Buitenlandsch Overzicht.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
De Statenverkiezingen.
DE MOORD OP DE
KEIZERSGRACHT
No. 7554
EERSTE BLAD
DONOEROAG 14 FEBRUARI 1935
63ste JAARGANG
De oorlog tusschen Bolivia
en Paraguay.
Een „Führer in Frankrijk?
De ex-keizer voor een kuur
naar Homburg?
Uitvoering Loterij wet.
Arbeidsgeschillen in 1934.
COIFFEUR POUR DAMES
SALON MANSHANDEN
Niet eervol ontslag van een
schoolhoofd te Medemblik
Stichting voor huishoudelijke
voorlichting ten plattelande
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Helderscbe Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, (Vieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.
Neder: Oost- en West-lndië per zeepost t 2.10 Idem per mail en overige
landen t 3.20. Losse nos. 4 ct.; Cr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. f 0.50. f 0.70. f 0.70. f L—Modeblad resp. f 1.20. f 1.50, f 1.50,
f 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerjj v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bj| vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer;
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Het conflict tusschen Italië en Abessinië kan oorzaak zijn
van nieuwe moeilijkheden voor Volkenbond en Europa. - Het
voorloopig antwoord van Duittchland op de overeenkomst te Londen.
Nieuwe
zorgen voor
Volkenbond
in Europa
Het is of de booze er
achter zit, nauwelijks
begon de stemming in
Europa wat milder te
worden of er dreigt
nieuw gevaar, want het
conflict, dat op het
oogenblik ontstaan is
tusschen Italië en Abessinië, kan oorzaak zijn
van nieuwe wrijving in Europa. Met spanning
volgen in het bizonder Engeland en Frankrijk
de ontwikkeling van den toestand tusschen
beide landen en men hoopt, dat een bevredi
gende regeling tot oplossing van het conflict
kan worden getroffen. Dat hangt er natuur
lijk veel van af of Italië zich zal weten te ma
tigen.
De „N. Rott. Crt." schreef Dinsdagavond
o. m. in een hoofdartikel naar aanleiding van
deze nieuwe spanning:
De incidenten, die telkens voorvallen
tusschen Abessiniërs en Italianen op de
grens van Itaüaansch Somaliland leveren,
bij het verschil van krachten, misschien
geen ernstig gevaar voor een ernstlgen
oorlog op, maar zeer zeker gevaar voor
complicaties, die voor Europa nog be
denkelijker kunnen blaken dan voor
Noord-Af rika.
Dat men te Rome wat militair misbaar
maakt anders kunnen wij het niet noemen
is op zichzelf niet zoo gevaarlijk. Het te
genwoordig Italië houdt van dergelijk ver
toon, in woord en daad. Het moet zijn biceps
nog opzetten om aan zich zelf te kunnen ge-
looven. Men doet nu reeds uit Rome zijn best,
om de eerste indrukken te verzwakken. Des
alniettemin lijkt het ons wat overluidruchtig,
dat oproepen van militieplichtigen, die nog
maar kort geleden naar huis waren gezonden.
Als wij in Italië ook maar van de beschei-
denste maatregelen van mobilisatie hooren
spreken, op een oogenblik waarop Italië op
beteren voet staat met zijn buren in Europa
dan in jaren het geval is geweest, lijkt ons
dat van een zenuwachtigheid of van een be
hoefte aan luidruchtig dreigen te getuigen,
die ons bezwaarlijk bewondering kunnen af-
dwing?"
BEN ITO MUSSOLINI.
Het zou zeer begrijpelijk zijn, als de Italia
nen zich politiek niet al te vast in hun schoe
nen voelden. Abessinië is lid van den Volken
bond, kan de Europeesche groote mogendhe
den aan hun jasje trekken .teneinde hen te
nopen toe te zien, dat aan dit lid recht ge
schiedt. Misschien zouden Engeland en Frank
rijk niet geestdriftig gestemd zijn voor deze
taak, maar de Volkenbond is voor hen in
het bijzonder voor Frankrijk nu een zaak.
van zóó groot gewicht, dat zij niet kunnen
spelen met zijn prestige.
Rome heeft „gewanboft" dat bij het eerste
incident eenige Engelschen als getuigen ter
plaatse waren. En wat voor Engelschen! Zij
waren zoo bevoegd tot oordeelen als eenig
Europeaan kan zijn. Zij maakten deel uit van
een commissie, die tot taak had de grens
tusschen Abessinië en Britsch Somaliland af
te bakenen. Zij waren dus gewapend met het
gezag van betrouwbaarheid van officieel uit
gezonden Britten en van bijzondere kenners
van de politieke aardrijkskundige problemen,
die in die streek zoo netelig zijn als ergena ter
wereld. Zjj hebben te Genève getuigenis afge
legd, en dat getuigenis was geheel ten nadeele
van de Italianen.
Men heeft reeds lang den indruk kunnen
krijgen dat het geharrewar aan de Abessini-
sche grens feitelijk een strijd is om de bron
nen en goede weideplaatsen, die de Italianen,
met alles behalve vasstaand recht, voor zich
zelf opeischen. Men kan in onzekerheid ver-
keeren of de Italiaansche grensposten, die nu
door ongeregeld Abessinische strijdkrachten
aangevaller zijn, wel aan den goeden kant
van de grens liggen. Onzijdig onderzoek ter
plaatse zou ten nadeele van de Italianen kun
nen uitvallen, en dat ware, zoowel uit een
practisch oogpunt als voor het prestige van
Italië, niet gewenscht. Vandaar de slag met
de vuist op de tafel, die vaak meer een gelief
koosd dan weloverwogen gebaar ls van dicta
toren. Het kan werkelijk onprettig worden.
Onprettig, zooals gezegd, in het bijzonder
voor Europa, waar men op het oogenblik
allerminst behoefte heeft aan Volkenbonds
crisissen.
Wij moeten daarom vuriglijk hopen, dat de
Italianen het recht aan hun kant hebben, op
dat zij tevreden kunnen bljjven met den Vol
kenbond! Anders kan het weer uitraken met
de eensgezindheid, die men nu bezig was moei
zaam tot stand te brengen. Berlijn zal daarom
op het oogenblik met bijzondere belangstelling
de gebeurtenissen betreffende Abessinië vol
gen. Daaruit kunnen immers mogelijkheden
ontstaan voor zijn; den Volkenbond niet wel
gezinde, politiek.
Duitschland
en de
overeenkomst
van Londen.
De wrijving tusschen
Italië en Abessinië, waar
over we hierboven schre
ven, kan ook nog van
invloed zijn op het stand
punt van Duitschland
ten opzichte van den Vol
kenbond. De mogelijk
heid bestaat immers, dat de Volkenbond
nog in het conflict gemengd zal worden
en bereikt de vergadering dan met haar be
middeling hetzelfde negatieve resultaat als in
de kwestie China en Japan, Boüvië en Para
guay, dan is het met haar prestige gedaan
en zal Duitschland er zeker niet veel voor voe
len te Genève terug te keeren. Laat ons ech
ter hopen, dat het zoover niet komt en dat
Italië, mede op aandrang van Engeland en
Frankrijk, de wijste partij zal kiezen en zijn
houding zal matigen.
Intusschen Is het voorloopige antwoord van
Duitschland op de mededeelingen omtrent de
overeenkomst van Londen gereed, In den vorm
van een nota. De Berlijnsche corr. van de „N.
R. C." meldde er o.m. over aan zijn blad,
dat de inhoud van de nota tegemoetkomend is
en wordt gedragen door een geest van vrede
lievendheid.
Het spreekt van zelf, dat Duitschland in
deze nota zich principieel bereid zal verklaren
te onderhandelen, zoowel over het luchtpact als
over een groot deel van de andere pacten, zij
het ook onder voorbehoud. In hoeverre de af
zonderlijke punten van voorbehoud reeds zul
len worden gepreciseerd moet worden afge
wacht, maar ten opzichte van het Oostelijk
pact in zijn tegenwoordigen vorm zal het voor
behoud wel zoo groot zijn, dat het met een
afwijzing gelijk zal staan. Waarschijnlijk zal
Duitschland opmerkzaam maken op de vele
vaagheden en onduidelijkheden welke vooral
dit pact-ontwerp bevat.
Als de nota te Londen en te Parijs zal zijn
overhandigd, is een nieuwe situatie ontstaan,
waarin er wei niets meer in den weg zal staan
aan een bezoek van een lid van de Britsche
regeering. Of dit Sir John Simon of Eden zijn
zal, kan men van hieruit niet voorspellen. De
Duitsche regeering kon de al dan niet directe
uitnoodiging niet aan een bepaald persoon,
maar slechts aan de Britsche regeering in het
algemeen richten.
Nadat men te Berlijn met de Engelsche ge
volmachtigde ten deele als contractant, ten
deele ook als bemiddelaar de noodige bespre
kingen zal hebben gehad, zal eerst het eigen
lijke antwoord In den vorm van een memoran
dum kunnen afkomen.
De nota zal dus, dat blijkt uit het boven
staande, geen sensationeel karakter hebben,
maar toch zal men er naar alle waarschijnlijk
heid wel de toekomstige politieke marschroute
van Duitschland in kunnen herkennen.
Ook Nederland en Sowjet-Rusland
heffen het embargo ten opzichte van
Bolivië op.
Ook de Sowjet-regeering heeft thans, even
als Engeland, Frankrijk, Italië en Zweden, aan
den Volkenbond medegedeeld, dat zij het ver
bod van wapenlevering ten opzichte van Bo
livië heeft opgeheven en dit uitsluitend nog
tegenover Paraguay zal laten voortbestaan.
Het Volkenbondssecretariaat maakte Dins
dagavond een brief van minister De Graaff
openbaar, waarin deze mededeelt dat ook de
Nederlandsche regeering van oordeel is, dat
er geen reden bestaat om het verbod van wa
penlevering ten opzichte van Bolivië te laten
voortbestaan.
Offensief van Paraguay tegen Villa
Montes ingezet.
Een bericht uit Boliviaansche bron meldt:
In den sector Nanagarainza van het Gran
Chaco Front woeden hevige gevechten. Gedu
rende twee dagen hebben de Boliviaansche
verdedigingstroepen hun front weten te hand
haven tegen den aanval van een Parag uay-
sche divisie, die beschouwd moet worden als
het begin van het offensief van Paraguay
tegen Villa Montes, de basis der Boliviaan
sche verdediging. Het schijnt in de bedoeling
van Paraguay te liggen, Villa Montes, te be
zetten voor den 24en Februari, wanneer de
Volkenbond strafmaatregelen tegen Paraguay
zal overwegen.
Custave Hervé, de hoofdredacteur van het
blad La Victoire schrjjft, dat men in Fran
krijk geen plebisciet kan houden, om bijv.
maarschalk Pétain of generaal Weygand als
leider op het schild te verheffen. Men zou ech
ter bij de Kamerverkiezingen in het volgend
jaar dit program kunnen opstellen:
„Wij willen niet meer geregeerd worden
door een politiek parlement en door politici.
Wij willen onder een nationalen leider staan,
die van politieke volmacht voorzien is en wien
een raad vanState ter zgde staat, aan welke
verscheidene beroepsafdeellngen, hij om raad
kan vragen, alvorens een beslising te nemen.
De staatsleider dient gekozen te worden bg
volksstemming en ,na een overeenkomstige
verandering van de Grondwet, diende men Pé
tain of Weygand candidaat voor het leider
schap te stellen."
Naar de dikwgls goed ingelichte Berljjn-
sche corespondent van de Neue ZUrcher Ztg.
aan zgn blad meldt zou de ex-keizer voorne
mens zijn in het a.s. voorjaar of zomer tot
herstel van gezondheid naar de badplaats
Homburg (13 km. benoorden Frankfort a. d.
Main) te gaan. De keizer laat op het oogen
blik te Berlijn polsen of daar zijn bezoek aan
Duitschland welkom zou zijn.
Homburg is een kuuroord voor jicht, rheu-
matiek en stofwisselingsbezwaren.
Liberalen in Noord-Holland.
Het Hdbl. vermeldt nog eenige lijsten van
den Vrijheidsbond in Noord-Holand. Alle lijs
ten zullen worden verbonden.
Kieskring L Amsterdam: 1. A. Asscher;
2. Walrave Boissevain; 3. J. J. Korff; 4. mr.
C. H. Guépin; 5. mr. A. J. Enschedé; 6. mr.
D. A. Delprat; 7. mevr. M. B. Boissevain-
Pijnappel; 8. mr. J. S. baron van Harinxma
thoe Slooten; 9. dr. Max de Vries; 10. ir. J.
A. Josephus Jitta; 11. mej. dr. M. J. Baale;
12. dr. I. H. J. Vos; 13. prof. dr. J. H. Gun
ning Wzn.; 14. A. Th. Waalberg; 15. mej. A.
C. Schippers; 16. dr. P. J. J. Honing; 17. mej.
mr. E. C. van Dorp; 18. J. Langerhorst; 19.
L. Presser; 20. mevr. B. J. Naudin ten Cate—
Witsen Eiias.
Kieskring H Den Helder: 1. G. J. Lo-
vink; 2. W. F. G. L. Driessen; 3. C. Wage
naar Kzn.; 4. mr. D. Breebaart; 5. P. Blaau-
boer Gzn.; 6. C. M. Kolffvan Heur; 7. dr.
L. Boswijk; 8. G. J. van Leersum; 9. P. Visser
Azn.; 10. J. Swaag; 11. Jofi. de Veer; 12. P.
Stapel Czn.
Kieskring III Hoorn: 1. P. Stapel Czn.;
2. B. H. Jurgens; 3. mej. J. C. E. van Unen;
4. M. Nool; 5. A. Spaander; 6. ir. M. J.
Schoen; 7. P. Groot; 8. mevr. G. A. Keyseh
Lens; 9. Jh. Pijper IJzn.; 10. J. Schardam.
Kieskring IV Zaandam: 1. mr. M. J.
Schoen; 2. C. Wagenaar Kzn.; 3. J. v. d.
Stadt sr.; 4. ir. Ph. M. Bosscher; 5. G. Hare
maker; 6. jhr. H. van Foreest; 7. M. Onder
water; 8. mr. P. A. Offers; 9. H. Klerk; 10.
mevr. J. M. P. de GoejeGrüske; 11. C.
Kramer Glijnis; 12. K. C. Honig Mzn.; 13.
Chr. Kieft; 14. J. A. E. Verkade; 15. mr. P.
Langeveld.
Kieskring VI Velsen: 1. S. Rijkes; 2. M.
Alderden Czn.; 3. mr. C. H. Guépin; 4. H. M.
van Unen; 5. R. Rutten; 6. A. Buurman; 7.
ir. M. J. Schoen; 8. Walrave Boissevain; 9.
dr. I. H. J. Vos.
Kieskring VII Weesp: 1. mevr. M. B.
BoissevainPijnappel; 2. B. H. Bakker; 3.
mr. A. Moolenburgh; 4. prof. dr. J. H. Gun
ning Wzn.; 5. C. D. van Vliet; 6. A. H. van
Gastel Jr.; 7. Th. J. Houtman; 8. A. H. Pey;
9. A. Asscher; 10. Walrave Boissevain; 11. dr.
I. H. J. Vos.
Chr. Hint. Unie.
De officeele candidatenlijst van de C.-H.
Unie voor de a.s. verkiezing van leden voor
de Provinciale Staten, in de kieskringen
Haarlem en Velsen, zal luiden als volgt: 1.
mr. A.J. Honig, Haarlem; 2. mr. dr. J. van
Bruggen, Heemstede; 3. J. W. Bras, Nieuw-
Vennep; 4. J. J. Delfos, Haarlem; 5. J. C.
Dunilebier, LJmuiden; 6. mr. K. A. F. J. PUe-
ster, Heemstede; 7. J. van Altena, Amstel
veen; 8. mevr. wed. mr. J. H. G. Schutte
Struick, Haarlem; 9. G. H. van Itterson,
Aalsmeer; 10. jhr. F. J. E. van Lennep, Am
sterdam; 11. A. van Blaaderen, Amstelveen;
12. A. G. C. Engelgeer, Haarlem; 13. C. van
Beem, Hoofddorp; 14. E. Luden, Hilversum;
15. G. W. Polderman, Spaarndam; 16. H. T.
C. Bückmann, Haarlem.
Tegenhouden van een loterjj ten
bate van een particulier belang. Een
principieële uitspraak.
In artikel 3 der loterg wet is geregeld voor
welke loterijen burgemeester en wethouders of
de minister van justitie toestemming kunnen
verieenen. Deze loterijen moeten uitsluitend
strekken tot een liefdadig doel of bevordering
van wetenschap, kunst of een ander algemeen
belang. Het is begrijpelijk, dat er in den loop
der jaren al heel wat te coen is geweest over
wat verstaan moet worden onder liefdadig doel
en bevordering van wetenschap, kunst of an
der algemeen belang.
Dezer dagen heeft de Kroon een beslissing
genomen, waarbij 'n besluit van burgemeester
en wethouders van Zaltbommel is vernietigd
wegens strHd met de wet. Genoemd college
van burgemeester en wethouders had bij be
sluit van 15 November 1934 aan de tijdelijke
'vinkeliersvereeniging aldaar ter gelegenheid
van Sint Nicolaas toestemming verleend tot
het aanleggen en houden van een loterij. De
te Zaltbommel gevestigde winkeliers zouden
de loten gratis verstrekken aan het publiek
bij aankoop van winkelwaren. Van de door de
vereeniging te ontvangen gelden kwam 23/25
deel in aanmerking voor bestrijding van on
kosten en het restant zou worden afgedragen
aan het plaatselijk crisiscomité.
De Kroon vernietigde de gegeven toestem
ming op grond, dat de onderwerpelgke loterg
strekt ter bevordering van den omzet en de fi-
nancieele belangen der plaatselijke winkeliers,
en dus ten bate van het particulier belang,
waaraan niet afdoet het feit, dat een klein
gedeelte der te verwachten opbrengst aan een
liefdadige instelling is toegezegd.
In 25 jaar niet zoo gering in om
vang geweest.
In geen 25 jaar is de omvang van de
arbeidsgeschillen zoo gering geweest als in
1934. Men moet tot 1908 teruggaan om der
gelijke lage cijfers aan te treffen.
Naar verhouding was in het verslagjaar
het aantal conflicten tot verkrijging van hoo-
ger loon grooter en dat gericht tegen loons
verlaging kleiner dan in het voorafgaande
jaar. Voorts droeg evenals het vorig jaar
de weigering van werkgevers om collec
tieve overeenkomsten af te sluiten of toe te
passen voor een belangrijk deel bg tot het
ontstaan van arbeidsgeschillen.
Blijkens den uitslag der in 1934 geëindigde
geschillen was een grooter percentage
arbeidskrachten betrokken bij de door werk
nemers gewonnen geschillen, dan in het voor
afgaande jaar (resp. 17 en 11 pet.) terwijl
Stakman Bossestr. 65-Tel. 514
PERMANENT-WAVE f 2.50 en I 3.50
een kleiner percentage deelnam aan geschi'-
len, welke met verlies voor de werknemer
eindigden (resp. 23 en 33 pet.).
In de Maandagavond gehouden vergadering
verleende de gemeenteraad op voorstel van
B. en W. aan het hoofd van de openbare
lagere school voor uitgebreid lager onderwijs,
den heer B. E. met ingang van 13 dezer
ongevraagd niet-eervol ontslag.
Dit besluit houdt verband met 2 door de
rechtbank te Alkmaar gewezen en onlangs
door het gerechtshof te Amsterdam in hoo-
ger beroep bevestigde vonnissen, waarbij de
heer E. terzake van beleedigng van den bur
gemeester van Medemblik in een ingezonden
stuk in een gewestelijk blad en voorts wegens
oplichting van het bestuur van een handels
avondschool werd veroordeeld tot respectieve
lijk 100 boete of 40 dagen hechtenis en
een maand gevangenisstraf.
Tevens zou de heer E. zich gedurende de
beide laatste jaren in zijn optreden tegenover
het gemeentebestuur zoodanig hebben mis
dragen dat dit gedrag indruischt tegen alle
gezonde begrippen van tucht en opvoedkunde,
van eerlijkheid en rechtschapenheid, dat hij
onbekwaam moet worden geacht om nog lan
ger zgn taak als hoofd aan de openbare
u.l.o.-schooi te kunnen blijven vervullen.
Installatie van het bestuur door
minister Marchant.
Onder voorzitterschap van prof. Van
Poelje, directeur-generaal van het onderwgs,
heeft Maandagavond het bestuur van boven
genoemde stichting ztjn eerste vergadering
gehouden in het gebouw van het departement
van onderwgs.
De eere-voorzitter van de stichting, de
minister van onderwijs, heeft het stichtings
bestuur geïnstalleerd met een rede, waarin
hij wees op de moeilijke positie van de platte
landsmoeder, vooral In dezen tijd, die meer
dan ooit, in het bijzonder op het platteland,
tot groote soberheid dwingt. De noodzakelijke
gegevens, waardoor zij in staat zou kunnen
zijn, zoo oeconomisch mogelijk gebruik te
maken van de bescheiden hulpmiddelen, die
haar ter beschikking staan, ontbreken haar.
In deze leemte, die de nijverheids-onder
wijswet bezwaarlijk zou kunnen wegnemen,
beoogt de stichting voor huishoudelijke voor
lichting ten plattelande te voorzien. De mi
nister bracht lof aan mej. Smit, inspectrice
van het nijverheidsonderwijs, belast met het
toezicht op het landbouwhuishoudonderwjjs,
die erin geslaagd is voor deze zaak de mede
werking te verkrijgen van tal van personen
en van organisaties, van elke godsdienstige
richting, wier gemeenschappelijke samenwer
king reeds een waarborg geeft, dat de arbeid
der stichting, ook zonder belangrijke gelde
lijke steun van de zgde van de regeering,
heilzame vruchten zal afwerpen.
Het stichtingsbestuur heeft zich vervolgens
beziggehouden met de behandeling van ver
schillende interne aangelegenheden. O.m.
heeft het in beginsel besloten tot het ver
strekken van subsidie aan de bij de stichting
ingeschreven provinciale organen voor het
geven van voorlichtingscursussen op het
platteland, volgens een daartoe door de stich
ting ontworpen schema.
e u 11 e t o n.
Amsterdamsche
detectiveroman
22)
Ze lette niet op de menschen om haar heen,
ze genoot van haar pas herkregen vrijheid en
veronderstelde geen oogenblik dat ze achter
volgd zou worden. Want zulk een achtervol
ging zou tot niets leiden, en iat wisten ze
van de politie ook wel, overpeinsde ze. En ze
bad gelijkze wisten bij de politie dat de ach
tervolging op dat oogenblik geen resultaat
zou opleveren... als de beschadu'ving op de ge
bruikelijke manier geschiedde...
Middernacht's meening over Jetje Karspels
Was niet ongelijk aan die van het meisje over
den detective.
„Wat een uilskuikentje," dacht hij. „Ze is
®r vast van overtuigd dat ik in haar onschuld
geloof. En dat ze me van de wijs Kan brengen
®oor me met een paar open, schijnheilige oogen
»an te kijken..."
Do detective had zijn plannen goed voorbe
reid. Twee rechercheurs, hem door inspecteur
JEmonts ter beschikking gesteld, volgden de in
Vrijheid gestelde Jetje. De havelooze en de
Aanspreker waren haar op het spoor, en Mid
dernacht zelf sloot de rij. Op het Leldsche-
8>lein nam ze een taxi; de havelooze fluisterde
'even met den bestuurder van den tweeden
Wagen en reed eveneens weg; de aanspreker
Volgde het voorbeeld en de detective deed ins
gelijks.
Deze manier van schaduwen ls onder be
paalde omstandigheden geboden, zg is doel
treffend, en biedt de meeste kansen een ach
tervolgde niet uit het oog te verliezen. Als
Indianen op het oorlogspad, volgden de ach
tervolgers elkaar, en gaven elkaar, naar een
afgesproken code teekens.
Middernacht had de vrouw onmogelijk zelf
kunnen schaduwen, zij zou hem al spoedig in
de gaten hebben gekregen. Hij moest veron
derstellen, dat zg op haar hoede zou zgn, en
hg Het haar dus volgen door iemand dien zg
nooit gezien had, en die op zgn beurt weer ge
volgd werd, terwgl de detective de achterhoede
vormde. Het was een nieuwe methode, die Mid-
dmacht al dikwgls met goed gevolg in prac-
tijk had gebracht. Als de achtervolgde mocht
bemerken, dat iemand haar op de hielen zat
was een eenvoudige list voldoende om haar
weer op haar gemak te stellen. Een teeken
aan den man achter hem, en hg kon zich de
weelde veroorlooven Jetje Karspels in de ver
onderstelling te brengen, dat hg haar uit het
oog had verloren, ofdat hg zich vergist had.
Hg kon haar voorbijloopen, en zgn plaats
laten innemen door den tweeden man, om zich
later op zgn beurt te laten passeeren. en twee
de man te worden.
De vier taxi's reden achter elkaar aan.
juist op voldoenden afstand cm elkaar niet
uit het oog te verliezen; elk der chauffeurs
wist niet, dat hij vervolgd werd, maar de pas
sagiers van de beide middelste wagens wisten
het des te beter. De rit duurde niet lang. Over
de Stadhouderskade ging het, toen de Ruys-
daelkade op en een zjjstraat in, waar de voor
ste taxi stil hield voor een kazernewoning. De
andere drie wagens stopten op onderUngen
afstand insgelijks en de poUtiemannen zonden
de chauffeurs weg. Zg waagden het niet
krijgsraad te houden, de orders die Midder
nacht hen gegeven had, konden trouwens niet
worden misverstaan. Het huis waarin de jonge
vrouw verdwenen was, was haar pension, de
detective wist dit. Hij liep de kans dat zg na
haar verblijf van een paar etmalen in de cel,
eerst eens wat op haar verhaal zou willen
komen en haar kamer of kamers dien dag niet
meer zou verlaten, maar waarschijnlijk achtte
de detective d.c niet. Wie lang achter de som
bere muren van een gevangenis heeft door
gebracht, wordt schuw, en voelt zich niet
thuis in het voUe leven, waar hij meent dat
ieders oogen op hem gevestigd zijn; hg zoekt
een schuilplaats, verbergt zich als een mol,
die niet van het licht houdt. Maar wie slechts
een paar dagen zijn vrijheid heeft moeten
missen, is het in zijn eigen huis te benauwd:
h(j zoekt het leven, de gezelligheid, de drukte,
de menschen.
Norman Ray wist bovendien dat hjj te doen
had met een levenslustige jonge dame, één
die het gezelschap van mannen zou zoeken,
die zich zou willen uitleven in een omgeving
vol rumoer, die haar terugkeer tot den kring
van zondaars en zondaressen zou vieren met
het geven van rondjes, met dansen en wilde
kussen, met al de hysterische overdrijving
van het indivdu zonder moraal en met zenu
wen op hoogspanning.
In de derde plaats was de detective er ta
melijk zeker van, dat zij zich zou wenden tot
haar handlangers, wie dit ook mochten zijn,
handlangers, die zij vertellen kon wat er ge
beurd was en hoè, die haar finantieel wel
licht zouden steunen, want één ding was
heel zeker: Jetje Karspels was niet veel weel
de en niet veel geld gewend.
Middernacht had zich niet vergist. Na een
half uur kwam de jonge vrouw uit het per
ceel. Zg had zich verkleed, en droeg nu een
grijzen regenmantel en een fel-rood zeildoe
ken hoedje. Het opvallend rood van dit hoedje
vergemakkelijkte de taak van haar achter
volgers: in den grijzen avondnevel was het
roode hoedje gemakkelijk te herkennen; de
eigenares wandelde met het hoofd voorover,
alsof ze in diep nadenken verzonken was, in
de richting van de Ferdinnad Bolstraat. Daar
nam zij lijn 4 en ging binnen in den wagen
zitten zonder te letten op een haveloozen jon
gen man, die op het achterbalcon een praatje
begon met den conducteur, en zonder te be
vroeden dat Norman Ray met een aanspreker
naast zich in een taxi den wagen van lijn 4
volgde.
De detective herinnerde zich hoe hg ook
Dolle Bult op dien regenachtigen avond van
de inbraak had gezien terwijl hjj op lijn 4
stond: Ujn 4 scheen in deze zaak een rol te
moeten spelen...
Met een ruk stond de taxi stil: de have
looze had het signaal gegeven, en de recher
cheur, als. aanspreker vermomd, had den
chauffeur doen stoppen. In de verte, op de
brug van de Keizersgracht, stond Jetje Kar
spels en draalde. Vreemd, dacht de detective.
Zou zij overwegen naar het huis van de Hee-
ringa's te gaan? En zoo ja, waarom? Om
den zoon te spreken te krjjgen?
Daar bewoog zich het roode hoedje in de
verte,, maar het ging niet in de richting van
de Keizersgracht. Met groote passen, alsof zij
vastbesloten was waarheen te gaan, liep het
meisje door de Vijzelstraat naar het Munt
plein, daarna het Rokin op, Hoe dichter zg bg
den Dam kwam, hoe aarzelender haar loop
werd, nu en dam keek ze schichtig om zich
heen, en ter hoogte van het Spui achtte de
havelooze het geraden van positie te verwis
selen. Hij stak een sigarette op het afge
sproken teeken, liep Jetje Karspels met groote
passen voorbij, en verdween in het cafetje op
den hoek van het Spui, waar hij haastig een
glas bier dronk en betaalde.
De aanspreker nam zjjn plaats in, de have
looze werd tweede, en kwam dus in recht
streeks contact met Middernacht, die op vei-
ligen afstand volgde.
Jetje Karspel scheen nu haast te hebben.
Zonder op of om te zien, liep zij verder, stak
den Vjjgendam over en ging de Warmoes
straat in.
Haar achtervolgers verkleinden den afstand,
Norman Ray had zijn vilten hoed opgevouwen
en er een pet, die hjj altjjd in een binnenzak
bij zich droeg, voor opgezet, De nevel was
dichter geworden, de lantarens hoog boven de
srtaat leken kleine manen, die een zwak licht
afstraalden, uit kroegen bonkte muziek van
groote electrische orgels, nu en dan klonk
het schrille lachen van een straatmeid, of een
zware vloek van een der mannelijke buurtbe
woners, die van kroeg tot kroeg schuifelden:
jonge kerels die altjjd schichtig om zich heen
keken, en zware manspersonen, log van het
luieren op trijpen pantoffels, de gemeenheid
van een schandeleven op hun brute gezichten.
De torenklok op het Oude Kerksplein beier
de negen zware slagen toen Miduernacht's
voorman een schel gefluit deed hooren, snel
liep de detective op dit teeken door, en weldra
had hjj de beide rechercheurs bereikt, die in
de duisternis van een nauwe steegspleet op
hem wachtten.
„Dèèr!" zei de aanspreker en wees op een
smal hoog huis in de onheilspellende, ver
laten steeg, waar het water van de muren
droop, een een eigenaardige duffe lucht de
mannen op de borst sloeg.
„Bjj Zwarte Charlie?"
„En nergens anders."
„Wie daar binnen gaat, mannen, doet het
niet om logies te zoeken!"
De rechercheurs beaamden dit.
Ook zü kenden het huis van Zwarte Charlie,
een man die zeker een jaar of vjjftien van zjjn
leven in de gevangenis had doorgebracht.
Ofschoon er een papier voor de ruit hing,
waarop aan nette commensaals kost en be-
wassching werd aangeboden tegei billijken
prijs, wisten alle ingewjjden, dat het huis van
Zwarte CharUe niets anders was dan een
plaats van samenkomst voor dieven, moorde
naars, helers en lichtekooien. En in dat huis,
waarin zelfs een politieman zich niet graag
alleen waagde, was Jetje Karspel verdwe
nen...
Middernacht en de rechercheurs hielden
krijgsraad en besloten zich te verzekeren van
de hulp van een paar surveilleerende agenten.
Langs het huis liep een nauwe gang, waarin
allerlei afval lag, doch er waren deuren nog
ramen aan die zijde. Niettemin posteerde de
detective twee man om daar een oogje in het
zeil te houden. Hij koos hiervoor de twee
agenten in uniform, die zich onmiddellijk te
zjjner beschikking hadden gesteld, nadat de
rechercheurs hen met een paar woorden de
situatie hadden uitgelegd. Aan den achterkant
kwam het perceel uit op het drabbige gracht
water; langs dien weg was ontsnappen on
mogelijk. Het oude huis had smaiie ramen en
breede kozjjnen, en de detective kwam al
spoedig tot de gevolgtrekking, dai het met
wat inspanning niet onmogelijk was langs
dien weg naar binnen te komen; hjj posteerde
een der rechercheurs voor de deur, en Het den
anderen den haveloozen naar binnen
gaan om Zwarte Charlie aan den praat te.
houden in zijn gelag- of ontvangkamer, het
voorportaal van de hel, ofschoon het er alle
maal onschuldig genoeg uitzag.
De rechercheur belde aan en een klein luikje
in de deur ging open.
(Wordt vervolgd).