SGHELLINGER, v. Galenstraat Ingezonden esprongen handen PÜROL BINNENLAND BUITENLAND Duitschland en de raads- besprekingen over het plebisciet. HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 12 JAZUARI 1935. Voor het plebisciet in het Saapjebied. De volkenbondsraad INVENTARIS-OPRUI IN G V <e s*i c V" tra cg s o s* n 3 m e ra t n FB „oifcappen SchemerJamwes VSekvrïje Ca«seS!ss enz. enz. GEMENGD NIEUWS De strenge vorst dreigt niet meer. Bontdiefstal opgehelderd. Onder een convooitrem geraakt. Diefstal ten nadeele van eigen familie. Vk&zjcudkt [Doos 30 en 60ci. Bij Apofrh eri Drogisten I MINISTER KALJFF. Naar men meldt lijdt minister Kalff aan longontsteking. De ziekte heeft echter een gunstig beloop, zoodat er gepn reden tot on gerustheid behoeft te bestaan. STICHTING lilO-VACANTIEOORB. Het bestuur van bovengenoemde Stichting verzoekt ons te willen berichten, dat de kerst- collecte, welke in de Nederlandsche trioscopèn werd gehouden in totaal heeft opgebracht f 40.430.83. Het spreekt zijn dank uit voor het bios coopbezoekend publiek, dat het mogelijk maakte, dat ook dit jaar weer een groot aantal kinderen van de meest behoeftigen in ons land naar „Russeriduin" te Bergen a, Z. gezonden kan worden. BELANGi «I JKE MEDISCHE HULP VAN SIM AVI Naar wij vernemen heeft de Vereeniging Simavi „Steun In Medische Aangelegen heden Voor Inheemschen"), thans uit het „Prinses Juliana Noodfonds", circa f 12.000 beschikbaar gesteld voor aankoop van medi cijnen, verbandmiddelen en geneeskundige instrumenten ten behoeve van de Inlandsche hospitalen in Oost- en West-Indië. ZWAARDERE EXAMKNEISCHEN VOOR ONDERWIJZERS' EN HOOFD ONDERWIJZERS. Bij de Sra^eii-Geueraal is ingediend een wetsontwerp tot intrekking van artikel 5 der wet van 25 April 1879. De strekking hiervan is, dat onderwijzers, die opgaan voor het examen voor de A, en hoofdonderwijzers, die opgaan voor de acte B in Franseh, Duilsch of Engelsch in de toekomst ook zullen worden geëxamineerd in de theorie van onderwijs en opvoeding. DE ZUIDERZEEVEREENIGIN G. Mfr. Visserink bedankt als voor zitter, Prof. ter Veen opvolger. V. D. meldt: In de laatste vergadering van het Bestuur der Zuiderzeevereeniging heeft, naar wij ver nemen, de Voorzitter van dit college, Mr. G. Visserink, mededeeling gedaan van zijn be sluit tot aftreding, uitdrukking gevende aan zijn wensch, de leiding der Zuiderzeevereeni ging over te geven aan een jongere kracht, De vergadering had dit besluit te eerbiedigen, doch wenschte nadrukkelijk de President als lid te behouden, zij het dan niet langer als Voorzitter, aan weik verzoek Mr. Visserink gehoor gaf. Met aigemeene stemmen werd vervolgens tot Voorzitter der Zuiderzeever eeniging benoemd: Prof. Dr. H. J. ter Veen, te Amsterdam. Bij monde van den onder-voor zitter, Mr. H. Smeenge, werd daarop het voor stel gedaan, de afgetreden titularis tot eere lid der Zuiderzeevereeniging te benoemen, weike voorstel even spontaan door de ver gadering werd aangenomen. MINIMUM-PRIJS GEPELDE CONSUMPTIE-GARNALEN. Bij Koü. bos.uiL is groothandelaren in gepelde consumptie-garnalen, we ke geen be drijf als garnaienpellerij uitoefenen, onthef fing verleend van het bepaalde in artikel 3, lid 2, van het consumptie-garnalenbesluit 1934 I, voor zoover het betreft het in den handel brengen van gepelde consumptie garnalen, ten aanzien waarvan door hen ten genoege van de Ned. Visscherijcentrale is aan getoond, dat zij deze op den dag van het in werking treden van voornoemd bes'uit voor eigen rekening in gepelden toestand in voor raad hadden, onder voorwaarde, dat bedoelde groothandelaren zich jegens de crisis-orga nisatie voornoemd verbonden hebben om de betreffende garnalen niet te verkoopen dan voor of boven den minimumprijs van 0.92j/j per kg, af pakhuis. (St.Crt.) DE OPZEGGINGSTERMIJN VAN ARBEIDS OVEREENKOMSTEN. Een wijziging in overweging. Men meldt uit Den Haag: Naar aanleiding van de desbetreffende vra gen van het Tweede Kamerlid Drop bij de behandeling van de begrooting van justitie, wordt ten departemente overwogen de wet met betrekking tot den opzeggingstermijn van arbeidsovereenkomsten te wijzigen. Vanwege de staatscommissie-Limburg, die te dezer zake van advies dient, hebben de hoofdbesturen van de werkgevers- en werk nemersorganisaties thans het volgende drietal vragen ter beantwoording ontvangen: lo. hoeveel ontslagen zijn er gedurende de laatste twee jaren bekend geworden? 2o. welke termijnen van opzegging zijn daarbij in acht genomen? 3o. zijn u klachten bekend geworden over te korte opzeggingstermijnen De antwoorden worden uiterlijk 19 Januari terugverwacht op het departement. HET CONFLICT IN HET VISSCHERIJ- BEDRIJF TE IJ MUIDEN. Vergadering van het comité van actie. Gisteravond heeft het comité van actie in zake de loonregeling in het visscherijbedrijf te IJmuiden vergaderd. Er waren 300 zee- visschers en havenarbeiders aanwezig. De voorzitter gaf een uiteenzetting van den stand van zaken en wees erop, dat de leden van de drie bonden thans voor de tweede maal de voorstellen van de reeders hebben verworpen. Het was volgens het comité noo- dig, nu ook de verdere houding te bepalen. Daarna werd den aanwezigen gelegenheid ge geven zich uit te spreken. Algemeen was men van meening dat en dit werd aan het eind van de vergadering in een motie uitgesproken men geen enkele verslechting wilde aanvaarden en dat men alleen zou varen en het lossen der schepen voortzetten als het oude contract gehand- V"**: VERMINDERING PENSIOENEN SPOOR WEGAMBTENAREN. Wetsontwerp ingediend. Bij de Staten-Generaal is ingediend een wets ontwerp tot wijziging van de Pensioenwet voor de spoorwegambtenaren 1925, Hierdoor wordt de mogelijkheid geopend „de pensioenen met het sterk gedaalde prijspeil in overeen stemming te brengen": De pensioengrondslagen over tijdvakken voor 1 Januari 1921 worden buiten beschouwing gelaten. De sedert dien datum ingevoerde drie loonsverlagingen wor den tot één herleidingspercentage verrekend. Voor het eerste jaar zal de regeling een ver mindering van pensioenlast meebrengen, die op f 1.400.000 wordt geraamd. De diplomatieke correspondent van Reuter merkt op, dat Duitschland het recht heeft in den Volkenbondsraad vertegenwoordigd te zijn, als deze den uitslag van het Saar- plebisciet bespreekt, aangezien Duitschland nog tot October lid van den Bond blijft. Engeland heeft Duitschland niet-officieel over deze aangelegenheid gepolst door bemid deling van zijn ambassadeur te Berlijn. Minister Von Neurath heeft den Engelschen gezant doen weten, aldus deelt het Duitsche Nieuwsbureau nader mede, dat de Rijksregee- ring, nadat zij van haar uittreding uit den Volkenbond heeft kennis ggeeven, uit prin- cipieele overwegingen niet in staat is, aan het voorstel gevolg te geven. De officieele uitslag pas Dinsdag ochtend bekend gemaakt. Te Saarbrücken is gisterenochtend naar Reuter meldt officieel meegedeeld, dat de uitslag van het plebisciet niet voor Dinsdag morgen 8 uur van den Wartburg zal worden bekend gemaakt. Britsche politietroepen met de bajonet op het geweer zullen van Zondagavond af den Wartburg bewaken. De radio-propaganda. Duitschland weigert stopzetting. Een officieel bericht uit Saarbrücken meldt, dat de Fransche regeering onder voorbehoud van aanneming door Duitschland, het voorstel van de plebisciet-commissie heeft aanvaard om alle propaganda door de radio van beide landen van 10 Januari af stop te zetten. De commissie ontving intusschen een brief van Bürckel, den rijkscommissaris van de Duit sche regeering, waarin hij meedeelt niet met dit voorstel accoord te kunnen gaan wegens de onjuistheden die Pfordt en Max Braun in hun uitzending via Straatsburg van 6 Januari verteld hebben en die niet onweersproken mo gen blijven. Duitsche Saarïanders komen stemmen. Gisterenmorgen aldus meldt Reuter uit Saarbrücken kwamen er om de 10 minuten treinen aan met Duitsche Saarïanders, die kwamen stemmen. Men verwacht enorme be toogingen. ZWEEDSCHE RIJKSDAG GEOPEND. De Zweedsche Rijksdag is gisteren geopend met een troonrede van den Koning, waarin o.m. geconstateerd werd dat de verbetering van den economischen toestand aanhoudt. De na de opening ingediende begrooting is 41 millioen kr. lager dan de loopende begroo ting. Er wordt geen leeningsgeld meer ge vraagd voor openbare werken ter bestrijding der werkloosheid. De defensie-begrooting 158 millioen kr. hooger. NIEUW BKITSCH VLOOTPROGRAM. Geen groote aanbouw dit jaar. De Britsche marinebegrooting van dit jaar, welke eind Februari zal verschijnen, zal vol gens den marinemedewerker van de „Daily Tèlegraph" niets sensationeels brengen. Het bouwprogram zal twee of drie kruisers omvatten van de 9000 tons Southamptonklas- se, verder een kleniere kruiser, een flottilje- leider, acht torpedobootjagers en drie onder zeeërs. Het kritieke jaar voor de Britsche zeemacht zal 1936 zijn; dan zullen naar alle waarschijn lijkheid groote besluiten moeten worden ge nomen ten aanzien van toekomstigen aanbouw en van het personeel. De 84ste zitting geopend. De dag van Zaterdag geheel voor ver trouwelijke besprekingen bestemd. De correspondent van de Nw. Rott Crt. te Genève meldde gisteren: De Volkenbondsraad is vanochtend zijn 84ste zitting begonnen onder leiding van den Turkschen minister van buitenlandsche zaken Tewfik Roesjdi bei. De Raad heeft vandaag slechts enkele onbelangrijke rapporten aan genomen en is daarna gesloten. Zaterdag wordt in het geheel geen vergadering ge houden, men zal eerst Maandag weder bijeen komen. De reden van dit besluit is dat de raads leden den dag van Zaterdag geheel voor ver trouwelijke besprekingen willen vrijhouden, aangezien Sir John Simon Zondag reeds weer zal moeten vertrekken en Laval eerst van avond zal aankomen. De Engelsche regeering dringt er naar men zegt sterk op aan dat de Volkenbondsraad, indien eenigszins mpgelijk, reeds in deze Janu- ari-zitting kan allen twijfel over het lot van het Saargebjed. een einde zal maken. Binnenlana De weerkundige medewerker van het „Vad." schrijft: De strenge vorst in het Oosten, die gedu rende eenige dagen een dreigement vormde, heefc als zoodanig haar beteekenis voor or.s verloren. Ten eers.e is de vorst in Polen zelf Sterk verminderd, ten tweede is de aanvoer van de zeer koude lucht uit het binnenland daar tot staan gekomen en ten derde heeft het doorkomen van een warme luchtstroom uit den Oceaan in West-Europa de koude lucht verdreven en aan den verderen aanvoer van koude lucht uit het Oosten een einde gemaakt. Berichten uit Engelaud doen vermoeden, dat over West-Europa voorioopig zachter weer zal heerschen. De invloed van den warmen luchtstroom breidt zich Ooso- en Zuidwaarts uit en daarmede wordt het gebied van hoogen druk over Centraal- en Oost-Europa waar schijnlijk verder afgebroken. Wij moeten hierbij in aanmerking nemen, dat niet alleen voor de eerstvolgende dagen de vorstkansen in ons land geheel op den achtergrond treden, maar dat ook de kans op herstel van een dreigenden toestand veel kleiner is geworden. Zoo zal misschien de Zweedsche meteoroloog Sandsiröm, die verwacht, dat de eerstvolgende winters zacht zullen zijn, gelijk krijgen, nadat de strenge vorst in Polen en Rusland zijn verwachtingen geheel schenen te zullen weerspreker Arrestaties te Amsterdam. Eenigen tijd geleden is in de St. Nicolaas- straat te Ams erdam een partij bont gestolen ter waarde van circa f 4000. Deze party is door rechercheurs van bureau Warmoesstraat een paar dagen geleden opgespoord. Een der vermoedelijke dieven is Donderdag aangehou den. Deze man was Woensdag overgeoracht naar het huis van bewaring en heeft daar een bekentenis afgelegd. Hij heeft verklaard, dat zij met drie personen den diefstal hebben ge pleegd. Een van hen had de sleutel van net huis, die hij naar hij beweerde had gevonden. Twee zijn toen naar de St. Nicolaass.raat gegaan; door middel van den sleutel konuen zij gemakkelijk binnenkomen. Het bontwerk bestond uit mantels, jassen en garnituren. Zij hebben alles in gonjezakken gepakt. De derde man is toen me. een auto gekomen. De gonje zakken zijn ingeladen en des nachts nog ver voerd naar een vierden man, een opkooper op het Waterlooplein. Met dezen hadden zij af gesproken, dat zij zouden komen met ges: olen goed. In een acnverkamer is hei bont uitgepakt en de opkooper heeft het gekocht voor f 860. Naar aanleiding van deze bekentenis heeft de recherche Donderdag nog een van de dieven gearresteerd en Donderdagavond den derden man, benevens den opkooper. Drie van hen hebben een volledige beken tenis afgelegd. De opkooper alleen beweert niet te hebben geweten, dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Het bont is door de eigenaars herkend als hun eigendom. Aan de gevolgen overleden. In de Putcchelaan te Rotterdam is Don derdagmiddag omstreeks 5 uur de 10-jarige scholier C. van Geffen uit de Jasmijnstraat onder een convooitrein van de Nederlandsche Spoorwegen geraakt. De trein, bestaande uit een rangeerlocomotief en 20 kolenwagens reed in de richting naar Charlois. De jongen is op de treeplank van een der wagens ge sprongen, welke wagen de vierde van achte ren af was. Tengevolge van de gladheid is de jongen van de treeplank gevallen en onder den trein geraakt. Een paar wielrijders heb ben zoo snél mogelijk den machinist van den trein gewaarschuwd, die terstond den trein tot stilstand bracht. Vier wagens waren echter den jongen over beide beenen gegaan. Het rechterbeen is afgereden en het linkerbeen is verbrijzeld. In hoogst zorgelijken toestand is de jongen in het ziekenhuis aan den Cooi- singel opgenomen. In den loop van den avond is hij aan dp gevolgen overleden. De landböuwersknecht H. v. E. uit Prjn- acker, heeft Donderdag terecht gestaan we gens diefstal van geld ten nadeele van zijn vader en zijn broer. Verdachte had met zekeren van E. een af spraak gemaakt, om gezamelijk naar België te gaan om aldaar werk te zoeken, doch er was geen geld. Zoodoende vatte verdachte het plan op, om thuis geld te stelen, en hij wist een bedrag van 120.machtig te wor den, toebehoorend aan zijn vader, terwijl hij ook uit een geldkistje, inhoudende een bedrag van 1160.—, eigendom van zijn broer, een bedrag van 46.50 wegnam. De rest begroef hij in het kistje onder den grond op een wei land. Verdachte bekende de feiten. Het O.M. eischte tegen verdachte, die reeds eerder is veroordeeld, 1% jaar gevangenis straf. „DE GROOTE VLASSCHUUR" VERWOEST. Gisteravond is te Barendrecht een veertien meter hoog houten gebouw „De groote vlas schuur" in vlammen opgegaan. De schade wordt op ongeveer 30 mille'geschat. (Buiten ver.intwoordelijkbeio van de red«cti* Niet geplaatste stukken' worden uiei terusKezonden.) Geachte Redactie. Zou ik voor een enkele maal nog eens Uwe gastvrijheid mogen inroepen om mijn mis noegen kenbaar te maken jegens het bes-uur van de gymnastiekvereeniging „Pro Patria" te Den Helder, over de wijze waarop het meent er een „stelregel" op te moeten na houden nopens het aannemen van leden. Eerstens wil ik het bestuur er op wijzen dat het aria. cord aan den heer VV. Verhoef niet geheel juist is, vcor wat betreft „dat reeds meer dan 50 jaar eenzelfde gedrags lijn wordt gevolgd, enz." Men heeft er bij P.P. steeds een eigen- aardigen „stelregel" betreffende het toelaten van leden op nagehouden. Ik wil er in dit ver band even aan herinneren dat door mij, reeds by het 25-jarig bestaan van P.P., ook in Uw blad in scherpe bewoordingen tegen het toen malig bestuur te velde werd getrokken. Men was in die dagen nog zoo benepen conserva tief, dat alleen van militairen 'linde werden toegelaten indien hun vader minstens den rang van adjudant-onderofficier bekleedde. Men kon de scheidingslijn niet verder door trekken om reden de leider was een adjudant- onderofficier n.1. de Heer Hooydonck, terwijl de voorzitter was de Heer Sciiamilch, zoon van wijlen den adjudant-onderofficier der Mariniers van dien naam en het toch zelf voor P.P. al te gek zou zijn eventueele kindéren van deze beide heeren te weigeren als lid. Ik heb in Uw blad toen geciteerd en ik doe dit na 25 jaar nogmaals, het le ge deelte van het 2e couplet van het zoo mooie gymnastenlied, luidende: „Dan drukken we elkander als broeders de (hand. Dan is er geen sprake van rang ot van stand Van ouden of jongen, van armen of rijk. In kleed van den turner zijn ahen gelijk". (Ik ga er nu nog prat op, dat enkele zee officieren mij spontaar. zeiden: „Majoor He ringa, jij hebt het hun goed gezegd.) Men heeft blijkbaar nadien de grens door den urai.g .er rijden wat ïu mer ges.eld en den slagboom verplaatst tot kinderen van mi litairen beneden den raag van Sergean-. Deze jonge Vaderlanders worden vooralsnog niet waardig gekeurd om in de gemeenschap met kinderen van een gewcon burgerman, de gym nastiek te beoefenen, 't Is treurig maar he'aas waar, en dat in den tegenwoordigen tijd, nu iedereen er den u.' nd vol van beeft om toch vooral ons Volk saamhorigheid in te prenten en vertrouwen in elkaar te hebben enz., enz. Dat het gestuur van P.P. baas in eigen huis wil zijn, is hun goed recht, dat het echter een groot deel van personen omdat ze mili tair zijn uitsluit, is op zijn zachtst uitgedrukt een even groot onrecht. Dit onrecht springt in een Marineplaats als Den Helder dan ook al bizonder in het cog. Ik houd mij er van overtuigd dat, voor het geval een tegenwoord'ge- of oudbsstuurs- lid van P.P. een zaak in Den Helder drijft onverschillig in welke branche hij den moed mist duidelijk kenbaar te maken, dat aan militairen beneden den rang van Sergeant en hunnen huisgencoten niet wordt geleverd. Dan is men poeslief en kleedt men zich wat graag in een turnpak, hetwelk allen gelijk maakt. Wanneer onverhoopt de thans genegeerde militairen de handen ineen zouden slaan, en alle zakenmenschen, die als bestuurslid van een vereeniging hen willen weren, op de zwa. te lijst te plaatsen dan zou ik ze groot gelijk geven. Ik zou ze willen toeroepen mannen, het is jullie dure plicht deze consrevatieve heeren te toonen dat het heden ten dage niet meer aangaat de kinderen te laten voelen, dat hun vader nog minderwaardig is, omdat hij het nog niet tot Sergeant heeft gebracht, niettegenstaande hij misschien reeds 10 jaren geleden een voldoend examen heeft afgelegd, maar dank zij de trage bevordering in som mige dienstvakken nog niet werd aangesteld. Oók de militairen, die door omstandigheden niet zijn gegradueerd, mogen nog niet allen als mensch worden beoordeeld naar wat ze op hun mouwen hebben, maar hoe zij zich gedra gen. Wanneer het bestuur zijn ballotage in deze i richting stuurt kan niemand daartegen opponeeren, maar dan zou het bij terugwer kende kracht wei eens kunnen gebeuren dat iemand, die thans staat binnen het hek van P.P.. en zijn neus optrekt voor de uitgesloten groote groëp militairen, den toegang werd geweigerd omdat hij als individu niet voldoet om te komen in een fatsoenlijke omgeving. Het zou mij bizonder aangenaam zijn indien Zijne Excellentie de Minister van Defensie eens op dezen ongehoorden toestand werd ge wezen en dat Zijne Excellentie het bestuur ■van P.P. eens duidelijk te verstaan zou geven dat een dergelijke houding tegenover een zeer groot deel van het personeel hem niet welgevallig is. Zijne Excellentie zou hiermede elk rechtgeaard militair een grooten dienst be- wyzen. Geachte Redactie, U zult mijn pen misschien eenigzins scherp vinden, maar laat ik U als eerlijk man bekennen dat het ook mijne bedoe ling was, referte mijn strijd met P.P. van nu ruim 25 jaar geleden. Men gaat bij deze Ver eeniging nog immer met het „Nieuwediep- sche bootje" niettegenstaande de stoomtrein er reeds zeer ernstig over denkt een plaatsje in een museum te bespreken. Met vr. dank voor de plaatsing B. Heringa, gepd. Opper-Schrijver Marine-Hospitaal. Den Haag, 5 Januari 1935 Paul Krugerplein 10 Met dank aan de redactie voor de inzage, verwyzen wij naar ons onderschrift op het voorgaande ingezonden, waarin wij verklaarden 'niet te zullen discusseeren over de bij onze veréeniging' gebruikelijke stelregels. i Het Bestuur P. P, Mijnheer de Redacteur, Als correspondent van uw blad te Van Ewijcksluis, grijpt de voorzitter van de Vis- scherij-vereeniging, de heer K. Keuris, de gelegenheid aan om in het jaaroverzicht van 1934 de belangen van den Ewijcksluizer vis- schersstand 6 gezinnen te bepleiten. Hierbij vergaloppeerde de heer Keuris zieh wel eenigszins ten opzichte van de hengel sport. De schrijver k t in het jaaroverzicht een eenzijdigheid bloot die wel verklaarbaar is maar in dit geval niet zonder rechtzetting mag blijven. Ik zou dan ook allereerst tegenover de strekking van het artikel de vraag willen op werpen of het bezoek van de hengelaars wel 500 per dag soms, volgens den schrijver niet evenveel, zoo niet meer, haten brengt aan de Ewijcksluizer gemeenschap, dan er schade wordt berokkend aan den visschers- stand te van Ewijcksluis. Ziedaar een vraag, waarop een beantwoor ding wellicht niet in het voordeel van den visschersstand zal uitvallen. Ik wijs in dit verband op den maatregel, die door B. én W. van Medémblik is uitgevaar digd. Het is daar n.1. aan de visschers ver boden met een zegen of sleepnet in de haven te visschen om het hengelaarsbezoek in de hand te werken. Het pleidooi voor lotsverbetering van den Ewijcksluizer visschersstand m.i. zijn er in onze gemeente wel bevolkingsgroepen wien eerder een steuntje toekwam is zeker te prijzen. Maar de schrijver mag daarvan geen veroordeeling van de hengelsport maken. De aangehaalde „eigenaardige praktijken van sommige hengelaars" mogen geen rede nen zijn om een vonnis over den geheelen hen gelaarsstand uit te spreken. Daar zit overal kaf onder het koren. Als het waar is, dat de schrijver weet dat som mige hengelaars met ongeoorloofd of over dadig vischtuig hengelden, dan had hij als visseberij-voorman niet moeten schromen de politic hierin te kennen. Onze zeer actieve politie zou gerust niet nagelaten hebben in deze dubbel waakzaam te zijn. En de geachte schrijver zou bovendien den dank verschuldigd zijn van het overgroote bonafide deel van de hengelaars indien hij overtreders die den naam van de sport in diserediet brengen aan den kaak had ge steld. Als het verder waar is, dat de visscherij- stand zoo bevreesd is voor het uitroeien van den snoekbaars in 't Amstelmeer, dan kan ik u vertellen, dat er van al die hengelaars wel ke dezen zomer bij mij zijn ge>/eest, nooit iemand één snoekbaars heeft gevangen in de wateren van het Amstelmeer. En begrijp ik tevens niet waarom verleden week, toen 2 Ewijcksluizer visschers pi m 500 pond zoetwatervisch (in hoofdzaak baars) afleverden, waartu33chen zich wel en kele snoekbaarsen bevonden, netjes tusschen de baars in op een gereedstaanden vracht wagen werden afgeleverd. Mij dunkt, de heer Keuris heeft dit jaar overzicht wat te veel door visschersympathie laten beïnvloeden en oordeelt daarom te hard en onbillijk over de hengelsport, da-iic voor de plaatsing. W. Waiboer. Van Ewijcksluis. Mijnheer de Redacteur, De heer Waiboer is het niet eens met de door mij geleverde beschouwing inzake de nadeslen door de sportvisschers toegebracht aan de visscherij op het Amstelmeer. Dat is zjn goed recht. Minder juist is het echter, dat hij deze kritiek begint op te dienen met de vermelding van naam en kwaliteit van den correspondent, welke wordt aangevallen. Dlijkbaar is het hierbij zijne bedoeling, eens te laten uitkomen, van welke zijde het over zicht afkomstig is, wat dan tevens als waar schuwing geldt (het wordt later ook letter lijk gezegd), dat het gegeven oordeel wel wat eenzijdig is gesteld. Ik voel echter heusch niet, waarom een correspondent niet in staat zou zijn een onbevangen oordeel uit te spre ken, ook al is hij bij het object van beoor- deeliug zijdelings (doch in geen geval finan cieel) betrokken. De heer Waiboer schijnt echter van een andere meening te zijn en daarom is het mis schien goed, hem met gelijke munt te betalen en hierbij te laten uitkomen, dat de heer W. als caféhouder (in wiens café veel henge laars komen) en als bootjesverhuurder ;aan de hengelaars) niet zijdelings, maar finan cieel zeer positief belang heeft bij een zoo groot mogelijk bezoek van hengelaars. Wie dus het meest belang heeft bij een eenzijdig oordeel, behoeft hier wel niet nader te worden uiteengezet. Maar nu ter zake. De visehstand van Van Ewijcksluis telt zes gezinnen, schrijft de heer Waiboer. Mijn telling geeft er echter 12 aan (15 personen). Dat getal is voorheen wel eens hooger geweest, maar het is in elk ge val nog voldoende, om hiervoor op te komen. Maar mogelijk kijkt de heer Waiboer alleen naar de zes gezinnen, die op dit oogenblik rechtstreeks bij de baarsvisscherrj op het Amstelmeer belang hebben en zich hij de an deren, die in de toekomst bij een goeden zoet- watervischstand belang zouden kunnen heb ben, over het hoofd. Ook ziet hij over het hoofd dat, om nu maar eens een paar namen te noe men, de gebroeders C. F. en P. Siewers, als visschers op een rechtstreeks met het Amstel meer verbonden vischwater, groot belang heb ben bij een goeden visehstand in het Amstel meer. En de visschers op Wieringen worden eveneens vergeten. Op Waiboers vraag, of de gemeenschap niet méér is gediend, door een ruim hengelaars-be zoek, dan de schade aan den visschersstand berokkend, kan onmiddellijk met „neen" ge antwoord worden. Want wie te Van Ewijck sluis heeft voordeelen van dit bezoek, behalve de eaféhouder-bootjesverhuurders Waiboer en JKeuris En wie van deze beiden het meest Als W. dus bedoelde vraag eens stuk voor stuk aan de inwoners van Van Ewijcksluis zou wil len stellen, ben ik er van overtuigd, dat hij zeer teleurgesteld zou uitkomen. Hoewel de heer W. het pleidooi voor lots verbetering der visschers zeker te prijzen acht, meent hij, dat er wel andere bevolkingsgroe pen zijn, aan wien eerder een steuntje toe komt. De heer W. bewijst hiermee echter, dat hij, hoewel levende vlak naast deze menschen, van hun werkelijken toestand niets afweet. Dat is ook niet zoo direct zichtbaar. Maar als de heer W. de som der in de laatste jaren van de visschers ingeteerde spaargelden eens zou zien zou hem daarover wel een ander licht opgaan. De heer W. erkent verder, dat er overal kaf onder het koren zit, ook bij de hengelaars dus, maar daarom mag nog geen vonnis over den heelen hengelaarsstand worden geveld. Dat is echter heelemaal niet gedaan. Gerust, ik erken gaarne, dat er onder hen vele hoogst nette menschen zijn en ik draag de hengelaars ia het algemeen heusch geen kwaad hart toe. Ik heb alleen geconstateerd, dat er legio overtre dingen zijn gepleegd en dat deze overtredin gen, omdat zij in bootjes vér van den wal wer den gepleegd, bijna nooit met zekerheid kon den worden geconstateerd. Ik zou dan de po litie hebben moeten waarschuwen, zegt de heer W. Zou deze nu werkelijk meenen, dat de po litie nooit is gewaarschuwd? Och kom! Maar- de heer W. weet zeer goed, dat onze politie, hoe actief ook, hier niets kan uitrichten, want als zij de overtreders op het water zou nade ren, is er toevallig niets meer van te zien. Ieder weet de trucjes, welke dan worden ge bezigd. Zou de heer W. dat dan niet weten De heer W. schrijft dan nog, dat van alle hengelaars, die dezen zomer bij hem zijn ge weest, nooit iemand één snoekbaars in het Amstelmeer heeft gevangen. Dat is mogelijk, maar zulks neemt toch niet weg, dat er toch wel gevangen zijn en meegenomen ook! Ik heb ethter nergens beweerd, dat deze personen bij den heer W. hun stamcafé hadden. Er zijn ook nog andere gelegenheden, ook op Wieringen. In het slot van zijn schrijven doet de heer W. een beschuldiging aan het adres vari twee visschers, die enkele snoekbaarsen zouden heb ben afgeleverd. Ofschoon ik de waarheid hier van niet direct kan beoordeelen, kan ik de heer W. wel zeggen, dat als zulks werkelijk heeft plaats gehad, hiertegen zeker zal worden opgetreden. Want ook de visschers hebben zich aan de gestelde regelen te houden, al valt het hun soms moeilijk, waar anderen zich van de voor hen geldende maatregelen niets aan trekken, daarbij steeds de rechte lijn te houden. De schrijver van het Jaaroverzicht. Toen even vóór de Kerstdagen de ont werp gemeentebegroo.ing I93u met het ge bruikelijke „voorwoord" aan de leden van den gemeenteraad was verzonden, werd mij, per telefoon, va.iwege Uwe redactie de vraag gesteld, of nu de inhoud van het voorwoord wel gepubliceerd mocht worden. Ik ant woordde daarop toestemmend; immers ue begrooting moet ingevolge wettelijk voor schrift voor iedereen ter inzage worden ne- dergelegd, en het voorwoord behoort bij de begrooting. En toch, er is alles voor te zeg gen, dat de ingezetenen der gemeente kun nen kennis nemen van den toestand der ge- meente-financiën voor het komende jaar. en de nieuwsbladen zijn een uitermate ge schikt middel, om die kennisneming te be vorderen, mits zij dat met onbevangenheid, in elk geval zonder de belangen der ge- gemeente te schaden, doen. Nu ls het van aigemeene bekendheid, dat een belangrijk deel der groote pers, vooral in den tegenwoordigen tijd van financieële en economische moeilijkheden in velerlei op zicht, maar in het bijzonder ook van finan cieële moeilijkheden voor de openbare licha men, de berichten te dier zake lanceert met een tendenz van zwartgalligheid, in vele ge vallen van zóó overdreven gehalte, dat aan onoprechtheid, aan het opzettelijk geven van een verkeerde voorstelling van zaken, valt te denken. En vooral wordt door het plaat sen van zoogenoemde kopjes boven de be richten in die richting' veel gewerkt. Zoo las ik onlangs het is maar een voorbeeld uit vele in het Algemeen Handelsblad, beven een bericht over een raadsvergadering van Apeldoorn, het kopje; „Pensioenverhaal ver hoogd." Maar het bericht verder lezende bleek mij, dat de gemeenteraad de week- loonen der gemeente-werklieden met in door snee 50 cents per week had verhoogd ter compensatie van hetgeen de betrokkenen meer aan pensioensbijdragen hebben te be talen, tengevolge van de met ingang van 1 Juli j.1. in de Pensioenwet 1922 aangebrachte wijziging. Dit bleek de mededeeling te zijn, waarop het „kopje" sloeg, maar de doorsnee lezer, de meeste lezers van de groote bla den hebben, helaas, genoeg aan de opschif ten, om versterkt te worden in hun door die bladen gesuggereerd oordeel zal uit dat opschrift gelezen hebben, dat de ambtenaren en werklieden van Apeldoorn opnieuw een veer hebben moeten laten! Mutatus mutandis wordt ongeveer hetzelf de bericht met het opschrift (kopje) dat U plaatste boven het uittreksel uit het voor woord der begrooting m Uw blad van 27 dezer. Daar immers heet het: „Financieële toestand niet gunstig. Wordt Den Helder noodlijdend?" Waaraan worden nu de zooeven geciteerde woorden door U ontleend Wèl, enkel aan het feit, dat onze gemeente, nu ze het moet on dergaan, dat haar, nevens het groote na deel dat ze heeft ten gevolge van een wij ziging der wet op de financieële verhouding tusschen Rijk en gemeenten, een groot deel der belasting-inkomsten wordt afgenomen teneinde dat te storten in een door het Rijk in te stellen Werkloosheids-subsidiefonds, vraagt om het haar volgens een van Rijks wege opgezette berekening toekomende be drag te mogen terug ontvangen. Wat zou nu de indruk voor de lezers, die in hoofdzaak naar de „kopjes" kijken, niet veel gunstiger geweest zijn, wanneer U gegeven het feit, dat deze gemeente door 's Rijks maatregelen een totaal bedrag van bijna f 163.000 verliest, waartegenover ze slechts .bijna f 122.000 uit het Werkloosheids- subsidiefonds kan ontvangen, en het feit, dat ze, in tegenstelling met bijna al hare zusteren, tot nu toe nog geen cent Rijks- of provinciaal subsidie genoten heeft in de kosten van voorziening tegen de werkloos heid het opschrift gesteld had aldus: „Fi- nancieele toestand ten gevolge van 's Rijks maatregelen niet zoo gunstig meer. Toch redt Den Helder zichzelf, wanneer het zijn recWtmatig aandeel uit met zijn geld te vor men, fonds maar terug krijgt". Zoo ongeveer staat het ook met het „kopje" boven het bericht uit Den Helder Lr» het Alge meen Handelsblad van 3 dezer, aan welk op schrift de heer Meijer zich, volgens het ver slag van de raadsvergadering van 3 dezer, voorkomende in Uw blad van j.1. Zaterdag, stootte. En nu wordt in een onderschrift op evengenoemd verslag wel gepoogd den inhoud van dat „kopje" te verdedigen, door te zeggen, dat die inhoud is ontleend aan het „voor woord" der begrooting, doch die poging faalt te eenenmale. Immers in het ook in dat onder schrift voorkomende gedeelte van het voor woord komt tot uiting, dat, wanneer de ge meente niet zou vragen om haar rechtmatig aandeel in het Werkloosheidssubsidicfonds, zij noodlijdend zou worden, en daaruit leest U (Uw verslaggever) evenals blykbaar da kopjes-fabrikant van het Handelsblad, dat die noodlijdendheid dreigt. Inderdaad, naar de strekking van dergelijke „kopjes" beho ft door niemand, die ook het bericht of andere stuk zelf leest, niet geraden te worden. Ik voor mij word er echter huive rig voor, om in het vervolg verder medewer-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 6