Buitenlandsch Overzicht.
Er staat een
WONING
VAN WILLIGEN
De zitting van den
Volkenbondsraad.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Welkom thuis
7581
EERSTE BLAD
DONDERDAG 18 APRIL 1935
63ste JAARGANG
COIFFEUR POUR DAMES
SALON MANSHANDEN
vr:7(ir pr°gramma voo^iegd
Ras en familie in Duitschland,
Wederom predikanten in
Duitschland naar het
i concentratiekamp.
Samenzweringen tegen
diplomaten te Stresa en Genève?
trclftl vermaard door z n glans!
Een officieel protest
aangekondigd.
BADHUISSTRAAT Nr. 124
HUISDUINEN.
Door ons geheel ingericht en vrij
te bezichtigen op werk
dagen van 2—4 uur
(en volgens afspraak).
De buitengewone zitting van den
Volkenbondsraad.
De ontvoering van Berthoid
Jacob.
Duitschland's vlootsterkte.
COURAN
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet
Anna Paulowna, Breczand WierW« ho Courant f 1.50; Koegras,
Nederl. Oost- en Weat-Indië per z.h "rciicl e 1-651 binnenland f 2.—,
landen t 3.20. Losse nos. 4 ctf 210 'dem ^cr mail en overige
Aoiidagnblad resp. f0.50 10 70 /n™ P' Ct' Weekabonnementen 12 ct.
f1.70. 1-—Modeblad resp. f 1.20, fl.60, ƒ1.50,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkery v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct per regel (galjard). Ingcz. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
vt rt V0lv^ '"f-= moeilijkheden
oordeel over S.rcsa. V°ll,enbond "«oieus Du.sclv
Moeilijkheden
te Genève.
De behandeling van
het Fransche beroep op
den Volkenbond, zoo
zeiden we reeds, zal nog
tal van moeilykheden
opleveren, ook daarom al omdat verschillen
de mogendheden liefst niet tot een veroordee-
jtng van den Duitschen stap in het openbaar
willen komen, bang als ze zijn voor Duitsch-
land*
Dinsdagmiddag heeft Laval het woord ge
nomen bij den aanvang van de openbare ver
gadering van den Volkenbondsraad, voor een
uiteenzetting van de redenen, die de Fransche
regeering er foe bewogen hebben een buiten
gewone raadszitting te verlangen. De Fran
sche regeering heeft door deze daad haar ver
trouwen willen uitspreken in den Volkenbond,
zoo zeide Laval aan wiens onafhankelijk
heid, onpartijdigheid en gezag de Fransche
regeering hulde betuigt.
Het Duitsche initiatief van 16 Maart moet
veroordeeld worden en maatregelen moeten
worden getroffen, om in de toekomst het Vol
kenbondsverdrag meer doeltreffend in de or-
ganisccring van de collectieve veiligheid te
maken. De Volker bondsraad moet zyn verant
woordelijkheid aanvaarden. Laval sprak het
vertrouwen uit, dat de regeeringen niet stil-
iwijgend of onverschillig zullen willen blijven.
De :erbiediging van het gegeven woord en
voor de op zich genomen verplichtingen is
niet alleen een zedelijk beginsel, doch de
kvrnde wet van den Volkenbond.
De feiten zijn bekend. Laval wilde niet in
Vf dere beschouwingen hierover treden; de
Raai zal zich hebben uit te spreken.
Na deze korte en zeer gematigde toclich-
tirg van het Fransche standpunt las Laval
hot ontwerp-resolutie voor, dat de Fransche
en Italiaansche gedelegeerden in den Vol-
konbondsraad gemeenschappelijk bij den raad
hebben ingediend.
Deze tekst luidt:
De Volkenbondsraad, overwegende:
1. dat de nauwgezette eerbiediging van alle
Vfrlagsverplich tingen een grondregel van
het internationale leven is en een eerste
voorwaarde voor de handhaving van den
vrede;
2. dat het een essentieel beginsel van het
volkenrecht is, dat geen land zich van ver-
dragverplichtingen kan ontdoen, noch deze
kan wijzigen anders dan in overeenstemming
Fct de andere verdrag-sluitende partijen;
3. dat de afkondiging van de militaire wet
Van 16 Maart 1935, door de Duitsche regee-
fing in tegenspraak tot deze beginselen
staat;
4. dat de Duitsche regeering door deze een-
tijdige actie zich geen enkel recht heeft kun
nen scheppen:
5. dat deze eenzijdige actie, doordat zij een
hieuw element van onrust in den internatio
nalen toestand bracht, noodzakelijkerwijze
Schijnen moest een bedreiging tegen de Euro-
peesche veiligheid te zijn;
I overwegende bovendien:
6. dat de Engelsche en Fransche regeerin-
pen met instemming van de Italiaansche re-
igeering op 3 Februari 1935 aan de Duitsche
Stakman Bossestr. 65 - TeL 514
PERMANENT-WAVE I 2.50 en I 3.50
teT Xel VnJC onderhan<*lingen te slui-
regC,in* "e organisatie
XXj>l ghe,d in en voor een al-
gemeene beperking van de wapening, in een
eram X ge^kheid van rechten, welk pro-
m a evens de actieve medewerking van
kei'wr Vo,kenbond zou verze-
7.dat de bovenbedoelde eenzijdige acüe
van Duitschland niet slechts met dit plan on-
vereenigbaar i8, doch geschied is, terwijl de
onderhandelingen daarover feitelijk reeds be
gonnen waren;
Het eerbiedigen van verbintenissen.
I. verklaart dat Duitschland den plicht
erzaakt heeft, die alle leden van de in
ternationale gemeenschap hebben, om de
verbintenissen, die zij hebben aangegaan,
te eerbiedigen, en veroordeelt iedere on
zijdige verloochening van internationale
verplichtingen.
Het Londensche communiqué.
II. noodigt de regeering, die het initia
tief tot het programma van 3 Februari 1935
genomen hebben, of die daaraan hun toetre
ding hebben geschonken, uit, om de aange
gane onderhandelingen voort te zetten en om
in het bijzonder te bevorderen het sluiten
van verdragen binnen het kader van den
Volkenbond, die, rekening houdende met de
verplichtingen van het Volkenbondsverdrag,
noodzakelijk mochten schijnen, om het in dit
programma omschreven doel voor de verze
kering van de vredeshandhaving te bereiken.
De organisitie van de eollectieve
veiligheid.
III. overwegende, dat de eenzijdige ver
loochening van internationale verplichtingen
het bestaan zelfs van den Volkenbond als in
stelling ter verzekering van de handhaving
van den vrede en van de organisatie van de
veiligheid in gevaar kan brengen, besluit de
Volkenbond, dat een zoodanige verlooche
ning, wanneer het gaat om verplichtingen,
dit de veiligheid der volkeren en de handha
ving van den vrede in Europa betreffen, alle
beschikbare maatregelen van de zijde van de
Volkenbondsstaten en binnen het kader van
het Volkenbondsverdrag zal moeten verwer
ken. zonder afbreuk te doen aan de toepas
sing van de reeds in internationale overeen
komsten voorziene bepalingen, en draagt aan
een nader samen te stellen commissie op,
voor dit doel bepalingen voor te stellen, die
het Volkenbondsverdrag meer doeltreffend
in de organisatie van de collectieve veiligheid
zullen maken en in het bizonder precies aan
te geven de oeconomische en financieele
maatregelen, die zouden kunnen worden toe
gepast, wanneer voortaan een staat, al dan
niet lid van den Volkenbond, den vrede in ge
vaar zou brengen door de eenzijdige ver
loochening van zijn internationale verplich
tingen.
De resolutie is krachtiger in haar termen
dan men na Stresa kon verwachten meldde
de Geneefsche corr. van de Nw. Rott. Crt.
aan zijn blad. Na eenige aarzeling is dat Dins
dagavond vrijwel de algemeene meening ge
worden te Genève.
Het belang van de resolutie, die precies zoo
scherp is als zij onder de bestaande omstan
digheden kon uitvallen, is de reëele macht, die
er achter staat. Als zij zou stranden op het
verzet van Denemarken, Polen en Spanje zou
de beteekenis nog geringer zijn, omdat men
verwachten kan, dat Berlijn minder rekening
zal houten met een formecle overeenstemming
in den Raad, Jan met het gewicht van de
groep, die het over deze punten reeds eens 's
kunnen v orden. Deze groep wordt gevormd
dooi de drie genoemde groote mogendheden,
Rusland en de Kleine Entente.
De officieuze Deutsche
Diplomatisch - politisehe
Korrespondenz consta
teert, dat het resultaat
van Stresa, evenals het
Londensche communiqué
van 3 Februari, een program is voor verdere
onderhandelingen over het Oostelijk, het
Donau- en het luchtpact en de bewapening.
Omtrent het Fransche memorandum aan
den Volkenbondsraad merkt het officieuse or
gaan op dat het een pleidooi is vóór de Fran
sche en tegen de Duitsche politiek. Duitsch
land wijst niet alleen het verwijt van de hand,
dat het eenzijdig de militaire bepalingen van
het verdrag van Versailles heeft geannuleerd,
maar bestrijdt ook, dat het zich in het af-
geloopen jaar in het geheim heeft bewapend,
d.w.z. de andere staten niet volkomen op de
hoogte heeft gesteld van den omvang zijner
bewapening.
Men stelt hier achteraf aan Duitschland
eischen, welke Frankrijk voor zichzelf nooit
zou hebben geduld. Het is niet bekend, dat
Frankrijk ooit den omvang en het karakter
zijner bewapening openbaar heeft gemaakt.
Duitschland zou verder door zijn optreden
in strijd met de beginselen van den Volken
bond hebben gehandeld en het „succes der in
ternationale onderhandelingen over de be
perking der wapening ernstig in gevaar heb
ben gebracht, „Frankrijk bevindt zich hier"
aldus de Korrespondenz, „op een gevaarlijk
terrein. Men kan zeggen, dat het prestige
van den Volkenbond op den duur door niets
meer geschokt wordt, dan door den in alle
landen toenemenden twijfel aan de oprecht
heid der internationale, waarbij Frankrijk, als
de continentale mogendheid, die het zwaarst
gewapend is, den doorslag had moeten geven.
Het was reeds lang bekend, dat Frankrijk
een aantal maatregelen voorbereidde en uit
voerde, welke internationale wapeningsbeper
king illusoir maakten. De Volkenbond heeft bij
deze Fransche manoeuvre bijna als mede
plichtige toegezien en het komt de Korres
pondenz voor, dat men den Bond daarom als
bevooroordeeld moet beschouwen, wanneer
hij tot behandeling van het Fransche voor
stel overgaat.
Welwillende neutralen kunnen misschien
in verband met de tragische ontwikkeling van
de ontwapeningsgedachte spreken van een
vicieuzen cirkel, maar dan houdt men er
geen rekening mee, dat bij het begin van het
internationale ontwapeningsprobleem Duitsch
land geheel ontwapend was. Doordat men
met dat feit geen rekening heeft gehouden,
besluit de Korrespondenz, en doordat de an
deren, en vooral Frankrijk, zich volkomen
vrijheid van handelen inzake hun wapening
hebben voorbehouden, zijn in den loop der
jaren de juridische en moreele grondslagen
vernietigd, krachtens welke tegen het optre
den van Duitschland had kunnen worden ge
protesteerd.
DE HERTOG EN DE HERTOGIN VAN
KENT TERUGGEKEERD.
De hertog en hertogin van Kent zijn van
ochtend van hun huwelijksreis naar de West
te Londen teruggekeerd. Zij kwamen per
vliegtuigen uit Parys Vanmiddag zouden zij
een kijkje gaan nemen in het huis, dat zij
zullen gaan bewonen, maar dat nog niet ge
heel gereed moet zijn, en daarna rijden zij
naar Windsor Castle, waar zij de Paasch-
vacantie met het koninklijk echtpaar zullen
gaan doorbrengen.
Bedroevende toestanden.
De corr. van de N. R. Crt. te Berlijn meldt:
Men geeft zich niet steeds rekenschap van
de groote veranderingen, welke als gevolg
van de cultiveering van het rasbeginsel in
verschillende families kunnen plaatsvinden.
Het zal bekend zijn, dat in Duitschland van
oudsher meer dan bij ons, kinderlooze echt
paren of ook wel echtparen met kinderen,
weeskindertjes of buitenechtelijke kinderen
als eigen kinderen tot zich nemen en op
voeden. Men kan in Duitschland trouwens
onder bepaalde omstandigheden kinderen
adopteeren. Dit geeft thans vaak aanleiding
tot moeilijkheden indien er verschil van ras
bestaat. Zoo heeft hier een joodsch echtpaar
in 1920 een jongetje toegewezen gekregen,
dat echter niet kon worden geadopteerd, om
dat de ouders daarvoor nog te jong waren.
Evenwel bepaalden de bevoegde instanties,
dat de jongen den achternaam van zijn pleeg
ouders mocht voeren en hij wist niet beter
of zijn pleegouders waren zijn eigen ouders.
Deze jongen, die reeds het gymnasium be
zocht is thans omdat hij ariër is, door het
stedelijk, Wolfahrts und pflegamt in een
stedelijke inrichting geplaatst.
De Frankfurter Zeitung maakt melding
van een géval, waarin bij de scheiding
van een huwelijk tusschen een arischen man
en een jodin de zoon van elf jaar door het
Hamburger Vox-mundschaftsamt achteraf nog
aan de moeder werd toegewezen, omdat het
verbijf in een arische omgeving van een niet
arisch kind noch In het belang van die om
geving, noch in die van het kind was.
Reuter meldt uit Berlijn, dat wederom drie
predikanten zijn gearresteerd en in een con
centratiekamp zijn geplaatst, n.1. de domince's
Ackermann uit Tannenberg, Lehman uit Gross
bardau en Kruspe uit Geilsdorf, omdat zij het
protest van de oppositioneele predikanten te
gen het z.g. neo-paganisme van de christe
lijke kerk der nationaal-socialisten hebben on
dersteund.
Saksische predikanten hebben Hitier een
brief gezonden, waarin zij hem verzoeken de
maatregelen tegen de predikanten uit Saksen
ongedaan te maken.
Drie anarchisten gearresteerd.
V.D. verneemt uit Genève:
De Fransche politie heeft te Marseille drie
anarchisten gearresteerd, die beschuldigd
-SAW.
J ^"1
S C H O E N O R Ê'M E Groote doos 1ets. Extra groote doos15 [ets.
worden dat zij betrokken zouden zijn bij een
samenzwering, die zou hebben gepoogd te
Stresa een aanslag te doen op het leven van
de daar vergaderde ministers, in het bijzonder
van Mussolini en Flanüin.
De Fransche politie heeft de autoriteiten
te Genève op de hoogte gesteld, dat deze
zelfde samenzwering plannen zou hebben, zoo
mogelijk te Genève tijdens de raadszitting
van den Volkenbond, een aanslag te doen op
het leven van den Tsjechoslowaakschen mi
nister van buitenlandsche zaken Benesj en
van den Roemeenschen minister van buiten
landsche zaken Titulescu.
o
De „Völkische Beobachter" meldt, dat
de Duitsche regeering bij de mogend
heden, die in den Volkenbondsraad zijn
vertegenwoordigd, zal protesteeren tegen
de ontwerp-resolutie, ingediend door
Frankrijk, Italië en Engeland.
Het protest zal uiteenzetten, dat indien
de Raad een moreele vèroordeeling uit
spreekt, het voor Duitschland zeer moei
lijk zal zijn naar Genève terug te keeren.
De indruk te Berlijn.
De officieuse Diplomatisch-politische Kor
respondenz schrijft in verband met de gister
door Laval bij den Volksraad ingediende
resolutie
„Het is de taak van den Raad zich vrij van
elke vooringenomenheid uit te spreken over
„de ontstane situatie en haar gevolgen", ge
lijk in het Fransche memorandum staat.
Daartoe behoort in de eerste plaats een on
derzoek naar de beweegredenen van de Fran
sche aanklacht tegen Duitschland. Bij zulk
een onderzoek zou de Raad tot de slotsom
moeten komeD, dat de invoering van den alge-
meenen dienstplicht in Duitschland het nood
zakelijke gevolg is van handelingen en nala
tigheden van den aanklager en in de tweede
plaats, dat die handelingen en nalatigheden
moeten worden vastgesteld.
Wordt bijgevolg bet Duitsche optreden niet
beschouwd als een plotselinge en op zichzelf
staande handeling, doch als het gevolg van
een langdurige internationale ontwikkeling,
welke aan de andere partij ia te wijten, dan
heeft niemand het recht thans een juridische
of moreele veroordeeling tegen Duitschland
uit te spreken.
Wanneer de voorstellers Duitschland als den
schuldige willen aanmerken en zich voor de
toekomst sancties willen voorbehouden, dan
moeten zij bedacht zijn op de gevolgen van
hun eigen onrecht.
Indien ten slotte, evenals in het commu
niqué van Stresa, leedwezen wordt betuigd,
dat de Duitsche maatregel van 16 Maart juist
is genomen, toen internationale onderhande
lingen waren begonnen, dan moet men over
wegen, dat Duitschland een ncgatiew erva
ring van negen jaar heeft met dergelijke in
ternationale onderhandelingen, welke voor de
anderen nooit aanleiding zijn geweest om hun
bewapening te staken.
Laat de Volkenbondsraad zich door die
overwegingen leiden, dan kan daaruit voor de
internationale samenleving iets nuttigs wor
den geboren.
Verdere Duitsche persstemmen.
De Berlijnsclie bladen wraken eenstemmig
de „onmogelijke resolutie" van Frankrijk, En
geland en Italië.
Aanneming van de Fransch-En-
gelsch-Italiaansche resolutie met
dertien stemmen voor en één stcm-
onthouding (Denemarken).
De Volkenbondsraad heeft vanmiddag half
twee de gisteren door Frankrijk, Engeland en
Italië voorgestelde resolutie inzake de Duit
sche herwapening (zie ons buitenlandsch
overzicht) eenstemmig aangenomen bij stem-
onthouding van alleen Denemarken.
De gevolgen, die thans aan de zaak
te geven zullen zijn na d< Duitsche
antwoord-nota.
De Zwitsersche pers neemt algemeen aan,
dat Motta thans overeenkomstig de toezeg
ging, die hy in. de Kamer en in den Senaat
heeft gegeven bij het beantwoorden van de
interpellaties over deze aangelegenheid, tot
Duitschland den wensch zal uitspreken ©ver
te gaan tot de aanwending van de bepalingen
van het tusschen Duitschland en Zwitserland
in 1921 gesloten verzoenings- en arbitrage
verdrag.
Een conferentie te Londen?
De bijzondere correspondent van de Times
te Genève maakt melding van onderhande
lingen tusschen de Engelsche en de Duitscha
regeering, welke ten doel hebben te Londen
een Engelsch-Duitsche conferentie te houden
over Duitschland's toekomstige vlootsterkte.
In zijn besprekingen met Simon heeft
Hitier meegedeeld, dat Duitschland's pro
gram den houw van een vloot beoogt, welke
1/3 van de Engelsche vloot sterk zal zijn. De
Times-correspondent merkt hieromtrent op:
Een Duitsche vloot in de Noordzee en de
Oostzee die 1/3 van de Engelsche vloot sterk
ware, zou in de wateren bij huis (home
waters) even sterk zijn als de Engelsche
vloot en misschien nog sterker, daar men in
aanmerking moet nemen, dat de Engelsche
vloot over de zeven zeeën is verspreid en
dat de Duitsche oorlogsbodems alle nieuw
zouden zijn.
Feuilleton.
De wonderlijke belevenissen
I van dr. Kaiserlien
19
Als cenig antwoord laat zy weer haar kir-
r«nd lachje hooren, waarbij zij wat verlegen
schouders optrekt. Wanneer zij onmiddel-
JÖk daarop het vertrek verlaat, kruist haar
J'k nog eenmaal veelbeteekenend dien van
Hammer.
-Jk moest eigenlijk ook zoo lichtzinnig
lijn! in»
uiuLïsi eigeniyK ouk vw
denkt Kaiserlien, byna jaloersch. Ina
H®ldt is heel wat knapper dan die daar cn
h zou ik tegenover haar niet zoo vrij
postig durven zyn.
"Wanneer denk je te vertrekken?" onder-
cekt Hammer zijn gedachtengang.
"Misschien vanavond nog en anders mor-
Ec". Het zou een groote geruststelling voor
zijn, als ik de zekerheid had, dat je myn
*Ccrctaresse aan een baantje kon helpen
..Dan zou ik je willen advisecren je vertrek
wt morgen uil te stellen. Wij gaan dan van-
kVor"l nog eens gezellig een keer uit. Wat
betreft, kun je dan je secretaresse met-
meebrengen om eens kennis te maken.
°Pcnlijk is ze knap!"
"Goed", antwoordt Kaiserlien, „dan bren-
n Wij den avond samen door. Maar of ik
secretaresse meebreng, weet ik nog
Waar en wanneer kan ik je vinden
.Om kwart over acht by Kempinsky", stelt
ri Dl tv,
pfebimer voor.
..«.er voor.
■►Accoord!" besluit Kaiserlien.
VI.
In het najaar is het seizoen te Montreux
in volle gang. De beau monde uit alle deelen
van de wereld geeft hier dan acte de pré-
sence en als op de promenade het Kur-orkest
concerteert, vermogen de melodieën de in
alle talen gevoerde gesprekken nauwelijks te
overstemmen. De stoombooten, of zij nu van
den Franschen oever komen, zijn overladen
en boven in de bergen, in het Berner Ober
land en naar Rocher de Naves moeten extra
treinen worden ingelegd om den steeds toe
nemende stroom reizigers te kunnen vervoe
ren.
In het lichte groen, onderbroken door de
bont gekleurde daken der dorpshuisjes, om
spant de schilderachtige landstreek het blau
we meer; in een grijzig blauw waas verhef
fen zich in de verte de Walliser bergen,
sneeuwwit en puntig de steile groepen van
de Dent du Midi. Over het geheel ligt Ie
tcedere glans van een stralende zon.
By het aanschouwen van dit schitterende
panorama gaat Kaiserlien een steek door het
hart. Het uitgestrekte meer wekt pynlijka
herinneringen op aan het Starnberger meer
en aan een ruime villa. Ook daar, onder een
wat noordelijker hemel was 't mooi geweest.
En dan dwalen zijn gedachten verder af naar
een andere groote binnenzee, die op raadsel
achtige wijze zijn leven heeft beïnvloed, de
Doode Zee, machtig en imposant in haar
erenzenlooze verlatenheid. Daar in het eeu
wige land heeft het noodlot de hand naar
h°Na'ecnige^aarzeling heeft Kaiserlien beslo
ten kamers te huren in Hotel du Lac. Wehs-
wLr heeft Sabine Vollcrt hem de foto's van
haar meesters nog steeds niet toegezonden
zoodat hy r.iet eens weet hoe de vrouw d,e hy
zoekt eruit ziet, maar desondanks, of eigen
lijk juist daarom acht hij het nood* in Hotel
du Lac zijn intrek te nemen. Slechts één voor
zorgsmaatregel acht hij onvermijdelijk even
min als Edith Wismuth, die hier zeker niet
onder haar waren naam zou optreden, heeft
hij aanleiding als Kaiserlein de aandacht of,
zich te vestigen. Hy zal zien dus als dr. Kyr-
mayer inschrijven zoo heette zijn wiskunde
leraar cp het gymnasium en diens naam
schiet hem juist te binnen.
De hotels aan het strand zijn van een ge
distingeerde voornaamheid. De kwalificatie
loopt van elegant tot luxueus en allen heb
ben zij aan den kant van het meer een uit
gestrekt terras, waarop men het ontbijt nut
tigt en waar zonnebaden worden genomen. In
de zeer ruime hals staan een menigte club
fauteuils, sofa's cn rooktafeltjes. De atmos
feer is bezwangerd van tientallen soorten par
fums- Engelsche, Fransche en tenslotte ook
Duische klanken bereiken zijn oor en daar-
tusschen klinkt dan plotseling een heldere
lach, de lokkende toenadering der vrouw in
alle talen. In de hall zitten, deels afzonderlijk,
voor een ander deel in groepjes vereenigd, on
geveer twintig dames en heeren van alle scha
keeringen, die met oe nieuwsgierigheid hotel
gasten eigen, den nieuwaangekomene re-
gistreeren. De jongere de mes doen dat met
gespannen belangstelling, de jongere heeren
met een nauw verborgen vijandigheid en de
oudere generatie met welwillende gereser
veerdheid. Kaiserlien voelt hoe aller blikken
op tem gericht zyn en hij mist de kracht om
zijn verlegenheid te overwinninen. Een soort
moedeloosheid maakt zich van hem meester.
Daar zitten nu toch slechts enkele gasten, het
meerendeel is natuurlijk aan de wandeling, in
de kamers of in de eetzaal. Maar nóg speelt
nij het niet klaar onder het dozijn dames ei
maar een aan te wijzen, wier identiteit met
Edith Wismuth meer of minder waarschijnlijk
is dan die der elf anderen.
De gérant ontvangt Kaiserlien. Een korte
veldheersblik in het vreemdelingenboek licht
hem in met wien hij te doen heeft. Hij spreekt
den nieuw aangekomene in het Duitsch aan:
„Wenscht u kamers aan het meer of aan den
kant van het gebergte"
„Op welke étage, als ik vragen mag?"
Dat is Kaiserlien totaal onverschillig.
„Zijn er veel Duitschers in het hotel?" in
formeert hij terloops, als de gerant zich ge
reed maakt om hem naar de lift te verge
zellen.
„Niet zooveel als anders!" antwoordt deze,
eenigszins bezorgd. „Vroeger hadden we on
der onze gasten ongeveer tachtig procent
Duitschers, dit seizoen hoogstens vijftig pro
cent. De tijden zijn te slecht bij u te lande".
Hij weet, wat zyn gasten gaarne hooren.
Tegenover Engelschen beweert hij, dat zijn
hotel reeds sinds de oprichting voornamelijk
doof Engelschen wordt bezocht. Het publiek
wil nu eenmaal bedrogen zijn.
„Hoeveel gasten hebt u?"
„Op het oogenblik maar tweehonderd on
geveer". Dat „maar" is een kleine reclame
truc, die gewoonlijk haar uitwerking niet
mist. In werkelijkheid zou hij blij zijn ge
weest, als hij elk seizoen maar tweehonderd
gasten had.
Kaiserlien calculeert: Tweehonderd gasten,
dat beteekende dus honderd Duitschers.
Daarvan zou zeker de helft tot het zwakke
geslacht behooren, dus vijftig vrouwen, waar
van hij die tusschen de twintig en dertig er
uit zou moeten visschen. Er zouden dus on
geveer twee dozijn dames overblijven, onder
wie Edith Wismuth zich zou moeten bevin
den. Een veelbelovende taak! En dan nam
hij nog aan, dat zy inderdaad tot den Duit
schen kring béhoorde. Maar Saarbrücken
was nog steeds een stad aan de grens en
Edith Wismuth zou de Fransche taal zeker
wel even goed beheerschen, als de Duitsche
Wanneer zij zich hier als Frangaise voordeed,
dan bleef er van zijn geheele berekening niets
over.
Tegen zeven uur betreedt Kaiserlien de
eetzaal, welke reeds geheel met gasten bezet
is. Dicht bij den ingang zijn nog eenige tafel
tjes vrij, maar dat zijn Asschepoestersplaat-
sen. Er is weinig licht cn zij bicden geen uit
zicht naar buiten. Wederom bekruipt Kai
serlien temidden van al die menschen, die
hun volle aandacht aan het diner wyden,
een gevoel van hulpeloosheid en beklemming.
Ondanks de volte is het merkwaardig stil in
de zaal. Slechts van tijd tot tijd klinkt het
gerinkel van glazen of het tikken van vor
ken en messen. De gesprekken worden op
fluisterenden toon gevoerd. Tusschen de
dicht brj elkaar geplaatste tafeltjes schuiven
schier geruischloos de kelnerinnen.
Een van die dames is dus Edith Wis
muth, denkt Kaiserlien, terwijl hij de vrou
wen binnen zijn gezichtskring een voor een
in zich opneemt en daarbij een gelaat
tracht te ontdekken, dat aan een oplicht-
ster zou kunnen toebehooren. Aan een tafel
tje in zijn onmiddellijke nabijheid zit een
jongedame, opvallend geschminkt met vuur-
roode lippen, bijgeteekende wenkbrauwen en
een uitdagenden blik, welke veel overeen
komst vertoont met dien van Sabine Vollert.
Zoo ongeveer zou Edith Wismuth er kunnen
uitzien. Deze dame heeft weliswaar zwart,
zelfs diepzwart haar, dat in krullen over haar
schouders valt, maar die kleur zei ten
slotte niets. In Saarbrücken was Edith Wis
muth lichtblond geweest en in Berlyn rood-
blond; waarom zou zij dan in Montreux niet
zwart zijn?
„U zoekt zt>ker een goede plaats, doctor?"
klinkt een stem achter hem. Het blijkt ook
ditmaal weer de zorgzame gerant te zijn. die
als een meester der regie zyn maaliegelcn
treft»
„Wenscht u een tafel alleen of mag ik
u aan andere gasten voorstellen?"
Natuurlijk zou hij het liefst alleen zijn ge
bleven, maar op het oogenblik gaat het er
niet om, wat hij het liefst wil, doch wat het
doelmatigste is. En doelmatig is het op on
opvallende wyze met zooveel mogelijk men
schen kennis te maken. Als de gerant hem
daarbij behulpzaam wil zijn, waarom zou hij
dat dan weigeren?
„Zet u mij maar* rustig bij een paar an
dere gasten!"
„Prachtig," doet dc gérant enthousiast.
„Dat treft uitstekend. Ik heb daar vooraan
nog een plaats vrij aan een tafeltje met
een schitterend uitzicht. Die gasten zijn
landgenooten van u; dat zult u wc! prettig
vinden".
„Graag, ja."
De gérant blijkt echter nog te aarzelen.
Hij kan er niet onder uit dezen dr. Kyr-
mayer mee te deelen, dat aan een plaats bij
dat gezelschap daar ook eenige nadcclen
verbonden zijn. „Ik voel me verplicht u cr op
merkzaam op te maken Profosror Cinon,
bij wien de plaats vrij is ja, zoo'n aller
aardigste man als hij is en hoe graag ieder
een hem hier ook mag hij kent namelijk
alle gasten van groot tot klein is een
beetje eigenaardig, hij praat misschien wat
veel. De menschen, die hier wat langer zijn,
onze vaste logé's, weten dat wel; hij is na
melijk elk jaar hier. Hij heeft een of andere
idéé in zijn hoofd en daai-voor tracht hij nu
bij de andere gasten belangstelling te wek
ken. Ut weet niet, of u dat misschien hin
derlijk zult vinden
(Wordt vervolgd.)