PAG. 2 ZATFRDAG 9 FEBRUARI 1935 'T JU" De gifkeuken van Baba Anoesjka. dat ii ikke Waarom de kippen de grond wroeten ede valk kuikentjes eet, Meneer Valk en zijn „ÏERUG„OVER DE BRUG"! door GUUS BETLEM JR. Brüggen, In ons kleine landje, Met z'n waterrijk terrein, Vol kanalen en rivieren, Moéten er nu eenmaal zjjn. Het is net, als 't In het leven Met zoo menigeen geschiedt, Zonder bruggetje, ja waarlijk, Nou, dan kdmt een mensch er niet 1— Ergo gaan we bruggen bouwen! Sprak de Nederlandsche staat, Tè veel groote steden worden Anders al te zwaar geschaad. Mèèr...! zoo voegde men voorzichtig Daaraan toe: het spijt ons zeer, Doch de schatkist is allang niet Meer het koetje van weleer. Het is crisistijd in Holland, En géén tijd voor bouwerij... Dus, gij steden daar aan 't water, Draagt uw steentje allen bij! En zoo kregen we 't verschijnsel, Dat veel steden ja, 't is kras Toen „over de brug" al kwamen, Die er feit'ljjk... nog niet was! Maar, enfin! zoo zeiden Arnhem, Zwolle, Nijmegen en zoo... Maar enfin! en gaven... gulweg Veer- en ènder geld cadeau! En ziedaar, uit dankbaarheid wordt Plots een wetsontwerp gewrocht, Waardoor al die gulle steden Met die bruggen zijn... bekocht! Tólgeld wil er'de regeering, Voor 't pasaeeren van zoo'n brug, En we gaan opeens weer jaren, Véle jaren zelfs... terug! Want om Arnhem te bereiken In deez' hoogst modernen tijd, Zijn we straks, met onze auto's, Liefst een kleine... daalder kwijt! En, als deze stad gaat bouwen Aan den water..6 v e r k a nt, Krijgt men... middenin een tol dus, (Hiep hoera! groot Nederland!) Moet men ginds dan naar familie In die nieuwe overwjjk, Dan betaalt men eerst twee kwartjes Aan het Nederlandsche r(jk! Is er déürvóór zoo gevochten, Voor... opheffing van de tol?? Stonden dtórvóór, lang geleden Dagelijks de kranten vol Grootmoedertjes op de Balkan. Weldoeneres van het volk, door GEORGE ARELS. Dezer dagen Is te Debreczin (Hongarije) een aanvang gemaakt met een gifmoord- proces, dat aan het reuzen-proces doet denken dat vijf jaar geleden tegen vier- en-vijftlg boerinnen uit Nagyrev aan de Theis gevoerd werd en dat eindigde met de ophanging van talrijke der beklaagden. Een bijzondere rol speelt in dergelijke processen meestal „de Baba" (uit het Turksch vertaald: Grootmoedertje). In vroeger tijden zouden wij zoo'n vrouw dorpsheks genoemd hebben. Een oude vrouw, kruidkundige en kaartlegster, levend ln het huisje, ver bulten de bebouw de kom, half gevreesd en half vereerd en betrekkingen onderhoudend met personen, die bij de politie niet zeer geliefd zijn, dat is de „Baba" en er is wel nauwe lijks een dorp in de Noordelijke Balkan of in Hongarije, dat geen „Baba" heeft. Geen mensch, buiten deze landelijke omge ving spreekt van haar. Een echter is we reldbekend geworden, Baba Anoesjka uit het dorp Wladlmlrowac in het Zuid-Slavi sche Banat. Baba Anoesjka was 92 jaar oud gewor den, voordat de officier van justitie zich met haar ging bezig houden en het duurde geen jaar meer, of aan dit lange leven was een einde gemaakt, want in deze lan den heeft men er geen gemoedsbezwaar tegen een 92-jarige door den rtrop te laten •terven, wanneer zij zóóveel menschen- levens op haar geweten heeft als Baba Anoesjka. Tientallen van jaren leefde Baba Anoesj ka slechts van moord. Hoeveel menschen zQ van het leven beroofd heeft weet zij zichzelf niet meer te herinneren, en na tuurlijk kan men het haar ook niet bewij zen. Maar honderd zijn het er minstens! En slechts met vrouwen werkte ze samen, vrouwen, die van hun verwanten wensch- ten te erven, die een andere man wensch- ten te trouwen of die hun kinderen lastig vonden. Bjj haar arrestatie loochende Baba Anoesjka met een koelbloedige hardnek kigheid, die zelfs de meest ervaren rech ter perplex deed staan. Ja, Anoesjka be roemde er zich nog op, een weldoenster van het volk te zijn, dat zij door haar genees- en geheime middelen van allerlei ziektes had bevrjjd. Woedend ontkende zi] de moorden: zij gaf slechts toe zwaar lijden den door een kleine hoeveelheid arsenicum uit hun kwelling verlost te hebben. Na haar onderzoek is gebleken, dat Baba Anoesjka tegen een hoog loon ver schillende keeren bereid was, den vrouwen het ambt van den dood uit de handen te nemen en ze:f de doodelijke spijzen toe te dienen. Verschillende gevallen hebben zich op de volgende manier ongeveer afge speeld: Een vrouw, die van haar man wilde afkomen, kwam tot Baba Anoesjka en liet zich de kaart leggen. Dan voorspelde Baba Anoesjka. dat de man een zware ziekte zou krijgen en misschien zou ster ven. Merkte de heks, dat de vrouw deze mededeeling aangenaam vond, dan vroeg zij een zeer hooge belooning, om precies den datum van het overlijden aan te ge ven. De vrouw verwijderde zich dan in de zekere bewustheid geen strafbaar feit ge pleegd te hebben. De heks handelde „de zaak" dan op eigen hand af en bovendien kwam zij in een roep te staan, dat zij een uitstekende waarzegster was, omdat zrj den dood zoo precies vooruit voorspeld had. Baba Anoesjka werd een rijke vrouw. Toen zij in de gevangenis zat en het daar opgediende eten met haar tandelooze mond niet kon kauwen, liet zij zich een gebit maken en gedurende de lange weken van haar preventieve hechtenis bestelde zij de uitgezochtste lekkernijen. Terwijl meer dere van haar medebeklaagden zelfmoord begingen, bewaarde ztj een stoïcijnsche kalmte en ging na het vonnis rustig den dood in. Zrj heeft de geheime bergplaats waar haar geld verborgen was weten ge heim te houden en slechts een klein kapi taal heeft men kunnen terugvinden. Dui zenden dinaren zijn echter verdwenen en men mompelt, dat de zakken met geld ergens bij Wladimirovac zijn begraven. En op het oogenblik. nog geen acht laar later heeft men deze geheimzinnige schat reeds omkranst met een heele reeks van legen den en gruwe'geschiedenissen. Men be weert. dat de schat in het woud ligt. op een plaats die plotseling tot een moeras is geworden en waarin iedereen weeziikt die zich de schat wil toeëïgenen. De eeesten van de vermoorde menschen beschermen het b'oedgeld. opdat niemand zich aan het bezit hiervan kan bezondigen. net zoo lang kibbelen en ba- /teljjen totdat de urregermeester van kwaadheid met 'n hamer op de tafel gaat slaan en dan moe ten ze l.un mond houwen. Nouw, dat zal wel lollig zijn en ik -. vast <ns Kijken. Nouw die meneer, die dat allemaal van wat die meneeren fijn vinden niet fijn vinden in de krant zetten moet, die zal dat wel zoo lollig niet vinden want as ie daar mee bezig dar. ken ie wel zoo wat een paar kranten /ol schrijven. Maai deze keer zalle ze wel zooveel niet zeggen zeg m'n vader, .ant 't loopt zoo zachies aan tegen de verkiezingen, nou en dan zijn ze daar allema-1 zoet. Nou ik weet d'r niks van, maar ik zou 't toch wel eens loliig vinden om dat zoo eens te zien as de burregermeester met z'n hamer aan 't timmeren is en as li. nou wat te zeggen had dan zou ik zeggen: „Burre germeester as u nou nog eens met de ha mer op de tafel moet slaan, om die raads leden stil te doen zijn, dan zou lk, as ik u was, op de plaats waar u op slaat, een klappert.'e neer leggen. at knalt lekker en daar schrikken die meneeren dan alle maal zoo van, dat ze dan vanzelf wel hun monden houden. Wat heb d'r een hoop in de krant ge staan hè met dat feest van de commissaris van polisie. Nou 't is fijn gewees en ik heb toen een fijn oranjestrikkie op m'n pull- oovertje gespeld, dus toen konden alle men schen zien dat 'r wat te doen was en nou komen de mariniers ook weer gauw terug uit de Saar. Ze zijn daar een heele tijd ge weest hè en as ze dan weer terug zijn dan kenne ze zingen: We waren bjj Saar in de Saar 't Was daar af en -oe wei raar Nou we zijn weer terug, maar Geef mijn maar lekker Saar En dan moeten ze de muziek d'r maar zellef bij maken. Ik .vou 't eerst doen en ik heb 't zoo'n beetje op de piano gepro beerd, maar net dat lk d'r mee beginnen wil begint die kat van ons te janken net of ie van de wonderolie gesnoept heb die ik van m'n moeder moes opdrinken, maar ik luste 't niet en daarom heb ik 't maar in pees z'n melk gestop. Wat ik zeggen wil, heb u dat ook van die vischvereeniging in de krant gelezen van dat ze visch ln 't water hebben ge gooid. Wat een gekke visschers hè, wie gooit d'r nou visch ln 't water. As ik gaan visschen dan vraag ik aan m'n moeder een stukkie brood en daar doen ik dan de hen gel aan vast en dan gaan ik naar de buiten haven en dan wacht ik net zoo lang totdat er een viarh Zie je nouw wel, Jat ik geljjk had toen ik schreef in m'n vorig brieffie, dat as ik vandaag schrijf dat 't vriest, dat wanneer de menschen 't lezen, v&n toen da* ik dat ln de krant gezer heb van dat v ïezen, dat 't dan in eenen mooi weer geworden is. Br.. wat een la9tige zin is dat. 't Is wel eens moeilik om precies te zeggen In dt krant van wat ik zeggen wil, maar ik wil hier mee nou toch weer zeggen, dat ik z,eg dat 't vriest. En nou zalle we dan maar hoopen dat 't blijft vriezen hè, dan kenne we ten minste nog efïe schaatsen op gewone schaatsen. Op 't stadhuis zalle ze anders wel fijn vind i dat t buiten zot koud is. want dan kenne ze lekker bij de kachel gaan zitten praten ovei alles wat ze zoo ln de raad te zeggen hebbei «..ver de centen en dat noe men ze nouw begroetingen \.s ze daarmee bezig zijn, dan komp de burregermeester met z'n vethouders en die zeggen dan dit en dat, zoo en zooveel hebben we noodig voor onze Jutterij en dan vragc ze aan alle meneeren die op 3 raad zitten of ze dat nou wel allemaal goed v'.nden. En dan komen d'r een paar meneeren die zeggen dan dat ze 't fijn /inden, er as ze dat gezeg hebbei. dan komen d'r een paar andere meneeren en die zeggen dan dat 't heelemaal niet fijn is, en dat die meneeren die 't fr.n vinden d'r niks van af weten en dan zeggen die meneeren die 't fijn -inden weer wat en dan die J1 't niet fijn vinden ook weer wat en dan blijven ze «a/v iang totdat een visch op receptie komp en dan vang ik 'm en m'n moeder bakt m dan et den eet ik 'm op. Ziet u das visschen. Oozoo. maar Ja, 't loopt zoo'n bee'jv tegen de tijd dat alle menschen ln die te'* ke pa/kies in Cassienoo en overal gaan dansen en zoo daarom rajerajerajeraje... Dat hebben ze ook met Tavenu gedaan en das nou ook al weer geweest. Maar welke menschen of welke vereeni- ging denken d'r nouw eens aan wat lk al zoo dikwijls gevraagd heb, om een collecte te houwen voor de arme menschen. Wie begint er nou eens mee. En as we nou "en paar maanden verder zijn, dan krijgen we hier een hoop feest hè, dan komp koningin en de prinses het reddingsmonument openmaken en minister Deckers doet dat dan met de tentoonstel ling die d'r komp en dan Is er alles bij me kaar weer groot feesi. Dat is nou niet zoo tentoonstelling van koelen of kippen of meer van die dingen, nee nou komp d'r een over de Jutterij niet van alles en nog wat en dan d'r wel weer een hoop te leeren vallen want ze zalle d'r ook met de school naar toe gaan en dat zal dan wel weer lollig worden en de Helder- 9che relsvereeniging gaat nou vergaderin gen louden om een andere Heldersche rels vereeniging op te richten. Dat is nou ge- loovig net zoo'n gepolonals as li de raad. Want in de Heldersche reisvereenlging zit ten ook meneeren die 't fijn vinden en weer anderen die 't niet fijn vinuen en ik geloof dat ik ze daar ook maar klappertjes moet geven waar ze de met de hamer op kenne slaan, net zoo as de burregermeester. Zoo nou is m'n brieffie or'< al weer vol en dan moet ik weer ophouwen hè. Ik hoop nou maar, dat as u dit brieffie leest, 't weer net zoo gebleven ls as vandaag dat lk dit schrijf, dan kenne we -(jn schaatsen hè en as u ïan iemand ziet met een pul- oovertje aan een een alpinemussle op dan is dat De oven van een kolenfornuis is dikwijls moeilijk op temperatuur te krijgen, en de oorzaak hiervan is te zoeken ln een kou den luchtstroom, die in den schoorsteen is neergeslagen. Men legt wat houtspaanders in den oven en steekt deze aan, door de oplaaiende vlammen wordt de lucht ver warmd en de oven bruikbaar. I door GERTRUDE SANDERS® Dit verhaalte speelt ln de dieren nog vriendelijk tegen eiuS en elkaar niet opaten. De Leeuw, de Koning der Dier gaf ei; jaar eer' feest, en dan werden e dieren uitgenoodigd om te komen. Ook* ren mochten dan meekomen. Het liep tegen de tijd oat hejaarlfik- se feest weer gehuoden zoi worden Mevrouw Hen iep met haar adertjes rond en toevallig ontmoette zjj hr man. „Zeg man", zei ze haastig. eb je er wel aan gedacht, dat wfl dit jaatfet naar het Koningsfeest kunnen gaan „En waarom niet, als lk vrag mag?" vroeg de haan wat uit de hoogti I „Onze kindertjes zijn nog te kn, en ze zullen lastig zijn op het feest!" „Ach wat, JiJ heb ook altijd ezwaren! Er zullen toch wel andere kleinkinderen zijn, waarmee de onze spelen krnen!" „Ja, als Je er zo ever denkt., t zaï dan maar allet in orde gaan brengL Eigen lijk had ik vandaag brood wilM bakken. Maar als we een beetje zuinig ei zullen we met het brood dat er nog ïsuitkomen tot na het feest!" Een aar dagen na dit gespit kregen ze een uitnodiging, welke zij tg graag aannamen. Dadelijk gingen zij zich voor het feest klaar maken. De volgende morgen de zot tr1* nau welijks op vei trok de hele hoenderland- lie om het feest bjj te wonen. Onderweg was he erg gezellig Het was e gebabbel van je welste! Bjj het koninkijjk paels za gen zij, dat er al heel wat gasten waren, o-a. Valk. Varken, 'rortelduif en Vos. Met een vriendelijk: Goede morgen begroetten zjj elkaar! De Valk had het blijkbaar aldoor nog volgehouden om de schaar, welke hij vun zijn vader had gekregen, met zich mee te dragen, iet die schaar hield hij znn nagels kort. Tot mevrouw Hen's groote verdriet zag zi). dat er geen kinderen op het feest wa ren. De kleintjes begonneij erg hard te hu'.len en mevrouw Hen wist teen raad. Valk, die het zag, zei tegen mevrouw Hen: „Mevrouw Hen, ik heb hier mijn schaar, en ik heb die op het ogenblik toch niet no dig. en daarom mogen uw kinderen zolang het feest duurt, t-r n.ee spelen." ..O, mijnheer Valk, ik dank u wel! Vre selijk vriendelijk van u! Ik ben u erg dank baar." Daarop gaf Valk zijn schaar aan de kleine kuikentjes. „Schatte boutjes," zei mevrouw Hen tegen haar kroost. .Gedragen Jullie Je nou zoet, en lullie mogen meneer Valk'z schaar niet wegmaken, hoor." „Ja, Mammy, we zullen zoet zjjn!'' &nt' woordde alle kinderen tegelijk. ioen het feest voorbij was, wilde VbJk zijn schaar terug hebben. M»ar die was nergens te vinden! Alles wat de kuikens konden zeggen was, dat de schaar ln het zand zo°k geraakt was. Het hele gezin be gon toen in het zand te wroeten, maar de schaar werd jammer genoeg niet gevonden. Elndeljjk zei meneer Valk: „De geef Jullle een week de tjjd om mjjn schaar terug te vinden, en wanneer .ullie hem dan niet ge vonden hebben, dan zal het nie'. goed lopeD met Jullie!" De hoenders zochten en zochten, maar ze vonden niets. De week was gauw om en nog steeds was de schaar niet terug- Intusschen waren Valk's nagels aange groeid en eindelijk was de dag daa.. waar op v alk zijn schaar moest gaan halen. Hfl v oog dadeljjk naar het vuis tan de hoen" f®?;maar '-et huis was leeg. Hfc zocht en zoch.' maar h(j ^^3 van meneer Haan er zfln gezin. Toen was Valk er we *er van' dat zy zich verstopt hadden u s' omdat zjj de schaar niet konae vinden. Valk werd toen vreselijk kwaad n hij sprak met zichzelf af om de kuiken Jcs op te -eten, waar en wanneer hij hen ook mocht vinden. n die dag af eet de Valk kuikentjes en de kippen wroeten ln de grond om te WJken of z(j Je schaa van meneer Valk e kui_nen vinden om hem terug te gev e waardoor de vrede weer hersteld zou zjjn...

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 10