Buitenlandsch Overzicht. WELKOM THUIS NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent ZATERDAG 23 MAART 1935 63ste JAARGANG UITZENDING VAN DINERS. De Duitsche vloot en Engeland. De Duitsche legersterkte. Italië's Iichting-1933 blijft onder de wapenen. Opleving van den wapenings wedstrijd Versterking van de Fransche luchtvloot. GEMENGD NIEUWS Verdronken. Dief op een kerkhof aangehouden. De moord op Sonja B. te Amsterdam. COURANT Abonnement per 3 Anna Pautowna, Nederl. Ooat- en West-Indtë landen t 3.20. Losse noa. 4 Zondagsblad f 1.70. maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegraa, Breezand, Wierlngen en Texel t 1.65; binnenland f 2.—, per zeepost t 2.10, idem per mail en overige ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. reap. f0.50, t0.70. 10.70, f 1.—Modeblad resp. 11.20, f 1.50, fJ.50, Verschynt D i n s d a g-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Poat-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meiïed. (kolombreedte ala redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Het Fransche verzoek tot bijeenroeping van een buitengewone zitting van den Volkenbondsraad. - Een pessimistisch debat over den internationalen toestand, in het Engelsche Lagerhuis. De buiten- gewone zitting van den Volkenbonds raad. Frankrijk, dat indirect de grootste schuld draagt van de Duitsche bewapening en -an den Duitschen stap tot invoe ring van den algemee- nen dienstplicht, zet nu naturlijk den grooten mdnd op. Wy willen in geen enkel opzicht de daad van Duitschland goedpraten, want on der de omstandigheden waaronder ze geno men is, is ze ernstig te veroordeelen, omdat ze den toestand in Europa zooveel meer ge spannen heeft gemaakt. We mogen ons ge lukkig prijzen dat Engeland zijn verstand niet verloren heeft en het bezoek van Simon en Eden aan Berlijn zal doorgaan. Daardoor kan misschien nog veel goed gemaakt wor den. In ieder geval was de toestand ondra gelijk geworden als Simon van het bezoek had afgezien. We gaan weken van groote spanning tegemoet. Frankrijk wil de kwestie Duitschland nu voor den Volkenbond brengen. Een buiten gewone zitting zal vermoedelijk begin April bijeen komen en daar zal dan de geschapen toestand ernstig onder het oog worden ge- Zie. Het Volkenbondssecretariaat heeft Donder dagmiddag de nota van Pierre Laval open baar gemaakt, waarin de bijeenroeping van de buitengewone zitting van den Volken bondsraad verzocht wordt. De Fransche nota heeft den volgenden inhoud: „Door een wet. wier tekst 16 Maart aan de Ambassadeurs van Frankrijk, Engeland, Ita lië en Polen te Berljjn is medegedeeld en die denzelfden dag is openbaar gemaakt, heeft de Duitsche regeering besloten den algemeenen militairen dienstplicht in het Duitsche rijk te herstellen en het Duitsche leger te reorga- niseeren in twaalf legercorpsen en zes en dertig divisies. De Duitsche autoriteiten heb ben bovendien eenige dagen te voren de schepping van een Duitsche militaire lucht vloot bekend gemaakt. In beide gevallen heeft de Duitsche regeering opzettelijk door een eenzijdige handeling de verlpichtingen geschonden uit de verdragen die Duitschland onderteekend heeft door toetreding tot den Volkenbond, waarvan Duitschland nog lid blyft. Ook na afloop van het tijdperk van twee jaren na de opzegging van het lidmaat schap op 21 October 1933, heeft Duitschland krachtens de preambule van het Volken bondsverdrag de verplichting op zich geno men nauwgezet alle verdragsverplichtingen te zullen eerbiedigen in de wederzij dsche be trekkingen der georganiseerde volkeren. On der deze omstandigheden en overwegende, dat ieder lid van den Volkenbond krachtens artikel 11 al. 2 het recht heeft de aandacht van den Volkenbondsraad te vestigen op Iedere omstandigheid, die van beteekenis is voor de internationale betrekkingen en die den vrede of de goede verstandhouding tus- schen de volkeren, waarvan de vrede afhangt, dreigt te verstoren, heeft de Fransche re geering jle eer den toestand, die door de hou ding der Duitsche regeering ontstaan ia, btj den Volkenbondsraad aanhangig te maken. DAGELIJKS BILLIJK TARIEF Ar Rkl N au SPOORSTRAAT 98 W\ UB «J NI 9 Telefoon 33» Met het oog op den ernst van de door het Duitsche Initiatief gestelde kwestie heb ik de eer u te verzoeken om ter be handeling van dit verzoek een buitenge wone zitting van den Volkenbondsraad uit te lokken". De Fransche regeering laat in haar nota dus den twyfel voortbestaan over de resul taten die zij van de gewenschte buitengewone raadszitting hoopt te verkrijgen schrijft de N. Rott. Crt. Wil de Fransche regeering uitsluitend een platonisch protest van den Volkenbondsraad tegen de verdragsschennis uitlokken?, vraagt het blad. Wil zij, dat de Volkenbondsraad overeen komstig de laatste alinea van artikel 16 van het Volkenbondsverdrag Duitschland van het lidmaatschap van den Volkenbond zou uit sluiten wegens schending van de verpachtin gen tot naleving der verdragen? Wil de Fransche regeering wellicht dat de Volkenbondsraad in deze buitengewone zit ting het initiatief zou nemen tot nieuwe maatregelen van collectieven waarborg van den vrede? Over dit alles geeft de Fransche nota nog geenerlei uitsluitsel. Pessimisme in het Engelsche Lagerhuis Een beeld van den somberen toestand in Europa heeft het debat in het Engelsche Lager huis, over de buiten- landsche politiek, Don derdagmiddag gehou den. Lansbury begon met de regeering zijn dank te betuigen en zeide daarna, dat de gebeurtenissen der laatste vijf dagen zulk een geweldigen schok hadden veroorzaakt, dat de oppositie het noodig had geacht voor den aanvang van minister Simons reis naar Rome, een bewijs te geven van haar liefde voor den vrede, maar ook van de eensge zindheid van het Engelsche volk om dien vrede tot iederen prijs te bewaren. De aankondiging van den stap dien Duitschland Zaterdag ondernomen had, was als een donderslag uit helderen he mel gekomen en had allerwege een ge voel van beklemming veroorzaakt, en bij velen een gevoel van wanhoop dat leven dig herinnerde aan de eerste Augustus dagen van 1914. Wanneer niet iets heel bijzonders werd ge daan, en bovendien vlug dan zou de vrede niet bewaard kunnen blijven, want de stap van Duitschland getuigde dat daar bij een groot volk weer een geest van oorlog en niet van vrede was gaan postvatten, want volken wapenen zich nu eenmaal niet voor de aardigheid, maar uit bitteren ernst. Duitachiands stap beteekent een uitdaging aan de overige wereld en moet als zoodanig door een eensgezind front worden beschouwd en afgewezen, want als Duitschland deze po litiek weer gaat voeren en doorzetten, dan is het einde de onvermijdelijke oorlog die Europa in den afgrond zal storten waaruit het nooit meer herrijzen zal. Daarom moet Engeland thans iets extra's doen. Het aspect van Sir John's reis naar Berlijn is veranderd, de omstandigheden zijn radicaal gewijzigd en de minister moet een nieuwe opdracht van het geheele Engelsche volk aanvaarden. Spr. zou wenschen dat de minister te Berl(jn zou zeggen, dat Engeland den ge- heelen oorlog in de lucht wil opgeven, overal en voor altijd, als de andere staten willen meewerken tot internattonalisee- ring van de voornaamste luchtwegen. Sir Herbert Samuel zeide, dat hij zich van harte by de woorden van den leider der op positie kon aansluiten. Lansbury had niet overdreven. De toestand was buitengemeen ernstig en een algemeen gevoel van alarm en onrust, in veel gevallen gemengd met er gernis, was sinds Zaterdag verspreid. Spr. wilde hier een waarschuwing doen hooren Sir John Simon die met applaus ont vangen werd zeide, dat hij een openhar tige bespreking met den Duitschen rijks kanselier ging houden over een toestand die inderdaad zoo niet blijven kon. Spr. ging de ontwikkeling van den toestand nog eens na. Sir John Simon herhaalde wat Sir Herbert reeds had gezegd: Lansbury had niet over dreven. Er was een schok van verontwaardiging door de geheele wereld gegaan. Men heeft gevoeld dat er onmiddellijk gevaar zou schui len als men deze soort politiek zonder pro test zou aanvaarden. Daarom hebben ook wij geprotesteerd tegen de eenzijdige verscheuring van een ge sloten overeenkomst, maar nu dat gebeurd is moeten wij in hst belang van den vrede trachten de moeilijkheden te overbruggen en een oplossing te zoeken die voor allen aan vaardbaar is. Het had niets geholpen als wij niet naar Berlijn hadden willen gaan. De spanning zou er slechts door verhoogd zijn en zooals Lansbury terecht heeft opgemerkt: Er moet nu iets meer dan anders, iels bij zonders in het belang van den vrede worden gedaan. Daartoe zijn wij besloten. Of de resultaten van onze reis goed of slecht zullen zijn, of zij positief of negatief zullen uitvallen weten we niet, maar zij zullen in elk geval belangrijk zijn. Een Fransche schatting. De Londensche correspondent van de Echo de Paris meldt, dat het Duitsche leger effectief in vredestijd geen 500.000, doch 800.000 man zal bedragen. De S.S. en S.A. zullen drie zoogenaamde veiligheidscorpsen vormen; het hulpcorps noord met als centrum Berlyn en het hulp corps-zuid met als centrum Berlijn, het hulp corps-west met als centrum Frankfort en het hulpcorps-zuid zes divisies met een regiment luchtvaart- en een regiment spoorwegtroepen tellen. Met ingang van 1 April 1935 zai het Oosten- rijksche legioen heeten: „tweede brigade, zesde divisie van het hulpcorps-zuid", waarvan de staf zal zetelen te Bad Aibling. Naar aanleiding van geruchten, dat Duitsch land een vloot van 400.000 ton zou eischen, ontkent men in welingelichte kringen te Lon den, dat Engeland een dergelijke verhooging zou aanvaarden, of zelfs maar zou willen be spreken. Men verwacht een dergetyken eisch wei, maar het is zeker, dat de Engelsche re geering er zich tegen zou verzetten het rijk meer dan 200.000 ton toe t$ staan. Italië's lichting-1913 en 1914 Ibiyft onder de wapenen. Wegens den interna- nationalen toestand. Het Italiaansche kabinet heeft Donder dag besloten met het oog op den interna tionalen politieken toestand de twee lich tingen 1913 en 1914 beide in dienst te houden. De onderstaatssecretaris van het ministerie van Oorlog generaal Baistrocchi verklaarde in de Kamer, dat door dezen voorzorgsmaatregel byna een half millioen soldaten meer onder de wapenen blyft. De reeds opgeroepen recru- ten van de lichting 1913 worden niet naar huis gezonden en blyven in dienst te zamen met de lichting 1914, die in April a.s. moet op komen. De militaire medewerker van de „Telegraaf" schrijft: De oorzaak van de agitatie, welke Frankrijk reeds sedert tal van jaren beheerscht en thans heeft genoopt tot verlenging van den dienst tijd, lag, als bekend, in Duitschland. In zoover vormde reeds die agitatie op zich zelf een sprekend bewys van het falen der te Versailles ondernomen ontwapening van den grooten tegenstander. De gebeurtenissen van de laatste dagen heb ben dat feit thans boven allen twijfel verheven. In de beperkte wapening, die aan Duitsch land te Versailles werd toegestaan, lag reeds de kiem die dezer dagen openlijk tot ontwik keling kwam. Het wedstrydkarakter van elke wapening verklaart gemakkelijk, dat de Duitsche regeering van den eersten dag be gonnen is de haar toegelaten macht zoo hoog mogelijk op te voeren. Dat was zelfs niet an ders te verwachten. Minder begrijpelijk is daarentegen, waarom de geallieerden met dit perspectief voor oogen waarvan het besef zich toch ook aan hen moest opdringen niettemin nagelaten heb ben radicale maatregelen te nemen om dien uitgroei voor goed onmogelijk te maken. Zij hadden dit immers gemakkelijk kunnen doen, b.v. door Duitschland, op dezelfde ma nier als de Oostenrijksch-Hongaarsche monar chie, in een aantal scherp gescheiden deelen te knippen. Verschillende overwegingen hebben daarbij gegolden. Er is beweerd, en het Iykt niet geheel on aannemelijk, dat zelfs de Fransche legerleiding niet gesteld was op volkomen machteloosheid van Duitschland. Deze zou immers aan het Fransche volk het geloof ontnemen in de on misbaarheid van de eigen wapening en daarmee tevens het einde in het zicht brengen van de met zooveel offers gekochte opper macht. Indien dit zoo is, dan zou daarin de onder schatting van de Duitsche kracht liggen en zou hetgeen daarna gebeurd is, eennigermate als de straf kunnen gelden voor de te Ver sailles begane onvoorzichtigheid, of erger al naar men het nemen wil. Oppervlakkig beschouwd, leken overigens de aanvankelijk geschapen verhoudingen alleszins geruststellend. De tanden waren den Duitschen vijand zorgvuldig uitgetrokken: de wapenen vernietigd of weggevoerd, enz Daartegenover stond, dat Frankrijk met zijn enorme massa wapenen, zijn grootsche wa- enindustrie, zijn bronnen van rijkdom, nog vermeerderd met de opbrengst der oorlogs schatting, zijn jaariijksche lichtingen van 240.000 man. Zoo gezien kon inderdaad de aan Duitsch land toegestane weermacht slechts het spie rinkje lijken, dat zonder gevaar uitgeworpen kon worden, om den kabeljauw de: Fransche overmacht binnen te halen. De rekening is ietwat anders uitgekomen: sedert jaren vindt men de agitatie en onrust niet in het ontwapende Duitschland, maar in het oppermachtige Frankrijk. Uitvoerig gaat de schr. militair-technisch de oorzaken hiervan na, oni te concludeeren: Het is daarom ook voor Frankrijk zelf te hopen, dat het niet zijn heil zal blyven zoeken in den onbeperkten en ongelijken wedloop tegen een veel grooter volk, maar zijn volle en reëele medewerking zal geven aan de vorming van een Londensch Locarno, d.w.z. van een blok voor den vrede. Voor 1935 drie en een half miiliard frank beschikbaar. In de commissie uit de Kamer voor lucht vaart heeft de minister voor luchtvaart, generaal Densin aangekondigd, dat hy een wetsontwerp zal indienen, waarby hem wordt toegestaan het voor het komende jaar toe gestane geld voor de luchtvaart, ten bedrage van een miiliard frank, onmiddelijk te ge bruiken voor de versterking van de Fransche luchtvloot. Bovendien zai dit bedrag met een half mii liard worden verhoogd zoodat de minister met de reeds voor 1935 toegestane credieten van twee miiliard frank, over drie en een half mii liard franc beschikt. NIEUWE HUWELIJKSWETTEN IN PERZIë. Het Perzische parlement heeft een nieuwe huwelijkswet aangenomen waar o.a. de vol gende bepalingen in voorkomen. Een vrouw mag haar eigen vader of grootvader niet huwen. Een man mag zijn eigen moeder of groot moeder niet huwen. De leeftijd om te huwen is, op een enkele uitzondering na, 18 voor mannen, 16 voor vrouwen. Een man, die drie maal van zijn vrouw gescheiden is, kan niet meer opnieuw met haar huwen, tenzij zij inmiddels een ander getrouwd heeft, van wien zij weer ge scheiden is. Een Moslem mag een niet-Moslem vrouw huwen, doch een Moslem-vrouw niet een niet- Moslem. Een Perzische vrouw mag geen Vreemden man huwen, tenzij met toestemming van den ministerraad. Binnenland. DOOR EEN AUTO OVERREDEN EN GEDOOD. Woensdagavond is op den Rijksstraatweg te Buitenpost het vijfjarige zoontje van de fa milie Van Beets door een auto, bestuurd door den heer B. uit Kollum, aangereden en op slag gedood. Donderdagmorgen is te Alblasserdam het 2- jarige zoontje van den heer F. v. Heugten» uit de Oranjestraat, achter de ouderlijke wo ning spelenderwijze in een sloot geraakt en verdronken. Het lijkje is opgehaald. DE REGEERING3CRISIS IN BELG IE, Mr. Tschoffen aanvaardt goea opdracht. De oud-minister van koloniën, mr. Tschof- fen, door koning Leopold ontboden, is Donder dagavond iets over negen per auo uit Luik op het kasteel Stuivenberg aangekomen. Ko ning Leopold heeft hem gevraagd de opdracht tot samensteling van het nieuwe kabinet te willen aanvaarden. Het onderhoud was zeer korf. Mr. Tschoffen heeft echter gemeend om persoonlijke redenen deze opdracht niet te kunnen aanvaarden. Donderdagavond trachtten twee mannen een motorfiets te stelen, die stond geparkeerd in de Stapelstokstraat te Amsterdam. Eenige omstanders, die deze poging waarnamen, zetten de dieven onder luid geschreeuw na. De beide mannen lieten de motorfiets staan en trachtten de vlucht te nemen. Een van hen kon echter worden gearresteerd. De tweede wist aanvankelijk echter te ont komen, nagezeten door een agent van politie en eenige burgers. Toen de man naby het oude r.-k. kerkhof „De Liefde" aan de Bilder- dijkstraat was gekomen, sprong hy over een hek en verschool zich op de in het duister gehulde begraafplaats. Assistentie werd ingeroepen van het bureau Raampoort, vanwaar eenige agenten per over valauto arriveerden. De begraafplaats werd afgezet en door middel van lantaarns trachtte men den man op te sporen. Na eenigen tijd heeft men zijn schuilplaats ontdekt en kon hy worden ingerekend Verdachte veroordeeld tot levens lange gevangenisstraf. De rechtbank te Amsterdam heeft Donder dag den 24-jarigen pakhuisknecht E. P. die op 27 Augustus 1934 de achtjarige Sonja B. in een bananenpakhuis op het Waterloopleia to Amsterdam had aangerand, en daarna ver moord, overeenkomstig den eisch tot levens lange gevangenisstraf veroordeeld. Feuilleton. *eci De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlten door WILL AM BERG. 8) Kaiserllen begint zoo langzamerhand te be grijpen waar hy aan toe is. Een of andere on bekende heeft van zyn afwezigheid op waar lijk geraffineerde wijze misbruik gemaakt, want er was niemand in Starnberg gewee.it, die de waarheid zelfs maar vermoedde. En Plotseling begrijpt hy nu ook, waar »m de Kleine Inge Scherer hem eergisteravond niet had willen zien. Natuurlijk, een avonturier, wien het dak boven ^ijn hoofd wegens schul den wordt verkocht, groet men liever niet. Den notaris had hy wel allerminst iets te verwijten. Hem was slechts van hoogerhand °Pgedragen het huis publiek te verkoopen en daarom was het dan ook zeker maat het beste 2Ü'i figuur zoo goed mogelijk te redden, be leefd te bedanken voor de verstrekte inlich- tir»gen en buiten na te gaan. wst hem verder te doen stond. Sicchis één ding zou hij nog Wel giatt w. en weten, al had hy weinig "O0P een gunstig antwoord f? zullen ontvan gen Of de opbre .gst van de '11a wellicht nog den otarfs berustte. M&a, ook te dezen opzichte moet Weckerie "em teleurstellen. Neen!" Klink, let gedeci- •sei'd De opbrengst van den verkoop bedroeg na aftrek van de kosten acht en negentig dui zend mark. Daarvan werd vijfentachtigdui- zend Mark aan den advocaat van Stolzenberg betaald; de rest weed overgemaakt aan Kai- serlien's raadsman. Dat alles heeft echter al twee m inden geleden plaats gehao." En de heer Rothaug? Was die ook aan de zaak debet? Neen, die had met een an ander slechts in zooverre iets uitstaande, dat hy honderddui zend mark contant op ta.el heeft --elegd. Op hem was dus niets te verhalen. Tenslotte bleef dr. Kaiserlien wei niet veel anders over dan te .chten het geld van zyn naamgenoot of van Stolzenberg terug te krijgen. Kaiserlien knikt peinzend en Ina Heldt heeft moeite een spottend lachje te verbergen. Dat klinkt zoo eenvoudig: u moet mt^ir zien, dat U het geld van die beide hceren terugkrijgt. Het is zoo vreest/ijk gemakkelijk iemand van advies te dienen. Maar nochtans weet Keiserlien zich vol doende te beheerschen om met rustige hoffe lijkheid van Weckerie afscheid ie nemen. En ais de deur zich achte hem heeft gesloten, ontwaakt in den notaris zelf wederom het oude wantrouwen. Want zoo'n !.almte om niet te zeggen onverschilligheid! en zoo'n zelfbeheersching by iemand, die op een der gelijk geraffineerde wyze is beetgenomen, is toch wel zeker onnatuurlijk. Men zou haast gaan denken, dat de getoonde verbazing bij het voorlezen van het vonnis en hetgeen daar-, op volgde, gehuicheld was! VI. Ina Heidt had tijdens het geheele onderhoud tusschen haar chef en den notaris geen woord gesproken. En ook nu, nu zij naast heni gaan de, met zyn aarzelenden stap gelijk tracht te blyven, durft zij niet het woord te nemen. Veel eerder dan Kaiserlein had zij begrepen, dat hier sprake was van een brutale oplich ting en reeds lang is zy het er nu met zichzelf over eens welke stappen Kaiserlic in de eer ste plaats dient te ondernemen om althans een deel van zijn bezittingen weer in handen te krijgen. Nochtans mist zy op dit oogenbük den moed om et haar voorstellen voor den dag te komen. Zij werpt haar chef van terzijde, een heimelyken blik toe, maar deze heeft om de mondhoeken een eigenzinnigen trek; zyn rech teroog schijnt merk vaardig klein onder het saamgeknepen ooglid. Hij maakt op het oogenblik wel alle- ünst een goedigen indruk en het dunkt haar dan ook het beste hem voorloopig met zijn ge dachten alleen te laten. Plotseling staan zij weer voor het station. Nog geen twee uur geleden heeft Kaiserlien hier verlangend naar Moser uitgekeken. Nu is hjj hier plotseling vreemdeling geworden. Zijn heil ligt nog slechts in een reis naar elders. Kaiserlien bestudeert het bord met de ver trektijden. „Over drie kwartier gaat er een trein naar Mtinchen", constateert hy. „Daar hebben wij dan aansluiting aan den D-trein naar Berlijn." Zij knikt wederom zwijgend. Zy heeft niet anders verwacht dan dat hij zoo spoedig mo gelijk naar Berlijn zou vertrekken. Slechts even hindert haar de vanzelsprekendheid, waarmee hij haar overal meesleept en over haar tijd en haar wenschen beschikt. Hy zegt dat als de afdeelingschef van een wa renhuis. Maar onmiddellijk begrijpt zy ook, dat hij op het oogenblik niet in de stemming is om ophelderingen te geven. En in den grond van haar hart verheugt zy er zich over Berlyn zoo spoedig terug te zien; zy heeft zich in Starnberg nooit op haar gemak gevoeld. Zij komt uit Berlyn en het is nu eenmaal niet waar, dat slechts Westfalers en boeren uit de Beiersche Alpen aan hun ge boorteplaats hangen; elk rechtgeaard Ber- lijner vindt Berlyn de eenige stad, waar hij be hoorlijk kan leven. Zy hebben nog ruim den tyd voor het ver trek van den trein en besluiten daarom in de wachtkamer koffie te drinken. Geleideltjk wordt ook Kaiserlien wat spraakzamer. Hij begint met Ina Heldt te laten meedenken; hy denkt om zoo te zeggen hard-op. „Ik zou wel eens willen weten, of die meneer Stolzen berg, die tot den executorialen verkoop van mijn villa is overgegaan, wist, dat ik een andere Kaiserlien ben en dat hy zich dus aan een andermans eigendom vergrepen heeft." „Twijfelt u daar nog aan?" vraagt Ina Heldt verwonderd. „Het ligt er toch dik op, dat dat tusschen dien Stolzenberg en uw naamgenoot een doorgestoken kaart is!" „Vindt u dat zoo vanzelfsprekend?" twij felt Kaiserlien. „Die Stolzenberg zou toch ook het slachtoffer kunnen zijn van de mani pulaties van myn naamgenoot?" Ina Heldt haalt de schouders op. Er zyn nu eenmaal aan zekerheid grenzende vermoe dens, welke niet te bewijzen zijn. „Wij zullen in ieder geval met beide mo gelijkheden rekening moeten houden," meent Kaiserlien. „En wat denkt u nu in Berlijn te gaan doen?" „Dat is nogal eenvoudig!" antwoordt Kaiserlien, lichtelijk verbaasd, dat Ina Heldt alle details van zijn plan nog niet geraden heeft. „In de eerste plaats zal ik eens na gaan, wie er zoo brutaal is geweest zich voor mjj uit te geven." „Dus u denkt, dat die man er nog niet vandoor is?" „Misschien, maar misschien ook niet! U moet niet vergeten, dat ik zes maanden eer der uit Palestina ben terug gekomen dan aanvankelijk myn plan was. Mijn plotselinge terugkeer zou hem dus kunnen overrompe len." „Luister u eens!" zegt Ina Heldt, en in haar toon ligt een zekere minachtende over moed. „U schynt te vergeten, dat uw naam genoot, alle discretie en overeenkomsten tot geheimhouding met het Sulfide syndicaat ten spyt, er achter is gekomen, dat u naar het buitenland vertrok. U kunt er dus van opaan, dat hij ook op het juiste oogenblik op de hoogte is gebracht van uw ontijdigen terug keer. Elk optimisme te dien aanzien dunkt my misplaatst." Kaiserlien zwygt; zyn eigenzinnigheid weerhoudt hem het logische van deze rede neering te erkennen. En dat prikkelt Ina Heldt tot nog meer verzet; „Neemt u mij niet kwalijk, maar u zult tegen dien man niet opgewassen blyken te zyn." En zich tegelijkertijd verontschuldigend: „Ik ben byna tien jaar ouder dan u, daardoor beoor deel ik een en ander misschien wat rustiger en wat bezadigder." „In ieder geval heb ik er nu eens plezier in persoonlijk dat zaakje te onderzoeken," houdt Kaiserlien vol en met een ietwat ge forceerde vroolijkheid vervolgt hij: „Het lijkt mij trouwens bijzonder interessant en afwis selend in mijn eigen belang eens voor politie agent te spelen. Wie weet, oefent een derge lijk karweitje niet een gunstigen invloed uit op mijn vele tekortkomingen; tot dusver heeft my immers steeds de lust ontbroken om mij met financieele aangelegenheden bezig te houden. Een beetje geldelijke zorgen zijn misschien wel eens goed voor me." Zij heeft moeite een glimlach te onder drukken. Nog nooit, zoolang zij hem kende, was zijn gebrek aan zin voor de werkelijk heid zoo duidelijk tot uiting gekomen als op dit oogenblik. Het was zoo gemakkelijk met met geldzorgen te koketteeren, ais men wist, dat men, ondanks het tijdelijk verlies van zijn villa, by de DeDi-bank in Berlijn, nog veilig voor een bedrag van driehonderdduizend mark aan effecten had liggen. Het klonk wat bruusk, toen zy antwoord de: „Het zou inderdaad niet kwaad zijn, als u zich eens wat meer voor het beheer van uw vermogen ging interesseeren, maar om u zelf op te voeden, gaat het u nog niet slecht genoeg. En om het bedrag, dat men u afhandig heeft gemaakt, terug te krijgen, ontbreekt u de routine." „Wat dacht u dan, dat ik in deze zou moe ten doen?" „Ik zou gebruik maken van de overheid, die daarvoor is aangewezen: de politie!" „Praat u mij alsjeblieft niet over de over heid," antwoordt Kaiserlien komisch-afwe- rend. „Myn vertrouwen in de overheid is tot nul gereduceerd sinds ik by notaris Weckerie kennis heb genomen van den inhoud van het, tegen my uitgebrachte vonnis. Beter en ge- degener had men de zwendelarjj van dien anderen meneer Kaiserlien waarlijk niet kun nen ondersteunen. Advocaten, rechters, nota rissen, deurwaarders, ailes heeft daar ijverig toe meegewerkt. En dan wilt u my opnieuw de overheid op m'n dak sturen? Neen, dank u!" Maar Ina Heldt laat zich zoo gauw niet uit het veld slaan: „Op het hoofdbureau van politie in Berlyn is een commissaris van de recherche, die tal van duistere zaken aan het licht heeft gebracht. Dr. Carsten is zijn naam. Herinnert u zich nog dat geval Glaser met zijn bureau voor statistiek?" „Maar ik wii immers niet met de politie t« maken hebbei (Wordt vervoip.d.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1