Buitenlandsch Overzicht. De Leeuwerik te pletter geslagen Op weg van Praag naar Amsterdam neergestort bij Brilon in Wesifalen. WELKOM THUIS NIEUWSBLAD VOOR den HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA tóaÉ p'— ss Het Engelsche regeeringsjubileum. ZEVEN MENSCHEN VERONGELUKT. DINSDAG 9 APRIL 1935 De vliegers Soer en Prillewitz en een zoon van den burgemeester van Amsterdam, onder de slachtoffers. 63ste JAARGANG i HE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet m„i i Wtst-Indlë per zeepost f 2.10. Idem per mail en overige tn.n.°8, Ct: fr" p' P 6 ct Weekabonnementen 12 ct 0.70, f 0.70,f1.Modeblad resp. f 1.20, f 1.60, fl.50, en Neden. Oost landen t 3.20. Zondagsblad resp. f 1.70. Verschjjnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkery v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 an 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE Ni 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prjjs. Kleine advertentlën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Het zoeken naar een oplossing van den chaos in Europa voorstellen van Mussolini. voor de conferentie te Stresa. De Plan van Mjssolini voor Stresa Men tracht nog te maken van den chaos In Europa, wat er van te maken ia. Men zoekt nog door onderling over leg, door persoonlijk contact, te redden wat er te redden is. Daar voor heeft de reis van Eden plaats gehad en daarvoor wordt de conferentie Donderdag a.s. te Stresa en volgende week te Genève ge houden. Ondertusschen werkt men dag en nacht aan z|jn bewapening. De wedstrijd ls in vollen gang en daarom verwachten we zoo weinig van deze „praatsamenkomsten". Het vertrouwen in de wereld is vernield en waar deze factor voor den vrede niet meer bestaat, tracht men door bewapening zichzelf te be schermen, eventueel door bondgenootschappen ejkander te beschermen, tegen het gevaar dat men vreest. De cijfers die zoo nu en dan uitlekten over „de bewapening in de lucht", vervullen ons hart met angst en vrees voor de toekomst. Enge land 1800 vliegtuigen. Duitschland 1800 vlieg tuigen en een dagelijkschen aanmaak van 15 vliegtuigen, Rusland 2000 vliegtuigen. Frank rijk en Italië zullen zeker voor Engeland en Duitschland niet onder doen, zoodat we b|j een niet te ruime schatting tot 10.000 oorlogs vliegtuigen voor Europa komen. Wat zal het worden als deze macht uit de hel losbreekt? We vragen ons toch heusch af of de wereld, •f de leidende figuren van onze huidige maat schappij, krankzinnig geworden zijn, om Euro pa bewust naar den ondergang te helpen, want dat zal een oorlog zeker doen. Over de reis van Eden en wat daaraan vast- Sit, schreef de „Nw. Rott Crt" Zaterdag avond onder meer: Alles had een veel bepaalder karakter kun nen kr|jgen, als Eden te Warschau medewer king had kunnen vinden voor de „collectieve beveiliging van den vrede", die Londen nu voorstaat. Zoover echter heeft Poten, naar het nu schijnt, niet willen gaan. Polen ls ook wel bezorgd; Polen zou wel he* een en ander willen doen. Maar nu kunnen alleen afdoende «Fngen van nut z|jn. Halfslachtigheden zijn er ai genoeg uitgedacht en bezegeld in de wereld. Over het gesprek van Eden met Benesj heeft men niets gehoord. Misschien is het niet moei lijk, te gissen hoe dat geloopen is. Benesj zeer bezorgd, met groote scherpte van argumen tatie en veel klem betoogend, en Eden ant woordend met een veelzeggend ophalen van de schouders, waaruit Benesj geen bestrijding maar oneindig scepticisme zal hebben kunnen opmaken. Ieder onderscheidt het probleem vol komen duidelijk, zelfs de hoofdpersonen te Warschau, ondanks al hun romantiek. Maar niemand zal het klaarspelen het de behande ling te geven, die het, in aller belang, en voor al in het belang van den vrede, vereischt. Daarom is men diep ongerust, ja, haast wan- hopig gestemd te Parijs, daarom heeft Mus solini zich, voor overpeinzing, een paar dagen In de eenzaamheid teruggetrokken, daarom heerscht verdeeldheid en onzekerheid te Ber lijn. De wereld kan nu eenmaal haar vraagstuk ken niet aan. Z|j wist wat z|j begon met de ontwapeningsconferentie. Die mocht niet mis lukken. anders dat hebben wij allen gezegd. Zij is mislukt, en het „anders" ziet er dreigen der uit, dan verreweg de meesten, die het uit spraken, het zich hebben voorgesteld. De oeco- Bomische conferentie is gehouden. Ieder wist dat een resultaat, hoe bescheiden ook, nood zakelijk was, wilde de wereld niet in toene mend tempo verder omlaag gljjden langs het keilend vlak, waar z|j. zonder het hulpmiddel van Internationale samenwerking, niet meer tegenop zou kunnen komen. Niets is er van terecht gekomen. Als men nu zegt, dat van goede samenwerking de vrede afhankelijk ls, dan beteekent dat volstrekt niet. dat daarvoor allen de offers willen brengen, die noodig zijn voor een accoord. Allen weten, dat een oorlog een ramp zou zjjn, waarbij de Europeesche menschheid niet alleen verschrikkelijk zou worden geteisterd, maar allicht ook achter de geestelijke beschaving van de vroege middel eeuwen terug zou vallen. Wat zij aan technische winst zou overhou den, zou zeker geen vergoeding zijn voor het geestelijk verlies. Ieder beseft dat op dit oogenblik op bedenkelijke wijze met dit ge vaar wordt gespeeld, dat in ieder geval alle groote mogendheden zich militair gedragen alsof dat gevaar voor de deur stond. Wat komt er na Stresa en de raadszitting van Genève, vraagt het blad In de eerste jaren na den oorlog zouden wij het antwoord precies geweten hebben: Een reeks van con ferenties, de een na de ander, en alle even onvruchtbaar. Dat was toen het politieke systeem. Men reisde met korte tusschenpoozen in kud den van aangename plaats naar aangename plaats, altijd om dezelfde moeilijkheden. Het groote publiek, de onvruchtbaarheid van die conferenties ziende, begon al spoedig te sma len. Daartoe was reden maar toch over dreef men. Die conferenties waren noodig om grooter ongelukken te voorkomen. Nu zien wjj een ander stelsel in toepassing: Het reizen der staatslieden. Als rijders in een zesdaagsche cirkelen een aantal heeren, el kaar afwisselend onafgebroken door Europa rond. Zij hebben op bedoelde sportbeoefenaars slechts voor of misschien, vanwege het tijdverlies, tegen dat hun baan aanzienlijk grooter is en nog steeds ruimer getrokken wordt Waarschijnlijk zal dit na Stresa en Genève verder gaan, ook weer om niet om te vallen. Het is voortzetting van het confe rentiesysteem met veel eenvoudiger middelen. Het gerucht loopt, dat Mussolini reeds eenige voorstellen voor de con ferentie te Stresa heeft geformuleerd en dat de ze onderweg zijn naar GENERAAL E.VIÏUO DE RON O, ex-minister van koloniën in Italië, opper bevelhebber der Italiaansche troepen in Afrika. de Engelsche en Fransche regeeringen, zoo meldde Reuter uit Londen. Zooals men weet wordt a.s. Donderdag met de conferentie begonnen. In goed ingelichte kringen is men van meening, dat de Duce ongeveer het volgende programma voor Stre sa heeft opgesteld: 1. Het standpunt van Engeland, Frank rijk en Italië ten aanzien van het eenzijdig optreden van Duitschland moet worden be paald, met andere woorden, er moet worden vastgesteld, welke politieke richtlijnen deze drie mogendheden moeten volgen, wanneer het beroep van Frankrijk op de bijzondere zitting van den Volkenbondsraad ter sprake komt. 2. Het beslissen over een gemeenschappe lijk front der drie mogendheden, om het in het Engelsch-Fransche communiqué van 3 Februari vastgestelde programma te verwe zenlijken. Hiertoe behoort een onderzoek van alle Europeenche kwesties, aan de hand van de berichten van Simon en Eden over de te Berlijn, Moskou. Warschau en Praag gevoer de besprekingen. 3. De kwestie der Oostenrijksche onaf hankelijkheid en de beste middelen om deze te handhaven. 4. Het overwegen van de mogelijkheid, be paalde clausules in de vredesverdragen met Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije te wijzi gen. Een bevestiging van deze voorsteilen heeft men tot dusver nog niet kunnen verkrijgen. Het ligt echter voor de hand, dat zoowel het Londensche programma, als het optreden van Duitschland een groote rol op de conferentie van Stresa zullen spelen. Honing George V van Engeland. Koningin Mary van Engeland. Een ontzettende ramp heeft de K.L.M., ruim drie maanden na het ongeluk met de „Uiver", opnieuw getroffen. In dezelfde week, dat de voortvarende maatschappij de lucht lijn AmsterdamPraag opende, vloog een van de ljjnvliegtuigen, „De Leeuwerik", bij ont zettend slecht weer tegen een berg en kwam met zijn kostbare lading in de vlammen om. Zeven menschen, waarvan zes in de kracht van hun leven, vielen den dood ten offer. Een schok gaat opnieuw door ons land en in de eerste plaats is er diepe deernis met de nabe staanden van hen, die bij dit vliegongeluk het leven lieten. Onze stad, die zoo nauw aan de luchtvaart verbonden is, voelt temeer het smartelijke van deze ramp. Onze deelneming gaat ook uit naar de maatschappij, die met zoo groote betrouwbaarheid haar diensten uitvoert. De toedracht van het ongeluk laten wij hieronder volgen. De „Leeuwerik", bestuurd door P. Soer, van Praag op weg naar Amsterdam, Is Zaterdagmiddag om 2 u. 20 A.T. b|j Brilon, 80 km van Dortmund, veronge lukt. De uit v|jf personen bestaande be manning en twee (tassagiers z|jn om het leven gekomen. Om 12 u. 34 A.T. was het vliegtuig uit Halle vertrokken. Om 1 u. 35 bevond het zich 10 km ten Noorden van Kassei, dus juist op de route HalleLeipzigEssen en 4 minuten later meldde het aan Keulen, dat de antenne werd ingehaald wegens onweer. Om ongeveer 2iu. 20 A.T. werd het gevonden. De tweede bestuurder was de heer Prille witz van de K.N.I.L.M., die met verlof in Europa was. Marconist was v. d. Klein, boord- mecanicien Weiman. Een van de beide passa giers was een zoon van den burgemeester van Amsterdam, den heer De Vlugt, lid van de Amsterdamsche commissionairsfirma in effec ten Ingwersen en Co. De tweede passagier was de heer H. van Riel uit Arnhem, verbonden aan de Algemeene Kunstzyde Unie. De heeren Pattist en Van der Meulen, van de K.L.M., z|jn naar de plaats van het ongeluk vertrokken. Maandag was de nieuwe dienst geopend. De plaats des onheils. Brilon, in de nabijheid waarvan het onheil is geschied, ia halverwege gelegen tusschen Dortmund en Kassei op een boschrjjke hoog vlakte. Het is een stad van ongeveer 6000 inwoners. Het plateau ligt midden in de Bri- loner bergen, eveneens met groote bosschen bedekt, door akkers afgewisseld. Aan deze omstreken dankt de stad een zekere ver maardheid wegens het heilzame klimaat. De bergen sluiten aan bij het noord-oosteijjke gedeelte van het Sauerland en verheffen zich in ronde koppen van 450500 meter hoogte. Ten Zuiden van Brilon bereiken de bergen een hoogte van meer dan 700 meter. Bekend zijn in de buurt de Bruchhauser Steenen, vier groote steile rotsen, die een uit zicht bieden tot ver in het land van Münster. EEN OOGGETUIGE OP DE PLAATS VAN HET ONGELUK. Toestel tjjdens sneeuwstorm tegen een berg gevlogen. Een correspondent van het persbureau Vaz Dias in Westfalen is een half uur na het on geluk van de „Leeuwerik" op de plaats des onheils aangekomen. Zooals reeds werd gemeld, zoo telefoneert hij, is de ramp Zaterdagmiddag even voor drie uur gebeurd. Op dat oogenblik woedde boven de streek een zeer zware sneeuwstorm, die in dichtheid zeer ongelijk was, maar toch in de minst hevige momenten niet meer dan ten hoogste 200 meter zicht maakte. Waar schijnlijk is het aan deze omstandigheid toe te schryven, dat de „Leeuwerik" midden in de vlucht tegen een berg is aangevlogen. Het ongeluk is gebeurd op een afstand van naar schatting 25 km van het plaatsje Brilon, van waar de plaats van de ramp per auto in een half uur rijden bereikbaar is. De berg, waartegen de „Leeuwerik" is opgevlogen, is de Burgberg, nabij het gehucht Roesenbeck in het Sauerland. De streek daar is buitenge woon eenzaam, zoodat het ongeveer een kwartier duurde alvorens degenen, die het vreeselijke ongeluk zag gebeuren, ter plaatse konden zijn. Het ongeluk was een afschuwelijk schouw spel, dat zich daar aan hen voordeed. De „Leeuwerik" was na de botsing over den kop geslagen en in brand gevlogen. Dichtbij het bosch aan den voet van den berg was het ge vaarte neergestort, en geheel uitgebrand. Van de prachtige F XVII was niets over dan het kromgetrokken ijzeren geraamte en ver koolde resten van het houtwerk en de beklee- dingsstoffen. De drie motoren zaten nog in het geraamte, doch waren geheel vernield. Ook de bagage was zoo goed als geheel door het vuur verteerd, met uitzondering van een aantal sieraden, die in een der koffers hadden gezeten en het vuur hadden weer staan. De sieraden hadden echter geen bui tengewoon groote waarde. Merkwaardigerwijze werden midden tus schen de verbrande resten nog een aantal vrijwel geheele gespaarde papieren gevonden, waaruit de identiteit van het toestel kon wor den opgemaakt. Een deerniswekkend schouwspel bocjpn do lijken der inzittenden. Geen hunner had kans gezien, uit het brandende vliegtuig te ontsnap pen, waarschijnlijk doordat het reeds voor het in brand vloog over den kop was geslagen. De lijken waren geheel verkoold en volkomen onherkenbaar De eerstaonkoiufciiüeu vuarschuwaen on middellijk de politie te Brilon, die ruim een half uur na de ramp ter plaatse verscheen, onder leiding van den Land rat van het district Brilon, den heer Heinrich Janson. Deze con stateerde, dat geen hulp meer geboden kon worden en liet de nog rookende puinhoop on der politiebewaking stellen. Onmiddellijk waarschuwde hij de „Flugwache" van Dort mund, die in den loop van den avond perso neel naar de plaats van de ramp zond, terwijl ook de onderzoekingsambtenaren zich van Dortmund naar de plaats van het ongeluk be gaven, waar zij omstreeks zeven uur arriveer den. In afwachting van hun komst liet men zoowel de lijken van de slachtoffers als de puinhoop van het toestel onaangeroerd. Groote verslagenheid op het ireau van de KXJiL Hei i>c.ieht omtrent het verongelukken van de „Leeuwerik" is hij de K.L.M. om half zes binnengekomen. Om 15.15 is, volgens inlich tingen van de K.L.M.het ongeluk gebeurd. Het spreekt wel vanzelf, dat de tijding er van op het kantoor van de maatschappij do grootste verslagenheid veroorzaakt heeft. Zoo spoedig men zekerheid had omtrent het lot van de passagiers en de bemanning, heeft de K.L.M. hun families doen voorberei den. Twee broeders van mr. De Vlugt, de hee ren G. en E. de Vlugt, zijn nog Zaterdagavond naar Duitschland vertrokken. Aan de Haag- sche begrafenisonderneming „Innemec" is opgedragen, maatregelen te nemen om het transport van de stoffelijke hulsels te ver zorgen. Op Waalhaven. Soer was Zateruagmoi gen met de „Leeu werik" van Praag vertrokken op de thuisreis via Leipzig en Rotterdam naar Amsterdam. Op Waalhaven had de „Leeuwerik" om 3 uur 20 moeten aankomen, maar het bericht over den start te Leipzig meldde drie kwartier vertraging, omdat er wegens den feilen tegen wind wat oponthqpd was. De stationschef op Waalhaven, de heer Tolk, berekende, dat e op het traject LeipzigRotterdam nog wel een kwartiertje vertraging bij kon komen. H|j verwachtte den „Leeuwerik" dus togen tien minuten voor half v|jf te dezer stede. De berichten over de positie van het toestel bleven uit, want de marconist aan boord had geseind: „Wij naderen een onweer en trekken daarom de antenne in". Het is het laatste telegram geweest, dat men van de „Leeuwerik" heeft ontvangen. Toen om tien voor half vijf de „Leeuwerik" nog niet boven Waalhaven was verschenen, is de heer Tolk gaan informeeren en juist toen h|j zijn eerste telefoonverbinding kreeg, kwam het telegram binnen met de ontstellende tij ding. dat de „Leeuwerik" was neergestort. Rouw op Schiphol. De ramp van de „Leeuwerik" heeft begrij pelijkerwijze op Schiphol een verpletterenden Feuilleton. De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. 15) Aanvankelijk houdt men hem voor niet ge heel normaal; een querulant of zoo iets. Maar ook daaraan is h|j reeds gewend deurwaar der Muschmann, meneer Rothaug, de notaris, do bankdirecteur, de advocaten, de ambtena- re" ter griffie van de rechtbank, z|j allen ''ebben achtereenvolgens aan zijn verstand getwijfeld. Hij weet zich nu volkomen te be- heersclicn, en vertelt zóó duidelijk en zóó ge decideerd, wat hij op het hart heeft, dat de bem te woord staande ambtenaar hem ten slotte wel au serieux moet nemen. Het is een hitengewoon geval en daarom zal men zich d' moeite getroosten een en ander onmiddel- W na te zien. huweljjksregister wordt geraadpleegd, 'nderdaad: Op den len Maart 1920 is een **-kere Heinz Kaiserlien in het huwelijk ge iden. JA maar hoe dat dan mogei|jk was? Of n bij den Burljjkcn Stand niet nauwkeurig *er<i naggegaan of de papieren van het trou wde paar in orde waren Natuurlijk! Alles werd minutieus onder- men verlangde een geboortebewijs, een uittreksel uit het bevolkingsregister, een ambtelijke bevestiging van de secretarie in de woonplaats der echteliden, dat tegen de hu- welijksvoltreking geen bezwaar bestond, enz. enz. Alsjeblieft, men had dus geheel aan de voorschriften voldaan Achteraf beschouwd, is een dergelijke zwendel al heel eenvoudig, denkt Kaiserlien. De pseudo Kaiserlien kan zich zonder eenige moeite in het bezit hebben gesteld van de vereischte papieren. Bijvoorbeeld door middel van een brief aan het Bureau van den Bur gerlijken Stand te Starnberg: „Door dezen verzoek ik U m|j aan mijn adres, Kantstr. 132 Berljjn, onder rembours te willen toe zenden, een uittreksel uit het geboorteregis ter, een bewijs van goed gedrag, een natio- naliteitsbewijs enz., enz." Misschien had hjj zelfs wel geschreven: „U gelieve mij aange- teekend te zenden", dat sloot dan alle twij fel uit en geen enkele klerk op de secreta rie van Starnberg zou er bezwaar tegen ma ken aan deze schriftelijke opdracht te vol doen. En de brievenbesteller zou daarop het aangeteekende stuk persoonlijk aan den me neer van de Kantstraat, dien hij reeds sinds maanden als Dr. Kaiserlein kende, hebben overhandigd. Dat alles was zoo eenvoudig en zoo gemakkelijk als iets; er was den op lichters geen enkele moeilijkheid in den weg gelegd! En men kon de ambtenaar van den Burgelyken stand zelfs nog niet eens plicht verzuim verwijten, want die had voldaan aan alles, wat men billijkheidshalve van hem kon verlangen. Halt' Was dat werkelijk zoo? Er moest toch nog één ding worden opgehelderd. Schreef de wet niet voor, dat huwelijksvol trekkingen slechts in tegenwoordigheid van twee getuigen mochten plaats hebben Was aan dit voorschrift voldaan? En zoo ja, wie waren die getuigen dan geweest; wisten die misschien iets af van dit omineuze echt paar? De man achter de balustrade sleept nog maals het huweljjksregister naderbij. „Alstu blieft, meneer, overtuigt u u zelf. Wy heb ben totaal niets verzuimd. Natuurlijk heeft de huwelijksvoltrekking plaats gehad in te genwoordigheid van twee getuigen. Hier hebt u de handteekeningen. Kijkt u zelf maar: Eerste getuige, Eduard Stolzenberg, KurfjjS- tendamm 140". Natuurlijk Eduard Stolzenberg! Dat had niet anders gekund! Stel je voor, dat de naam van zijn procestegenstander eraan ontbrak! „Tweede getuige: Mevrouw Ina Heldt „Wat zegt u?" „Mevrouw Ina Heldt, secretaresse, Schön- hauser Allee 15". Kaiserlein voelt zich plotseling duizelig worden. De uitwerking van deze mededeeling is nog erger dan die van Rodmer's opmer kingen over het verlies van zijn kapitaal... Bah! Dus Ina Heldt was ook van de partij... Zij, die er juist zoo op had aangedrongen, dat hij de politie in den arm zou nemen: dat was dus alles maar comedie geweest... Ina Heldt was dus een doodgewone oplichtster! En toch! Toch wilde hij het niet gelooven. Zóó kon hij zich niet in zijn helpster hebben vergist. Er moest hier sprake zijn van een abuis... of van een misverstand. „Pardon, mag ik de handteekening van Ina Heldt misschien even zien?" verzoekt h|j den ambtenaar. Deze duwt hem het register onder den neus. „Neen, gelukkig! Dit „Ina Heldt" was niet door zijn secretaresse geschreven. Zoo sme rig schreef Ina Heldt niet. Een ander moest van haar naam misbruik hebben gemaakt „Hoe hebt u destijds de identiteit van de getuigen vastgesteld?" „Voor legimltatie wordt slechts een of ander officieel stuk een pas, een geboor tebewijs of een nationaliteite bewijs verlangd" Aha! De verklaring voor dit misbruik ma ken van een naam was dus ook al zeer een voudig. Een of andere vrouw had zich het benoodigde ducument weten te verschaffen en zich voor Ina Heldt uitgegeven. Ina Heldt trof dus geen schuld. Hij diende haar zijn excuses aan te bieden, dat h|j haar een oogenblik verdacht had. Het laatste bezoek, dat Dr. Kaiserlein de zen middag nog aflegt, levert geen enkel re sultaat op. Hij heeft trouwens niet anders verwacht. Mevrouw Edith, geboren Wismuth is er natuurlijk evenzoo op het juiste mo ment tusschenuit getrokken als de pseudo- Kaiserlein en diens vriend Stolzenberg. Het komt nu echter op een visite meer of min der niet aan en hij voelt zich toch geruster, nu zijn vermoeden door de feiten bevestigd wordt. Dies tjjgt h|j dan tenslote ook nog naar de Kleiststraat. „O, nee!" zegt de hospita, een dame met een zeer kwaadaardig uiterlijk, terwijl zij een wegwerpende handbeweging maakt, „juff. Wismuth woont hier niet meer." Wederom dezelfde handbeweging. „Mjj niets van bekend. Nu ja, 't kan wel zijn. Die mannen van tegenwoordig! Die schijnen niet zulke hooge eischen meer te stellen." „Mag ik vragen, wanneer juffrouw Wis muth bij u vandaan is gegaan?" „Nou, dat zal een week of wat geleden z|jn. Ik denk, dat ze weer naar Saarbriicken is vertrokken; daar kwam ze, geloof ik, ook vandaan". Dus eveneens verdwenen! Zelfs reeds sinds een paar weken vedwenen. Maar zij had toch nog gisteren bij haar advocaat het geld af gehaald. „Kunt u m|j ook vertellen, hoe juffrouw Wismuth er zoo ongeveer uitzag?" Een wantrouwende blik is het gevolg van deze vraag. Het antwoord is kort en niets zeggend: „Middelmatig van lengte, slank en zoo lang zij bij m|j in woonde, had zjj rood- blond haar". Kan men met minder woorden vernietigender over een sexgenoote oordee- len? Kaiserlein weet nu genoeg. H|j betuigt zjjn dank en vertrekt. In het hotel zit Ina Heldt op hem te wachten. „Ik heb al drie maal geprobeerd u telefo nisch te bereiken", zegt zij verwijtend, „en nu zit ik hier al meer dan een uur. Bent u geslaagd?" „Buitengewoon geslaagd!" bevestigt Kai serlein droog. „Ik heb heel wat nieuws over mezelf gehoord. Ik ben getrouwd geweest, ik heb mjj in m'n huwelijk misdragen, zoodat door de rechtbank een scheiding is uitgespro ken en ik heb m'n vrouw op zeer royale wij ze schadeloos gesteld, met het gevolg, dat ik nu mjjn geheele vermogen kwijt ben. Dat laatste is in ieder geval juist!" Zwjjgend wacht zjj tot hij zijn relaas zal vervolgen. En nu geeft hjj haar een gedetailleerd ver slag van zijn nasporingen. SJechts het feit, dat men ook van haar naam misbruik heeft gemaakt, verzwijgt hij. Als hij gereed is met zjjn verhaal, zegt zjj ernstig: „Ik had iets dergelijks verwacht, want ik ben van het be gin af aan overtuigd geweest, dat die spits boeven zich met uw villa alleen niet tevre den zouden stellen. Ik vermoedde wel, dat ook uw safe op de een of andere wijze ge plunderd zou zjjn; vandaar ook, dat ik van middag aanbood om u naar de bank te ver gezellen." „Zoo!" zegt Kaiserlein verwonderd. „Hebt u dat zien aankomen? Ik moet toegeven, dat ik eenigszins verrast was. Maar nu is het tenminste een voldoening voor me, dat ik ook voor u nog een verrassing in petto heb. Of hebt u misschien ook zien aankomen, dat men van uw naam misbruik zou maken?" „Mijn naam Heb ik misschien als getuige bjj het huweljjk met die dame uit Saarbriic ken gefungeerd?" „Waarachtig! U hebt het geraden", moet Kaiserlein toegeven. „En ik zie mjj genood zaakt u mijn verontschuldigingen aan te bie den, want voor ik uw handteekening zag, heb ik werkelijk een oogenblik gedacht, dat u met die oplichtersbende in relatie stond". Een oogenblik glijdt er een pijnlijke trek over het gelaat van Ina Heldt. „En nu?" vraagt zjj na een korte pauze. „Ik zei u toch al, dat ik men genoodzaakt zag u m'n verontschuldigingen aan te bie den?" Wederom volgde een kleine pauze. Dan vraagt zjj op geheel veranderden toon: „En wat denkt u nu te doen? „Wat ik nu ga doen? Mij dunkt, dat ligt voor de hand: ik vertrek vandaag nog naar Saarbriicken om te zien, of ik iets te weten kan komen over die Edith Wismuth". (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1