Buitenlandsch Overzicht.
mmm
WELKOM THUIS
GOLD STAR SHAG
HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor 10 ct.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
DINSDAG 26 MAART 1935
63ste JAARGANG
PAKJE NA PAKJE!
De internationale
besprekingen.
De Italiaansche lichting
1911 opgeroepen.
Het verdrag over den verkoop
van den Chineeschen
Oosterspoorweg.
COURANT
er™ *j~' HCUiCrSCl,e Cü°nlnl f 15°: KüCgraa'
Neden «v t Wlertagen en Texel f 1.65; binnenland f 2.—,
landen f 3.20. P£."7** Wem mail cn overige
y 'r- P- P- ct. Weekabonnementen 12 ct.
M 70 rC8P' t0'50' fa?0' ,0-70-fl— Modeblad reap. f 1.20, f 1.50, fl.50,
Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVERTENTIE Nl
20 ct. per regel (galjard). Ingez. medad. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele pr(js. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bi) vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Italië is tot bemiddeling bereid inzake het geschil met Abessinië
een adder onder het gras. De buitengewone zitting van den
Volkenbond. - Amerika en de Europeesche problemen Coebbels
over de Duitsche vredelievendheid.
Italië is veranderd ten
opzichte van het geschil
met Abessinië. Het is
plotseling bereid tot on
derhandelen en dus zal
het geschil niet voor den
Volkenbond gebracht behoeven te worden,
#at te Genève geen geringe opluchting zal
geven, omdat men er eigenlek leelijk mee in
zyn maag zat en het voor zijn prestige niet
wenschelyk vindt nog meer échecs te lijden.
De veranderde gezindheid van Italië zou
Inderdaad tot verheuging aanleiding geven als
de motieven ervan zuiver waren. Edoch, daar
wordt aan getwijfeld. De gespannen toestand
in Europa vraagt de aandacht van Italië voor
den anderen kant van zijn grenzen en dus
moeten er niet teveel manschappen geconcen
treerd worden ln Afrika. Hoe eerder het ge
schil dus is opgelost, hoe liever het Italië het
®p het oogenblik zal zijn.
De „Nw. Rott. Crt." schreef Zaterdagavond
over het Itallaansche standpunt o. m.
Italië gooit ballast over boord. Het is nu
bereid, als een andere vreedzame oplossing
niet mogelijk blijkt, arbitrage te aanvaarden
in zjjn geschil met Abessinië. Te Genève zal
men een diepe zucht van opluchting slaken,
nu men op die manier kans heeft gekregen
bewaard te blijven voor de behandeling van
dit conflict voor den Volkenbond. Dergelijke
conflicten zjjn brokken, die de molen van Ge
nève blijkt niet te kunnen vermalen, haast
zoo vaak als zij erin worden geworpen.
Eigenlijk heette de molen speciaal daarvoor
gebouwd. Wij hebben er echter al meer op
gewezen, dat op dit oogenblik functies en
methoden van Genève heel anders geworden
zijn, dan Wilson zich die had voorgesteld, ten
deele zelfs precies tegenovergesteld! Nog
eenige van die brokken, en die molen zou ge
heel ontwricht raken. Daarom komt de om
mekeer in de Italiaansche politiek prachtig
van pas.
Maar hoe groot de opluchtng ook moge zijn,
gelukkig zal men zich daarom nog niet kun
nen voelen ln den hoofdzetel van den Volken
bond. Want Italië is zoo toeschietelijk gewor
den, omdat het de handen vrij wil hebben voor
heel andere, nog oneindig veel ernstiger ja,
gevaarlijker dingen. Ook daarop echter kan
zijn besluit van goeden invloed zijn. Immers,
de waarschuwing, die Berlijn ln dit gebaar
moet zien, kan niet anders dan indruk maken,
als het thans beslissende Berlijn daarvoor nog
vatbaar is. En dat mogen wij nog steeds
hopen.
De buiten
gewone
Volkenbonds
vergadering.
Van groot belang is de
mededecling, dat Tewfik
Roedzjdi Arras, als voor
zitter van den raad van
den Volkenbond, besloten
heeft de buitengewone
vergadering van dat
lichaam, naar aanleiding
van le klacht var. Frankrijk, tegen de eerste
week van April bijeen te roepen, zegt de „N.
R. Crt." Het heette immers, dat Londen lie
ver zag, dat men wachtte tot de gewone bij
eenkomst tegen half Mei. Dit was een ont
wijkende politiek.
Men maakt de kwestie aanhangig of men
doet het niet. Maar vindt men, dat zij voor
den Raad thuishoort, dan kan de behandeling
e u 111 e t o n.
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door
WILL AMBERG.
„Als u er zelf niet heen wilt gaan, zoudt u
^i) toch kunnen opdragen dien dr. Carsten
van een en ander op de hoogte te stellen."
„Ik denk er niet aan. Het eenige, wat mij
i goede stemming nog doet behouden ls het
vooruitzicht, dat lk mijn eigendom zelf zal
terug halen".
„U bent nog zeer jong, doctor!" berispt me
vrouw Heldt hem.
„En mij lijkt het," antwoordde hij bijna
vroolyk, „dat u met die paar jaartjes, welke
u op mjj voorhebt vandaag bepaald aan het
Pochen bent". En met een zwakke poging
om ook eens galant te zijn, besluit hij„U
schijnt er zelf niet eens zoo bijster op ge
steld te zijn. dat u nog tot de categorie van
de vrouw in haar beste jaren behoort".
Zi) zwijgt en hij schijnt geen antwoord te
hebben verwacht. Had hij op dit moment ln
ïna Heldt's oogen gekeken, dan zou hij daar-
hi openlijk verzet, Ja, zelfs rebellie hebben
gelezen.
van de overrompelende daad van Duitschland
inderdaad geen zes of zeven weken uitstel
lijden. Nu zal zjj dus ter sprake komen on
middellijk na de bijeenkomst van Como, waar
Simon kan trachten, Franschen en Italianen
tot een gematigd optreden te overreden
of niet, al naar de indrukken, die hfl te Ber
lijn opdoet. Een politiek van uitstel echter was
onhoudbaar.
Men is nu begonnen te probeeren, Berlijn
met alle middelen tot een gematigder houding
te nopen. Laat men die middelen koud wor-
zeer vast om er nog iets aan te kunnen ver
den, dan groeien de dingen te Berlijn veel te
anderen. Simon, naar Parijs reizende, na de
Fransche actie op de lange baan te hebben
geschoven, zou zijn mogelijkheden daar reeds
ten halve hebben bedorven.
Te Berlijn blijft von Neurath zeer in actie
door Interviews met Journalisten. Hij wil zich
blijkbaar niet van den voorgrond laten drin
gen. Belangwekkender echter dan hetgeen hy
nu zegt, zou zijn te weten, hoe hij staat tegen
over de krachten, die de Duitsche politiek
vooruitdrijven.
Weder-invoering der monarchie ln Grie
kenland 7
Ex-koning GEORGE van Griekenland.
die, naar de geruchten luiden, naar
Griekenland terug denkt te keeren.
Amerika en de
Europeesche
problemen.
Amerika is een weinig
afkeerig van de Europee
sche politiek. En dat ls
begrijpelijk. Europa ls
een wespennest en daar
in steekt men niet gaar
ne zjjn hand, bovendien heeft Amerika genoeg
te doen om zijn eigen peultjes te doppen, dan
zich in te laten met de politiek van Europa.
Daar komt nog bij, dat de ervaringen, die
Amerika in den laatsten loorlog heeft opge
daan, het wel zal doen wachten zich weer te
wagen aan een experiment met Europa. Het
krijgt nog millioenen van geleend geld uit
Europa, waarnaar het wel altijd zal kunnen
fluiten. De uitlatingen van officieele kringen,
aan den overkant van den Oceaan, zijn dan
ook uiterst voorzichtig.
Staatssecretaris Huil heeft dezer dagen tot
vertegenwoordigers van de pers echter over
de gebeurtenissen der laatste dagen in Euro
pa gezegd:
Onze regeering volgt op het gebied van
haar buitenlandsche betrekkingen haar ge-
bruikelijkcn volstrekt normalen koers. De ge
beurtenissen in Europa worden door haar
vanzelfsprekend met de uiterste zorgvuldig
heid waargenomen. Het departement van
Staat is zich er van bewust, dat de toestand
moeilijk is en dat het Amerikaansche publiek
bezorgd is over de ontwikkeling in Europa.
Gelijk een ieder bekend is hebben de Ver. Sta
ten steeds de meening voorgestaan, dat de
basis voor een werkelijk duurzaam vredesge-
bouw alleen kan bestaan in verdragen.
Voortgaande wees Huil er op, dat al diege
nen, die gelooven aan de vreedzame bijlegging
van conflicten van allerlei aard, toenemende
bezorgdheid gevoeld hebben tegenover optre
dende neigingen om zich aan de verplichting
tot nakoming van de verdragen naar den
geest en naar den letter te onttrekken.
De staatssecretaris is van meening, dat
de moreele invloed der Ver. Staten en der
Amerikaansche bevolking steeds moet
trachten de nakoming der verdragen te
bevorderen.
Tenslotte wees spr. er op, dat in Europa op
het oogenblik een streven aan het werk is om
een vermindering tot stand te brengen van
de in den laatsten tijd opgetreden spanningen.
De Amerikaansche regeering zal dit streven
nauwkeurig volgen in de hoop, dat het doel,
n.1. het tot stand brengen van algemeene kal
meering, succes zal hebben.
Duitschland
wil vrede.
Duitschland, kan naar
den mensch gesproken,
op het oogenblik niet
de bedoeling hebben een
oorlog te ontketenen. De
overmacht waartegen het te kampen zou
krijgen, zou al direct beslissend zijn in zjjn
nadeel. Als het dus, door de omstandigheden
daar nog niet toe gedwongen wordt, zal het
zich voorloopig nog wel koest houden. Een
verstandige, rustige politiek van Frankrijk,
Engeland en Italië, kan dus veel ten goede
doen. Wat Duitschland gewild heeft en wat
de bedoeling is geweest van zijn jongsten
stap, is gelijkgerechtigdheid met andere mo
gendheden, is een zich ontworstelen aan alle
verdragen en curateele, als overblijfsel van
den oorlog 1914'18, om zich naar eigen in
zicht te kunnen ontplooien.
We hooren nu voorloopig weer niets dan
zoete klanken van onze Oosterburen. Men
is nog niet waar men wezen wil en past er
dus voor op de mogendheden nog meer in het
harnas tegen zich te Jagen, dan men reeds
heeft gedaan.
Goebbels heeft dezer dagen te Wiesbaden,
DR. JOSEPH «ioBBEI.S,
Duitsch minister van propaganda.
verdwijnt in pijp en
cigaret. Eiken dag meer!
Daar moet een reden voor zijn.
Koop voor ÏO cent een pakje.
Dan weet U waarom:
.HET MEEST INTREK"
waar hij Hitier heeft bezocht, een redevoe
ring gehouden voor duizenden, waaraan wij
het volgende ontleenen:
Thans hebben wjj, aldus Goebbels, geen
verraders meer in de eigen rijen en zoo kun
nen wij de kracht organiseeren, we.ke de na
tie in staat stelt haar vredelievende belangen
naar buiten te behartigen. Binnen afzien-
baren tijd zal in Duitschland geen staats
man meer zjjn, die afziet van de leveiisre<h-
ten van zjjn eigen volk, slechts cm op die
wijze de wereld te kahueeren. Duitschland
wil niets anders dan de volledige rechtsgelijk
heid met de andere groei te staten. Toen de
wereld ons deze weigerde, hebben wij op 16
Maart de maatregelen getroffen om de veilig
heid van ons volk weer aan de eigen kracht
der natie toe te vertrouwen.
Wjj bouwen geen leger op om oorlog te
voeren, doch om den vrede te bewaren, want
niet het gewapende, maar het ongewapende
Duitschland heeft Europa verontrust De we
reld is niet verrast door de wet op den dienst
plicht van 16 Maart. Zij heeft reeds lang ge
weten, wat geschiedde en er zich een over
dreven voorstelling van gemaakt.
De minister besprak vervolgens de
etappen van Franryk btj den Volkenbond
en hij stelde de vraag, of Frankrijk te
Genève ook wil laten onderhandelen over
zjjn eigen nietontwapening, waardoor het
zelf het verdrag van Versailles heeft ge
schonden.
Waarom antwoordt Franryk niet op de
vredesaanbiedingen welke Duitschland heeft
gedaan Het zal moeten erkennen, dat
Duitschland eerlijk den vrede wil. Duitschland
wil zeer zeker als rechtsgeljjke groote mo
gendheid worden behandeld. Van deze vast
beslotenheid is het niet meer af te brengen.
De wereld moet in dit feit berusten. De vol
ken hebben reeds lang erkend, dat Duitsch
land niets doet, wat den vrede in gevaar zou
moeten brengen. Niemand wil den oorlog.
Waarom spreekt men dan steeds van oorlog?
Niemand wil een oeconomische chaos.
Waarom speelt men daarmede?
Duitschland wil niets anders dan eer en
nationale souvereiniteit. Het heeft niet de
eerzucht lauweren op het slagveld te pluk
ken, want het heeft groote binnenlandsche ta
ken: de consequente voortzetting van den
„arbeidsslag", den „productieslag" en de
groote rrjkshervorming.
Achter den nationaal socialistischen opbouw
staat een geheel volk, bereid, het regiem van
Adolf Hitier tegen zjjn vijanden te bescher
men, doch ook bereid naar zijn beste krach
ten mede te werken aan een betere wereld
orde.
PAULA WESSELÏ,
de Oostenrjjksche tooneelspeelster, heeft,
hoewel zjj tot dusver nog slechts in een
paar films heeft meegewerkt, reeds een
wereldvermaardheid verkregen en wordt
beschouwd als een der grootste figuren
van het witte doek.
De bijeenkomst te Parijs.
De Britsche lord zegelbewaarder Eden
heeft zich Zaterdagochtend naar den Qaui
d'Orsay begeven, waar hij een onderhoud
onder vier oogen had met minister Laval.
Intusschen was ook de Italiaansche onder
staatssecretaris van buitenlandsche zaken
Suvisch in de Fransche hoofdstad gearri
veerd.
Het onderhoud tusschen Eden en Laval
duurde een half uur. Kort daarop maakte
ook Suvich zijn opwachting aan den Quai
d'Orsay.
In den loop van den dag hebben de drie
staatslieden nog gezamenlijk geconfereerd.
11 April een bijeenkomst te Stresa.
Aan het slot van de besprekingen, welke
in den laten namiddag waren geëindigd, is
een communiqué uitgegeven, waarin gezegd
wordt, dat de drie ministers een meenings-
uitwisseüng hebben gehouden over den alge-
meenen toestand.
In den loop van de besprekingen is eraan
herinnerd, dat het bezoek van de Engelsche
ministers aan Berlijn een informatorisch ka
rakter heeft en dat het kader en het onder
werp van hun besprekingen overeenkomen
met hetgeen ln het Londensche communiqué
van 3 Februari is neergelegd en waarop de
eensgezindheid van de standpunten van de
regeeringen van Londen, Parijs en Rome ge
grondvest is.
Er is besloten, dat de ministers van
buitenlandsche zaken van Engeland,
Frankrijk en Italië na de Engelsche be
zoeken aan Berlijn, Moskou, Warschau en
Praag (bi) welke bezoeken de Fransche
en Itallaansche regeering de Engelschen
van hun beste wenschen doen vergezel
len) den Hen April te Stresa zullen sa
menkomen.
Laval, Eden en Suvich hebben met voldoe
ning de algeheele solidariteit van hun regee
ringen vastgesteld
o
Begin April 560.000 man onder
de wapenen.
Reuter meldt uit Rome:
Het hoofd der regeering heeft ln zijn
kwaliteit van minister van defensie de
oproeping van de geheele lichting 1911
gelast. In de desbetreffende mededeeling
wordt de oproeping een- voorzorgsmaat
regel genoemd.
Nader meldt Reuter uit Rome, dat Italië
in de eerste helft van April 560 000 man
onder de wapenen zal hebben. Op het oogen
blik zijn 160.000 man onder de wapenen. Be
gin April komen de nieuwe recruten van de
lichting 1914 in dienst, zijnde 240.000 man.
De oproeping van de lichting 1911 zal de
effectleven van het leger nog met 160.000
man doen toenemen, (waarvan, gelijk men
weet, reeds een klein gedeelte is opgeroepen
voor de mobiliseering van de beide naar
Oost-Afrika gezonden divisies).
De oproeping van de geheele lichting 1911
door Mussolini en zijn toespraak tot de fas
cistische jeugdbonden vormen het hoofd
thema van de Londensche avondbladen en
worden als een drastische stap aan den voor
avond van de internationale besprekingen
aangeduid.
Er wordt op gewezen, dat deze maatregel
de sterkte van het leger op 660 000 man
brengt.
O
Officieel onderteekend.
Het verdrag over den verkoop van den
Chineeschen Ooster Spoorweg ls Zaterdag
morgen te Tokio in een plechtige zitting de
finitief onderteekend.
Onmiddellijk na de onderteekening over
handigde de gezant Ting den Sowjet-ambas-
sadeur als eersten termijn van de koopsom
een chèque van 23.330.000 jen. Aan de zitting
namen meer dan 40 vertegenwoordigers der 3
betrokken landen deel.
VII.
Berlijn is toch weer heel anders dan Mün-
chen; het verhoudt zich tot de Zuid-Duitsche
hoofdstad als een jazz-bandconcert tot
Schrammelmuziek. De een houdt van het
zenuwprikkelend verkeer in Berlijn, de ander
van de rustige gemoedelijkheid, welke Miln-
chen kenmerkt.
Kaiserlien staat verbaasd, overweldigd
door de drukte, voor het station. Zoo, neen,
zóó kende hij Berlijn niet meer. Zjjn er hier
eigenlijk nog menschen, die tijd hebben? Hier,
waar de electrische trams in eindelooze
rijen voorbij glijden, volgepropt met men
schen, die elke seconde schijnen uit te buiten
en waar men dagelijks nieuwe ondergrond-
sche spoorbanen aanlegt om den tijd nog be
ter te kunnen benutten? En zijn er hier wer
kelijk menschen, die gebrek lijden, verhonge
ren, in wanhoop omkomen? Hier, waar het
oog slechts geboeid wordt door een schat
van luxe artikelen, dure toiletten en kost
bare schilderijen in smaakvol ontworpen éta
lages
Kaiserlien staat nog steeds op hetzelfde
punt; voor hem kookt en bruist het verkeer,
zoodat hij er haast duizelig van wordt. Hier
buiten in dit centrum van luxe en élégance
zijn de schaduwzijden van het groote stads
leven bezwaarlijk te ontdekken; die bestu
deert men beter in Berlifn-Noord of in de
omgeving van het Schlezische station. Maar
juist hier buiten, in deze atmosfeer van
weelde en welstand woonde dr. Kaiserlien
nummer twee; hij zal er wel zjjn bijzondere
reden voor hebben gehad om zich hier te ves
tigen; het is niet onaardig om als onvermo
gend mensch tusschen rijkdom te leven,
als men weet, dat een derde het gelag be
taalt.
Kaiserlien kijkt op zijn horloge. Hjj heeft
met Ina Heldt afgesproken, dat zij elkaar
om elf uur in een restaurant zullen ontmoe
ten. Gisteren hebben zij beiden een plan
voor werkverdeeling ontworpen.
Ina Heldt zou zich voor Eduard Stolzen-
berg interesseeren; hij, Heinz Kaiserlien zal
iets meer te weten trachten te komen om
trent zijn naamgenoot. Het lsbijna negen
uur; eigenlijk moest ht) zich reeds in het per
ceel Kant straat honderdtweeendertig bevin
den, maar hij heeft den afstand onderschat
en geen rekening gehouden met de vele ver-
keershindemissen.
Derhalve besluit hij nu een taxi te nemen
en vijf minuten later staat hij voor het be
wuste pand. Het is een huis van vier ver
diepingen, slecht onderhouden en eenlgszlns
vervallen, zooals alle woningen in deze om
geving. Beneden is een sigarenwinkel, daar
boven een pension en op de beide andere
verdiepingen particuliere woningen.
„Ik zal beginnen bij dat pension te Infor-
meeren; vermoedelijk logeert ht) daar,"
denkt hij.
Hij belt en vraagt naar dr. Kaiserlien.
Kaiserlien? Kaiserlien? Neen, een dr. Kai
serlien kent men in het pension niet. Mis
schien een trap hooger?
Het loopt hem mee, want op de trap ont
moet hy den brievenbesteller; die kan het
't beste weten.
Kaiserlien? Kaiserlien? Ja, de naam komt
hem wel bekend voor. Hij heeft hem de laat
ste weken weliswaar niet meer onder de
oogen gekregen, maarEen oogenblik!
Ach ja, dat is waar ook, een tijdje geleden
had hy voor dr. Kaiserlien een paar aange-
teekende stukken gehad. Hij woont op de
bovenste verdieping bij- mevrouw Reinhardt.
Kaiserlien bedankt den man voor zijn in
lichtingen en klimt drie verdiepingen hooger.
Aha, daar ls het naambordje van mevrouw
Reinhardt: „Elise Reinhardt". Mooie naam!
Een visitekaartje, waaruit zou blijken, dat
hier ook een dr. Kaiserlien onderdak heeft
gevonden, is helaas niet te ontdekken, maar
dat is nog geen bewijs, dat hij hier niet
woont.
Dr. Kaiserlien is op dit crietieke oogen
blik volkomen kalm, men zou zelfs kunnen
zeggen bedachtzaam. Als hjj voor een ander
rerchercheerde, zou hij niet rustiger kunnen
denken. Het kwam er nu eerst op aan er
voor te zorgen, dat hij binnen gelaten werd
Als het gesprek maar eenmaal aan den gang
was, zou de rest wel vanzelf komen.
De eigenaresse van de woning doet zelf
open. Zij is een kleine, grijze matrone, die
niet in het minst imponeert. In haar oogen
schijnt elk leven uitgebluscht en om haar
mond ligt een trek, alsof z)j voorgoed met
deze wereld heeft afgedaan.
Kaiserlien licht beleefd den hoed.
„Pardon, mevrouw, ik hoop, dat ik niet
derangeer; ik zou n.1. graag een van uw
huurders willen spreken!"
Zij, verheugt over deze onverwachte af
wisseling in haar eentonig bestaan en onmid
dellijk vol sympathie voor dezen vriendelijken
jongeman, verzekert haastig, dat zij geheel
tot zjjn beschikking is. Wie weet, hoe lang
zi) haar salon al niet meer voor bezoekers
heeft open gesteld; Kaiserlien laat zy echter
onmiddellijk binnen.
Ongetwijfeld besteedt de goede vrouw al
haar tyd aan de verzorging van haar wo
ning. Het oude notenhouten buffet naast de,
met pluche gordijnen behangen ramen, de
lage sofa met den geweldigen opzet, waarop
natuurlijk eenige imitatie Chinesche vazen
prijken; de voor de kleine kamer veel te
groote salonkast, waarop het letterlijk we
melt van vergeelde foto's dat zyn zoo de
dingen, welke dagelijks mevrouw Reinhardt's
volle toewijding genieten.
„Mijn naam is dr. Kaiserlien!" stelt hij
zich voor.
Zij reageert met iets van blijde verrassing.
„Ach, dr. Kaiserlien! Zeker familie van m'n
vroegeren huurder?"
Kaiserlien gaat, zonder zich ook maar een
moment te bedenken, op deze opmerking in.
„Juist ja; ontdekt u eenige gelijkenis of
geeft alleen de naam u aanleiding tot deze
veronderstelling
Mevrouw Reinhardt houdt haar hand be
schermend boven de oogen, als staarde bi)
tegen een felle zon in en fixeert haar bezoe
ker eenige seconden lang.
„Ja, als lk u goed bekijk, moet ik zeggen,
dat er wel eenige geiykenis is. In de eerste
plaats al het figuur en dan... uw neef was
ook zwart".
Overweldigend is deze persoonsbeschijving
niet; er is althans geen hevel tot aanhouding
uit te formuleeren Kaiserlien tast daarom
verder: „Weet u, dat ik mijn neef zelf nog
nooit gezien heb? Ik ben namelijk van jeugd
af in het buitenland geweest, maar ik geloof,
dat ik nu langzamerhand oud genoeg ben
om eens met myn familie kennis te maken".
„Och, maar dan zal dr. Kaiserlien het ze
ker betreuren, dat u hem niet meer hebt
aangetroffen", verzekert zij met oprechte
deelneming. „Werkelijk, dat ls jammer; hy
is juist drie dagen geleden vertrokken".
„Denkt hij lang weg te blijven?"
Mevrouw Reinhardt haalt met een beden-
keiyk gezicht de schouders op.
„Tja, ik vrees, dat hij in 't geheel niet
meer zal terugkomen. Hy heeft wel twee
maanden vooruit betaald, omdat hy zoo plot
seling moest vertrekken en ik heb hem be
loofd zjjn kamer zoolang te reserveeren,
maar ik geloof toch niet, dat hy weer terug
komt, want hy heeft al zyn bagage meegeno
men."
„Dat is jammer!" zegt Kaiserlien en dat
meent hij oprecht. „Heeft hij u niet verteld,
waar hy heenging?"
„Hy zei, dat hij mij zijn adres nog zou
meedeelen. Hy scheen n.1. zelf nog niet te
weten, waar hy voor zij beroep heen moest".
„Welk beroep heeft hij dan?"
Mevrouw Reinhardt lacht ietwat verlegen.
„Ja, wat hy eigenlijk van zijn vak was, weet
ik niet precies. Ik geloof haast, dat hy
schrijver was of zoo iets, omdat hy zoo'n
beetje deed, wat hij wilde. Eigenlijk was hjj
altyd vrg".
„Heeft hy lang bij u gewoond, mevrouw?"
„Op den vyftienden van deze maand was
het precies een half jaar. Maar we hebben
het altyd goed met elkaar kunnen vinden en
het heeft inij heusch vreeselyk gespeten,
toen hy zoo plotseling weg moest. Ik weet
wel, dat ik zoo'n aardige, nette, degeiyke
huurder nooit terugkrijg. Hy eischte zoo
weinig! Als ik bedenk, wat ik vroeger met
verschillende heeren heb meegemaakt! Maar
uw neef was er steeds op uit om het my zoo
gemakkelgk mogelijk te maken
Afgezien van het feit, dat de verdwenen
Kaiserlien neiging toonde zyn schulden met
andersmans geld te betalen, scheen hij dus
een toonbeeld van deugdzaamheid te zijn ge
weest.
Kaiserlien overlegt hoe hy nog meer te we
ten zal kunnen komen. „Hebt u er misschien
eenig idee van, waar ik hem zou kunnen be
reiken Of had hij misschien vrienden, b(j
wie ik iets over zijn tegenwoordig adres te
weten zou kunnen komen?"
(Wordt vervolgd.)