Hoe eet de Esk mo?
PAG. 6
ZATERDAG 2 MAART 1935
'T JUTTFRt.ip
Beste jongens en meisjes.
t Is al heel laat als ik aan jullie begin
t» schrijven, de zon is op weg naar de
Chineezen en de maan, die maakt al aan
stalten om straks uit het water te krui
pen en de avond wat te verlichten. En
daar voor me ligt een stapel briefjes en
een nog grootere stapel ligt achter m'n
schijfmachine. Wat moet dat worden, ik
klop m'n trouwe paard al vlugger op z'n
toetsen, maar of ik alles kan beantwoor
den? Ik vrees ervoor. Doch vooruit geen
zorg voor den tijd. Ik zal m'n praatje kort
maken en meteen maar vertellen, wie het
boek gewonnen heeft. Die gelukkgie is
van de week:
LIENT VAN LOPIK.
Spoorstraat
Plet v. Ho rik. Ik heb m'n correspon
dentie de vorige week bij jou gestopt
Piet dus las ik je ontroerende brief over
de wedstrijd HollandDuitsland niet
meer. Wat za' je voetbalhart geklopt heb
ben, de voorhamer van den smid bfl ons
in de straat was er niks bij. Gelukkig dat
er maar niet iedere week zo'n interlan
den wedstrijd is. jij zou er beslist een hart
kwaal van krijgen.
Bertha Hendrikse. Je moeite is be
loond, Bertha, niet met een boek, maar
wel met een goedkeuring voor Je oplos
sing. Zal je de gioeten doen aan Gillis, dien
kleinen hummel, wiens naam je zo trouw
onder je briefje zet.
Femmie Boelandt, Dat is goed, dat
ik Jou de vorige week niet geschreven heb,
Femmie, want dan had ik in mineur moe
ten schrijven en van de week kan het na
tuurlijk weer in majeur. Weet Je wat die
termen betekenen? 't Wil eigenlijk dood
gewoon zeggen dat ik de vorige week een
droevig briefje had moeten schrijven, om
dat Jij in bed lag en dat ik nu een vrolijk
briefje mag schrijven, omdat jij weer bui
ten holt Want je bent toch alweer beter?
Zus Wllckent- Ja, dat is Je eigen
schuld. Zus, dat Kokkie de tien bokkingen
opgegeten heeft Als Je ze bijna vlak voor
z'n hondenneus legt dan zou hij wel van
staal mogen zijn als hij die verleiding kon
weerstaan. Van de week kwam ik heel
toevallig binnenloopen bij een oude baas
van 86 jaar, die helemaal alleen woonde.
Hij liet me met trots zijn huisje zien en
terwijl we in het kleine voorkamertje
stonden zag ik Juist dat z'n hondje in de
achterkamer op tafel sprong en netjes alle
kopjes uit ging likken. Ik was bit), dat hij
me geen kopje thee aanbood. Je ziet alle
honden zijn hetzelfde. Hoe het met die
goede oplossing van Jou zit, kan ik met
de beste wil van de wereld niet meer con
troleeren. Ik zal het tegen de juffrouw
zeggen, die ze naziet.
Stoffel Krijnen. Stoffel ik heb heus
nog geen tfld kunnen vinden Je verhalen
door te lezen en om je nu van de week
weer niet teleur te stellen, schrijf ik je dit
briefje maar. Volgende week hoop ik je
dan te vertellen of je vertelsels geschikt
zijn voor 't Juttertje.
Gretha Mebius. Nu is je moeder al
Jarig geweest en Jij hebt al taartjes gege
ten en nog heb ik je niet gefeliciteerd, dat
doe ik dus gauw. De verjaardag van je
moeder is een feest als de verjaardag van
Je zelf, want van alle mensen die er op de
wereld in je hart een plaatsje innemen is
dat voor moeder toch het grootste.
Jac. Nieuwdorp. Dat was in een tijd
niet gebeurd Jac., dat ik van jou een
teken van leven ontving en nu doe Je
notabene je best met een grote brief en
laat ik Je nog een week wachten op ant
woord, hè? Verlang jij ook zo naar de
lente. Nu, ik ook, ik begroet ieder lente
teken met vreugde en er zijn er al heel
wat, als je door je tuintje loopt dan zie Je
ze bij tientallen, de belofte van het nieuwe
leven. Hoera! de lente komt.
Harry du Porto, de Waal (T.). Jouw
brief heb ik over het hoofd gezien, Harry,
anders had ik hem vorige week zeker be
antwoord. Wat een blije brief wss dat en
dat was ook niet te verwonderen, want
het gewonnen boek had in jullie gezin
vreugde gebracht en jij vooral had natuur
lijk een luchtsprong gemaakt. Een van Je
zusjes schreef geloof ik dat je zowat met
Je hoofd door de zolder terecht was geko
men. Nu heb je het boek zeker al hele
maal uitgelezen en staat het ergens veilig
opgeborgen
Lena v. Zandwijk. Ja, wtj zijn Zon
dagmiddag ook op de dijk geweest, Lena,
met ons vijfjes zjjn we Huisduinen rondge
wandeld. Het rtormde lang niet zo erg als
een paar weken geleden, toen de witte krul
lers tot op de dijk rolden. Wet is dat mooi
hè?
Geertje Putting. Gelukkig, Geertje,
Je been is weer beter, want ik Leb je
Woensdagavond die verzen horen voor
lezen en je hinkte niet met je tong en niet
met je been dus dat was het beste bewijs
dat je weer helemaal beter was en als je
nu Je „beste beentje" voorzet, zal je op
school ook wel weer gauw de achterstand
ingehaald hebben. Doe Je best maar.
Dlna Wlsmeyer. Nu is het weer hele
maal opgeknapt, Dlna, tenminste op het
ogenblik dat ik aan Je schrijf, w i® geen
storm, er is geen regen, er is geen mist,
er is geen sneeuw, dus wat wil Je nog
meer en de zon schijnt ook nog.
Jo Luyteu. Je hebt even geduld moe
ten hebben, Jo. Meestal krijgen de nieuwe
lingen. vooral als ze zo'n leuk briefje en
versje schrijven als Jij, direct antwoord,
maar vorige week zat ik tot over m'n
oren in het werk en had ik geen tijd meer
voor jou en de anderen. Laat ik je dus
vandaag vertellen dat je hartelijk welkom
bent Ik hoop dat we trouwe vrienden zul
len worden, of een vriendinnetje ben Jij
eigenlijk, hè. Vertel Je me weer eens wat
van Mlckle en Tel.?
TEL'S VERJAARDAG.
Weet je 't Rie dat Tel verjaart
Kom je ook mee vieren
Hij heeft een sierlijk pakje aan
En heeft een heel leuk mutsje op
't Allernieuwste van m'n pop
Zusjes haan is zijn cadeautje
Hij trekt hem met z'n pootje
En vindt het maar wat fijn
Om een jarige Tellie te zijn.
Jo Luyten.
Corrie Postmus. Fijn, hè, dat iedere
week een Zaterdag en een Zondag heeft
en dat je je dan zo heerlijk kan laten
doorwaaien en alle muizenissen uit je
hoofd verdwijnen, zodat Je Maandag weer
zo fris als een hoentje op school komt
Fransje v. Engel. Morgen ia het voor
jou een feestdag. Fransje, niet alleen om
dat het Zondag is en vader en moeder de
hele dag thuis zijn, maar morgen ben Jij
jarig. Wat een gelukskind om op zo'n
heerlijke vrije dag te verjaren, dat is een
driedubbele felicitatie waard. Heel harte
lijk geluk gewenst, hoor, ik hoop dat het
niet alleen een feestdag wordt met tal van
verrassingen, maar dat het nieuwe Jaar Je
veel, heel veel plezier brengt.
Marietje en Frans Dlrks, de Kool.
Het zilverpapier heb Ik de vorige week
ontvangen hoor, en doorgegeven aan
iemand die het verkoopt voor bestrijding
van de t.b.c. Of jullie een boek winnen
kan ik niet voorspelen, want dat is louter
toeval. Ik hoop echter dat ik ook eens een
prijs mag sturen naar de Kool. Dag, hoor.
Frieda Bos. Die belofte heb je al
gauw moeten breken, Frieda, om iedere
week te schrijven. Heb Je het zo razend
druk Ik geloof dat de onderwijzers tegen
woordig jullie zo geleerd willen maken dat
je alle dingen weet. Ik heb op de lagere
school nooit huiswerk gekregen, behalve
dan de strafregels. Om de hoeveel
weken schrijf je me nu?
Stientje Beekma. Twee weken gele
den beloofde je me een eigengemaakt ver
haaltje te sturen, Stientje, en nu, deze
week was Je pennevrucht al bfl de raadsels.
Ik laat haar hieronder volgen.
PIET DE SMEERPOETS.
Elsje was jarig, ze mocht een paar
vriendinnetjes te spelen vragen, ook de
kleine Piet mocht komen, nadat hfl be
loofd had, zoet mee te zullen spelen. Toen
de school uitkwam waren de meisjes uit
gelaten van pret. Eerst gauw naar huls,
dan kleine Piet gehaald en dan vlug naar
Elsje. De vriendinnetjes hadden een leuk
cadeautje voor Elsje gekocht, waar ze
zeer mee in haar schik was. Ook Plet had
wat gekocht Eindelijk zaten ze om de
tafel.
Elsje's moeder had voor vele versnape
ringen gezorgd. Ze hadden besloten moe
dertje te spelen. Om de beurt mochten ze
een kopje cacao inschenken. Elsje zou be
ginnen. Allen dronken, maar wa. gebeurde
daar, die kleine Plet hield zjjn kopje
scheef en de cacao viel er uit over het
broek. Elsjse wilde niets zeggen maar
dacht o, o Piet Van schrik liet hij zijn
koekje ook nog in het kopje vallen, zo
was nu het koekje een papje geworden.
En Elsje zei: „Piet Je bent nog veel te
klein om op een verjaardag te zijn.
Stientje Beekma, 12 Jaar.
Tony Sinnige, Jullanadorp. Daar ver
gis Je je ln, Tony, dat ik gauw terug was.
Ik kwam pas om half zes thuis. Je moet
weten dat de stormwind precies gedraaid
was en ik ten overvloede op de weg be
merkte dat m'n band leeg begon te lopen,
zodat we met z'n tweetjes genoodzaakt
waren het grootste gedeelte van de weg
te lopen. Maar enfin, dat was de schaduw
zijde. Ik heb het leuk gevonden Jullie alle
maal eens te zien en wat heerlijk dat dat
dertiental zo gezond ia Tjibbe zei op de
weg. „Eerst was ik wat verlegen. Paps.
maar toen ik de koelen en de varkens en
de andere beesten gezien had, toen was
het over." wat ko.nt, m'n kleien Jongen is
in het begin altijd verlegen, hfl moet even
wennen, als we dus nog eens komen over
een jaar zou het beter gaan.
Betsle Nleuwenhulzen. Arme Jfl, dat
Je nu maar in Je bed moet blflven, maar
troost je er mee dat het geen zomer is.
't Is 's winters, als het bulten stormt en
regent, soms wel lekker in bed en als nu
het fflne weer komt, dan ben Je weer hele
maal beter-
Rieka Sinnige. Wat een weer, wat
een weer la het toch in die polder waar
jullie wonen, Rieka. Toen ik thuis zat en
naar buiten keek, zei ik tegen m'n vrouw:
nu ik ga vanmiddag maar eens „even"
heen. Om tegen drieën ongeveer stapten
we op de fiets. Toen we bulten kwamen,
woei de wind zo razend tegen ons aan,
dat we er haast niet tegen op konden,
maar we lieten ons niet terugwaaien en
trapten gebogen tegen den storm ln, maar
o wee toen we teruggingen, dat heb je
gelezen in het briefje aan Tony. Gelukkig
zfln we tenminste niet bfl jullie in de sloot
gewaaid, dat had ook nog gekund.
Marie v. d. Berg, Breezand. Vandaag
staat al weer Je naam „te pronken" bfl de
goede o-lossingen, Marie. Want jfl hebt
een puzzle-hoofd, hoor, alle vier de raad
sels waren goed. Dat komt zeker door de
frissche Breezander wind dat Jfl zo goed
kan oplossen.
Jopie v. d. Berg, Breezand. Dat ging,
hoor, Jopie, met je schrflven, ik krflg wel
lelflker kriebel krabbels. Maar, maar die
inktklad, die had er elgenlflk niet op moe
ten zitten. Brrr, wat stond dat leelflk, dat
kwam zeker omdat Je hand een beetje
beefde bfl dat eerste briefje aan de krant.
Je bent natuurlflk welkom, dat spreekt
vanzelf, zelfs hartelflk welkom, dus tot
volgende week.
Beste jongens en meisjes, nu heb ik nog
negen briefjes voor me liggen van m'n
Texelse vriendjes en ik heb nog tfld om
drie briefjes te beantwoorden. Maar welke
van Nanle, van Nellie, van Harry van
Giska, of van Hannie, Annle of Jopie? Ik
weet het niet en bewaar ze dus tot de vol
gende week, dan hebben m'n Texelse
vriendjes en vriendinnetjes een week vrii
om te schrflven. Volgende week komen dus
m'n kleine Tesselaars het eerst aan <fe
beurt. Ik hoop, vriendjes en vriendinnetje»
aan de overkant, dat ik jullie niet teveel
teleurgesteld heb, maar heus Ik heb geer
tfld meer.
Volgende week mogen jullie me du»
weer allemaal schrflven.
Kindervriend.
JAN KONIJN IN DE WINTER.
'k Ben mfln tuintje eens rondgewandeld,
Knol en wortel, wat een pech
Zfln met blad en steel verdwenen,
Zelfs de selderie is weg!
Waar Je kflkt, staan dorre sprieten
Gele grassen ln het rond
Kale kool en wrange bieten.
Steken enkel uit de grond,
't Is voorbfl, 't is voorbfl,
Met het mooie jaargetfl!
Van de bibberende takken:
Vallen druppels op Je neus.
Of gesmolten sneeuw bfl kwakken,
't Is om te harden, heus!
Wil Je dwalen door de helde.
Langs een aardig bultenpadk
Dan begin Je ras te glflden.
Of Je krflgt een modderbad,
t Is voorbfl, 't ls voorbfl,
Met het zonnig zomertfl.
Davld Tomklns.
MIJN NICHTJE.
Ik heb een lief klein nichtje
Met een olflk gezichtje,
Zfl heeft blond haar.
En was Zondag 8 jaar.
Zfl ls een allerliefst schatjc,
Maar ook weieens een katje.
Het ls mfln allerkleinste nicht,
Nu eindig ik mfln gedicht
Dlna Wlsmfler, 12 Jaar.
door Mala.
Onder de Eskimo's der woestenflen ken'
men geen crisis. Zfl, die naar de groote ste
den zfln getrokken, die leefden als de blan
ken, kennen die wel. Maar het leven la
veranderd verder gegaan voor mfln v°®-
dat ln het hooge Noorden bleef. We! kaan
de blanke minder om messen voor huid®
te ruilen, maar de walrussen waren dei®
zomer veelvuldig, en er is voldoende voed®
Er waren genoeg huiden om man, vrouw
kinderen warm te houden en er waren g*
noeg dingen, die het leven vergemakksU
ten tfldens het koude seizoen.
Natuurlflk bezitten wfl vreemde
en gewoonten. Ik vertelde een A®
kaansch vriend eens van onze
om uit één pot gezamenlflk te eten. Toen.eB
pas zeven jaar oud wrs, ging ik voorK(et
eersten keer op Jacht op wilde ganzen.
mfln pfll en boog schoot ik er twee n
De andere kinderen, die grooter wa
doodden er verscheidene. Met trots brac
we onze buit naar het kamp terug'
trots zagen we de ganzen ln een po*
pen. Met trots doopten wfl, wanneer na
veel anderen aan ons de beurt was, 1®
zagen toe, hoe de vrouwen, met Es
galantheid, met hun monden alle sll
het vleesch verwflderden, voordat Zfl
aan hun echtgenooten gaven. ,t
Mfln Amerikaansche vriend huive
„Als ik ooit zonder baantje kom
„zou ik liever sterven dan zoo te 1®
Waarom zfln zulke gewoonten
vreemd tT
In de Noordpoolstreken zfln meS9enjVjen
vorken en Iepels merkwaardige d\nB*n_ w0.
ziet ze in nederzettingen, waar blank®
nen, maar honderden mfllen Noor'brUj]ct
kunnen alleen maar de handen t
worden. En wat die gemeenschappeW
betreft, wie ls bang voor bacteriën
een koud land? Ziekten waren zeldz
de Noordpoolstreken, totdat zfl cr f'°waren
keren uit warmere landen gebracht
Een Eskimo ls tevreden.