Amsterdamsche Brieven. Marine-brieven uit indiê T JUTTFRTJE ZATERDAG 9 FEBRUARI 1935 Practische wenken. P^G. 5 Middelbare Scholen en Inrichtingen voor opvoeding in het Donaugebied van Joego slavië. Gemeentebesturen van verschillen de plaatsen verklaarden zich voor het in voeren van Esperanto op de scholen. On langs stond dit punt ook op het programma van den Haagschen Gemeenteraad. Maar ondanks alle directe en indirecte gevolgen bereikte het congres ui Weenen toch niet het gestelde doel. Natuurlijk, de tijden zijn niet bij uitstek gunstig voor het invoeren van iets nieuws. Maar of het on der gunstiger omstandigheden vlugger zou gaan...? Bij een bezoek aan mderwijs autoritei ten blijkt vaak, dat zjj me*- onge negen zijn. Maar ja, alléén kan men ni. t beslissen.' Natuurlijk niet, stel u voor: é/m Minister, die pro is en een groot aantal Inspecteurs, die contra zijn. Dan moeten eerst die laatsten weer afzonderlijk „be keerd" worden en als het zoover is, is er weer een andere Minister! Enz. enz.... Men loopt van het kastje naar de muur en van., enfin, u weet het wel en komt niets verder! Het is een vicieuse cirkel. Evenals de vraag: „Wie moet r.u eigenlijk eerst Esperanto leeren, ie d 2 r e e .1 of i k naar aanleiding van de veel ge maakte -pmerking: „O, ja ik voel er alles voor. En als iedereen het leerde, zou ik het vast ook doen!" Evenals ook de vraag: Zal Esperanto algemeen verb.eid woroen, als het maar eerst op de schf en ingevoerd is of zal het op de scholen komen, nadat het algemeen verbreid is? Naar -anleiding an dit laatste schreef de heer Movo u;' Parijs in „Esperanto", het orgaan van de Universeele Esperanto Vereeniging: Niemand zal eraan twijfelen, dat voor de h'uptaaluev eging de school een factor van den len rang is. Maar hoe kun nen -vtj haar winnen voor onze zaak? Men zou zeggen, zeker door de leiders van het volksonderwijs, door de rtgeeringen. Maar dat terrein is al veelvuldig beploegd en toch was de oogst nooit De' 'redigend Zou 't niet nuttiger zijn, 't werk ook van den anderen kant te beginnen? Wij moe ten lier 3 elementen onderscheiden: Het onderwijzend personeel met hun superieu ren, de leerlingen en hun ouders. In de meeste staten hebben de laatsten meer of minder invloeorijke vereenigingen gevormd. Die vereenigingen zijn gemakkelijker te be- invloeden dan de officieele instellingen, die gebonden zijn aan verschillende formalitei ten. Wy moeten handelen met en door de ouders, waartoe immers velen van ons be- hooren. Van apart belang is echter de directe in vloed op de leerlingen zelf. De jonge gene ratie is ontvankelijk voor gedachten, die bevorderen de verbroedering tusschen de menschen, het herstel van gelijkheid en de verbetering van de internationale verhou dingen. Voor enkele jaren verzocht het 15-jarig dochtertje van een Esperantist uit een van de grootste Europeesche hoofdsteden op in stigatie van haar vader en in naam van de plaatselijke Esp.-vereeniging den directeeur van haar gymnasium om in de verschillen de klassen te mogen onderzoeken, wie wenschten deel te nemen aan een Esp.- cursus. het onderzoek gehouden en het resulaat was meer dan 100 cursisten alleen in de hoogste kla?;m' Is dit experiment niet navolgenswaardig Tot zoover de heer Movo. Men zou in elk geval gemakkelijk eens de proef kunnen nemen! Mogelijk, dat een reeks overwe gend gunstige resultaten meer uit zou wer ken, dan jarenlange officieele pogingen! Molly Keizer, 2e Schuy.tstraat 155. Den Haag Terwijl de winter nog steeds aanloopen neemt teneinde met één flinken ijs-sprong zijn bestaansrecht alsnog te bewijzen, be ginnen zich hier en daar reeds teekenen voor te doen van de in de verte naderende lente. In Amsterdam zou men zulk een teeken kunnen zien inde R.A.I.-ten- toonstelling van de Rijwiel- en Automobiel Industrie, die altijd een van de allereerste voorjaarsboden ik Ook nu weer handhaafde deze expositie, met haar vertegenwoor digde 22 Amerikaansché,- 12 Duitsche, 11 Engelsche, 7 Fransche, 3 Italiaansche, als mede 1 Oostenryksche en 1 Nederlandsche fabrikaten haar reputatie als de „meest internationale automobieltentoonstelling". Bij den pers-rongang, die als gebruike lijk een dag voor de opening plaats had, noemde voorzitter Leonard Lang als hèt belangrijkste punt van deze 24ste tentoon stelling van zijn Vereeniging, de lage prij zen voor de automobielen, prijzen, die thans staan „op het laagste niveau, dat ooit be reikt werd". Natuurlijk hebben we deze lage prijzen te danken aan de „tijdsom standigheden", gelijk „vajer Lang" dan ook releveerde, „tijdsomstandighec.cn, waar onder men zeer zeker mede kan rekenen de dreigende concurrentie ook op dit gebied van... Japan (gingen er al niet reeds be richten door de pers, dat dit land weldra aan de markt zou komen met kleine autotjes van... enkele tientjes?!), maar dit laatste punt noemde de heer Lang maar niet!... Een verdere bijzonderheid ic dezen keer geweest, dat er géén bedrijfs-auto's geëxposeerd waren, maar de daardoor vrij komende ruimten geheel en al in beslag werden genomen door lichte en andere mo torrijwielen. Ongetwijfeld is, na eenige jaren „afzakking", het motorrywiel den laatsten tijd weer meer en meer op den voorgrond gekomen. Wat zeer zeker ook voor de Nederlandsche rijwiel-industrie zijn beteekenis heeft, zooals hier ook viel op te maken uit het feit, dat zij met niet minder dan 9 diverse merken hier ver tegenwoordigd was, een groot verschil met eenige jaren geleden, toen slechts een, twee of drietal Nederlandsche merken aan wezig was. Hieraan, naast andere punten, meende Voorzitter een zeker optimisme te mogen ontleenen, ondanks den nood der tijden, omtrent,<Je toekomst van onze auto- en rijwiel-nijveren en handelaren. Het grootste struikelblok voor een verdere gezonde ontwikkeling noemde hij „de bui tengewone belemmeringen, welke, daaraan steeds weer in den weg worden gelegd in den vorm van excessieve belastingen Hij wees er op, dat men in Engeland en Duitschland, juist andersom dan ten onzent, den laatsten tijd doende is het wegverkeer te ontlasten. En hij eindigde niet de hoop uit te spreken, dat Nederland alsnog dit voorbeeld van zijn naaste buren zou volgen. Men mag hem hier al helpen „hopen" en „wenschen", wy vreezen echter, dat onze spoorweg-situatie hier voorioopig nog wel een vervulling zal tegenhouden!! Trianon gesloten. Zulk een R.A.I.-tentoonstelling brengt altijd heel wat extra leven in de stad, die op vele punten, en niet alleen in de spe ciaal voor de gelegenheid gewegwijzerde straten die naar het gebouw voeren, merkbaar is. Deze „show" is ook altijd voor de bettere „consumptie-zaken", onze „betere" restaurants en café's een welkom extraatje. Vele jaren lang heb ben vooral zaken als Louis Seize Trianon en Carlton er van geprofiteerd. De twee eerstgenoemden deden het dit keer... niet, om de eenvoudige reden, dat zij zoo juist den strijd om het bestaan had den moeten opgeven! Het sluiten van de eerste gelegenheid hebben wij vroeger al eens met een enkel woord gemeld. Het „wegens reorganisatie" gesloten zijn van de tweede, memoreerden wfl nog niet en dit mag toch wel even geschieden, aangezien het hier een „teeken des tijds" betrof, dat op het groote publiek zeer zeker grooten Indruk heeft gemaakt. Men kan namelijk zeggen, dat Trianon, het groote luxieuse café-restaurant op het Leidsche plein in het Hirsch-gebouw voor dat publiek het toonbeeld, het „symbool" beteekende van de eerste klas hoofdstedelijke gelegenhe den. En dat het sluiten daarvan, dan ook een soort „symbolisch" feit was. Als zoo danig werd het niet alleen door het pu bliek opgevat, maar ook door onze stedelijke autoriteiten, die met dit, wel heel sterk in het oog springend aanschou welijk voorbeeld voor oogen, nu blijkbaar, zijn de geruchten juist, eindelijk tot de overtuiging zijn gekomen, dat de lasten die op dergelijke zaken gelegd worden, in de eerste plaats de personeele belasting, zóó hoog zijn geworden, dat we hier onherroepelijk binnenkort een doode stad zullen hebben, waar de uitgaansgelegen heden, de behoorlijke uitgaansgelegen heden,— met een lantaarntje zullen te zoe ken vallen... Voordat zy, die autoritei ten, door een zekere tegemoetkoming, d.W.z. een verlaging der lasten, althans voor deze gelegenheden een zeker be staansminimum waarborgen, behoeven zij waarlijk niet, door middel van „Zomer feesten" en dergelijke attracties te gaan pogen vreemdelingen naar Amstel en IJ te lokken! Bonber exit. Ook in enkele andere gevallen doet zich het feit voor, dat zij, die stedelijke auto riteiten, aan den eenen kant veel of al thans iets doen om „vreemdelingen" ter- wille te zijn en aan den anderen kant de „eigen menschen" die in het crisis-moeras dreigen te verzinken, geen hand ter red ding toesteken. Een voorbeeld daarvan kan men zien in het alsnog toekennen van een subsidie van 4 mille aan de Italiaan sche opera en een tegelijkertijd afwijzen van het subsidie voor het gezelschap Bouber van de Plantage-schouwburg. Het is ongetwijfeld waar, dat breede lagen Am sterdammers „gek" zijn op het „bel canto" der Italianen en dat hun opera zich zeer zeker in den hoofdstedelijken volks gunst verheugen mag. Behoud van de Italiaanshche Opera zou men dus tot op zekere hoogte inderdaad een volksbelang kunnen noemen. Maar zou, ziet daar een vraag die hierbij gesteld mag worden en die dan ook bjj de behandeling in den Raad van de betreffende subsidie-voor dracht werkelijk gesteld werd! de Ita liaansche Opera in haar, dit jaar gereor- ganiseerden vorm, gesteund als zij daar bij ook al wordt door de Italiaansche Re geering en gezien de steeds volle zalen die zij trekt, - er nu ook niet zonder die Amsterdamsche subsidie komen; zou haar behoud werkelijk, zonder deze subsidie gevaar loopen? Het is moeilijk te ver onderstellen! En wij onderschrijven dan ook tenvolle de meening van die Raads leden, die opmerkten dat men deze 4 mille veel en veel better aan Bouber en de zijnen had kunnen geven, Bouber met zijn, in hun soort voorttreffelijke, vooral ook voortreffelijk gespeelde, echt Amsterdam sche volksstukken, die een unicum en een goed unicum waren! Dat Bouber, nu de stedelijke overheid hem geen steun gaf, het bijltje er bij heeft neergelegd en de Plantage schouwburg als gevolg daarvan als echte, goede volksschouwburg heeft af gedaan, valt ten zeerte te betreuren. Het verdwijnen van vertooningen van goede volksstukken als b.v. „De Woekeraarster", „De Commensaal" en dergelijke en het daarvoor wederom in de plaats treden van min of meer laffe en rommelige volks- „Revues'Vis geen vooruitgang!! Colportage-verbod beraamd! Tegen... rommelige vertooningen, niet in den schouwburg, maar op straat, gelijk wy in den laatsten tyd meer en meer kre gen te aanschouwen bij gelegenheid van het cloporteeren door personen van elkaar bestrydende politieke groepen, zal, naar men mag opmaken uit een onlangs door hoofdcommissaris Versteegh gedane mede- deeling, in den vervolge uiterst streng, véél strenger dan tot nu toe, worden op getreden. Enkele voorproefjes van dit strenger optreden hebben we juist dezer daan, er werd door de politie geschoten en de overval-wagen kwam tevens in actie! meegemaakt. Helpt een en ander niet spoedig en komt aan deze politieke straat vertooningen niet gauw een eind, dan staat ons een algeheel colportage-verbod voor de binnenstad te wachten. En het dient ge zegd: er zijn waarlijk wel eens minder ge rechtvaardigde en onsympathieke verboden beraamd!... AmsterdamRusland Tot slot komen wij nog even terug op de „Russische" reis van burgemeester De Vlugt, waar den laatsten tyd nogal wat over te doen is geweest... Dat niet hij aleen, als vacantie-nemend particulier en als vertegenwoordiger van een Scheeps- kant van Rusland, maar dat het geheele bouwmaatschappij „knipoogt" naar den college van B. en W., dat „officieel" ook wel degelijk doet, valt op te maken uit het antwoord, dat de heer de Miranda ontving op zijn vragen betreffende het handelsver keer met genoemd land. Het antwoord eindigde met de mededeeling, dat B. en W. „inzake de bevordering van het verkeer van Amsterdam met Rusland diligent blij ven." Niemand heeft hierop, op deze officieele mededeeling, tot nu toe aan merking gemaakt; des te meer verwonde ring baart 't, dat men van sommige zijden nog steeds het in dezen „diligent" zijn van den burgemeester als privé-persoon en in zijn vrijen tijd critiseert en laakt!... Inderdaad zou, indien dit officieel zoowel als particuliere „diligent-zijn" van onze bestuursleden, mocht lijden tot enkele op drachten, in de eerste plaats voor onze scheepsbouw-, ijverheid, een en ander met anders dan hoogelyk zijn toe te juichen en in afwachting van deze eventueel ko mende Russische orders, juichen we. op te waardeeren vallen. Voorioopig echter. bescheiden wijze, over de onlangs losgeko- komen scheepsbouw-opdrachten van de „Bataafsche", die althans voor net eerste jaar o.a. het dreigende gevaar van het slui ten van de werf van Goedkoop hebben af gewend! drooglijnen voor het gebruik met een vochtigen doel. moet afei nen, na het ge bruik van de spijkers halen, oprollen en op een goede plaats bewaren; zij zal dan geen Ieelijke plekken aan het waschgoed krijgen en de lijnen gaan jaren mee; nagels, die door het vele huiswerk dof geworden zijn, gedurende eenige minuten moet weeken in een beker warm water, waaraan het sap van een halfve citroen is toegevoegd; daarna borstelen en nawry- ven met een zeemleeren lapje; vlekken op tin kan doen verdwijnen door dit te wrijven met een zacht doekje, gedrenkt in water en borax: Beste Klaas, Sjonge, het is koud hier aan de Oedjong. De regens zetten heerlijk door en als je nu maar je hut vrij van muskieten kunt hou den dan is hét hier werkelijk best uit te houden. In de afgeloopen week hebben we weer ons jaarljjksch voordeeltje boven jullie daar jn Holland gehad, doordat we In- landsch Nieuwjaar gevierd hebben, zijnde na den Zondag nog een vrije Maandag en Dinsdag. Drie Zondagen achter elkaar dus, zoodat een ieder er twee vrij had. In de stad natuurlijk het gewone kleurrijke as pect van die dagen. Je kunt dan het beste zoo op een., morgen een kopje koffie of een biertje gaan pakken op een van de terras sen van Hellendoorn of Tutty-Frutty en op je gemak al het straatgewoel bekijken. Ja, alle inlanders hadden weer hun beste pak jes aan, „moeder" natuurlijk een nieuwe kabaal, terwijl de gouden spelden natuur lijk voor deze feestdagen uit de lommerd gehaald waren. Ja een dag per jaar heeft de inlander nu eenmaal zin om er erg mooi uit te zien. Vandaag staat hij waarschijnlijk al weer in de „roema gadé" (oome jan) om al die mooie spullen weer te beleenen. Vuurwerk natuurlijk bjj massa's Den ge- heelen nacht hebben we aan de Oedjong niet kunnen slapen vanwege het gesis en geknal. Toch was het niet zoo erg als vori ge jaren. Deels moet dit worden toege schreven aan een geweldige stortbui die zoo tegen een uur of 8 vrijwel de geheele stad onder water zette, deels ook aan de benarde pecunaire omstandigheden van de Nieuwjaarsvierders. Ja misschien is er nog wel een reden. Vlak voor Nieuwjaar is er in de buurt van de Passer besar een vuur werk toko in brand gevlogen. Je begrijpt wat een hoss het was. Ook hier verrich ten marihemenschen nuttig blusschings- werk, terwijl er een anecdote van onze ma- rinemenschen uit ontstond. Het schijnt n.1. dat toen die zaak daar aan het branden was, er vlak in de buurt een goud- smidswtnkel ontruimd moest worden. Nu liep er bjj den brand ook een inspecteur van politie, die een pracht van eén gouden horlogeketting met een medaille eraan uit zjjn oorstzak had hangen. Een van de mari- nemenschen waarschuwde dezen inspecteur als volgt: „U ziet wel inspecteur, ze nalen daarginds Juist dien goudsmidtoko .leeg. „Tc wil natuurlijk niet insinueeren. m®*- 'k waarschuw u alleen maar, stop dien gouden ketting weg, met die gouue.i want ziet u het staat een beetje slordig".... De jagers Kortenaer en van Ghendt wa ren dit weekend naar Priok toe, onder meer om zich af te melden bjj den Comman dant der Zeemacht, want zooals je natuur lijk weet, vertrekken ze van hier meteen door naar Sabang. Athene is erbij gekomen op het programma, dat is een leuke mee valler, want als regel komen daar niet veel schepen van onze navy en juist het zien van vreemde plaatsen is nu eenmaal een van de attracties van ons beroep. En dan als je uit de Oost komt waar je reisjes kunt ma ken van vele weken lang, en alles is maar steeds hetzelfde. Allemaal groen, dan is dit wel een reuze aardige afwisseling. Een van de K-booten was die dagen ook in Priok. In vervolg op mijn vorig schrijven kan ik je nog meedeelen dat Zeemacht toch (door goed raden van Ohr) den 2en prijs in het Soerabajaanschen Kerstvoetbaltour- nooi heeft weten te behalen. Dat is dus een aardige prestatie, die den burger moed geeft. Wat zijn die jongens daar in Rotter dam toch een boffers dat ze naar .bet Saar- gcbied mogen. Reken maar dat die hier in Indië benjjd worden, niet in het minst na tuurlijk door de mariniers. We lezen hier vol belangstelling alles over hen uit het Saargebied en we zijn evenals jullie daar in het moederland trots als we hooren dat ze zoo'n goed figuur daar maken in het land van de Saar. Zoo juist lees ik in de courant, dat de „Piet Hein" en de „Evertsen" al uit Sa- bang zjjn vertrokken, zoodat we nu weer 8 jagers hier in de tropen hebben. Nu de „Banckert" en de „Van Nes" liggen ook alweer op stootgaren om zich bjj hte es kader te voegen. Ziezoo, vriend, het is toch nog wat ge worden deze brief. Er is weinig nieuws hier in Soerabaja op het oogenblik en dan valt het soms niet mee om een heelen brief bij elkaar te rapen, temeer waar het nu volop regentijd is en je je zoo 's avonds wel twee maal bedenkt om naar boven te gaan, om dat je er dikwijls drijfnat en met vuile schoenen en broekspijpen aankomt. Saluutjes. HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 13