Buitenlandsch Overzicht.
WELKOM THUIS
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent
ZATERDAG 23 MAART 1935
63ste JAARGANG
UITZENDING VAN DINERS.
De Duitsche vloot en
Engeland.
De Duitsche legersterkte.
Italië's Iichting-1933 blijft
onder de wapenen.
Opleving van den
wapenings wedstrijd
Versterking van de
Fransche luchtvloot.
GEMENGD NIEUWS
Verdronken.
Dief op een kerkhof
aangehouden.
De moord op Sonja B.
te Amsterdam.
COURANT
Abonnement per 3
Anna Pautowna,
Nederl. Ooat- en West-Indtë
landen t 3.20. Losse noa. 4
Zondagsblad
f 1.70.
maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegraa,
Breezand, Wierlngen en Texel t 1.65; binnenland f 2.—,
per zeepost t 2.10, idem per mail en overige
ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
reap. f0.50, t0.70. 10.70, f 1.—Modeblad resp. 11.20, f 1.50, fJ.50,
Verschynt D i n s d a g-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Poat-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meiïed. (kolombreedte ala redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Het Fransche verzoek tot bijeenroeping van een buitengewone
zitting van den Volkenbondsraad. - Een pessimistisch debat
over den internationalen toestand, in het Engelsche Lagerhuis.
De buiten-
gewone
zitting van den
Volkenbonds
raad.
Frankrijk, dat indirect
de grootste schuld
draagt van de Duitsche
bewapening en -an den
Duitschen stap tot invoe
ring van den algemee-
nen dienstplicht, zet nu
naturlijk den grooten
mdnd op. Wy willen in geen enkel opzicht de
daad van Duitschland goedpraten, want on
der de omstandigheden waaronder ze geno
men is, is ze ernstig te veroordeelen, omdat
ze den toestand in Europa zooveel meer ge
spannen heeft gemaakt. We mogen ons ge
lukkig prijzen dat Engeland zijn verstand
niet verloren heeft en het bezoek van Simon
en Eden aan Berlijn zal doorgaan. Daardoor
kan misschien nog veel goed gemaakt wor
den. In ieder geval was de toestand ondra
gelijk geworden als Simon van het bezoek
had afgezien. We gaan weken van groote
spanning tegemoet.
Frankrijk wil de kwestie Duitschland nu
voor den Volkenbond brengen. Een buiten
gewone zitting zal vermoedelijk begin April
bijeen komen en daar zal dan de geschapen
toestand ernstig onder het oog worden ge-
Zie.
Het Volkenbondssecretariaat heeft Donder
dagmiddag de nota van Pierre Laval open
baar gemaakt, waarin de bijeenroeping van
de buitengewone zitting van den Volken
bondsraad verzocht wordt. De Fransche nota
heeft den volgenden inhoud:
„Door een wet. wier tekst 16 Maart aan de
Ambassadeurs van Frankrijk, Engeland, Ita
lië en Polen te Berljjn is medegedeeld en die
denzelfden dag is openbaar gemaakt, heeft de
Duitsche regeering besloten den algemeenen
militairen dienstplicht in het Duitsche rijk te
herstellen en het Duitsche leger te reorga-
niseeren in twaalf legercorpsen en zes en
dertig divisies. De Duitsche autoriteiten heb
ben bovendien eenige dagen te voren de
schepping van een Duitsche militaire lucht
vloot bekend gemaakt. In beide gevallen
heeft de Duitsche regeering opzettelijk door
een eenzijdige handeling de verlpichtingen
geschonden uit de verdragen die Duitschland
onderteekend heeft door toetreding tot den
Volkenbond, waarvan Duitschland nog lid
blyft. Ook na afloop van het tijdperk van
twee jaren na de opzegging van het lidmaat
schap op 21 October 1933, heeft Duitschland
krachtens de preambule van het Volken
bondsverdrag de verplichting op zich geno
men nauwgezet alle verdragsverplichtingen
te zullen eerbiedigen in de wederzij dsche be
trekkingen der georganiseerde volkeren. On
der deze omstandigheden en overwegende,
dat ieder lid van den Volkenbond krachtens
artikel 11 al. 2 het recht heeft de aandacht
van den Volkenbondsraad te vestigen op
Iedere omstandigheid, die van beteekenis is
voor de internationale betrekkingen en die
den vrede of de goede verstandhouding tus-
schen de volkeren, waarvan de vrede afhangt,
dreigt te verstoren, heeft de Fransche re
geering jle eer den toestand, die door de hou
ding der Duitsche regeering ontstaan ia, btj
den Volkenbondsraad aanhangig te maken.
DAGELIJKS
BILLIJK TARIEF
Ar Rkl N au SPOORSTRAAT 98
W\ UB «J NI 9 Telefoon 33»
Met het oog op den ernst van de door
het Duitsche Initiatief gestelde kwestie
heb ik de eer u te verzoeken om ter be
handeling van dit verzoek een buitenge
wone zitting van den Volkenbondsraad
uit te lokken".
De Fransche regeering laat in haar nota
dus den twyfel voortbestaan over de resul
taten die zij van de gewenschte buitengewone
raadszitting hoopt te verkrijgen schrijft
de N. Rott. Crt. Wil de Fransche regeering
uitsluitend een platonisch protest van den
Volkenbondsraad tegen de verdragsschennis
uitlokken?, vraagt het blad.
Wil zij, dat de Volkenbondsraad overeen
komstig de laatste alinea van artikel 16 van
het Volkenbondsverdrag Duitschland van het
lidmaatschap van den Volkenbond zou uit
sluiten wegens schending van de verpachtin
gen tot naleving der verdragen?
Wil de Fransche regeering wellicht dat de
Volkenbondsraad in deze buitengewone zit
ting het initiatief zou nemen tot nieuwe
maatregelen van collectieven waarborg van
den vrede?
Over dit alles geeft de Fransche nota nog
geenerlei uitsluitsel.
Pessimisme
in het
Engelsche
Lagerhuis
Een beeld van den
somberen toestand in
Europa heeft het debat
in het Engelsche Lager
huis, over de buiten-
landsche politiek, Don
derdagmiddag gehou
den.
Lansbury begon met de regeering zijn
dank te betuigen en zeide daarna, dat de
gebeurtenissen der laatste vijf dagen zulk
een geweldigen schok hadden veroorzaakt,
dat de oppositie het noodig had geacht voor
den aanvang van minister Simons reis naar
Rome, een bewijs te geven van haar liefde
voor den vrede, maar ook van de eensge
zindheid van het Engelsche volk om dien
vrede tot iederen prijs te bewaren.
De aankondiging van den stap dien
Duitschland Zaterdag ondernomen had,
was als een donderslag uit helderen he
mel gekomen en had allerwege een ge
voel van beklemming veroorzaakt, en bij
velen een gevoel van wanhoop dat leven
dig herinnerde aan de eerste Augustus
dagen van 1914.
Wanneer niet iets heel bijzonders werd ge
daan, en bovendien vlug dan zou de vrede
niet bewaard kunnen blijven, want de stap
van Duitschland getuigde dat daar bij een
groot volk weer een geest van oorlog en
niet van vrede was gaan postvatten, want
volken wapenen zich nu eenmaal niet voor
de aardigheid, maar uit bitteren ernst.
Duitachiands stap beteekent een uitdaging
aan de overige wereld en moet als zoodanig
door een eensgezind front worden beschouwd
en afgewezen, want als Duitschland deze po
litiek weer gaat voeren en doorzetten, dan
is het einde de onvermijdelijke oorlog die
Europa in den afgrond zal storten waaruit
het nooit meer herrijzen zal.
Daarom moet Engeland thans iets extra's
doen. Het aspect van Sir John's reis naar
Berlijn is veranderd, de omstandigheden zijn
radicaal gewijzigd en de minister moet een
nieuwe opdracht van het geheele Engelsche
volk aanvaarden.
Spr. zou wenschen dat de minister te
Berl(jn zou zeggen, dat Engeland den ge-
heelen oorlog in de lucht wil opgeven,
overal en voor altijd, als de andere staten
willen meewerken tot internattonalisee-
ring van de voornaamste luchtwegen.
Sir Herbert Samuel zeide, dat hij zich van
harte by de woorden van den leider der op
positie kon aansluiten. Lansbury had niet
overdreven. De toestand was buitengemeen
ernstig en een algemeen gevoel van alarm
en onrust, in veel gevallen gemengd met er
gernis, was sinds Zaterdag verspreid. Spr.
wilde hier een waarschuwing doen hooren
Sir John Simon die met applaus ont
vangen werd zeide, dat hij een openhar
tige bespreking met den Duitschen rijks
kanselier ging houden over een toestand
die inderdaad zoo niet blijven kon.
Spr. ging de ontwikkeling van den toestand
nog eens na.
Sir John Simon herhaalde wat Sir Herbert
reeds had gezegd: Lansbury had niet over
dreven.
Er was een schok van verontwaardiging
door de geheele wereld gegaan. Men heeft
gevoeld dat er onmiddellijk gevaar zou schui
len als men deze soort politiek zonder pro
test zou aanvaarden.
Daarom hebben ook wij geprotesteerd
tegen de eenzijdige verscheuring van een ge
sloten overeenkomst, maar nu dat gebeurd is
moeten wij in hst belang van den vrede
trachten de moeilijkheden te overbruggen en
een oplossing te zoeken die voor allen aan
vaardbaar is. Het had niets geholpen als wij
niet naar Berlijn hadden willen gaan. De
spanning zou er slechts door verhoogd zijn
en zooals Lansbury terecht heeft opgemerkt:
Er moet nu iets meer dan anders, iels bij
zonders in het belang van den vrede worden
gedaan.
Daartoe zijn wij besloten. Of de resultaten
van onze reis goed of slecht zullen zijn, of zij
positief of negatief zullen uitvallen weten we
niet, maar zij zullen in elk geval belangrijk
zijn.
Een Fransche schatting.
De Londensche correspondent van de
Echo de Paris meldt, dat het Duitsche
leger effectief in vredestijd geen 500.000,
doch 800.000 man zal bedragen.
De S.S. en S.A. zullen drie zoogenaamde
veiligheidscorpsen vormen; het hulpcorps
noord met als centrum Berlyn en het hulp
corps-zuid met als centrum Berlijn, het hulp
corps-west met als centrum Frankfort en het
hulpcorps-zuid zes divisies met een regiment
luchtvaart- en een regiment spoorwegtroepen
tellen.
Met ingang van 1 April 1935 zai het Oosten-
rijksche legioen heeten: „tweede brigade, zesde
divisie van het hulpcorps-zuid", waarvan de
staf zal zetelen te Bad Aibling.
Naar aanleiding van geruchten, dat Duitsch
land een vloot van 400.000 ton zou eischen,
ontkent men in welingelichte kringen te Lon
den, dat Engeland een dergelijke verhooging
zou aanvaarden, of zelfs maar zou willen be
spreken. Men verwacht een dergetyken eisch
wei, maar het is zeker, dat de Engelsche re
geering er zich tegen zou verzetten het rijk
meer dan 200.000 ton toe t$ staan.
Italië's lichting-1913 en 1914 Ibiyft
onder de wapenen. Wegens den interna-
nationalen toestand.
Het Italiaansche kabinet heeft Donder
dag besloten met het oog op den interna
tionalen politieken toestand de twee lich
tingen 1913 en 1914 beide in dienst te
houden.
De onderstaatssecretaris van het ministerie
van Oorlog generaal Baistrocchi verklaarde in
de Kamer, dat door dezen voorzorgsmaatregel
byna een half millioen soldaten meer onder
de wapenen blyft. De reeds opgeroepen recru-
ten van de lichting 1913 worden niet naar
huis gezonden en blyven in dienst te zamen
met de lichting 1914, die in April a.s. moet op
komen.
De militaire medewerker van de „Telegraaf"
schrijft:
De oorzaak van de agitatie, welke Frankrijk
reeds sedert tal van jaren beheerscht en thans
heeft genoopt tot verlenging van den dienst
tijd, lag, als bekend, in Duitschland.
In zoover vormde reeds die agitatie op zich
zelf een sprekend bewys van het falen der te
Versailles ondernomen ontwapening van den
grooten tegenstander.
De gebeurtenissen van de laatste dagen heb
ben dat feit thans boven allen twijfel verheven.
In de beperkte wapening, die aan Duitsch
land te Versailles werd toegestaan, lag reeds
de kiem die dezer dagen openlijk tot ontwik
keling kwam. Het wedstrydkarakter van elke
wapening verklaart gemakkelijk, dat de
Duitsche regeering van den eersten dag be
gonnen is de haar toegelaten macht zoo hoog
mogelijk op te voeren. Dat was zelfs niet an
ders te verwachten.
Minder begrijpelijk is daarentegen, waarom
de geallieerden met dit perspectief voor oogen
waarvan het besef zich toch ook aan hen
moest opdringen niettemin nagelaten heb
ben radicale maatregelen te nemen om dien
uitgroei voor goed onmogelijk te maken.
Zij hadden dit immers gemakkelijk kunnen
doen, b.v. door Duitschland, op dezelfde ma
nier als de Oostenrijksch-Hongaarsche monar
chie, in een aantal scherp gescheiden deelen
te knippen.
Verschillende overwegingen hebben daarbij
gegolden.
Er is beweerd, en het Iykt niet geheel on
aannemelijk, dat zelfs de Fransche legerleiding
niet gesteld was op volkomen machteloosheid
van Duitschland. Deze zou immers aan het
Fransche volk het geloof ontnemen in de on
misbaarheid van de eigen wapening en
daarmee tevens het einde in het zicht brengen
van de met zooveel offers gekochte opper
macht.
Indien dit zoo is, dan zou daarin de onder
schatting van de Duitsche kracht liggen en
zou hetgeen daarna gebeurd is, eennigermate
als de straf kunnen gelden voor de te Ver
sailles begane onvoorzichtigheid, of erger
al naar men het nemen wil.
Oppervlakkig beschouwd, leken overigens de
aanvankelijk geschapen verhoudingen alleszins
geruststellend. De tanden waren den Duitschen
vijand zorgvuldig uitgetrokken: de wapenen
vernietigd of weggevoerd, enz
Daartegenover stond, dat Frankrijk met zijn
enorme massa wapenen, zijn grootsche wa-
enindustrie, zijn bronnen van rijkdom, nog
vermeerderd met de opbrengst der oorlogs
schatting, zijn jaariijksche lichtingen van
240.000 man.
Zoo gezien kon inderdaad de aan Duitsch
land toegestane weermacht slechts het spie
rinkje lijken, dat zonder gevaar uitgeworpen
kon worden, om den kabeljauw de: Fransche
overmacht binnen te halen.
De rekening is ietwat anders uitgekomen:
sedert jaren vindt men de agitatie en onrust
niet in het ontwapende Duitschland, maar in
het oppermachtige Frankrijk.
Uitvoerig gaat de schr. militair-technisch de
oorzaken hiervan na, oni te concludeeren:
Het is daarom ook voor Frankrijk zelf te
hopen, dat het niet zijn heil zal blyven zoeken
in den onbeperkten en ongelijken wedloop tegen
een veel grooter volk, maar zijn volle en reëele
medewerking zal geven aan de vorming van
een Londensch Locarno, d.w.z. van een blok
voor den vrede.
Voor 1935 drie en een half miiliard
frank beschikbaar.
In de commissie uit de Kamer voor lucht
vaart heeft de minister voor luchtvaart,
generaal Densin aangekondigd, dat hy een
wetsontwerp zal indienen, waarby hem wordt
toegestaan het voor het komende jaar toe
gestane geld voor de luchtvaart, ten bedrage
van een miiliard frank, onmiddelijk te ge
bruiken voor de versterking van de Fransche
luchtvloot.
Bovendien zai dit bedrag met een half mii
liard worden verhoogd zoodat de minister met
de reeds voor 1935 toegestane credieten van
twee miiliard frank, over drie en een half mii
liard franc beschikt.
NIEUWE HUWELIJKSWETTEN IN
PERZIë.
Het Perzische parlement heeft een nieuwe
huwelijkswet aangenomen waar o.a. de vol
gende bepalingen in voorkomen. Een vrouw
mag haar eigen vader of grootvader niet
huwen.
Een man mag zijn eigen moeder of groot
moeder niet huwen.
De leeftijd om te huwen is, op een enkele
uitzondering na, 18 voor mannen, 16 voor
vrouwen. Een man, die drie maal van zijn
vrouw gescheiden is, kan niet meer opnieuw
met haar huwen, tenzij zij inmiddels een
ander getrouwd heeft, van wien zij weer ge
scheiden is.
Een Moslem mag een niet-Moslem vrouw
huwen, doch een Moslem-vrouw niet een niet-
Moslem.
Een Perzische vrouw mag geen Vreemden
man huwen, tenzij met toestemming van den
ministerraad.
Binnenland.
DOOR EEN AUTO OVERREDEN EN
GEDOOD.
Woensdagavond is op den Rijksstraatweg
te Buitenpost het vijfjarige zoontje van de fa
milie Van Beets door een auto, bestuurd door
den heer B. uit Kollum, aangereden en op
slag gedood.
Donderdagmorgen is te Alblasserdam het 2-
jarige zoontje van den heer F. v. Heugten»
uit de Oranjestraat, achter de ouderlijke wo
ning spelenderwijze in een sloot geraakt en
verdronken. Het lijkje is opgehaald.
DE REGEERING3CRISIS IN BELG IE,
Mr. Tschoffen aanvaardt goea
opdracht.
De oud-minister van koloniën, mr. Tschof-
fen, door koning Leopold ontboden, is Donder
dagavond iets over negen per auo uit Luik
op het kasteel Stuivenberg aangekomen. Ko
ning Leopold heeft hem gevraagd de opdracht
tot samensteling van het nieuwe kabinet te
willen aanvaarden. Het onderhoud was zeer
korf. Mr. Tschoffen heeft echter gemeend om
persoonlijke redenen deze opdracht niet te
kunnen aanvaarden.
Donderdagavond trachtten twee mannen een
motorfiets te stelen, die stond geparkeerd in
de Stapelstokstraat te Amsterdam. Eenige
omstanders, die deze poging waarnamen, zetten
de dieven onder luid geschreeuw na. De beide
mannen lieten de motorfiets staan en trachtten
de vlucht te nemen. Een van hen kon echter
worden gearresteerd.
De tweede wist aanvankelijk echter te ont
komen, nagezeten door een agent van politie
en eenige burgers. Toen de man naby het
oude r.-k. kerkhof „De Liefde" aan de Bilder-
dijkstraat was gekomen, sprong hy over een
hek en verschool zich op de in het duister
gehulde begraafplaats.
Assistentie werd ingeroepen van het bureau
Raampoort, vanwaar eenige agenten per over
valauto arriveerden. De begraafplaats werd
afgezet en door middel van lantaarns trachtte
men den man op te sporen. Na eenigen tijd
heeft men zijn schuilplaats ontdekt en kon
hy worden ingerekend
Verdachte veroordeeld tot levens
lange gevangenisstraf.
De rechtbank te Amsterdam heeft Donder
dag den 24-jarigen pakhuisknecht E. P. die op
27 Augustus 1934 de achtjarige Sonja B. in
een bananenpakhuis op het Waterloopleia to
Amsterdam had aangerand, en daarna ver
moord, overeenkomstig den eisch tot levens
lange gevangenisstraf veroordeeld.
Feuilleton.
*eci
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlten
door
WILL AM BERG.
8)
Kaiserllen begint zoo langzamerhand te be
grijpen waar hy aan toe is. Een of andere on
bekende heeft van zyn afwezigheid op waar
lijk geraffineerde wijze misbruik gemaakt,
want er was niemand in Starnberg gewee.it,
die de waarheid zelfs maar vermoedde. En
Plotseling begrijpt hy nu ook, waar »m de
Kleine Inge Scherer hem eergisteravond niet
had willen zien. Natuurlijk, een avonturier,
wien het dak boven ^ijn hoofd wegens schul
den wordt verkocht, groet men liever niet.
Den notaris had hy wel allerminst iets te
verwijten. Hem was slechts van hoogerhand
°Pgedragen het huis publiek te verkoopen en
daarom was het dan ook zeker maat het beste
2Ü'i figuur zoo goed mogelijk te redden, be
leefd te bedanken voor de verstrekte inlich-
tir»gen en buiten na te gaan. wst hem verder
te doen stond. Sicchis één ding zou hij nog
Wel giatt w. en weten, al had hy weinig
"O0P een gunstig antwoord f? zullen ontvan
gen Of de opbre .gst van de '11a wellicht nog
den otarfs berustte.
M&a, ook te dezen opzichte moet Weckerie
"em teleurstellen. Neen!" Klink, let gedeci-
•sei'd De opbrengst van den verkoop bedroeg
na aftrek van de kosten acht en negentig dui
zend mark. Daarvan werd vijfentachtigdui-
zend Mark aan den advocaat van Stolzenberg
betaald; de rest weed overgemaakt aan Kai-
serlien's raadsman. Dat alles heeft echter al
twee m inden geleden plaats gehao."
En de heer Rothaug? Was die ook aan de
zaak debet?
Neen, die had met een an ander slechts in
zooverre iets uitstaande, dat hy honderddui
zend mark contant op ta.el heeft --elegd. Op
hem was dus niets te verhalen. Tenslotte bleef
dr. Kaiserlien wei niet veel anders over dan
te .chten het geld van zyn naamgenoot of
van Stolzenberg terug te krijgen.
Kaiserlien knikt peinzend en Ina Heldt heeft
moeite een spottend lachje te verbergen. Dat
klinkt zoo eenvoudig: u moet mt^ir zien, dat
U het geld van die beide hceren terugkrijgt.
Het is zoo vreest/ijk gemakkelijk iemand van
advies te dienen.
Maar nochtans weet Keiserlien zich vol
doende te beheerschen om met rustige hoffe
lijkheid van Weckerie afscheid ie nemen. En
ais de deur zich achte hem heeft gesloten,
ontwaakt in den notaris zelf wederom het
oude wantrouwen. Want zoo'n !.almte om
niet te zeggen onverschilligheid! en zoo'n
zelfbeheersching by iemand, die op een der
gelijk geraffineerde wyze is beetgenomen, is
toch wel zeker onnatuurlijk. Men zou haast
gaan denken, dat de getoonde verbazing bij
het voorlezen van het vonnis en hetgeen daar-,
op volgde, gehuicheld was!
VI.
Ina Heidt had tijdens het geheele onderhoud
tusschen haar chef en den notaris geen woord
gesproken. En ook nu, nu zij naast heni gaan
de, met zyn aarzelenden stap gelijk tracht te
blyven, durft zij niet het woord te nemen.
Veel eerder dan Kaiserlein had zij begrepen,
dat hier sprake was van een brutale oplich
ting en reeds lang is zy het er nu met zichzelf
over eens welke stappen Kaiserlic in de eer
ste plaats dient te ondernemen om althans een
deel van zijn bezittingen weer in handen te
krijgen. Nochtans mist zy op dit oogenbük den
moed om et haar voorstellen voor den dag
te komen. Zij werpt haar chef van terzijde, een
heimelyken blik toe, maar deze heeft om de
mondhoeken een eigenzinnigen trek; zyn rech
teroog schijnt merk vaardig klein onder het
saamgeknepen ooglid.
Hij maakt op het oogenblik wel alle- ünst
een goedigen indruk en het dunkt haar dan
ook het beste hem voorloopig met zijn ge
dachten alleen te laten.
Plotseling staan zij weer voor het station.
Nog geen twee uur geleden heeft Kaiserlien
hier verlangend naar Moser uitgekeken. Nu
is hjj hier plotseling vreemdeling geworden.
Zijn heil ligt nog slechts in een reis naar
elders.
Kaiserlien bestudeert het bord met de ver
trektijden. „Over drie kwartier gaat er een
trein naar Mtinchen", constateert hy. „Daar
hebben wij dan aansluiting aan den D-trein
naar Berlijn."
Zij knikt wederom zwijgend. Zy heeft niet
anders verwacht dan dat hij zoo spoedig mo
gelijk naar Berlijn zou vertrekken. Slechts
even hindert haar de vanzelsprekendheid,
waarmee hij haar overal meesleept en over
haar tijd en haar wenschen beschikt. Hy
zegt dat als de afdeelingschef van een wa
renhuis. Maar onmiddellijk begrijpt zy ook,
dat hij op het oogenblik niet in de stemming
is om ophelderingen te geven. En in den
grond van haar hart verheugt zy er zich
over Berlyn zoo spoedig terug te zien; zy
heeft zich in Starnberg nooit op haar gemak
gevoeld. Zij komt uit Berlyn en het is nu
eenmaal niet waar, dat slechts Westfalers en
boeren uit de Beiersche Alpen aan hun ge
boorteplaats hangen; elk rechtgeaard Ber-
lijner vindt Berlyn de eenige stad, waar hij be
hoorlijk kan leven.
Zy hebben nog ruim den tyd voor het ver
trek van den trein en besluiten daarom in de
wachtkamer koffie te drinken. Geleideltjk
wordt ook Kaiserlien wat spraakzamer. Hij
begint met Ina Heldt te laten meedenken;
hy denkt om zoo te zeggen hard-op. „Ik zou
wel eens willen weten, of die meneer Stolzen
berg, die tot den executorialen verkoop van
mijn villa is overgegaan, wist, dat ik een
andere Kaiserlien ben en dat hy zich dus
aan een andermans eigendom vergrepen
heeft."
„Twijfelt u daar nog aan?" vraagt Ina
Heldt verwonderd. „Het ligt er toch dik op,
dat dat tusschen dien Stolzenberg en uw
naamgenoot een doorgestoken kaart is!"
„Vindt u dat zoo vanzelfsprekend?" twij
felt Kaiserlien. „Die Stolzenberg zou toch
ook het slachtoffer kunnen zijn van de mani
pulaties van myn naamgenoot?"
Ina Heldt haalt de schouders op. Er zyn
nu eenmaal aan zekerheid grenzende vermoe
dens, welke niet te bewijzen zijn.
„Wij zullen in ieder geval met beide mo
gelijkheden rekening moeten houden," meent
Kaiserlien.
„En wat denkt u nu in Berlijn te gaan
doen?"
„Dat is nogal eenvoudig!" antwoordt
Kaiserlien, lichtelijk verbaasd, dat Ina Heldt
alle details van zijn plan nog niet geraden
heeft. „In de eerste plaats zal ik eens na
gaan, wie er zoo brutaal is geweest zich voor
mjj uit te geven."
„Dus u denkt, dat die man er nog niet
vandoor is?"
„Misschien, maar misschien ook niet! U
moet niet vergeten, dat ik zes maanden eer
der uit Palestina ben terug gekomen dan
aanvankelijk myn plan was. Mijn plotselinge
terugkeer zou hem dus kunnen overrompe
len."
„Luister u eens!" zegt Ina Heldt, en in
haar toon ligt een zekere minachtende over
moed. „U schynt te vergeten, dat uw naam
genoot, alle discretie en overeenkomsten tot
geheimhouding met het Sulfide syndicaat ten
spyt, er achter is gekomen, dat u naar het
buitenland vertrok. U kunt er dus van opaan,
dat hij ook op het juiste oogenblik op de
hoogte is gebracht van uw ontijdigen terug
keer. Elk optimisme te dien aanzien dunkt
my misplaatst."
Kaiserlien zwygt; zyn eigenzinnigheid
weerhoudt hem het logische van deze rede
neering te erkennen. En dat prikkelt Ina
Heldt tot nog meer verzet; „Neemt u mij
niet kwalijk, maar u zult tegen dien man
niet opgewassen blyken te zyn." En zich
tegelijkertijd verontschuldigend: „Ik ben
byna tien jaar ouder dan u, daardoor beoor
deel ik een en ander misschien wat rustiger
en wat bezadigder."
„In ieder geval heb ik er nu eens plezier
in persoonlijk dat zaakje te onderzoeken,"
houdt Kaiserlien vol en met een ietwat ge
forceerde vroolijkheid vervolgt hij: „Het lijkt
mij trouwens bijzonder interessant en afwis
selend in mijn eigen belang eens voor politie
agent te spelen. Wie weet, oefent een derge
lijk karweitje niet een gunstigen invloed uit
op mijn vele tekortkomingen; tot dusver
heeft my immers steeds de lust ontbroken
om mij met financieele aangelegenheden
bezig te houden. Een beetje geldelijke zorgen
zijn misschien wel eens goed voor me."
Zij heeft moeite een glimlach te onder
drukken. Nog nooit, zoolang zij hem kende,
was zijn gebrek aan zin voor de werkelijk
heid zoo duidelijk tot uiting gekomen als op
dit oogenblik. Het was zoo gemakkelijk met
met geldzorgen te koketteeren, ais men wist,
dat men, ondanks het tijdelijk verlies van zijn
villa, by de DeDi-bank in Berlijn, nog veilig
voor een bedrag van driehonderdduizend
mark aan effecten had liggen.
Het klonk wat bruusk, toen zy antwoord
de: „Het zou inderdaad niet kwaad zijn, als
u zich eens wat meer voor het beheer van
uw vermogen ging interesseeren, maar om
u zelf op te voeden, gaat het u nog niet
slecht genoeg. En om het bedrag, dat men
u afhandig heeft gemaakt, terug te krijgen,
ontbreekt u de routine."
„Wat dacht u dan, dat ik in deze zou moe
ten doen?"
„Ik zou gebruik maken van de overheid,
die daarvoor is aangewezen: de politie!"
„Praat u mij alsjeblieft niet over de over
heid," antwoordt Kaiserlien komisch-afwe-
rend. „Myn vertrouwen in de overheid is tot
nul gereduceerd sinds ik by notaris Weckerie
kennis heb genomen van den inhoud van het,
tegen my uitgebrachte vonnis. Beter en ge-
degener had men de zwendelarjj van dien
anderen meneer Kaiserlien waarlijk niet kun
nen ondersteunen. Advocaten, rechters, nota
rissen, deurwaarders, ailes heeft daar ijverig
toe meegewerkt. En dan wilt u my opnieuw
de overheid op m'n dak sturen? Neen,
dank u!"
Maar Ina Heldt laat zich zoo gauw niet
uit het veld slaan: „Op het hoofdbureau van
politie in Berlyn is een commissaris van de
recherche, die tal van duistere zaken aan het
licht heeft gebracht. Dr. Carsten is zijn naam.
Herinnert u zich nog dat geval Glaser met
zijn bureau voor statistiek?"
„Maar ik wii immers niet met de politie t«
maken hebbei
(Wordt vervoip.d.)