Buitenlandsch Overzicht.
„de ster
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Polsmoffennen, dubbel
li Breien!!!enrepareeren
Wij alle Wollen
BINNENLAND
GEMENGD NIEUWS
K'o 7 j39
EERSTE BLAD
ZATERDAG 12 JANUARI 1935
63ste JAARGANG
De uitslag van de volks
stemming in het
Saargebied.
Vestiging op platteland.
DE MOORD OPDE
KEIZERSGRACHT
99
Vanaf MAANDAG 21 JANUARI ontvangt U gedurende 14 dagen
bij aankoop van ÉÉN POND KOFFIE VANAF 50 CENTS
Vraagt Uw winkelier!
Ook Thee van „De Ster"
overtreft alles ver!!
Firma Sn. LEVELT,
Amsterdam
Gehakt in blik.
Een man doodgeschoten»
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant t 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.
Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. idem per mail en overige
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 cL Weekabonnementen 1.2 ct.
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50,
f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur; P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTEN TIEN:
20 cL per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 cL per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 cL per regel,
minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Kan het accoord tusschen Frankrijk en .Italië tot optimisme
aanleiding geven Laval's plannen ten opzichte van Duitschland.
De waarde van
papieren
verdragen.
Wanneer we in den
kop van dit overzicht de
vraag stellen of het ac
coord tusschen Frank
rijk en Italië tot opti
misme aanleiding geeft,
dan willen we deze vraag hier bevestigend
beantwoorden. Niet al te optimistisch mag
men echter gestemd worden door het papie
ren accoord. We hebben in den laatsten
wereldoorlog te duidelijk en onaangenaam
meegemaakt, wat papieren verdragen te be-
teekenen hebben; maar al te lichtvaardig
heeft men ze verbroken en de menschheid is
sinds die rampzalige dagen nog niet ver
anderd. Integendeel, het heeft er veel van,
dat we op een hellend vlak naar beneden
gaan. Doch daarover zullen, we het vandaag
niet hebben. Het accoord tusschen Frankrijk
en Italië, zeiden we, mag reden geven tot
verheuging, omdat het een teeken is van ver
trouwen tusschen beide volken.
Over „de waarde van het accoord van
Rome" schreef de Nw. Rott. Crt. dezer
dagen o.m.:
Men zij sceptisch ten opzichte van zooge
naamd groote, diplomatieke gebeurtenissen.
Als er onmiddellijk gevaar dreigt, en dat
wordt afgewend, zooals het geval is geweest
in de Hongaarsch-Zuid-Slavische kwestie en
tot zekere hoogte ook ten opzichte van de
ordebewaring in het Saargebied, dan kan men
van tastbare resultaten spreken. Verdragen
van toenadering echter hebben altijd slechts
zeer betrekkelijke waarde. Hun kracht en de
nakoming er van hangen van al te vele om
standigheden af. Men heeft het in 1914 ge
zien. Door de omstandigheden bleek het drie
voudig verbond, wat Italië betreft, waarde
loos. Men kan niet eenvoudig zeggen, dat
Italië toen zijn verplichting niet nakwam.
Want Weenen en Berlijn hadden volkomen
bewust, en na rijpelijke overweging van voor-
en nadeelen, Rome zonder inlichtingen over
hun actie te Belgrado gelaten. Zij wisten,
dat daarmede de casus foederis verviel, maar
hadden dit over voor de grootere vrijheid van
handelen, welke zij daardoor verkregen. Te
gelijkertijd is het feit, dat Engelahd aan den
kant van zijn twee medeleden der drievoudige
entente getreden is, eveneens een product
van bijzondere omstandigheden geweest. En
geland heeft niet eenvoudig uit het lidmaat
schap der entente voortvloeiende verplichtin
gen vervuld. Na aarzeling heeft het zijn be
sluit genomen, op grond van allerlei bijzon
dere overwegingen en, met als opgegeven
reden, zijn verplichting om voor de onschend
baarheid van België op te komen. Ook in dit
tweede geval had een risico, dat Berlijn be
wust onder oogen had gezien, toen het de
veldtochtsplannen van Von Schlieffen liet uit
voeren, den doorslag gegeven. Politieke ver
dragen hebben vooral waarde, zoolang het
niet tot het uiterste komt. Immers, men moet
dan altijd rekenen met de kans, dat zij wor
den uitgevoerd.
Een man met veel ervaring op dit gebied
is Mussolini. Wij hebben reeds herhaaldelijk
gewezen op het merkwaardig teleurstellende
gebreide wanten, eigen gebreide. Bij JAAP
SNOR, Zuidstraat 19.
Kleeding, zooals Truien, Vesten, Broeken,
enz., Kousen en Sokken (ook de allerfijnste).
Vraagt onze eigengebreide Schoolkousen.
Handbreisters! Onz prima Wollen Garens
krimpen niet. JAAP SNOR, Zuidstr. 19.
van zijn buitenlandsche politiek, ondanks alle
schijnbare successen. Dat heeft hem scep
tisch gemaakt.
Wij vermoeden, dat deze zeer menschelijke
bezorgdheid niet enkel berust heeft op het
feit, dat het verdrag als zoodanig, nog maar
een ruwen omtrek vormt en dat aan de
binnenbetimmering nog zoo erg veel moet
worden gedaan. Toch zal men ook daarbij
nog voor groote moeiüjkheden komen te
staan, die tenslotte de heele overeenkomst
in gevaar zouden kunnen brengen.
De diplomatieke corr.
van de Daily Herald
ontvouwt in zijn blad
wat volgens hem Laval's
plannen zijn.
De Fransche minister wil Duitschland in
den bond terug hebben en wenscht een eon-
ste gebeurtenis van Genève worden. Daarna
komt Laval nog naar Londen om van Groot-
Brittannië de verzekering van vollen steun
te verkrijgen. Behaalt hij hier succes, dan zal
hij, na de liquidatie van de Saarkwestie, tot
Duitschland feitelijk als vertegenwoordiger
van Europa kunnen spreken.
Hetzou zeker een stap in de goede rich
ting zgn, als Duitschland weer in den Vol
kenbond werd teruggebracht, al is het nog
niet zoo ver en zijn er nog duizend voetangels
en klemmen, die het zullen verhinderen. De
volgende Fransche persstem zegt b.v. reeds
genoeg.
De Liberté schrijft, dat het er thans om
gaat tegenover Duitschland voorzichtigheids
maatregelen te nemen. Wanneer het echter
deelneemt aan het garantiepact, laat men
juist deze voorzichtigheidsmaatregelen varen.
Duitschland heeft er natuurlijk alle belang bij
aan de uitnoodiging gevolg te geven, wan
neer het deel neemt aan een Midden-Euro-
peesch pact, zal het misschien gemakkelijker
zijn den toestand weer te verwarren, tot
welks opheldering Frankrijk en Italië zich
zoojuist hebben aaneengesloten Hetzelfde
geldt ook voor een ontwapeningsovereen
komst. Men is er niet zeker van, dat Duitsch
land den wedloop op een goeden dag niet toch
weer opneemt. De overwinnaars van 1918 zijn
er niet in geslaagd Duitschland bij de her
wapening te binden. Waarom zou derhalve
een overeenkomst over wapeningsbeperking
bijzonder succes hebben?
Dat is weer dezelfde geest van wantrou
wen, die alle toenadering onmogelijk maakt
en zoolang deze bestaat, zal er van „vrede"
in Europa geen sprake zijn.
PIERRE LAVAL,
de Fransche minister van buitenlandsche
zaken.
ferentie tot stand te brengen, die Duitschland
gelijkheid van staat geeft en tegelijk een
zekere mate van gecontroleerde herbewape
ning.
Hij zou met Berlijn onderhandelen
beginnen, waarin hij aanbiedt, dat de
Duitsche herwapening gelegaliseerd en
beperkt zal worden onder voorwaarde,
dat Duitschland naar Genève terugkeert
en toetreedt tot het Oostelijk pact en het
Donaupact.
In de tweede plaats zal Laval er met het
oog op Duitschland's grootere bevolking en
grootere rijkdom aan oeconomische hulp
bronnen op staan, dat de Duitsche bewape
ning op een niveau beneden het Fransche ge
fixeerd zal worden, teneinde werkelijke ge
lijkheid en veiligheid voor beide landen te
verzekeren. Hij zal de Duitsche regeering
er van doordringen, dat, tenzij zij deze voor
waarden aanneemt, Duitschland geheel ge
ïsoleerd en door een sterk vredesnet omgeven
zal zijn. Vandaar de hooge prijs, dien hij
Mussolini voor zijn medewerking betaald
heeft. Vandaar ook, dat hij volgens dezen
correspondent de eerstvolgende dagen te Ge
nève gebruiken zal om de banden met Polen
weer enger toe te halen. Laval's besprekin
gen met Beek zouden daarom de voornaam-
EEN GESPREK TUSSCHEN MUSSOLINI
EN LAVAL.
„Gij geeft mij enkel zand."
Ten behoeve van de inschikkelijkheid, door
Italië elders te betoonen, heeft Frankrijk het
ten zuiden van Lybië en aan de grens van
Somaliland gelegen gebied afgestaan. De en
tente tusschen Frankrijk en Engeland is op
overeenkomstige wijze gekocht. Salisbury
wilde Parijs toen wat scheutiger stemmen
met de (historische?) woorden:
„Gij geeft mg enkel zand."
In de ambassade te Rome wordt gezegd,
dat Mussolini Laval hetzelfde heeft toege
voegd. Laval zou hem geantwoord hebben (we
volgen de lezing van het Journal)
„Neem me niet kwalijk, er liggen twee
steden."
Een wegwerpende grijns van Mussolini:
„Balbo heeft ze niet gezien."
„Nu ja", (aldus Laval weer) „het zijn Rome
noch zelfs Auhervilliers (de arbeidersvoorstad
van Parijs, Laval's district), maar niettemin
zijn er twee steden."
„Als dat zoo is, geloof ik u", zou Musso-
lini's laatste woord geweest zijn.
Bekendmaking door alle zenders der
wereld.
De commissie voor de volksstemming
heeft in principe besloten den uitslag van
de volksstemming Maandagavond bij monde
van haar voorzitter Rohde over alle zenders
der wereld te lati\ bekend maken.
Als officieele uitslagen der 83 stemdistric-
ten worden na elkaar de afzonderlijke cijfers
der stemmentallen voor Duitschland, Frank
rijk en den status quo, alsmede de defini
tieve einduitslag in het Duitsch en in het
Fransch bekend gemaakt. Tenslotte deelt
Rohde het eindresultaat van de volksstem
ming mede dat, naar wordt medegedeeld, om
niet op een beslissing van Genève vooruit te
loopen, als niet officieel zal worden beschouwd.
Waarschijnlijk zullen gedurende de onge
veer 40 minuten durende uitzending van de
stemresultaten alle telefoonverbindingen tus
schen het Saargebied en de buitenwereld
verbroken worden, zoodat de Internationale
pers niet langs telefonischen weg een voor
sprong op de officieele radio-uitzending kan
krijgen, hoewel tijdens de telling in de Wart-
burg op verzoek der journalisten 28 telefoon
cellen zijn ingericht om onmiddellijk berich
ten over de stemming te kunnen doorgeven.
Een grootsch plan in Engeland.
In zijn Nieuwjaarsboodschap heeft Mac
Donald gezegd, dat hij groote verwachtingen
koesterde van een plan om duizenden gezin
nen terug te brengen naar het land. De
Daily Telegraph weet nu te melden, dat dit
plan ontworpen is, door de commissie tot
steun aan de noodlijdende streken, in samen
werking met den minister van landbouw. Het
plan schijnt te zijn, om kleine plaatsjes, van
tusschen 35 acres (iy22 H.A.) te stichten
in groepen van 150 tot 200. Op die manier
hoopt men 18.000 gezinnen op het platteland
te kunnen onderbrengen. Elke groep krijgt
een instructeur, die de kolonisten zal onder
wijzen in het tuinieren van marktproducten
en in het houden van varkens en pluimge
dierte. De regeering zal zorgen voor het
bouwmateriaal, de dieren en het gereedschap.
DE HERTOG EN HERTOGIN VAN KENT
NAAR WEST-INDIE?
Men zegt te Londen dat de hertog en her
togin van Kent voornemens zijn hun witte
broodsweken te beëindigen met een tocht naar
West-Indië. Verwacht wordt, dat zij een kort
verblijf zullen houden op Jamaica en voorts
een bezoek zullen brengen aan Barbados en
Trinidad.
MINISTER KALFF.
In verband met de ziekte van minister
Kalff vernemen wij nader, dat de minister
UL L A AAI.FP Minister na
Waterstaat.
lijdende is aan de gevolgen van gevatte, ern
stige, koude. Hoewel de temperatuurs-ver-
hooging voortduurt, is er geen reden om den
toestand ernstig in te zien, aangezien zich
geen complicaties voordoen.
e u i 11 e t o n.
Amsterdamsche
detectiveroman
8
„Hou de rest maar voor je! En laat ik je
deze armbandje even aandoen, voor ik je naar
het bureau Warmoestraat breng. En denk
erom, geen kunsten, dat maakt de zaak maai*
erger voor je!"
ZESDE HOOFDSTUK.
Complicaties.
Er verliepen een paar dagen, en de moord
zaak op de Keizersgracht scheen opgelost. De
dader bevond zich achter slot en grendel, de
politie beschouwde de zaak als afgedaan.
Dolle Bult ontkende den moord weliswaar,
maar ontkennen doen alle recidivisten. Wie
anders zou den huisknecht vermoord kunnen
hebben dan de inbreker, die in het bezit was
gevonden van sieraden en geld, uit de brand
kast ontvreemd?
Men prees de voortvarendheid van Nor
man Ray, den jongen detective, die weder
om de aandacht op zich had gevestigd, en
ook de politie moest, zij het schoorvoetend,
erkennen, dat de detective haar voor de zoo-
veelste maal den loef had afgestoken; de da
der was geknipt, en vermoedelijk zou Dolle
Bult twintig jaar of levenslang hebben gekre
gen, wanneer er niet één man was geweest,
«iie wat den moord betreft aan zgn
schuld was gaan twijfelen. Die man was Mid
dernacht, en hij had voor zijn twijfel goede
redenen. Hij twijfelde ditmaal niet, omdat hij
scherpzinniger was dan de politie, maar om
dat hij kennis droeg van feiten, die anderen
niet bekend waren, en omdat er een paar
punten in de zaak onopgehelderd waren ge
bleven.
Van zijn meening, dat de zaak nog vol
strekt niet was opgehelderd, gaf hij ook zijn
opdrachtgever kennis; hij had het overigens
raadzaam geoordeeld niemand iets te vertel
len van zijn nachtelijke ontmoeting met de
jonge dame en den jongen man, die onder een
voorwendsel het huis van den bankier waren
binnengedrogen, want het bloed steeg hem
naar het hoofd, wanneer hij er aan dacht hoe
hij voor den gek was gehouden, en hij was
vast besloten dit spoor verder te volgen.
Want hoe meer over de zaak nadacht, hoe
meer hij tot de overtuiging kwam, dat Dolle
Bult niets te maken had met den moord. De
kris, waarmee de misdaad was gepleegd,
placht de bankier naar zijn eigen getuigenis,
onder het vloeiblok te leggen, zoodat het wa
pen niet voor het grijpen was voor een onin
gewijde, een omstandigheid, die de politie ont
gaan was.
Een ander punt waaraan de detective veel
gewicht hechtte, was het verdwijnen van het
kostbare collier. De inbreker hield stijf en
strak vol, dat hij het niet gestolen had, en de
bankier, die geen schade kon lgden, omdat
hij tegen inbraak verzekerd was, opperde dat
de dader het sierraad het eerst van de hand
had gedaan, en de opbrengst in bewaring
had gegeven aan het een of ander liefje, dat
hij nu niet verraden wilde. Dit was mogelijk,
maar niet waarschijnlijk.
Ongetwijfeld waren er voorbeelden van mis
dadigers, die, zelf tegen de lamp geloopen,
een vrouw of een medeplichtige spaarden,
zelfs al hadden zij eigen straf kunnen ver
lichten door te spreken, maar Dolle Bult
was niet een derzulken.
De detective had reeds vaker met dezen
recidivist te maken gehad, hij kende dit ka
rakter, en hij was overtuigd, dat de man in
derdaad niets van 't verdwenen collier wist. En
hij nam het besluit dieper op de zaak in te
gaan en niet, gelijk de politie, den moord en
al wat er aan vast zat, als opgehelderd te be
schouwen.
De familie Heeringa was inmiddels uit
Baarn teruggekeerd, en op een somberen
middag begaf Middernacht zich naar het
huis op de Keizergracht, en vroeg naar me
neer Jan. Hij trof het, de jonge Heeringa was
thuis, juist bezig zich te scheren.
Of de bezoeker maar even op zijn kamer
wilde komen. De kamer bleek achterin het
perceel te liggen, op de bovenste verdieping,
vlak onder de pannen.
„U hebt trappen moeten klimmen, meneer*
Ray, maar de kwestie is, dat ik aan deze ka
mer gehecht ben. Van mijn schooljongens
jaren af, bivakkeer ik hier al. Het is hier
ruim, licht en rustig."
De detective keek om zich heen, en kon
zich de voorliefde van den jongen man voor
dit vertrek heel goed indenken. Modern be
hangsel bedekte de balken, een ontelbaar aan
tal foto's hing in het rond, op vele waarvan
Jan Heeringa prijkte als voetballer en als
tennisser. Kleeden, een divan, speren, krissen
en boeken, maakten de kamer tot een der
gezelligste vertrekken die Middernacht ooit
had gezien.
De jonge Heeringa veegde de laatste zeep
resten van zijn knap gelaat, en bood zijn be
zoeker een stoel.
„U moet mij nemen zooals ik ben," veront
schuldigde hij zich. „Sans Gêne, zeg ik altijd
maar. En wat verschaft mg de eer?"
„Ik kom ueen paar inlichtingen vra
gen over Hendrik Bosman, en zoo, in ver
band met
Met den moord? Maar die is toch
allang opgehelderd?"
Jan Heeringa's stem klonk onthutst, naar
het den detective voorkwam.
„Misschien wel en misschien niet," zei Mid
dernacht langzaam. „Wat was Bosman eigen
lijk voor iemand? Ik bedoel: ten opzichte van
u?"
„Een beste kerel, maar hij vergat altijd, dat
hij zelf ook jong was geweest."
„Hoe zoo?"
„Och, hg schoolmeesterde altijd over me.
Hij hield van me als een vader. Zijn grootste
liefhebberij was te spreken van de dagen toen
ik nog op een hobbelpaard zat. Arme Hen
drik."
„Enh'mwaarover...... schoolmees
terde hij?"
„Als u het precies weten wil: over mijn
zorgeloosheid, zooals hij het noemde. Ik vind,
dat je niet voor je verdriet op de wereld bent.
En je leeft maar eens. Ik heb meer op met
vroolgke menschen dan met zeurkousen. Zoo
ben ik nou, maar vader heeft zijn strenge
buien."
„Zooals de meeste vaders," glimlachte de
detective, maar hield den jongen man scherp
in het oog.
„Hendrik vond, dat ik verkeerd gezelschap
zocht. Niet dat hij dat ronduit zei, tenminste
niet dikwijls, maar hij kon zijn hoofd schud
den, dat je bang was, dat het eraf zou vallen.
Hij kon erg somber zijn, die oude Hendrik
maar dat was dan ook zgn eenige fout."
„H'mdus het kwam nooit tot een be
paalde woordenwisseling tusschen u en den
ouden man?"
„Een enkele, hoogst enkele maal. Hij kon
wel eens te ver gaan. Hg waarschuwde mij
sas
r* a een half pond van dezelfde kwaliteit
GEDENKPENNING,
Voor de mariniers.
De Koninklijke-Begeer te Voorschoten zal
naar aanleiding van Nederlands bijstand aan
den Volkenbond inzake het Saarplebisciet
een gedenkpenning vervaardigen. De grootte
bedraagt 60 mm. Waarschijnlijk zal een ver
kleining worden vervaardigd voor de mari
niers.
Op
21 Januari wordt een aanvang
met de distributie gemaakt.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
een circulaire aan de gemeentebesturen ge
zonden betreffende de distributie van gehakt
in blik.
Met de distributie van het gehakt kan op
21 Januari een aanvang worden gemaakt.
Daarvoor is het noodig, dat de gemeente
besturen uiterlijk 12 Januari aan de Neder-
landsche Veehouderij Centrale opgeven, hoe
veel bussen gehakt zij wenschen te ontvan
gen.
Het gehakt in blik moet aan de consumen
ten verkocht worden voor 35 cent per bus.
Aan de Nederlandsche Veehouderij Centrale
moet door de gemeenten 30 cent worden be
taald. Tengevolge van de groote hoeveelheid
vet, welke zich in de bussen bevindt, bedraagt
de inhoud daarvan iets minder dan 1 K.G.
HET A. N. W. B.-WANDELBEWIJS.
Een lgst van 172 daarvoor open
gestelde landgoederen.
Met ingang van 1 Januari 1935 is verkrijg
baar gesteld het A.N.W.B.-Wandelbewijs, dat,
zooals reeds vroeger werd medegedeeld, door
den A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland
wordt afgegeven, in overleg met de Commissie
voor het Wandeltoerisme en de landgoed
eigenaren.
Gelijk men weet, is dit „Wandelbewijs" een
passe-partout bewijs van toegang tot verschil
lende voor het publiek opengestelde landgoe
deren ingesteld, ten einde eenheid te bren
gen in de toegangsregeling tot de verschil
lende landgoederen, zoodat de bona fide wan
delaar, die in een bepaalde streek van het
natuurschoon wil genieten, zich niet langer
zal behoeven te voorzien van een groot aantal
bewijzen van toegang, welke aan verschillende
adressen moeten worden aangevraagd en afge
haald, maar zal hij kunnen volstaan met één
enkel wandelbewijs, dat, krachtens overeen
komst met de betrokken grondeigenaren, door
het bureau van den A.N.W.B. Directie Toerisme,
te 's-Gravenhage, Parkstraat 1820, wordt
afgegeven en waarvoor de houder een waar
borgsom van f 5.stort, welke hem later
wordt teruggegeven. Voor zegel- en admini
stratiekosten wordt bovendien een bedrag van
f 1.50 betaald (volgende jaren f 1.
Deze voor de natuurvrienden en liefhebbers
van wandelen gunstige regeling is te beschou
wen als een «gentleman's agreement" en is
gebaseerd op het vertrouwen, dat de land
goedeigenaren hebben gesteld inden A.N.WJÏ.
en zijn leden. Het Bondsbestuur heeft dit in
hem gestelde vertrouwen aanvaard, daarbij
vast bouwend op de medewerking van de leden
van den Bond, om van deze regeling te maken
een instituut dat in den lande algemeen waar
deering vindt.
De A.N.W.B. heeft een lijst van landgoederen
samengesteld, met aanduiding van hun ligging
en vermelding van de eigenaars, welke lijst
de namen bevat van 172 landgoederen gelegen
in de schoonste streken van ons land.
Er hebben zich rreds vele personen voor
het ontvangen van het „Wandelbewijs" opge
geven. Daar voor alle aanvragers eerst toe
stemming van de landgoedeigenaren wordt
gevraagd, zal de afgifte in den regel niet
eerder dan twee maanden na de aanvrage
kunnen geschieden.
Binnenland
Hij bedreigde een Rotterdamsche
politie-agent met een bijl.
In de Mauritsstraat te Rotterdam heeft
Donderdagavond een agent van politie
den 52-jarigen werkloozen varensgezel
P. H. in zijn woning doodgeschoten, toen
H. hem met een bijl dreigde.
Omstreeks kwart over tien stond de 52-
jarige P. H. op den hoek van de Van Olden-
barneveltstraat en de Mauritsstraat te Rot
terdam. De man, die sedert 3 jaar zonder
werk is, en naar buren vertelden nog al eens
misbruik maakte van sterken drank, verkeer^
de onder drankinvloed. Onder dergelijke om
standigheden was hij ruw, opvliegend en hard
handig. Zonder dat nog duidelijk is kunnen
worden door welke omstandigheid, is de man
eensklaps zeer boos geworden en in zijn drift
heeft hij een groote spiegelruit ingeslagen van
de spekslagerij van de firma Schippers, welk
winkel op genoemden hoek is gevestigd.
Juist kwamen er een paar vrouwen langs,
van wie er een den man de vernieling van de
ruit verweet. De man keerde zich toen tegen
haar en hij gaf haar een paar geduchte op
stoppers. De beide vrouwen begonnen luid
keels om hulp te roepen. Dit trok de aan
dacht van een voorbijganger, die daarna tus-
schenbeide kwam. H„ die door het dolle heen
scheen te raken wierp zich op den voorbij
bijvoorbeeld, niet om te gaan met een zekere
dame, die ik graag mag lijden. Dat werd me
te bar, en ik zei hem ronduit, dat hij zich
met zijn eigen zaken moest bemoeien. Maar
ik heb er nu spijt van; hij meende het goed."
„Is die dameIda Basquette?"
„Ja, kent u haar? Zg is aan het tooneel."
„Ik heb haar hooren zingen," zei de detec
tive, en glimlachte.
„Ze is om te stelen," meende Jan Heerin
ga. „Verreweg de beste revue-artiste, die ik
ken."
„Zoo, zoo, zoo, en wanneer precies sprak
u Hendrik voor het laatst over deze affaire
met die soubrette?"
De detective scheen door den jongen man
heen te willen kijken, en deze begon zich
minder op zijn gemak te gevoelen.
Hij trommelde nerveus met zijn vingers op
de tafel en kreeg een kleur als vuur.
„Blijft alles wat wij hier bespreken tus
schen ons, meneer Ray?"
„Natuurlijk."
„Dan zal ik er geen doekjes om winden.
Ik sprak Hendrik voor het laatst om een uur
of half tien dien avond van den moord."
„En waar sprak u hem?"
„Hier in huis! Eerlijk gezegd, meneer
Ray, het heele geval bezwaart me, en ik ben
blij, dat ik eens met iemand kan spreken.
Mijn vader begrijpt zulke dingen niet, en ook
mijn zuster kan ik moeilijk in vertrouwen ne
men. Ziet u, ik reed dien avond naar Am
sterdam, want ik had een afspraak met Ida.
Ze werkt op het oogenblik niet, maar binnen
kort treedt ze weer op in een groote revue.
„Ziet gij hoeveel duizend sterren?!!", is de
titel. Ik ontmoette Ida in de Schillerbar,
zooals we hadden afgesproken. Zij wou wat
frissche lucht hebben en een eindje rijden. Ik
had er niets tegen. We reden den Zuidelijken
Wandelweg om, en onderwijl vertelde ik
haar, dat ik weer eens overhoop lag met den
ouden heer, die mijn maandgeld verminderd
had, omdat hij een paar kleine schulden voor
me had moeten betalen
„Dat vond ze zeker niet erg prettig?"
„Neen, ze zei, dat er zooveel heeren waren,
die haar naliepen en van wie ze alles kon krij
gen wat ze hebben wou. En of de oude heer
ieder dubbeltje omkeerde, voordat hij het uit
gaf, vroeg ze. Ik antwoordde, dat dit niet
het geval was, en schepte een beetje op over
het parelsnoer, dat mijn zuster cadeau krijgt
bij haar huwelijk. Ze zei, dat ik mijn sprook
jes wel voor me kon houden. En toen
„En toen," herhaalde de detective in span
ning.
„Toen stelde ik me aan als een idioot, en
zei, dat ze het collier kon zien, als ze me niet
geloofde. Ze antwoordde: daar houw ik je aan!
en vroeg uit hoeveel parels het bestond, en
wat de waarde was en nog een heeleboet
meer. Ik kan me best voorstellen dat een
meisje als Ida belang stelt in juweelen."
„Ik ook," zei Middernacht droog.
„Nou, om kort te gaan, we reden naar ons
huis op de Keizersgracht, en gingen naar
binnen. Hendrik, die erg doof was, hoorde ons
niet. Wij gingen naar vader's werkkamer en
ik opende de safe."
„Hoe wist u de combinatie van het letter
slot?"
„Van vader. Mijn zuster Annle weet haar
ook. Als wij in Amsterdam' wonen, is er nooit
iets in de brandkast van bijzondere waaide.
Wat contant geld, en paperassen van vader.
Zoowel Annie als ik bergen er ona maand
geld, als we het pas ontvangen hebben. Het
mijne is er nooit lang..."
„Waar was Ida Basquette, toen u de
brandkast opende?"
(Wordt vervolgd).