Het Menu
ZATERDAG 23 MAART 1935
PAG. 3
De voorjaarsmode zal
flatteus en echt
vrouwelijk
zijn.
T JUTTERTJE
Veel chabots, ruches, plissée's e.d. rullen
worden gedragen.
door
Ine Mejcke
«Wat draagt men dit voorjaar?" Onge
twijfeld hebben negentig procent der da
mes zich dit afgevraagd en wj kunnen er
op antwoorden:
„Men draagt alles, wat goed kleedt en
de vrouw zoo voordeelig mogelijk doet uit
komen". Zeer geruststellend, niet waar,
lezeressen
De modeshows van de toonaangevende
zaken in de groote steden zijn in vollen
gang en vele mochten wij reeds bijwonen.
Het grand toilet is in zooverre veranderd,
dat er meters en meters stof verwerkt
worden om den droom te verwezenlijken.
Gladde lijfjes, een dunne taille, rokken
strak om de heupen, die aan onderkant
een enorme wijdte vertoonen en buitenge
woon mpoi en elegant zijn om op de show
door de nagenoeg volmaakt gevormde
mannequins te zien dragen. Slechts weini
gen zullen zich echter door den druk der
.tijden een buitengewone luxe kunndn ver
oorloven en zullen zich tevreden stellen
met een gekleede japon, dié voor verschil
lende doeleinden zal moeten dienen.
Hoewel de voorjaarsgedachten reeds tot
uitdrukking worden gebracht, in de mode
zullen wij ons, terwijl wij ons bezighouden
met onze modebeschouwing, nog gaarne
in onze winterkleeding hullen, want de
ijzige Oostenwind dringt tot op onze huid
door.
Officieel zal de lente echter over een
dag of acht hare Intrede doen en dan ho-
Prii wj toch, dat zij ons vele milde dagen
zal brengen, omreeds onze voorjaarsja
ponnen, mantels, complets, tailleurs enz.
te dragen.
De eerste indruk, dien wij van de mode
^rijgen, is dat zij jeugdig maakt, flatteus
en echt vrouwelijk is, terwijl wj tevens
meermalen aan de kleeding van vroegere
eeuwen zullen terug denken door den stijl
der japonnen, welke van soepel velours of
mooi getint satijn gedragen zullen worden
met de van Dtjck- en Stuart-kragen.
Zelfs de kleuren, die voor dergelijke ja-
Ponnen gekozen worden, moeten in over-
eenstemming zijn met den smaak der tj-
den. purper, paars granaat, evenals het
^tijd weer mooie changeant, dat In taf
z°° bijzonder voldoet.
De al te strenge lijn, die de mode der
laatste jaren kenmerkte, vinden wij bj de
middag- en meer gekleede japonnen niet
terug, ook al omdat de vele jabots, kra-
gen. plissée's, volants, ruches, ceintuurs,
strikken, decoratieve knoopen weer zoo'n
^der aspect geven.
e chabots worden veelal van kant,
£e°rgette en andere fijne weefsels ge
maakt, terwijl garnituren van handbor-
'"irsel zeer in den smaak vallen. Groote
strikken van taf, batist en zijde, zoowel
*'s vlotte lussen, worden als halsafwer-
nS op japonnen- als mantels gedragen.
Snoezige kragen en manchetten zien
We van batist met een valenciennekantje
ftgewerkt, soms ook met allerliefste
drine gekleurde moesjes of Fransche
kno°pjes.
bevers, vesten, opgestikte zakken, een
groote variatie in werkelijk mooie decora-
leve knoopen, geven een geheel ander
^hzien aan de kleeding, terwijl er een
felheid in ceintuurs is, die de weer
meer geaccentueerde taille omgorden,
wsar men versteld van staat. Heel veel
rjooi bewerkte gespen worden aan de
y offon ceintuur gezet en zij die nog van
roeger jaren oud-zilveren gespen hebben,
t Unr>en deze weer benutten. Antieke slo-
n van kerkboeken voldoen eveneens bij -
Un^ a'S ®esP' indien men er een 8'u'"
'S aan laat maken.
Wie zich in het gelukkig bezit mag ver
heugen van oude kant, zal deze weer voor
zichtig weten te wasschen en te spannen
om er een chabot of andete japongarnee-
ring van te maken, welke een buitenge
woon cachet aan het geheel zal geven.
Wat de mantels betreft zien wij de spor
tieve modellen, die veelal geen knoop-
sluiting hebben, doch een ceintuur, welke
het geheel bijeenhoudt. De gekleede mo
dellen hebben meermalen een bontgarnee-
ring, die wij op blauwe en groene mantels
zelfs in die tinten geverfd zien. Onze eer
ste indruk was, dat het een weinig te ge
wild is en meer of min onnatuurlijk,
maar, men wil nu eenmaal verandering in
de mode en hare onderdeden.
We zullen, zoowel meer gekleede man-
telcostuums zien met groote revers, lichte
strikken of capeje als de strengere tail
leurs, doch naar onze meening zal de
driekwart lange, in wijde klokken vallende
mantel met bijpassende japon een over
wegende meerderheid vormen.
Vlotte kleine mantels in bolerovorm en
harmonieerende kleuren, zullen bij de meer
eenvoudige en sportieve modellen gedra
gen worden.
Capes komen in de meeat uiteenloo-
pende variaties voor, nu eens coquet
slechts den bovenarm bedekkend, dan weer
zoo lang. dat slechts weinig van de japon
te zien komt Deze laatste worden o.a.
van fluweel gemaakt en vormen een
prachtig geheel met de lange, sleepende
avondjaponnen.
Capejes worden zoowel op mantels, ja
ponnen, jakjes als complets gedragen, ter
wijl zij van hetzelfde materiaal als van de
japonnen zijn of totaal afwijkend ver
werkt worden. Zoo ziet men ze voor meer
gekleed van randen marabont, van tule,
met loovertjes van verschillende rijen
over elkander vallende plissée's, terwijl zij
op de japonnen soms met een smal op
staand boordje, worden afgewerkt, dan
weer met een groote fantaaieknoop geslo
ten worden. Men ziet op effen japonnen
geruite capes, alsmede die, welke van ge
streept materiaal in horizontale l(jn zijn
gemaakt en uit zes of zeven baantjes be
staan.
Ruiten, strepen, moesjes en minatuur
stippeltjes, zoowel als bloemen en andere
motleven worden gedragen, veel zijde,
crèpe-satin, dof en glimmend en derge
lijke fijne weefsels.
Effen japonnen zullen een dankbare
gameering vinden in de mooie bedrukte
zijden stoffen alsmede in taf, waarvan b.v.
platte kraag, vest met bijpassende chabot
en mouwgarnituur worden gemaakt. De
groote tafzijden ruiten, welke wij het vorig
jaar zooveel zagen, hebben nu plaats ge
maakt voor een groote keuze in kleine
ruitjes, die buitengewoon goed voldoen.
De miniatuurstipjes in zijde worden ver
werkt tot kraag, chabot, manchetten en
ceintuur of effen kleuren en staan schat
tig.
Tenslotte mogen wij niet eindigen zon
der even een enkel woord over de hoeden
te gewagen. Er is een groote veelheid in
modellen, die zich echter lang niet bij
ieders persoonlijkheid en figuur aanpassen.
Het jonge, elegante meisje met haar
mooie coiffure zal heel veel modellen met
smaak en succes weten te dragen. Over
het algemeen zal men echter met overleg
te werk moeten gaan, want om slechts de
nagenoeg vlakke platte hoeden te noe
men, welke plaats noch ruimte bieden
voor den altijd nog ronden vorm van het
hoofd, deze vragen speciale gezichten, al
thans om te flatteeren. De kleine, chique
Zij (sentimenteel): ,0, liefste, nooit,
neen nooit zal ik de plek vergeten waar jij
mij de-i eersten kus gaf!"
Hij (nuchter): .Prachtig! Dan kan ik
eens kijken of Ik m'n tabakszakje nog
terug vind dat ik toen verloren heb!"
hoedjes met de voile, die even afhangt
voor het gelaat of met de stijf uitstaande
paardenharen voile zullen voor meer ge
kleed gedragen worden, o.a. bij middagbe-
zoeken, evenals de bloemenhoedjes.
Men behoeft echter niet de minste zorg
te hebben niet te zullen slagen, want er is
zoo'n overgroote variatie in modellen, dat
aan ieders eischen en smaak ongetwijfeld
tegemoet gekomen zal worden.
Een groote geruststelling o.i., want tot
dusverre maakt de hoed nog steeds een
voornaam deel van de kleeding der vrouw
uit, niet waar?
Verder zal men de veelheid en afwisse
ling in charmante garneeringen dankbaar
aanvaarden, óók omdat men met een wei
nig fantasie en smaak kleine veranderin
gen kan aanbrengen, die telkens een an
der aspect aan een japon geven, wat veel
waard is, als men de beschikking heeft
over een bescheiden garderobe.
Zondag.
Kop bouillon.
Biefstuk.
Brusselsch lof.
Aardappelen
Roode appelpudding.
Maandag.
Gepocheerde eieren met
Bechamelsaus.
Spinazie.
Aardappelen.
Sinaasappel.
Dinsdag.
Pikante kalfslapjes
Frinsesseboonen (Blik).
Aardappelen.
Havermoutcrème.
Woensdag.
Runder ribstuk.
Knolraap,
Aardappelen.
Rjstommelet met appelmoes.
Donderdag.
Koud vleesch.
Raapstelen.
Aardappelen.
Beschuit- schote 1
Vrijdag.
Selderij soep.
Filets van tong.
Kropsla.
Aardappelen.
Zaterdag.
Gebakken spek.
Capucijners.
Aardappelen.
Tutti frutti.
Garnalen-broodjes
Roode Appelpudding.
500 gr. tafelappelen, L. water,
wijnglas rum, sap van 1 citroen. 100 gr.
suiker, 50 gr. geconf jte kersjes, 10 blaad
jes roode gelatine, 1 dl. room.
De gelatine wordt in een ruime hoe
veelheid koud water geweekt en de appe
len dun geschild, in vieren gesneden,
klokhuizen verwjderd en met L. water
gaar gekookt, met een dun afgesneden
citroenschil, daarna wordt alles door een
paardenharen zeef gewreven, nadat de ci
troenschil verwjderd is en het gezeefde
citroensap toegevoegd, evenals de rum.
De massa wordt weer aan de kook ge
bracht en eerst de suiker er in opgelost,
daarna de goed uitgeknepen geweekte ge
latine. De pudding moet geheel en al koud
worden en om te voorkomen, dat de ge
latine zakt, roeren we er van tjd tot tjd
in. Wordt het geheel stjf, dan brengen
wj de pudding over in een glazen vorm en
garneeren bovenkant met roosjes van
stijfgeklopte room en gehalveerde gecon-
fjte kersjes.
Gepocheerde eieren met
Bechamelsaus.
Voor gepocheerde eieren worden zeer
versche gebruikt en men brengt ze in een
niet te diep pannetje water aan den kook
met een scheut azjn. Men breekt een ei
in een kopje en laat het in het water
gijden, zóó dat het wit om de dooier ge
huld is. Als het wit gestold is, schept
men de eieren met een schuimspaan uit
en legt ze op een verwarmden schotel,
waarna men ze bedekt met Bechamel
saus, L. melk, 40 gr. bloem, 50 gr. bo
ter, 1 uitje, zout, peper, 1 kruidnagel, 1
laurierblad en een takje selderj. We bren
gen de melk zachtjes aan de kook met
de kruidnagel, laurierblad en selderj en
laten ze een kwartiertje trekken, daarna
zeven wj de melk.
Het uitje wordt schoongemaakt en zeer
f jn gesnipperd, daarna in de boter gaar
gesmoord, peper en zout bjgevoegd en de
bloem, daarna roerende scheutje voor
scheutje de heete melk, waarna wj de
saus nog 5 of 8 min. heel zachtjes laten
doorkoken
De jonge spinazie wordt na gewasschen
te zjn, goed uitgelekt en daarna 10 min.
gekookt, uit het water geschept en heel
fijn gehakt daarna gestoofd in melk.
waarin een sneedje brood fjn gekookt ia.
boter en noot. Het water, dat eventueel
nog over mocht zijn wordt met bloem en
boter en desnoods aangelengd met wat
water tot soep verwerkt en aangezien
het slechts weinig is in een kop geser
veerd, liefst den volgenden dag.
Pikante kalfslapjes.
5 ons kalflapjes, 100 gr. boter, 1 uitje.
1 eetlepel Worcester saus, stukje Spaan-
sche peper, citroensap. 3 kopjes heet wa
ter, waarin 1 bouillonblokje is opgelost,
peper en zout, paneermeel.
De lapjes worden gewasschen en met
een doek afgewreven, dan bestrooid met
peper en zout en weggezet, bedruppeld
met citroensap en worcester saus.
De helft van de boter wordt warm ge
maakt en hierin laten wj het fjn gesnip
perde uitje en de Spaansche peper gaar
smoren, terwijl terwjl wj In de rest van
de boter de lapjes, die met paneermeel
bestrooid zjn, aan beide kanten licht
bruin laten bakken, daarna doen wj er
eerst een scheut van de aangemaakte
bouillon bj, laten het flink opbruischen en
voegen er de rest bj, evenals de gesmoor
de uitjes en peper en laten de lapjes nog
een goed half uur stoven.
4
Rjstommelet met appelmoes.
1 kopje rjst, 3 kopjes water, zout, 3
eieren, bjna 1 ons suiker, 75 gr. boter,
1 theelepel kaneel, appelmoes, 60 gram
bloem, poedersuiker.
We kunnen de ommelet maken van
overgebleven rjst en hebben dan onge
veer 300 gr. rjst noodig, doch kunnen
ook 1 kopje rijst koken met wat zout en
3 kopjes water. We roeren de eierdooiers
met de suiker en kaneel tot een gelijke
massa, waarbj wj lepel voor lepel de ge
zeefde bloem doen, daarna de rjst en ten
slotte het stjfgeklopte eiwit.
In een koekpan smelten wj 1/3 van de
boter, laten ze warm worden en doen hier
in 1/3 van de rjst, die wj evenals een
pannekoek aan twee kanten bruin bak
ken, daarna op een schotel laten gijden,
die op een pan met water wordt warm
gehouden en bedekt wordt met een laag
appelmoes. De beide andere ommeletten
worden op dezelfde wjze gebakken, zoo
dat we krjgen drie ommeletten met twee
lagen appelmoes, terwjl de laatste omme
let dik bestrooid wordt met poedersuiker.
We doen deze het best in een zeef en
strooien ze zoo geljkmatig over het ge
bak: mochten er klontjes in de poeder
suiker zjn, dan wordt deze eerst in een
amandel-molentje gemalen.
Warme Beschultschotel.
1 rol, groote ronde beschuit, 3 eieren,
100 gr. krenten en rozjnen, 50 gr.
sucade, 1 flinke theelepel kaneel, 100 gr.
suiker, 5 kleine kopjes melk, V4 glas rum,
50 gr. boter.
We beginnen de eieren met suiker schui
mig te kloppen, voegen er de rum en de
5 kleine kopjes melk bij en laten in dit
mengsel de beschuit weeken. De krenten
en rozjnen worden in warm water gewas
schen en daarpa een paar minuten opge
weld, het water afgegoten en de krenten