Buitenlandscn Overzicht. LISTERINE TANDPASTA HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ci. UWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA De omvang der werk' loosheid in de wereld. De ontruiming van het Saargebied. Zijn Uw tanden dof of zelfs geel DE MOORD OP DE KEIZERSGRACHT 63ste JAARGANG Overeenstemming tusschen Abessinië en Italië. i Fransche vlootbouw. De strategische verhoudingen in den stillen Oceaan. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet h Anna Paulowna, Breezand w, Heldersche Courant t 1.50; Koegras, Nederl. Oost- en West-Indië lennsen en Texel f 1-65; binnenland f 2.—, landen f 3.20. Losse nes P Z*epost f 210 idem per mail en overige Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70 f0 70 ti P" ^eekabonnementen 12 ct. f 1.70. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1,50, VerschgntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerg v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct, (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct VolkeerrHn8SPJanne: Van Ll^dG^- - Een petitie tot den olkenbondsraad van de Liders van de Saarminderheid. - Nieuwe spanning tusschen Japan en China. De Welsche toovenaar Het is natuurlyk toe val dat Roosevelt's wetsontwerp, juist op den verjaardag van Lloyd George is ver schenen. maar de coïncidentie is ^ch wel op merkelijk schrijft de Nw. Rott. Crt. De Ti mes. die overigens vry goed te spreken is over de voorstellen, maakt scherpe opmer kingen aan het adres van Lloyd George en zegt dat diens „new deal" en die van Roose- velt veel gelijkenis hebben, maar niettemin van zeer uiteenloopende waarde zijn. Roosevelt toch is hoogst populair in zyn land en geniet er een haast onbeperkt gezag, terwijl de groote meerderheid van het Engel- sche volk, ook al bewonderen zy Lloyd Ge- orge's energie en roerigheid, niet bereid zgn hem ten volle vertrouwen te schenken. Zijn populariteit en gezag zijn in verleden en he den gedaald door zijn geneigdheid om in woord en geschrift „in belachelijke mate eigen onfeilbaarheid" te verkondigen en anderen, met inbegrip van zijn vroegere collega's, uit den treure feilen aan te wrijven. Afgezien van de stekeligheden die ook an dere conservatieve bladen over den „Welschen toovenaar" ten beste geven, komt in hun ar tikel toch een zekere waardeering van zgn denkbeelden tot uiting. De conservatieven hadden stellig gedacht dat Lloyd George met veel krasser plannen zou komen en het is voor hen een opluchting dat hij oude paden betreedt en bekende middelen wil toepassen, zij het ook in sterker doseering dan de hui dige nationale regeering met het oog op 's «-"iriSn n'-baar acht. uat Lloyd George aan de Britsche ta rieven streng de hand wil houden, al is het dan ook om andere landen van de dwalingen huns weegs op tariefgebied terug te brengen, klinkt de conservatie ven natuurlijk zoet in het oor. In labourkringen, die in het plan een aan loop zien tot nationalisatie' van banken en groote bedrijfstakken, is het eveneens vrij gunstig ontvangen. Of rechts of links later, als Lloyd George zijn denkbeelden in concrete voorstellen pre ciseert, er nog zoo over zullen denken als bij eerste kennismaking, is een andere vraag. Er is in de formuleering van de denkbeelden een vaagheid, waarop Neville Chamberlain de aandacht reeds heeft gevestigd. Zoo rijst de vraag, welke volmachten aan de „commissie", die deregeering zal moeten bijstaan, zijn toe gedacht, en ook of het „inner cabinet" be doeld is als een soort „genro", een „raad van ouden" met vrijwel onbeperkte macht. Daar zou men in het democratische Engeland ze ker niets van moeten hebben, het minst nog wel de naaste geestverwanten van Lloyd Ge orge zelf. niet voldoende waarborgen biedt. Zij beroe pen zich hierby op de houding van de sepa ratisten uit het Rijnland, die ondanks een ergelgk destijds te Londen gesloten accoord, hebben moeten vluchten om hun leven te red den. De gebeurtenissen van de laatste tijden doen voorzien, dat ook de minderheid uit de Saarbevolking tot vluchten genoodzaakt zal worden met achterlating van have en goed, zoodra de Volkenbondstroepen het Saargebied verlaten. De vertegenwoordigers van de anti-Hitle- riaansche minderheid vragen dus aan den Volkenbondsraad naar welke plaats zij, die niet in het Saargebied kunnen blgven, zich kunnen begeven. De petitie herinnert er bovendien aan, dat de bewoners van het Saargebied, die het land willen verlaten, volgens het accoord van Genève van Dècember van verleden jaar het recht hebben om hun onroerende bezittingen te behouden en te verkoopen en om hun roe rende goederen vrij van iedere heffing met zich mee te nemen. Ook is in December overeengekomen, dat het financieele Volken bondscomité verschillende kwesties zal bestu- deeren, o.a. die over de vrije beschikking en het transfer van de fondsen, die uit den ver koop der onroerende goederen verkregen zul len worden. De vertegenwoordigers van de minderheid der Saarbevolking richten tot den Volken bondsraad het verzoek, om aan hen, die naar het buitenland uitwijken, het recht te ver schaffen, om de inkomsten uit de onroeren de goederen, die zij tengevolge van het over vloedige aanbod en van de boycott tegen hen niet zullen kunnen verkoopen, en later ook de verkoopsprijs in ontvangst te nemen zon der dat deze inkomsten en deze verkoopprij zen onder de thans in Duitschland geldende reglementeering over den deviezenuitvoer zul len vallen. Eindelijk verzoeken de petitionarissen de schepping van een hulpcommissie en het stel len van credieten ter beschikking van deze commissie, die tot taak zal moeten hebben zich bezig te houden met de belangen van de in het Saargebied achterblyvende minder heid, hulp aan de vluchtelingen te verleenen en werk voor hen te zoeken. Nieuwe span- ning tusschen Japan enChina Na de Saarstemming De leiders van de Saarminderheid hebben een petitie tot den Raad van den Volken bond gericht, waarin zij die de regeering zal moeten bijstaan, zijn toe- doeltreffende bescherming van hun persoon en goederen te verzekeren. Zij zijn van meenig, dat het accoord van Genève van 4 Juni, waarin Duitschland de verplichting op zich nam geen represaille maatregelen tgen de minderheid te treffen, De spanning tusschen China en Japan, die in de laatste maanden ge luwd was, is weer toege nomen. Uit Hsinking wordt gemeld, dat de leiding van het leger van Kwantoeng bekend heeft gemaakt, dat dit leger de troepen van het hoofd der provin ciale regeering van Tsjahar, generaal Tsjoen Tsjei-ran, uit een grensprovincie van Jehol zal verdrijven, nu de Chinee3che autoriteiten, ofschoon zij herhaaldelijk zijn aangemaand, om het gebied van Mantsjoekwo te laten ont ruimen, daartoe niet zijn overgegaan. Vol gens de bewering der Japanners zouden zelfs de Chineesche strijdkrachten in het bedoelde gebied, den Iaatsten tijd zijn uitgebreid. In de verklaring wordt er nog op gewezen, dat de Japansche troepen zich bij hun operaties niet binnen den Chineeschen muur zullen be geven, zulks ten einde in overeenstemming te blijven met het desbetreffende verdrag. Volgens betrouwbare berichten is de ge spannen toestand aan de Chineesch-Mantsjoe- rijsche grens veroorzaakt door de wekenlange aanwezigheid van versterkte Mantsjoerijsche troepen in de streek van den autoweg Kal- chanDoloror, ten Oosten en ten Noorden van Koeyoean. Daarbg komt, dat Japan vermoedelgk uit strategische gronden aanspraak schijnt te willen maken op het district Koeyoen, dat tot de provincie Esjahar behoort, met de motiveering, dat dit gebied een deel zou zgn van Jehol, dat indertijd bij Mantsjoekwo is ingelijfd. De officieele Japansche instellingen in Noord-China geven toe, dat in Jehol Japan sche en Mantsjoerijsche groepen worden ge concentreerd. Zij motiveeren deze maatrege len met de verklaring, dat contróle moet worden gehouden over het betwiste gebied van Koeyoean. Overigens, aldus deze instellingen, is de kwestie van zuiver plaatselijke beteekenis en een aanval op Esjahar ligt niet ln de bedoe ling. De laatste Chineesche berichten houden in, dat zich in de streek van Tatan 20 km ten oosten van Koeyoean, maar dan 2000 man Mantsjoerijsche troepen onder bevel van Tsjang Hai Peng en verscheidene duizenden Japansche soldaten bevinden. De gouverneur van Esjahar heeft gisteren te Peking ook een bezoek gebracht aan gene raal Takahasji, den Japanschen militairen attaché, om opheldering over de Japansch- Mantsjoerijsche troepenbeweging te vragen. De driemaandelijksche cijfers van het internationale arbeidsbureau. Het internationale arbeidsbureau heeft dezer dagen weder zijn driemaandelijksche mededeelingen over den stand der werkloos heid in de Wereld openbaar gemaakt. Over het algemeen is de werkloosheid in Decem ber 1934 iets lager dan zij in de dienovereen komstige maand van het jaar 1933 geweest was, doch de vooruitgang, die in den zomer van 1934 in vergelijking tot den zomer van het vorige jaar was vast te stellen, is over het algemeen in December minder groot, ver geleken met de cijfers van December 1933. Alleen in Canada, Chili, Estland, Fin land, Japan, Letland, Noorwegen en het Saargebied was de aan het einde van den zomer 1934 vastgestelde verbetering aan het einde van het jaar nog toegenomen. In enkele staten was ook aan het einde van 1934 nog een vermeerdering va» de werk loosheid, vergeleken met den stand in Decem ber 1933, vast te stellen. Deze landen, die een uitzondering op den algemeenen regel vor men, zgn België, Bulgarye, Frankrgk, Ier land, Nederland, Polen, Spanje en Zuid-Sla- vië. In deze staten, Zuid-Slavië uitgezonderd, was ook reeds aan het einde van het derde kwartaal 1934 van een uitbreiding van de werkloosheid gebleken. Ook de door het internationale arbeids bureau verzamelde gegevens betreffende het aantal arbeid verrichtende personen, wijzen erop, dat over het algemeen in vergelijking tot het einde van het jaar 1933 een vooruit gang is ingetreden, doch dat deze vooruitgang minder groot is dan na afloop van het derde kwartaal van dit jaar. Intusschen bevesti gen ook deze cijfers de verscherping van de crisis ten aanzien van België, Frankrijk en Nederland, terwijl bovendien ook in Tsjecho- slowakije en in de Vereenigde Staten het aantal personen, die in het bezit van een ar- beidsaanstelling zijn, aan het einde van 1934 kleiner is dan een jaar geleden. De Engelsche troepen blgven ver moedelgk tot 1 Maart. In tegenstelling met andersluidende berich ten gelooft men in officieele Engelsche krin gen, dat de vreemde troepen in het Saarge bied zullen blgven tot de overdracht aan Duitschland zal zijn voltooid. Men acht het waarschijnlgk dat de Engelsche troepen pas 1 Maart zullen terugkeeren. Vlucht van den frank. Volgens denzelfden correspondent vloeien millioenen franken thans uit het Saargebied weg. Het Duitsche front schat het bedrag dat er nog is op slechts 250 millioen. De vluchtelingen en hun kosten. Reuter meldt uit Genève: Minister Laval heeft het Fransche memo randum nopens de vluchtelingen Vrijdag avond aan het secretariaat van den Volken bond doen overhandigen. Frankrijk, aldus wordt in het geschrift uiteengezet, zal zijn grenzen niet sluiten, maar kan evenmin een politiek van de opendeur handhaven zonder medewerking van den Volkenbond, die in de eerste plaats voor de door Frankrgk te ma ken onkosten zal moeten opkomen. De uittocht der emigranten. Reuter meldt uit Metz: 530 vluchtelingen uit het Saargebied zijn te Forbach en Saargemünd aangekomen met be stemming voor Straatsburg en Toulouse. Dicht bg de Fransche grens ontmoette een gendarm van de Saarlandsche politie een man die ernstig gewond was door een revolver schot bij een poging om de Fransche grens te overtreden. Ontbinding van een Socialistische Partgafdeeling. Na een tweedaagsche onderhandeling met den vertgenwoordiger van het Duitsche Front, architect Keiler, heeft naar Vaz Dias meldt, de afdeeling Neunkirchen van de so- ciaslistische partij in Duitschland (S.D.P.) vrijwillig besloten, tot ontbinding over te gaan. De soc.-dem. vrije bond van turners te Neunkirchen heeft ook tot ontbinding beslo ten, de leden zijn naar den Duitschen Turners- bond overgegaan. MUSSOLINI EN DE NOBEL-PRIJS. De professoren van de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de universiteit van Peet (Fünfkirchen) hebben besloten Musso- lini candidaat te stellen voor den Nobel-prijs voor den Vrede van 1935. Zg wijzen daarbij op de verdiensten van den Italiaanschen mi nisterpresident bij de conferentie van Stresa, op zijn initiatief om tot schrapping van oor logsschulden en herstelbetalingen te gera ken, op zijn gestie na den moord op Dollfuss en op zijn interventie bij het Hongaarsch- Zuid-Slavisch conflict in December 1934. Gebruik dan onmiddellijk en Uw gebit wordt hagelwit - Neem heden nog een proej Groote Tube slechts 60 cent 10.000.000 afnemers over de geheele wereld H.J4- is EEN LUISTERRIJKE RIJKSDAGZITTING OP 30 JANUARI. Waaraan ook de nieuwe leden uit het Saargebied zullen deelnemen. Op 30 Januari, ter viering van het tweede jaar van de nationaal socialistische regeering, zal de Rijksdag naar alle waarschijnlijkheid samenkomen tot een zitting, waaraan bijzon dere luister zal worden bijgezet door de om standigheid, dat voor het eerst zullen deel nemen de nieuwe rijksdagleden uit het Saar- land. In deze zitting zal Hitier een groote programmatische redevoering houden waarin hij de beteekenis van den terugkeer van het Saarland tot het moederland zal uiteenzet ten. Avenol zal vanmiddag aan den Volken» bondsraad mededeeling doen van de van Italiaansche en Abessinische zgde ontvangen brieven, waarna de Volkenbondsraad zal be sluiten de zaak voorloopig van de agenda af te voeren. Volgens de Journal zou de Fransche regee» ring in het volgenue gedeelte van het vloot- programma een kruiser van 35.000 ton op« nemen, VOORBEREIDINGEN VOOR EEN BEZOEK VAN HITLER. De nat. soc. organisaties te Saarbrücken hebben gisteren een begin gemaakt met da Over de te volgen procedure. De correspondent van de N. R. Crt. te Ge nève telefoneerde Zaterdagmiddag aan zijn blad: Zoo juist zijn de moeilykheden tusschen Abessinië en Italië over de verdere Volken bondsbemoeiingen in het Abessinisch-Italiaan- sche geschil nog uit den weg geruimd. In een conferentie tusschen Laval, Eden, Aloisi, Avenol en den gezant van Abessinië te Parijs zijn Italië en Abessinië het eens geworden, dat beide vertegenwoordigers een brief tot Avenol zullen richten, waarin zij beloven door rechtstreeksche besprekingen een min nelijke schikking der aangelegenheden tot stand te brengen. Abessinië zal zich daarbij het recht voorbehouden, om, indien deze be sprekingen niet mochten slagen, toch nog een behandeling door den Volkenbondsraad te verlangen. Rijkskanselier Hitier. uitwerking van plannen voor een grootscha demonstratie ter verwelkoming van Hitier, wanneer deze zijn intocht houdt in het Saar gebied, die, ofschoon nog niet officieel vastge steld, verwacht wordt tegen 10 Maart. EEN FRANSCH RUSSISCH-TSJECHO- SLOWAAKSCH VERDRAG. Indien het oostelijk pact niet tot stand komt. Volgens 1'Oeuvre heeft Laval, de Fransche minister-president, te Genève officieel beloofd met Rusland en Tsjecho-Slowakge een, ook voor de andere mogendheden openstaand, ver drag van wederzijdschen bgstand te zullen sluiten voor het geval dat Berlijn en War schau het oostelijk-pact mochten afwijzer. Bij zijn laatste onderhoud met Beek, i.en Poolschen minister van buitenlandsche zaken, zou Laval, nadat Beek nogmaals had gewei gerd zich bij het pact aan te sluiten, reeds medegedeeld hebben, dat Frankrijk in dit ge val met Rusland en Tsjecho-Slowakije een overeenkomst zou sluiten. P-resident Roosevelt heeft het Wake-eiland onder het bestuur van marine gesteld. Het eiland, dat een middellijn van ongeveer iyt km heeft en tegenwoordig onbewoond is, ligt halverwege Honoloeloe en het Amerikaansche eiland Guam. Naar verluidt, zal het Wake eiland worden ingericht als steunpunt voor de proefvluchten over den Stillen Oceaan. Het feit, dat het eiland onder bestuur van het departement van marine is geplaatst, trekt algemeen de aandacht. Het verdrag van Washington verbiedt de versterking van het eiland, doch dit verdrag loopt door de opzeg ging van Japan einde van het volgende jaar Feuilleton. Amsterdamsche detectiveroman 12) „Dus toch!" die twee woorden betee- kenden iets. al wilde de soubrette er een on schuldige uitlegging aan geven. Wie toch, wèt toch? Had zg gedacht aan Jan Heerin- ga? Had de zoon van den bankier in een op welling van drift, of omdat de man iets wist, dat niet aan de groote klok mocht worden ge hangen, gestoken? Had hij het misschien ge daan, omdat de knecht het tweetal, den zoon en de actrice, op heeterdaad betrapt had... bij het stelen van het collier, dat zelfs bg een heler nog een aanzienlijk bedrag moest op brengen, aanzienlijk genoeg in ieder geval, om er de schulden mee te betalen van den jon gen Heeringa, en hem en zgn vriendin geld te verschaffen om in bars te zitten en dure diners te bekostigen? Ook was het zeer ver dacht dat Heeringa na den moord over geld scheen te kunnen beschikken om zijn min nares dure cadeautjes te geven. Wel konden die op crediet zijn gekocht, maar verdach. bleef het. Het onderhoud dat de detective n iongen man gehad had, had dezen laatste ook 2™ I. SU^tig Een bon vivant. zonder eemg phehtsbe was Middernacht's conclusie geweest. Een die zich wein'g aantrekt van den eins lerens, een die zich zonder blikken of oio zen verslingert voor een slechte vrouw, als hg onder haar boozen invloed komt. Een slechte vrouw De detective herhaalde die woorden bg zichzelf, en zijn gedachten gingen een andere richting uit. Ali, deze vrouw eens zeer slecht was. Als zij eens comedie had gespeeld, en opzettelijk dien uitroep had geslaakt om hem, Middernacht, op een verkeerd spoor te bren gen Tooneelspelen was haar beroep, en de de tective wist dat ten vrouw als deze Ida Bas- quette geen oogenblik zou aarzelen den jon gen man met wien zij „was", en die haar alles gaf wat hg kon. op te offeren, met de koelbloedigheid van een tijgerih. Haar tranen, haar ontsteltenis, haar angst... het kon allemaal best beteekenen, dat zg, zelfs de daderes, het ergste vreesde, toen de detective haar kwam ondervragen. En er was nóg een mogelijkheid, de zoo- veelste, overwoog Middernacht: de actrice en de huisknecht waren alleen in de kamer geweest met de openstaande brandkast en het kostbare collier. Als die twee eens samen het sieraad ge stolen hadden, en de vrouw zich vervolgens na een welgeslaagde comedie tegenover Jan Heeringa, bij een plotselinge ingeving van haar medeplichtige had ontdaan? Gezien Hendrik Bosman's staat van dienst was het een ver gezochte theorie, maar ab surd was zij niet. Procuratiehouders, die veertig jaar een zaak ijverig en trouw dienen, vergrijpen zich soms zonder eenige dringende aanleiding, aan de kas van de instelling, waarbij zij werk zaam zijn, waarom dus ook een oud-gediende als Hendrik Bosman niet? De menschelykc natuur is onpeilbaar, de mensch is tot veel, vooral tot veel ongerijmds in staat. Maar de man was dood, en zijn lippen voor eeuwig gesloten. Middernacht werd ongeduldig. In het zijvertrek hoorde hij de stem van zijn arrestante, pratend met de meid; eens klaps ging er een bel, en Nellie ging open doen, terwijl ze den detective voorby liep, alsof hij niet bestond voor haar. Even later kwam zij terug, op den voet gevolgd door een bezoekster. „Wat is er aan de hand, wat is er met Ida?" hoorde Middernacht een stem op de gang zeggen. De detective trok zich terug in een don keren hoek van de kamer; de deur ging open, en de bezoekster riep: „Waar zit je, Ida?" Op hetzelfde oogenblik slaakte Midder nacht een kreet van verbazing, hg kreeg een gewaarwording niet ongelijk aan die van iemand die een uur geleden van een kennis een lot heeft overgenomen en onverwacht de honderdduizend trekt. Want voor hem stond de vrouw, die de detective slechts met eindelooze moeite zou hebben kunnen vinden als hij haar had moe- den opsporen, de vrouw die zich dien ge- denkwaardigen nacht van den moord had uit gegeven voor Annïe Heeringa, en die door Middernacht zoo hoffelijk naar haar auto was gebracht! Middernacht verwachtte niet anders of de jonge dame die tegenover hem stond, zou bleek worden onder haar overvloedig rouge, zoodia zij hem herkende. Hij verwachtte ont steltenis, zenuwachtigheid, angst. Maar hij vergiste zich. De zeewind en de boschlucht mogen den mensch lichamelijk harden, het voeUicht hardt hem niet minder, zij het op een andere manier. De geharde buitenmensch, die leeft te midden van de natuur, zal spoe diger blozen en zijn zetfbeheersching verlie zen dan de geharde misdadiger, die van zon en wind niets moet hebben, die leeft en strijdt bij kunstlicht, en die den geur der bloemen alleen kent uit odeurflesschen en kapsels. Jetje Karspels was een nachtvlinder, niet bestand tegen groote lichamelijke inspanning, maar des te beter tegen plotselinge verras singen van minder aangenamen aard. Zij was gehard op haar manier en zg her kende den detective even vlug als deze haar. Maar zij glimlachte poesvriendelijk en deed haar handschoenen uit met de gemoedsrust van iemand die een heel zuiver geweten heeften een paar goed gemanicuurde handen. „Meneer Ray," zei ze voorkomend, „wat ben ik big u weer terug te zien sinds onze laatste ontmoeting Staart u mg maar niet zoo aan, want dat maakt geen indruk op een arm meisje. Ik wist niet dat u een van Ida's vrienden was!" „Een van haar vrienden komt niet heele- maal uit," antwoordde de detective. „Ik heb haar zoo juist gearresteerd." „Gearresteerd? Wat heeft ze gedaan?" „Zij is betrokken bij dezelfde zaak als u. Lach maar naar hartelust, maar het lachen zal u spoedig vergaan. Het is heel merk waardig, juffrouw Karspels, dat u beiden el kaar zoo goed kent. En het is bovendien verdacht!" Jetje Karspels deed een stap in de rich ting van den detictive en liet haar elegante vingertjes vlak voor zgn neus knippen. ..Zooveel geef ik om u en om uw praat jes", lachte ze overmoedig. „U weet natuurlijk precies, wat er dien nacht in het huis van d familie Heeringa ge beurde?" vroeg Middernacht onverstoorbaar. „Net even precies als u het weet." zei de jpnge actrice veeloeteekenend. „Ik ging naar het huis en trof u aan bij de voordeur. U scheen er om de een of andere reden op te staan, dat ik juffrouw Annie Heeringa was, en ik liet me de eer aanleunen. Ik geef iemand altijd graag zijn zin, hè. Zoo ben ik nu eenmaal. U wachtte, terwijl ik het huis binnenging, en toen ik terugkwam droeg u mijn tasch voor mij naar den auto. Gewoon weg schitterend. Als u het graag wilt, zal ik het iedereen vertellen." Dat wou de detective nu juist niet bizon der graag, en ze wist het. Dat hij, Mid dernacht, een speurhond die een naam te ver liezen had, er zoo was ingeloopen, zou hij om niets ter wereld aan de groote klok willen laten hangen en de actrice trok heel handig party van deze omstandigheid. „U ging het perceel binnen om te stelen," beschuldigde Middernacht haar ronduit, en keek haar met zijn grijze oogen doordrin gend aan. „Gewoon reusachtig hoe u tot logische ge volgtrekkingen komt," zei het meisje hoo- nend. „Dacht u soms dat ik er binnenging om te solliciteeren voor een baantje als se cretaresse van meneer?" „U geeft toe, dat u er op roof uit was?" „Onmiddellijk, graag!" Middernacht wist niet goed hoe hij het had. Dat was de tweede maal dat hij zich als een schooljongen voelde tegenover deze jonge vrouw, en de tweede maal, dat zij hem met een kluitje in het riet scheen te sturen. Al zijn eigenliefde en zijn zelfrespect verzetten zich hiertegen, en met meer grimmigheid dan noodig was, beet hij haar toe: „Achter de tralies zult u gelegenheid heb ben uw bekentenis nader te motiveeren." „Daar is niet veel kans op, meneer Ray." „En waarom niet schoone vrouw?"!! „Omdat heel Nederland u zal uitlachen als u mij arresteert. U zult moeten getuigen te gen mij. En ik zal de rechtbank precies ver tellen hoe de vork in de steel zit. Mijn mooi ste rol zal ik spelen. Ik zal er een meester- lgke creatie van maken, zooals een recensent dat noemt. U bent, als ik er goed over na denk, nog mijn medeplichtige ook. U droeg den koffer met mijn buit naar de auto. U hielp een handje. Veel zat er wel niet in, een paar sieraden, die ik oppikte... in juffrouw Heeringa's kamer, en wat zijden ondergoed..- Onder ons gezegd bracht die rommel niet veel op, de sieraden waren valsch op een paar ringen na". Middernacht lachte grimmig. „Denkt u dat ik geloof?" vroeg hij. „Wati deed u met het paarlencollier, hè?" „Met het paarlencollier," zei Jetje Kar-* spels kalm en zakelyk, „deed ik niets, omdat ik het niet te pakken kon krggen. Ik geef toe, dat het mij om het collier te doen was. Ik had een sleutel van de voordeur, maar u was zoo vriendelyk die voor me open te ma ken. Ook had ik den sleutel van de brandkast en ik wist de lettercombinatie." „Van wie?" „Dat zal ik u heel misschien óók nog wel eens vertellen. Wees maar big dat ik zoo al- lervolledigst aan het bekennen ben, meneer de detective". Zij knipte weer met haar vingers, alsof za zeggen wou, „maling heb ik eraan", en ging voort: (Wordt vervolgd.) f

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1