. We reden den Zuidelijken Wandelweg om, en onderwijl vertelde ik haar, dat ik weer eens overhoop lag met den ouden heer, die mijn maandgeld verminderd had, omdat hij een paar kleine schulden voor me had moeten betalen „Dat vond ze zeker niet erg prettig?" „Neen, ze zei, dat er zooveel heeren waren, die haar naliepen en van wie ze alles kon krij gen wat ze hebben wou. En of de oude heer ieder dubbeltje omkeerde, voordat hij het uit gaf, vroeg ze. Ik antwoordde, dat dit niet het geval was, en schepte een beetje op over het parelsnoer, dat mijn zuster cadeau krijgt bij haar huwelijk. Ze zei, dat ik mijn sprook jes wel voor me kon houden. En toen „En toen," herhaalde de detective in span ning. „Toen stelde ik me aan als een idioot, en zei, dat ze het collier kon zien, als ze me niet geloofde. Ze antwoordde: daar houw ik je aan! en vroeg uit hoeveel parels het bestond, en wat de waarde was en nog een heeleboet meer. Ik kan me best voorstellen dat een meisje als Ida belang stelt in juweelen." „Ik ook," zei Middernacht droog. „Nou, om kort te gaan, we reden naar ons huis op de Keizersgracht, en gingen naar binnen. Hendrik, die erg doof was, hoorde ons niet. Wij gingen naar vader's werkkamer en ik opende de safe." „Hoe wist u de combinatie van het letter slot?" „Van vader. Mijn zuster Annle weet haar ook. Als wij in Amsterdam' wonen, is er nooit iets in de brandkast van bijzondere waaide. Wat contant geld, en paperassen van vader. Zoowel Annie als ik bergen er ona maand geld, als we het pas ontvangen hebben. Het mijne is er nooit lang..." „Waar was Ida Basquette, toen u de brandkast opende?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1