Buitenlandsch Overzicht.
De algemeene dienstplicht
in Duitschland.
WELKOM THUIS
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
SaB fnlj Telefoon 339
No. 7569
EERSTE BLAD
DONDERDAG 21 MAART 1935
63ste JAARGANG
UITZENDING VAN DINERS.
COIFFEUR POUR DAMES
SALON MANSHANDEN
Frankrijk beroept zich op
den Volkenbond.
COURANT
Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heklersclie Courant t 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringea en Texel f 1.65; binnenland f 2.—,
Neden. Ooat- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige
landen f S 20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. £0.50, £0.70, £0.70, £1.—. Modeblad resp. 1.20, £1.50, £1.50,
1.70.
VerschyntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE. N:
20 ct per regel (galjard). Ingez. medsd. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 cL per regel, minimum 40 ct.; tyj niet-oontante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Het open kaart spelen van Duitschland Een onverwachte
kabinetscrisis in België. Het geschil tusschen Italië en Abessinië
voor den Volkenbond zal nieuwe spanning veroorzaken.
Er is in de Europee-
sche politiek een open
hartigheid, die gevaar-
J lijk is. Wy huldigen niet
het standpunt van poli
tieke geheimzinnigheid. Integendeel, het
schenken van klaren wyn is verre te verkie
zen boven het geheimzinnig gedoe, dat heel
dikwijls de ooi-zaak is van toenemend wan
trouwen. Maar toch kan zwijgen op een ge
geven oogenblik raadzamer zijn dan spreken
en wanneer u dingen van uw buurvrouw
weet, die ze zelf niet aan de groote klok
wil hebben, praat er dan maar liever niet
over. ter wille van den lieven vrede.
De openbaarmaking van het Engelsche
witboek, dat niet anders dan waarheden be
vatte, de verlenging van den dienstplicht In
Frankryk en de invoering van den algemee-
nen dienstplicht in Duitschland, had beter
achterwege kunnen blijven tot een geschikter
moment De „open kaart-politiek" heeft door
deze bekendmakingen een wat gevaarlijk ka
rakter gekregen. Het goede ervan is echter
dat men nu weet wat men aan elkaar heeft.
Of dit echter de wrijving weg zal nemen
staat te bezien en in het andere geval wordt
de Europeesche toestand gevaarlijk, omdat
men nu natuurlek overgaat tot een onge
limiteerde bewapening.
Over deze „openhartige" politiek schreef
'de N. R. Crt. dezer dagen in een hoofd
artikel o.m.:
Aan alles moet men eerst wennen. Ook
aan de nieuwe manieren in de diplomatie.
Wij zien de dingen op hun kop zetten; dat is
een houding die nu eenmaal in den beginne
altijd vreemd zal aan doen. De wereld heeft
geroepen om minder geheimzinnigheid in de
internationale betrekkingen. „Open diploma
tie" is een leuze geweest uit de periode van
na den oorlog. Daaromtrent heeft veel mis
verstand geheerscht. Maar als men die leuze
ontdeed van ondeskundige of onpractische
overdrg vingen, kon ieder haar toejuichen.
Openhartiger vormen van onderhandelen
hadden zeker ook hun nadeelen; maar zy
hebben in den loop der Jaren menig gevaar
kunnen afwenden. Men wist beter Wht men
aan elkaar had, en gevoelde zich zekerder
ten opzichte van hetgeen anderen met hun
besprekingen en overeenkomsten beoogden.
Dat was heilzaam voor den vrede.
Nu echter zou men als noodkreet kunnen
slaken: „Wat minder openhartigheid in de
diplomatie alstublief!" De openhartigheid is
groot genoeg geworden om ons bang te ma
ken. De wereld kan niet al te veel uitwisse
ling van oprechtheid verdragen, zooals Lon
den en Berlgn die nu verdedigen zonder in
bedenkelijke omstandigheden te geraken.
Menschelyk zou men echter zeer goed kun
nen begrypen en moeilijk veroordeelen, dat
Berlgn dit besluit heeft genomen, als het
maar niet een zoo by uitstek ongeschikt
oogenblik daarvoor gekozen had. Dit ver
hoogde zeker wel vreugde en genoegdoening
in Duitschland, maar moest op de buiten
wereld den indruk maken van een provocatie.
Wij hebben van een uitwisseling van maag-
stompen gesproken.
DAGELIJK:
BILLIJK TARIEF
mjr g SPOORSTRAAT 98
W(j voelen ons wat meer op ons gemak,
schryft het blad, by de diplomatie, die in de
nieuwe Engelsche nota wordt toegepast. Dat
is goede oude stijl. En het Dultsche antwoord
is deze styl waardig.
De Engelsche nota begint met een beris-
ping. En dan gaat zij c -er tot de belangstel
de vraag of Duitschland dat nu wel ernstig
meent. Zij vraagt aan de Dultsche regeering,
of deze nog steeds het bezoek van Simon
wenscht op den grondslag van het commu
niqué van 3 Februari, dat de Duitechc regee
ring toen als basis der besprekingen heeft
aanvaard. De wereld heeft gevonden dat Ber-
l(jn uien grondslag haa weggeslagen. Immers
een van de voorwaarden, die Frankrijk en En
geland ln het communiqué voor de deelneming
van Duitschland aan de toenadering hadden
gesteld, luidde, „dat noch Duitschland, noch
eenige andere mogendheid, welker bewape
ning door het vredesverdrag is vastgesteld,
het recht hebben door eenzijdige actie die ver
plichtingen te wijzigen."
In gewone taal overgebracht, kan dit slechts
beteekenen: „Is het uw voornemen, het beslo-
tene als onveranderlijk te beschouwen, of
staan wy nog waar wy te voren stonden, toen
Duitschland nog niets definitiefs te kennen
had gegeven?" De Engelschen willen dus,
indiscreet, weten, of, wat Berlgn gedaan heeft,
niet meer is dan het bezetten van een positie
voor de onderhandelingen, dan wel, of er niet
meer over te praten valt en Berlgn reeds een-
zydlg en vastbesloten zyn toekomstige wape
ning heeft bepaald.
Daarop heeft von Neurath geantwoord, dat
het bezoek zou kunnen plaats vinden binnen
de opgestelde omiysting en voor de doeleinden,
waarover men het eens was geworden. Tot die
omlgsting hoort, zooals gezegd, ln de eerste
plaats geen eenzydige verwerping door
Duitschland van het vyfde deel van het ver
drag van Versailles; en tot de doeleinden de
terugkeer van Duitschland in den Volkenbond.
De toestand wordt door deze jongste
gebeurtenissen niets te minder ernstig.
Het zorgwekkende in da verschynselen,
die te Berlgn vallen waar te nemen, biyft
voortbestaan, het troostrgke moeten wy
zoeken in het feit, dat Pargs kalm geble
ven is, dat Beriyn geen neiging vertoont
zich aan den diplomatleken druk, die Lon
den tracht uit te oefenen, te onttrekken,
dat Londen zelf het geval behandelt, zoo
als het behandeld moet worden: Zonder
teekenen van ongeduld in de critiekste
fasen.
België heeft een kabi
netscrisis. Geheel onver
wacht heeft het kabinet
Theunis Dinsdagmiddag
by de opening van de
Kamervergadering ontslag genomen.
Minister-president Theunis begon met te
verklaren, dat de door hem voorgezeten re
geering samengesteld werd, om het werk van
het oeconomisch herstel en de stabiliteit van
den franc, door de vorige regeering onderno
men, voort te zetten. Herhaaldeiyk heeft het
kabinet de aandacht van het parlement op
den ernst van den toestand gevesclgi. en heeft
het aangedrongen op het behoud van een
geest van vertrouwen en offervaardigheid,
zonder welke het in zyn pogingen niet zou
kunnen slagen. Deze medewerking heeft de
regeering niet in voldoende mate ondervon
den. Een deel van de meerderheid verleende
meer dan eens zyn vertrouwen slechts met
tegenzin aan de regeering. Bovendien voeMe
GEORGES THEUNIS,
de afgetreden minister-president van België.
de oppositie tegen de regeering een onrecht-
vaardigen en systematischen strijd en aarzel
de zy niet, tot allerlei verdacntmakingen aan
het adres van de ministers over te gaan. Na
een aanhoudenden stryd, die vier maanden
heeft geduurd, hebben de gemeenschappeiyke
pogingen van de leden der regeering niet kun
nen beletten, dat de bedreiging, die op den
franc drukte scherper vormen ging aanne
men. In deze omstandigheden bleef er aan de
regeering niets anders over, dan den Koning
te vragen, de opdracht, welke zij van hem
hadden ontvangen, te willen terugnemen. Met
den wensch, dat de opvolgers van het huidige
kabinet in den eensgezinden steun van de
natie de noodige kracht zullen mogen vinden,
om de overwinning te behalen, sloot Theunis
zyn ontstellende verklaring.
In den loop van den middag ving koning
Leopold ten paleize de gebruikelyke consul
tatie van politieke leiders aan. Wellicht zal
men elders in dit blad wel berichten vinden,
welke wending de regeeringscrisis zal nemen.
Het geschil
tusschen
Italië en
Abessinië.
Het geschil tusschen
Italië en Abessinië, dat
nog steeds geen oplos
sing vond, kan een
nieuwe spanning geven
in Europa, nu Abessinië
definitief besloten heeft,
de zaak door den Vol
kenbond te laten beslissen.
De gezant van Abessinië heeft reeds aan
den secretaris-generaal van den Volkenbond,
Avenol, een nota van zgn regeering overhan
digd, waarby de regeering van Abessiniëver
zoekt het geschil met Italië wederom op de
agenda van de volgende zitting van den Vol
kenbondsraad te plaatsen.
De nota is hierna onmiddellyk door het
Volkensbondssecretariaat openbaar gemaakt.
De regeering van Abessinië verzoekt daarin
de toepassing van artikel 15 van het Volken
bondsverdrag. aangezien er tengevolge van de
door Italië uitgevaardigde mobilisatie en het
voortdurende vervoer van troepen en oorlogs
materiaal naar de Itallaansch-Abessynsche
grens, thans tusschen belde landen een toe
stand ontstaan is, die tot een breuk zou kun
nen leiden.
De regeering van Abessinië wijst er op,
hoe zy tydens de zitting van Januari van den
Volkenbondsraad eerst na de door den Vol
kenbondsraad geregistreerde plechtige be
lofte van 19 Januari, dat het geschil op
vriendschappelijke wijze, hetzij door recht-
streeksche onderhandelingen, hetzy door arbi
trage geregeld zou worden, er in heeft toe
gestemd, dat de behandeling van de aange
legenheid door den Volkenbondsraad zou
wqrden uitgesteld. Zoowel voor als na deze
afspraak heeft Abessinië steeds gevraagd, dat
het geschil op grond van het vriendschaps
verdrag tusschen Italië en Abessinië van 1928
aan arbitrage onderworpen zou worden. Ab-
bessinlë heeft zich steeds bereid verlclaard en
verklaart zich nog bereid, bij de arbitrale uit
spraak zich ten volle te zullen neerleggen.
Tot haar spijt moet de Abbessijnsche regee
ring echter vaststellen, dat de Italiaansche
regeering zich niet gehouden heeft aan de
afspraak van Genève van 19 Januari.
De Italiaansche regeering heeft er niet ln
toegestemd werkelijke onderhandelingen te
voeren. Zij heeft schadevergoeding geëischt
alvorens het geschil aan een onderzoek te
onderwerpen. Onder deze omstandigheden zgn
de rechtstreeksche onderhandelingen mislukt
Ook de goede diensten, die Abessinië van een
derde mogendheid heeft verzocht, konden
niet slagen, daar Italië deze goede diensten
van de hand heeft gewezen.
Vergeefs heeft de Abessijnsche regeering
vervolgens gevraagd om het instellen van de
arbitrageprocedure. Italië heeft hierop geant
woord met een mobilisatie en het zenden van
oorlogsmateriaal, hetgeen in lynrechte tegen
spraak is met het vriendschapsverdrag van
1928 en de afspraak van Genève van 19
Januari.
Om incidenten te voorkomen, die by de
aanwezigheid van de Italiaansche expeditie
troepen te vreezen zyn, verzoekt de Abessijn
sche regeering den secretaris-generaal van
den Volkenbond het geschil krachtens artikel
15 van het Volkenbondsverdrag op de agenda
van de zitting van den Volkenbondsraad te
plaatsen, opdat deze een onderzoek zal instel
len en een volledige studie van de aange
legenheid zal ondernemen, in afwachting van
dè procedure van arbitrage, die ln het Abes-
synsch-Italiaansche vriendschapsverdrag van
19 Jan. is voorzien.
De regeering van Abessinië belooft
plechtig, zich onmiddellyk en zonder
eenig voorbehoud te zullen voegen naar
iedere arbitrale uitspraak en de raad
gevingen en besluiten van den Volken
bond te zullen opvolgen.
In Volkenbondskringen heeft men met een
lichte huivering van dit besluit van Abessinië,
om zich op artikel 15 te beroepen, kennis ge
nomen. De toepassing van dit artikel heeft
toch reeds de uittreding van Japan en van
Paraguay uit den Volkenbond tengevolge ge
had.
Italië, dat er natuuriyk niets voor voelt de
zaak voor den Volkenbond te brengen, acht
de rechtstreeksche onderhandelingen en de
mogelykheden daarvan niet uitgeput en ge
looft integendeel, dat alleen met directe on
derhandelingen, een snelle oplossing kan wor
den gevonden.
Italië wyst een verzoeningscommissie niet
af, doch het gelooft, dat een zoodanige
Stakman Bosaestr. 65-Tel. 514
PERMANENT-WAVE f 2.50 en f 3.50
handelwijze veel te ingewikkeld en langzaam
is. Italië doet derhalve het tegenvoorstel,
volgens hetwelk de Abessynsche minister van
buitenlandsclie zaken en de Italiaansche ge
zant te Addis Abeba de gezamenlyke docu
mentatie over de incidenten, hun geschiedenis
en hun gevolgen zullen uitwisselen en ze ge-
zameniyk aan een onderzoek zullen onder
werpen, om zoo tot een vaststelling van de
waarheid te komen.
O
De sterkte van het te
vormen leger.
De schattingen van de sterkte, die het
Dultsche leger na invoering van den alge-
meenen dienstplicht zal krggen, Ioopen nog
al uiteen. Het eenige houvast dat men voor-
loopig heeft is de vaststelling van het aantal
legercorpsen, dat op de been zal worden
gebracht. Het zyn er 12, elk verdeeld ln drie
divisies en op grond daarvan schatten mili
taire deskundigen buiten Duitschland de vre-
dessterkte van het te vormen leger op 480
500 000.
Voor den oorlog bedroeg de vredessterkte
van het Duitsche leger by den diensttyd van
twee jaar voor de infanterie en van drie
jaar voor de overige wapenen 700.000 man.
By een korteren diensttyd, byv. van 1 en 2
jaar voor de genoemde wapens, zou in
Duitschland, waar men ook ln aan recruten
arme jaren komt, de legersterkte ongetwyfeld
geringer zgn.
De half-militaire organisatie van den ar
beidsdienst, die op het oogenblik ongeveer
350.000 jongelieden telt, zal waarschynUjk
blyven bestaant maar het is nog onzeker in
welken vorm.
Schat men het nu gevormde leger op een
half millioen, dan zal het in elk geval wel
eenige jaren duren tot een reserve gevormd
is en de oorlogsterkte van het leger tot een
veelvoud van de vredessterkte gestegen ts.
Uit de Engelsche pers.
Met de groote of geringe soepelheid leg
gen alle Londensche bladen zich nu by den
toestand neer, bUj dat er geen crisis is ont
staan en dat de besprekingen door zullen
gaan. De Times gaat in haar poging om de
Duitsche positie te begrypen zelfs zoo ver
dat zy toegeeft dat, al heeft Duitschland het
verdrag van Versailles dan geschonden, een
partijdig opgelegd verdrag toch tot een an
dere categorie behoort dan een vry verdrag.
Wat Frankryk betreft, zegt de Times dat
de officieele betrekkingen van dit land en
Duitschland op het oogenblik wel gespannen
zyn, maar dat er toch geen concrete reden
voor twist ls en ook zijn er volgens haar tee
kenen dat het misverstand niet algemeen en
diep geworteld ls.
Opheffing der demllitarlseerlng
van het Rynland voorshands onwaar-
schgniyk.
Ward Price heeft te Miinchen zgn gesprek
ken met offieele Duitsche persoonlgkheden
voortgezet en bracht Dinsdagochtend de niet
zoo byster geruststellende verzekering, dat
de opheffing van de gedemilitariseerde zone
van het Rijnland volgens goed Ingelichte
Duitschers op het oogenblik niet waarsch(jn-
lijk is. Er wordt op gewezen dat Hitier het
Saargebied nog pas geleden als deel van de
zone erkende en dat de erkenning ook van
De Fransche regeering heeft naar
Reuter meldt besloten het besluit van
Duitschland om tot invoering van den
dienstplicht over te gaan terstond by den
Volkenbond aanhangig te maken.
Nader meldt Reuter uit Pargs, dat do
Fransche regeering nog niet heeft uitgemaakt
op welken juridischen grondslag zy de over
treding van het verdrag van Versailles door
Duitschland voor den Volkenbond zal bren
gen, maar zy zal zich op de artikelen 11,
164 en 213 van het verdrag beroepen.
die zone zelf tenminste voor de onmiddeliyke
toekomst daarin voorondersteld ls. Volgen*
Price zou men nu eerst de mannen tusschen
30 en 35 jaar voor zes weken oefenen op
roepen, daarna die tusschen 25 en 30 voor
een half jaar en vervolgens de jongeren voor
een jaar. De stormtroepen (S.A.) zullen
geen functie meer hebben en tot het niveau
van een soort veteranen-associatie terug zin
ken. De zwarthemden, die volgens Price de
inteilectueele room van de nat. soc. party
zyn zulen hun identiteit en hun bestemming
behouden.
ONTSTEMMING IN DE FRANSCHE PERS.
Over het doorgaan van Simon's bezoek.
In de Fransche bladen komt een zekere
ontstemming tot uiting over het besluit van
de Engelsche regeering dat Sir John Simon
toch naar Berlgn zal gaan. De bladen con-
stateeren hieruit, dat daardoor een gemeen
schappelijke protestactie van Engeland,
Frankryk en Italië ónmogelyk is geworden.
Tegelykertijd wordt opgemerkt, dat tusschen
Rome en Pargs echter volkomen overeen
stemming bestaat.
De Echo de Paris spreekt van een Engel
sche capitulatie, die te Parijs verrassing
heeft gebracht.
De Ver. Staten en de Duitsche politiek.
Reuter meldt uit New-York, dat de New-
York Times de politiek van Engeland al»
volgt beoordeelt:
Het Britsche plan schijnt te wezen, een
Europeesch diplomatiek front te vormen,
hetwelk zelfs een opgewonden Duitschland
niet zal pogen onder den voet te loopen.
Het blad schryft voorts: Enkele jaren ge-
Feuilleton.
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door
WILL AMBERG.
T)
„Vijfentachtigduizend mark", herhaalt de
notaris onbarmhartig. „Is dat bedrag nieuw
voor u?"
„Voor my is zoo ongeveer alles nieuw in
deze merkwaardige aangelegenheid, ant
woordt Kaiserlien. „En nu zou ik nog wel
graag willen weten, waarom meneer Eduard
Stolzenberg vijfentachtigduizend mark van
my moet hebben."
••Be motiveering van het vonnis is zeer
k°rt; ik zal het u voorlezen". En wederom
begint hy met zijn monotone stem:
„Gedaagde Kaiserlien heeft als schei
kundige in December 1923 te Starnberg
een villa met laboratorium laten bouwen.
Baar, tengevolge van de deflatie, zyn geld
middelen niet toereikend waren, verzocht
kij den met hem bevrienden eischer hem
100.000 ryksmark te leenen. Als tegen-
Prestatie zegde dr. Kaiserlien eischer de
helft der hem voor een chemische uitvin-
<"ng toekomende licenties toe.
Bp deze toezegging leende eischer aan
dr Kaiserlien het verlangde bedrag van
100 000 ryksmark, dat echter, naar ia ko
men vast te staan, in den loop van het
daarop volgende jaar ls terugbetaald. Tot
dusver weigerde gedaagde evenwel aan
eischer diens aandeel ln de licenties uit te
betalen, omdat deze overeenkomst niet
schriftelyk zou zyn vastgelegd en hier bo
vendien van een ongeoorloofde woekerwinst
sprake zou zijn, daar door eischer profyt
zou zyn getrokken van den ongunstigen
finantieelen toestand, waarin gedaagde ty-
delijk verkeerde. Bat de helft van het, de
licenties omvattende bedrag 85.000 ryks
mark zou bedragen, wordt door dr. Kaiser
lien niet bestreden.
Kaiserlien's motieven tot niet-betaling
zijn door de rechtbank niet steekhoudend
bevonden. Een schrifteiyke vorm voor de
overeenkomst, zooals die door partyen is
aangegaan, schrijft de wet niet voor. Voor
woeker ontbreken voldoende vermoedens en
andere aanwijzingen; uit den omvang van
het bedrag der toegezegde licenties kan be-
zwaarlyk worden afgeleid, dat hier van een
irreëele zaak sprake is.
Kaiserlien ia derhalve verplicht eischer
85.000 rijksmark uit te betalen en moet in
de kosten van het proces worden veroor
deeld.
(w.g.) Getsel, Wunder. Hirth
Kaiserlien heeft geruimen noodig om te
verwerken, wat de notaris hem daar heeft
voorgelezen. En ook al begrijpt hij tenslotte
clan wel den inhoud van het vonnis, de over
wegingen, welke daartoe hebben geleid, ver
mag hij toch niet onmiddellyk te doorgron
den. Hy weet nu slechts, en Ina Heldt mét
hem dat zyn naam op snoode en misdadige
wyze ia misbruikt. Hy heeft nog nooit in
zyn leven honderdduizend mark geleend en
zeker wei allerminst van een zekeren meneer
Stolzenberg, die hem ten eenenmale onbe
kend is; hy heeft nog nooit iemand de helft
van de opbrengst zyner licenties beloofd en
evenmin verklaard, dat dit een bedrag van
vijfentachtigduizend mark zou omvatten. Bat
was trouwens belachelijk: hij zou biy geweest
zijn als zijn licenties hem jaarlijks een vier
de deel van dit bedrag opbracht!
Wie was Eduard Stolzenberg? En wie was
die andere Heinz Kaiserlien, die daar ln Ber
iyn op naam van zyn Starnberger naamge
noot schulden maakte en deze op diens kos-
den betaalde?
„Men heeft schandelyk misbruik gemaakt
van mijn naam," valt Kaiserlien uit. „Van
dat geheele vonnis is geen woord waar".
„Waarom bent u dan niet ln beroep ge
gaan?" vraagt de notaris.
„Ik kende dat vonnis immers absoluut
niet".
„Maar men heeft het u toch doen toeko
men."
„Niet aan my, maar zeker aan iemand, die
wederrechtelyk van mijn naam gebruik heeft
gemaakt".
Weckerie is nog niet direct overtuigd van
de waarheid van deze bewering. Iedereen, die
schuldig wordt verklaard, pleegt te beweren,
dat hem onrecht is aangedaan. „Tja, maar
als u zichzelf voor onschuldig hield, waarom
hebt u zich dan niet tegen den executorialen
verkoop verzet. Het heeft immers in verschil
lende kranten gestaan, dat uw villa publiek
zou worden verkocht!"
„Ik heb het niet in de krant gelezen!"
Weckerie vindt dat niet zeer waarschijnlyk.
Naar zijn meening moest Kaiserlien toch van
de dreigende publieke verkooping op de hoog
te zyn gebracht, ook al zou hem dan de daar
aan gegeven publiciteit zijn ontgaan. Want
het was toch moeilijk denkbaar, dat ook Kai
serlien niet door een der vele kanalen, waar
langs Jobstijdingen den betrokkene plegen te
bereiken, van den stand van zaken kennis zou
hebben genomen.
„Ik vertoefde buitenslands", zegt Kaiser
lien.
„Maar ook in het buitenland is men toch
niet geheel en al van de wereld afgesloten U
hebt toch waarschynlijk genoeg vrienden en
kennissen in Duitschland, die toch een derge
lijke belanngrijke mededeeling niet voor zich
zouden hebben gehouden?" meent Weckerie.
„Misschien niet, wanneer hun myn adres in
het buitenland bekend was geweest".
Weckerie behoort reeds sinds eenige tien
tallen jaren tot de gezeten burgers van Starn
berg. De „on dit's" dringen ook door in zyn
kantoor en nu herinnert hy zich ook wel ge
hoord te hebben, dat dr. Kaiserlien, de schei
kundige in die villa beneden aan het meer, op
zekeren dag plotseling verdwenen was. Er
was heel wat over gefluisterd, ja, de dwaaste
praatjes hadden in die dagen de ronde gedaan
en in de romans, die de praatgrage gemeente
met haar ongebreidelde fantasie had opge
bouwd, was ook aan die mevrouw Ina Heldt,
een vere van fraaie rol toebedeeld. En toen
eenigen tyd na zijn vertrek tot executorialen
verkoop van zijn villa werd overgegaan, bleek
niemand zich daarover te verwonderen. Inte
gendeel, vrij algemeen beschouwde men dit als
het resultaat van het losbandige leven van den
vroegeren bewoner. Aan de stamtafels en on
der de kaartvrienden werd meewarig het
hoofd gschud over zooveel spilzucht. Want ie
mand met een goed geweten verdween toch
niet met de Noorderzon!
AI deze geruchten gaan de notaris thans
door zijn hoofd. Mogelyk, taxeert hy, dat Kai
serlien's bewering, als zou hy twee jaar in het
buitenland hebben vertoefd, op waarheid be
rust. Maar dat is dan eerst recht een bevesti
ging van de geruchten, volgens welke Kai
serlien een dringende reden zou hebben gehad
om zoo spoedig mogelyk uit Starnberg te ver-
dwynen.
„Als u naar het buitenland vertrok zonder
uw adres achter te laten, dan hebt u alles aan
u zelf te wyten", merkt Weckerie koeltjes op.
„U schynt zich niet te kunnen voorstellen,
dat iemand ook om zeer fatsoenlyke redenen
eenigen tijd onbekend naar het buitenland
wenscht te gaan."
De notaris haalt zwygend de schouders op.
Hy gevoelt allerminst lust met dien man daar
over het al of niet geoorloofde van een incog-
nito-reis te debatteeren.
„Maar ik stel er prijs op, dat u weet, waar
om ik zoo onverwacht vertrok zonder aan
Jan en alleman het doel van myn reis mee te
deelen," vervolgt Kaiserlien hardnekkig. „Het
ligt allerminst in m'n bedoeling my zelf een
pluim op den hoed te steken, maar ik geloof,
dat ik met dat zwijgen mijn land een niet on-
belangrijken dienst heb bewezen."
Straks vertelt hij me nog, dat hy met een
of andere geheime diplomatieke opdracht be
last is geweest! denkt de notaris met eenig
geamuseerd, maar tevens nieuwsgierig scep
ticisme.
„Nu myn werkzaamheden zoo goed als ge
ëindigd zyn, kan ik daar rustig over spreken,"
gaat Kaiserlien voort en nu maakt hy den no
taris deelgenoot van zijn onderzoek in Pales
tina voor het Sulfide syndicaat.
Dat waren toch inderdaad feiten, waarvan
men de beteekenis niet kon onderschatten;
dat wekte toch geen vermoedens van groot
spraak. Weckerie had den indruk, dat Kaiser
lien niet loog. „Maar een ding begrijp ik toch
niet", zegt hij, als Kaiserlien aan het eind is
van zyn verhaal, „n.1. waarom u daarby zoo
geheimzinnig te werk ging. Waarom mocht
niemand weten, dat u in Palestina vertoefde?"
„Ik heb mij tegenover het syndicaat moeten
verplichten niemand, behalve myn secreta
resse, iets te vertellen over het doel van myn
reis en den aard van de my opgedragen werk
zaamheden. Alles hing er voor het welslagen
van de onderneming van af, of de noodige
discretie in acht zou worden genomen. Ala
Engelsche of Amerikaansche maatschappijen
er achter kwamen, dat ons voor een ratio-
neele exploitatie van de schatten van de
Doode Zee intereseerden, dan zouden zij zich
reeds by voorbaat van een concessie by de
Palestynsche regeering hebben verzekerd, ook
ai was men dan nog niet van de rentabiliteit
der exploitatie overtuigd. En in ieder geval
zou men onmiddellijk alle pogingen in het
werk hebben gesteld om de Duitsche industrie
van een wedloop tot het verkrygen van een
concessie uit te schakelen."
„En nu?"
„Nu ligt de zaak geheel anders. Ik geloof,
dat ik erin geslaagd ben een plan uit te wer
ken, dat alleszins rendabel kan worden ge
noemd en nu zullen de Engelsche of Ameri
kaansche magnaten tenslotte nog biy zijn,
als het Sulfide syndicaat aan de zaak wil deel
nemen".
Weckerie schudt zijn zeehondenhoofd en het
eindje potlood in zyn rechterhand begint weer
te doceeren.
„Dan blyft ons slechts de conclusie, meneer
Kaiserlien, dat de nauwgezetheid, waarmee u
aan den eisch tot geheimhouding gevolg hebt
gegeven, oorzaak is geweest van het verlies
van uw villa. Wanneer ook maar iemand ln
Starnberg op de hoogte was geweest van uw
adres, dan zou het zeker nooit tot excecuto-
rilalen verkoop zyn gekomen; nu moest men
uw zwijgen wel als een bewijs van een slecht
geweten opvatten".
(Wordt vervolgd.)