Buitenlandsch Overzicht. mmm WELKOM THUIS GOLD STAR SHAG HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor 10 ct. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA DINSDAG 26 MAART 1935 63ste JAARGANG PAKJE NA PAKJE! De internationale besprekingen. De Italiaansche lichting 1911 opgeroepen. Het verdrag over den verkoop van den Chineeschen Oosterspoorweg. COURANT er™ *j~' HCUiCrSCl,e Cü°nlnl f 15°: KüCgraa' Neden «v t Wlertagen en Texel f 1.65; binnenland f 2.—, landen f 3.20. P£."7** Wem mail cn overige y 'r- P- P- ct. Weekabonnementen 12 ct. M 70 rC8P' t0'50' fa?0' ,0-70-fl— Modeblad reap. f 1.20, f 1.50, fl.50, Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekening No. 16066. ADVERTENTIE Nl 20 ct. per regel (galjard). Ingez. medad. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele pr(js. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bi) vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Italië is tot bemiddeling bereid inzake het geschil met Abessinië een adder onder het gras. De buitengewone zitting van den Volkenbond. - Amerika en de Europeesche problemen Coebbels over de Duitsche vredelievendheid. Italië is veranderd ten opzichte van het geschil met Abessinië. Het is plotseling bereid tot on derhandelen en dus zal het geschil niet voor den Volkenbond gebracht behoeven te worden, #at te Genève geen geringe opluchting zal geven, omdat men er eigenlek leelijk mee in zyn maag zat en het voor zijn prestige niet wenschelyk vindt nog meer échecs te lijden. De veranderde gezindheid van Italië zou Inderdaad tot verheuging aanleiding geven als de motieven ervan zuiver waren. Edoch, daar wordt aan getwijfeld. De gespannen toestand in Europa vraagt de aandacht van Italië voor den anderen kant van zijn grenzen en dus moeten er niet teveel manschappen geconcen treerd worden ln Afrika. Hoe eerder het ge schil dus is opgelost, hoe liever het Italië het ®p het oogenblik zal zijn. De „Nw. Rott. Crt." schreef Zaterdagavond over het Itallaansche standpunt o. m. Italië gooit ballast over boord. Het is nu bereid, als een andere vreedzame oplossing niet mogelijk blijkt, arbitrage te aanvaarden in zjjn geschil met Abessinië. Te Genève zal men een diepe zucht van opluchting slaken, nu men op die manier kans heeft gekregen bewaard te blijven voor de behandeling van dit conflict voor den Volkenbond. Dergelijke conflicten zjjn brokken, die de molen van Ge nève blijkt niet te kunnen vermalen, haast zoo vaak als zij erin worden geworpen. Eigenlijk heette de molen speciaal daarvoor gebouwd. Wij hebben er echter al meer op gewezen, dat op dit oogenblik functies en methoden van Genève heel anders geworden zijn, dan Wilson zich die had voorgesteld, ten deele zelfs precies tegenovergesteld! Nog eenige van die brokken, en die molen zou ge heel ontwricht raken. Daarom komt de om mekeer in de Italiaansche politiek prachtig van pas. Maar hoe groot de opluchtng ook moge zijn, gelukkig zal men zich daarom nog niet kun nen voelen ln den hoofdzetel van den Volken bond. Want Italië is zoo toeschietelijk gewor den, omdat het de handen vrij wil hebben voor heel andere, nog oneindig veel ernstiger ja, gevaarlijker dingen. Ook daarop echter kan zijn besluit van goeden invloed zijn. Immers, de waarschuwing, die Berlijn ln dit gebaar moet zien, kan niet anders dan indruk maken, als het thans beslissende Berlijn daarvoor nog vatbaar is. En dat mogen wij nog steeds hopen. De buiten gewone Volkenbonds vergadering. Van groot belang is de mededecling, dat Tewfik Roedzjdi Arras, als voor zitter van den raad van den Volkenbond, besloten heeft de buitengewone vergadering van dat lichaam, naar aanleiding van le klacht var. Frankrijk, tegen de eerste week van April bijeen te roepen, zegt de „N. R. Crt." Het heette immers, dat Londen lie ver zag, dat men wachtte tot de gewone bij eenkomst tegen half Mei. Dit was een ont wijkende politiek. Men maakt de kwestie aanhangig of men doet het niet. Maar vindt men, dat zij voor den Raad thuishoort, dan kan de behandeling e u 111 e t o n. De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. „Als u er zelf niet heen wilt gaan, zoudt u ^i) toch kunnen opdragen dien dr. Carsten van een en ander op de hoogte te stellen." „Ik denk er niet aan. Het eenige, wat mij i goede stemming nog doet behouden ls het vooruitzicht, dat lk mijn eigendom zelf zal terug halen". „U bent nog zeer jong, doctor!" berispt me vrouw Heldt hem. „En mij lijkt het," antwoordde hij bijna vroolyk, „dat u met die paar jaartjes, welke u op mjj voorhebt vandaag bepaald aan het Pochen bent". En met een zwakke poging om ook eens galant te zijn, besluit hij„U schijnt er zelf niet eens zoo bijster op ge steld te zijn. dat u nog tot de categorie van de vrouw in haar beste jaren behoort". Zi) zwijgt en hij schijnt geen antwoord te hebben verwacht. Had hij op dit moment ln ïna Heldt's oogen gekeken, dan zou hij daar- hi openlijk verzet, Ja, zelfs rebellie hebben gelezen. van de overrompelende daad van Duitschland inderdaad geen zes of zeven weken uitstel lijden. Nu zal zjj dus ter sprake komen on middellijk na de bijeenkomst van Como, waar Simon kan trachten, Franschen en Italianen tot een gematigd optreden te overreden of niet, al naar de indrukken, die hfl te Ber lijn opdoet. Een politiek van uitstel echter was onhoudbaar. Men is nu begonnen te probeeren, Berlijn met alle middelen tot een gematigder houding te nopen. Laat men die middelen koud wor- zeer vast om er nog iets aan te kunnen ver den, dan groeien de dingen te Berlijn veel te anderen. Simon, naar Parijs reizende, na de Fransche actie op de lange baan te hebben geschoven, zou zijn mogelijkheden daar reeds ten halve hebben bedorven. Te Berlijn blijft von Neurath zeer in actie door Interviews met Journalisten. Hij wil zich blijkbaar niet van den voorgrond laten drin gen. Belangwekkender echter dan hetgeen hy nu zegt, zou zijn te weten, hoe hij staat tegen over de krachten, die de Duitsche politiek vooruitdrijven. Weder-invoering der monarchie ln Grie kenland 7 Ex-koning GEORGE van Griekenland. die, naar de geruchten luiden, naar Griekenland terug denkt te keeren. Amerika en de Europeesche problemen. Amerika is een weinig afkeerig van de Europee sche politiek. En dat ls begrijpelijk. Europa ls een wespennest en daar in steekt men niet gaar ne zjjn hand, bovendien heeft Amerika genoeg te doen om zijn eigen peultjes te doppen, dan zich in te laten met de politiek van Europa. Daar komt nog bij, dat de ervaringen, die Amerika in den laatsten loorlog heeft opge daan, het wel zal doen wachten zich weer te wagen aan een experiment met Europa. Het krijgt nog millioenen van geleend geld uit Europa, waarnaar het wel altijd zal kunnen fluiten. De uitlatingen van officieele kringen, aan den overkant van den Oceaan, zijn dan ook uiterst voorzichtig. Staatssecretaris Huil heeft dezer dagen tot vertegenwoordigers van de pers echter over de gebeurtenissen der laatste dagen in Euro pa gezegd: Onze regeering volgt op het gebied van haar buitenlandsche betrekkingen haar ge- bruikelijkcn volstrekt normalen koers. De ge beurtenissen in Europa worden door haar vanzelfsprekend met de uiterste zorgvuldig heid waargenomen. Het departement van Staat is zich er van bewust, dat de toestand moeilijk is en dat het Amerikaansche publiek bezorgd is over de ontwikkeling in Europa. Gelijk een ieder bekend is hebben de Ver. Sta ten steeds de meening voorgestaan, dat de basis voor een werkelijk duurzaam vredesge- bouw alleen kan bestaan in verdragen. Voortgaande wees Huil er op, dat al diege nen, die gelooven aan de vreedzame bijlegging van conflicten van allerlei aard, toenemende bezorgdheid gevoeld hebben tegenover optre dende neigingen om zich aan de verplichting tot nakoming van de verdragen naar den geest en naar den letter te onttrekken. De staatssecretaris is van meening, dat de moreele invloed der Ver. Staten en der Amerikaansche bevolking steeds moet trachten de nakoming der verdragen te bevorderen. Tenslotte wees spr. er op, dat in Europa op het oogenblik een streven aan het werk is om een vermindering tot stand te brengen van de in den laatsten tijd opgetreden spanningen. De Amerikaansche regeering zal dit streven nauwkeurig volgen in de hoop, dat het doel, n.1. het tot stand brengen van algemeene kal meering, succes zal hebben. Duitschland wil vrede. Duitschland, kan naar den mensch gesproken, op het oogenblik niet de bedoeling hebben een oorlog te ontketenen. De overmacht waartegen het te kampen zou krijgen, zou al direct beslissend zijn in zjjn nadeel. Als het dus, door de omstandigheden daar nog niet toe gedwongen wordt, zal het zich voorloopig nog wel koest houden. Een verstandige, rustige politiek van Frankrijk, Engeland en Italië, kan dus veel ten goede doen. Wat Duitschland gewild heeft en wat de bedoeling is geweest van zijn jongsten stap, is gelijkgerechtigdheid met andere mo gendheden, is een zich ontworstelen aan alle verdragen en curateele, als overblijfsel van den oorlog 1914'18, om zich naar eigen in zicht te kunnen ontplooien. We hooren nu voorloopig weer niets dan zoete klanken van onze Oosterburen. Men is nog niet waar men wezen wil en past er dus voor op de mogendheden nog meer in het harnas tegen zich te Jagen, dan men reeds heeft gedaan. Goebbels heeft dezer dagen te Wiesbaden, DR. JOSEPH «ioBBEI.S, Duitsch minister van propaganda. verdwijnt in pijp en cigaret. Eiken dag meer! Daar moet een reden voor zijn. Koop voor ÏO cent een pakje. Dan weet U waarom: .HET MEEST INTREK" waar hij Hitier heeft bezocht, een redevoe ring gehouden voor duizenden, waaraan wij het volgende ontleenen: Thans hebben wjj, aldus Goebbels, geen verraders meer in de eigen rijen en zoo kun nen wij de kracht organiseeren, we.ke de na tie in staat stelt haar vredelievende belangen naar buiten te behartigen. Binnen afzien- baren tijd zal in Duitschland geen staats man meer zjjn, die afziet van de leveiisre<h- ten van zjjn eigen volk, slechts cm op die wijze de wereld te kahueeren. Duitschland wil niets anders dan de volledige rechtsgelijk heid met de andere groei te staten. Toen de wereld ons deze weigerde, hebben wij op 16 Maart de maatregelen getroffen om de veilig heid van ons volk weer aan de eigen kracht der natie toe te vertrouwen. Wjj bouwen geen leger op om oorlog te voeren, doch om den vrede te bewaren, want niet het gewapende, maar het ongewapende Duitschland heeft Europa verontrust De we reld is niet verrast door de wet op den dienst plicht van 16 Maart. Zij heeft reeds lang ge weten, wat geschiedde en er zich een over dreven voorstelling van gemaakt. De minister besprak vervolgens de etappen van Franryk btj den Volkenbond en hij stelde de vraag, of Frankrijk te Genève ook wil laten onderhandelen over zjjn eigen nietontwapening, waardoor het zelf het verdrag van Versailles heeft ge schonden. Waarom antwoordt Franryk niet op de vredesaanbiedingen welke Duitschland heeft gedaan Het zal moeten erkennen, dat Duitschland eerlijk den vrede wil. Duitschland wil zeer zeker als rechtsgeljjke groote mo gendheid worden behandeld. Van deze vast beslotenheid is het niet meer af te brengen. De wereld moet in dit feit berusten. De vol ken hebben reeds lang erkend, dat Duitsch land niets doet, wat den vrede in gevaar zou moeten brengen. Niemand wil den oorlog. Waarom spreekt men dan steeds van oorlog? Niemand wil een oeconomische chaos. Waarom speelt men daarmede? Duitschland wil niets anders dan eer en nationale souvereiniteit. Het heeft niet de eerzucht lauweren op het slagveld te pluk ken, want het heeft groote binnenlandsche ta ken: de consequente voortzetting van den „arbeidsslag", den „productieslag" en de groote rrjkshervorming. Achter den nationaal socialistischen opbouw staat een geheel volk, bereid, het regiem van Adolf Hitier tegen zjjn vijanden te bescher men, doch ook bereid naar zijn beste krach ten mede te werken aan een betere wereld orde. PAULA WESSELÏ, de Oostenrjjksche tooneelspeelster, heeft, hoewel zjj tot dusver nog slechts in een paar films heeft meegewerkt, reeds een wereldvermaardheid verkregen en wordt beschouwd als een der grootste figuren van het witte doek. De bijeenkomst te Parijs. De Britsche lord zegelbewaarder Eden heeft zich Zaterdagochtend naar den Qaui d'Orsay begeven, waar hij een onderhoud onder vier oogen had met minister Laval. Intusschen was ook de Italiaansche onder staatssecretaris van buitenlandsche zaken Suvisch in de Fransche hoofdstad gearri veerd. Het onderhoud tusschen Eden en Laval duurde een half uur. Kort daarop maakte ook Suvich zijn opwachting aan den Quai d'Orsay. In den loop van den dag hebben de drie staatslieden nog gezamenlijk geconfereerd. 11 April een bijeenkomst te Stresa. Aan het slot van de besprekingen, welke in den laten namiddag waren geëindigd, is een communiqué uitgegeven, waarin gezegd wordt, dat de drie ministers een meenings- uitwisseüng hebben gehouden over den alge- meenen toestand. In den loop van de besprekingen is eraan herinnerd, dat het bezoek van de Engelsche ministers aan Berlijn een informatorisch ka rakter heeft en dat het kader en het onder werp van hun besprekingen overeenkomen met hetgeen ln het Londensche communiqué van 3 Februari is neergelegd en waarop de eensgezindheid van de standpunten van de regeeringen van Londen, Parijs en Rome ge grondvest is. Er is besloten, dat de ministers van buitenlandsche zaken van Engeland, Frankrijk en Italië na de Engelsche be zoeken aan Berlijn, Moskou, Warschau en Praag (bi) welke bezoeken de Fransche en Itallaansche regeering de Engelschen van hun beste wenschen doen vergezel len) den Hen April te Stresa zullen sa menkomen. Laval, Eden en Suvich hebben met voldoe ning de algeheele solidariteit van hun regee ringen vastgesteld o Begin April 560.000 man onder de wapenen. Reuter meldt uit Rome: Het hoofd der regeering heeft ln zijn kwaliteit van minister van defensie de oproeping van de geheele lichting 1911 gelast. In de desbetreffende mededeeling wordt de oproeping een- voorzorgsmaat regel genoemd. Nader meldt Reuter uit Rome, dat Italië in de eerste helft van April 560 000 man onder de wapenen zal hebben. Op het oogen blik zijn 160.000 man onder de wapenen. Be gin April komen de nieuwe recruten van de lichting 1914 in dienst, zijnde 240.000 man. De oproeping van de lichting 1911 zal de effectleven van het leger nog met 160.000 man doen toenemen, (waarvan, gelijk men weet, reeds een klein gedeelte is opgeroepen voor de mobiliseering van de beide naar Oost-Afrika gezonden divisies). De oproeping van de geheele lichting 1911 door Mussolini en zijn toespraak tot de fas cistische jeugdbonden vormen het hoofd thema van de Londensche avondbladen en worden als een drastische stap aan den voor avond van de internationale besprekingen aangeduid. Er wordt op gewezen, dat deze maatregel de sterkte van het leger op 660 000 man brengt. O Officieel onderteekend. Het verdrag over den verkoop van den Chineeschen Ooster Spoorweg ls Zaterdag morgen te Tokio in een plechtige zitting de finitief onderteekend. Onmiddellijk na de onderteekening over handigde de gezant Ting den Sowjet-ambas- sadeur als eersten termijn van de koopsom een chèque van 23.330.000 jen. Aan de zitting namen meer dan 40 vertegenwoordigers der 3 betrokken landen deel. VII. Berlijn is toch weer heel anders dan Mün- chen; het verhoudt zich tot de Zuid-Duitsche hoofdstad als een jazz-bandconcert tot Schrammelmuziek. De een houdt van het zenuwprikkelend verkeer in Berlijn, de ander van de rustige gemoedelijkheid, welke Miln- chen kenmerkt. Kaiserlien staat verbaasd, overweldigd door de drukte, voor het station. Zoo, neen, zóó kende hij Berlijn niet meer. Zjjn er hier eigenlijk nog menschen, die tijd hebben? Hier, waar de electrische trams in eindelooze rijen voorbij glijden, volgepropt met men schen, die elke seconde schijnen uit te buiten en waar men dagelijks nieuwe ondergrond- sche spoorbanen aanlegt om den tijd nog be ter te kunnen benutten? En zijn er hier wer kelijk menschen, die gebrek lijden, verhonge ren, in wanhoop omkomen? Hier, waar het oog slechts geboeid wordt door een schat van luxe artikelen, dure toiletten en kost bare schilderijen in smaakvol ontworpen éta lages Kaiserlien staat nog steeds op hetzelfde punt; voor hem kookt en bruist het verkeer, zoodat hij er haast duizelig van wordt. Hier buiten in dit centrum van luxe en élégance zijn de schaduwzijden van het groote stads leven bezwaarlijk te ontdekken; die bestu deert men beter in Berlifn-Noord of in de omgeving van het Schlezische station. Maar juist hier buiten, in deze atmosfeer van weelde en welstand woonde dr. Kaiserlien nummer twee; hij zal er wel zjjn bijzondere reden voor hebben gehad om zich hier te ves tigen; het is niet onaardig om als onvermo gend mensch tusschen rijkdom te leven, als men weet, dat een derde het gelag be taalt. Kaiserlien kijkt op zijn horloge. Hjj heeft met Ina Heldt afgesproken, dat zij elkaar om elf uur in een restaurant zullen ontmoe ten. Gisteren hebben zij beiden een plan voor werkverdeeling ontworpen. Ina Heldt zou zich voor Eduard Stolzen- berg interesseeren; hij, Heinz Kaiserlien zal iets meer te weten trachten te komen om trent zijn naamgenoot. Het lsbijna negen uur; eigenlijk moest ht) zich reeds in het per ceel Kant straat honderdtweeendertig bevin den, maar hij heeft den afstand onderschat en geen rekening gehouden met de vele ver- keershindemissen. Derhalve besluit hij nu een taxi te nemen en vijf minuten later staat hij voor het be wuste pand. Het is een huis van vier ver diepingen, slecht onderhouden en eenlgszlns vervallen, zooals alle woningen in deze om geving. Beneden is een sigarenwinkel, daar boven een pension en op de beide andere verdiepingen particuliere woningen. „Ik zal beginnen bij dat pension te Infor- meeren; vermoedelijk logeert ht) daar," denkt hij. Hij belt en vraagt naar dr. Kaiserlien. Kaiserlien? Kaiserlien? Neen, een dr. Kai serlien kent men in het pension niet. Mis schien een trap hooger? Het loopt hem mee, want op de trap ont moet hy den brievenbesteller; die kan het 't beste weten. Kaiserlien? Kaiserlien? Ja, de naam komt hem wel bekend voor. Hij heeft hem de laat ste weken weliswaar niet meer onder de oogen gekregen, maarEen oogenblik! Ach ja, dat is waar ook, een tijdje geleden had hy voor dr. Kaiserlien een paar aange- teekende stukken gehad. Hij woont op de bovenste verdieping bij- mevrouw Reinhardt. Kaiserlien bedankt den man voor zijn in lichtingen en klimt drie verdiepingen hooger. Aha, daar ls het naambordje van mevrouw Reinhardt: „Elise Reinhardt". Mooie naam! Een visitekaartje, waaruit zou blijken, dat hier ook een dr. Kaiserlien onderdak heeft gevonden, is helaas niet te ontdekken, maar dat is nog geen bewijs, dat hij hier niet woont. Dr. Kaiserlien is op dit crietieke oogen blik volkomen kalm, men zou zelfs kunnen zeggen bedachtzaam. Als hjj voor een ander rerchercheerde, zou hij niet rustiger kunnen denken. Het kwam er nu eerst op aan er voor te zorgen, dat hij binnen gelaten werd Als het gesprek maar eenmaal aan den gang was, zou de rest wel vanzelf komen. De eigenaresse van de woning doet zelf open. Zij is een kleine, grijze matrone, die niet in het minst imponeert. In haar oogen schijnt elk leven uitgebluscht en om haar mond ligt een trek, alsof z)j voorgoed met deze wereld heeft afgedaan. Kaiserlien licht beleefd den hoed. „Pardon, mevrouw, ik hoop, dat ik niet derangeer; ik zou n.1. graag een van uw huurders willen spreken!" Zij, verheugt over deze onverwachte af wisseling in haar eentonig bestaan en onmid dellijk vol sympathie voor dezen vriendelijken jongeman, verzekert haastig, dat zij geheel tot zjjn beschikking is. Wie weet, hoe lang zi) haar salon al niet meer voor bezoekers heeft open gesteld; Kaiserlien laat zy echter onmiddellijk binnen. Ongetwijfeld besteedt de goede vrouw al haar tyd aan de verzorging van haar wo ning. Het oude notenhouten buffet naast de, met pluche gordijnen behangen ramen, de lage sofa met den geweldigen opzet, waarop natuurlijk eenige imitatie Chinesche vazen prijken; de voor de kleine kamer veel te groote salonkast, waarop het letterlijk we melt van vergeelde foto's dat zyn zoo de dingen, welke dagelijks mevrouw Reinhardt's volle toewijding genieten. „Mijn naam is dr. Kaiserlien!" stelt hij zich voor. Zij reageert met iets van blijde verrassing. „Ach, dr. Kaiserlien! Zeker familie van m'n vroegeren huurder?" Kaiserlien gaat, zonder zich ook maar een moment te bedenken, op deze opmerking in. „Juist ja; ontdekt u eenige gelijkenis of geeft alleen de naam u aanleiding tot deze veronderstelling Mevrouw Reinhardt houdt haar hand be schermend boven de oogen, als staarde bi) tegen een felle zon in en fixeert haar bezoe ker eenige seconden lang. „Ja, als lk u goed bekijk, moet ik zeggen, dat er wel eenige geiykenis is. In de eerste plaats al het figuur en dan... uw neef was ook zwart". Overweldigend is deze persoonsbeschijving niet; er is althans geen hevel tot aanhouding uit te formuleeren Kaiserlien tast daarom verder: „Weet u, dat ik mijn neef zelf nog nooit gezien heb? Ik ben namelijk van jeugd af in het buitenland geweest, maar ik geloof, dat ik nu langzamerhand oud genoeg ben om eens met myn familie kennis te maken". „Och, maar dan zal dr. Kaiserlien het ze ker betreuren, dat u hem niet meer hebt aangetroffen", verzekert zij met oprechte deelneming. „Werkelijk, dat ls jammer; hy is juist drie dagen geleden vertrokken". „Denkt hij lang weg te blijven?" Mevrouw Reinhardt haalt met een beden- keiyk gezicht de schouders op. „Tja, ik vrees, dat hij in 't geheel niet meer zal terugkomen. Hy heeft wel twee maanden vooruit betaald, omdat hy zoo plot seling moest vertrekken en ik heb hem be loofd zjjn kamer zoolang te reserveeren, maar ik geloof toch niet, dat hy weer terug komt, want hy heeft al zyn bagage meegeno men." „Dat is jammer!" zegt Kaiserlien en dat meent hij oprecht. „Heeft hij u niet verteld, waar hy heenging?" „Hy zei, dat hij mij zijn adres nog zou meedeelen. Hy scheen n.1. zelf nog niet te weten, waar hy voor zij beroep heen moest". „Welk beroep heeft hij dan?" Mevrouw Reinhardt lacht ietwat verlegen. „Ja, wat hy eigenlijk van zijn vak was, weet ik niet precies. Ik geloof haast, dat hy schrijver was of zoo iets, omdat hy zoo'n beetje deed, wat hij wilde. Eigenlijk was hjj altyd vrg". „Heeft hy lang bij u gewoond, mevrouw?" „Op den vyftienden van deze maand was het precies een half jaar. Maar we hebben het altyd goed met elkaar kunnen vinden en het heeft inij heusch vreeselyk gespeten, toen hy zoo plotseling weg moest. Ik weet wel, dat ik zoo'n aardige, nette, degeiyke huurder nooit terugkrijg. Hy eischte zoo weinig! Als ik bedenk, wat ik vroeger met verschillende heeren heb meegemaakt! Maar uw neef was er steeds op uit om het my zoo gemakkelgk mogelijk te maken Afgezien van het feit, dat de verdwenen Kaiserlien neiging toonde zyn schulden met andersmans geld te betalen, scheen hij dus een toonbeeld van deugdzaamheid te zijn ge weest. Kaiserlien overlegt hoe hy nog meer te we ten zal kunnen komen. „Hebt u er misschien eenig idee van, waar ik hem zou kunnen be reiken Of had hij misschien vrienden, b(j wie ik iets over zijn tegenwoordig adres te weten zou kunnen komen?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1