i mm van Wimpie ió IkLz PAG. 2 ZATERDAG 27 APRIL 1935 T JUTTPRTjp La Lumanta Stelo mensen, die boven de grond en aan de uit gang stonden, aan het schallen van de trompet de onbekende bochten van de gang konden volgen. Men hoorde het geluid van het blaasin strument nadat Breitling ongeveer 600 voet ver was. Toen hoorde men niets meer. Men wachtte en wachtte, maar van Breitling was niets meer te hooren. Men moest wel aannemen dat Breitling door de vergiftige gassen omgekomen was... Zevenendertig jaar gingen voorbij, en de burgers van Stendal weren Breitling en zijn mislukte schat-zoeken vergeten. Toen stierf er in Straatsburg een rijk, zeer geacht koopman, die op zijn sterfbed bekende, Breitling te zijn. Hij had de schat in een ijzeren kist ge vonden, toen hij opgehouden had met op de trompet te blazen. In een kist had hij leren zakken met goudstukken gevonden. Toevallig ontdekte hij bij de plaats waar Bij ge woont 1 Neen, dat foutje in mijn vorig artikel kan ik toch heusch niet la ten staan! Het is natuurlijk best te begrij pen, dat het zettersduiveltje ook een beetje het voorjaar in z'n hoofd heeft. Maar dit is toch wel wat te bar! Want allicht zou men zeggen: Leer maar eerst je eigen taal, voor je zooveel drukte maakt over Espe ranto! „Dus: bijgewoond, op gevaar af, dat de kleine bokkepoot mij uit wraak een an dere poets gaat bakken! En nu: wéér Margaretha Saxl! Want, of of u het gelooven wilt of niet, toen ik de wachtte zij elk oogenblik, haar kind te zien binnenkomen. De tonen van Brahms' wiegenlied waren verstorven, nu volgde „Maria Wiegenlied" van Reger, zacht ruischte een praelu- dium en in de ziel der eenzame moeder drong als balsem de warme, donkere stem; nooit klonken inniger de zoete woorden: „Maria sitzt im Rosenhag Und wiegt ihr Jesuskind. Durch die Biatter leise Weht der warme Sommerwind. Zu ihren FUszen singt ein bunter (Vögelein „Schlaf, Kindlein, süsze, Schlafe nun ein Zachtjes had de moeder meegefluisterd, een zalig licht straalde uit haar oogea, toen werd dit stralende licht tot een rustigen glans, de oogleden sloten zich en met een gelukzalige glimlach om de lippen zonk het moede hoofd neer. Ze had de stem van haar kind gehoord. Vooïzichtig dekten de dokter en de trou we verpleegster hun lieve zieke toe, die in een diepe, vredige sluimering den weg naar genezing vond. Zachtjes legde de dokter den brief uit New Vork op het tafeltje naast het bed; morgen, bv het ontwaken, zou die een goed medicijn zijn! Elisa ging naar de andere kamer en zette de radio af. Dankbaar streelden haar han den het gepolitoerde hout: „Jij wonderding," fluisterde ze. „Jij bracht de redding!" E IN j_ E. hij de kist gevonden had, een zijgang, en dat bracht hem op het Idee de schat voor zich te houden en te proberen door die zijgang te ontvluchten, want die andere gangen waren natuurlijk bewaakt, omdat men niet wist, dat die zijgang bestond! Zoo kwam het dat Breitling ontvluchtte, terwijl boven ue eenigszins wantrouwende gene raal nog twee weken de gang aan net be gin en einde liet bewaken, omdat hij niet zoo gemakkelijk aan den plotselingen dood van Breitling geloofde. Breitling reisde nu met zijn schat naar Straats urg en werd daar hoopman in graan. Spoedig daarop verdiende hij veel geld gedurende de daaropvolgenden oor log. In zijn testament vermaakte hij de stad Stendal een vermogen, dat grooter was, dan de schat plus de rente. De rest kregen zijn kinderen, die toen nog een heel behoorlijk kapitaal erfden! Bijzonderheden omtrent plaats, onderwerp enz. van de te houden lezing kunt u elders in ditzelfde blad vinden. Er is echter nog een reden, waarom ik graag zou willen, dat veel buitenstaanders, üefst Juist tegenstanders, dit keer eens met de hand over hun hart streken en deze lezing bijwoonden! En wel, om met eigen ooren te hooren, dat Esperanto niet suleen niet onwelluidend is, maar zelfs zeer wel luidend kan klinken! Want nog maar al te vaak schijnt men het eerste te gelooven en dat dan als tegenargument aan te voeren! Ten onrechte, hoewel ik me voor kan stel len, dat de manier, waarop sommige Espe rantisten hun taal mishandelen, de aanlei ding is. Maar wat zegt dat tenslotte? Ik herinner me nog zoo goed, uit mijn HBS- tijd, hoe de pittige, kleine Parisienne, die ons Fransche les gaf, bijna doorloopend de wanhoop nabij was over onze vierkant-Hol- landsche aanvallen op haar zangerige taal*). „Oh, mes enfants, ayez donc pitiè de moi et de ma pauvre langue!", riep ze dan, met een komisch gebaar van ontzet ting haar vingertjes In de ooren stoppend! En wat b.v. het Engelsch aangaat! Over het algemeen wordt dat toch geen wellui dende taal gevonden. Maar toch zal ik nooit vergeten, hoe Juist de klankschoon heid van de Engelsche taal mjj trof, toen ik voor het eerst een Engelsche kerkdienst bijwoonde. En tenslotte: kan men een piano, viool of wat voor Instrument dan ook. veroor- deelen, omdat een onkundige er onharmo nische, soms zelfs oorverscheurende klan ken aan ontlokt Molly Keiser, 2e Schuytstraat 155. Den Haag. „O, kinderen, heb toch medelijden met mij en mijn arme taal!" vorige week uw aandacht vroeg voor haar bezoek aan Texel als een speciale gelegen heid om haar voor 't vertrek naar Dene marken nog te hooren, had ik er geen flauw vermoeden van, dat ook Den Helder nog aan de beurt zou komen! 5 dagen geleden sprak ik haar en tot mijn groote verras sing zei zjj opeens: „Zeg, weet je, dat ik op Maandag 6 Mei a.s. ook nog een lezing in Den Helder moet houden?" De avond in Den Burg was voor Mej. Saxl een feest avond geweest: niets dan prettige herin neringen! Het spreekt vanzelf, dat ik hoop, dat Den Helder daar niet voor onder zal doen! Dwaas genoeg misschien, maar ik ge loof heusch, dat ik me een beetje be schaamd zou voelen, als dat wel het geval was! Temeer, omdat iemand als Margretha Saxl het waard is, dat men van hoog tot laag en van alle richtingen naar haar komt luisteren; kortom, dat zij een volle zaal heeft. Maar eigenlijk wil ik niet weer een lofzang op haar gaan zingen! Goeds wijn behoeft immers geen krans! Om echter aan de begrijpelijke nieuwsgierigheid tegemoet te komen, zijn enkele bijzonderheden mis schien toch wel aardig. Welnu dan: zij is een Tsjechische, was tot voor enkele jaren directrice van een handelsschool in Berlijn en maakte daar kennis met Esperanto door de Cseh-methode (Andreo Cseh. gaf des tijds o.a. een proefles voor 900 menschen o.w. verscheidene hooggeplaatsten). On danks haar groote talenkennis (het waren er toen geloof ik 8, maar sindsdien is dat aantal alweer gegroeid!) besloot z(j met den Cseh-cursus de wijde wereld in te trekken. En dat werd een triomphtoeht. Ik kwam, gaf les en overwon, zou haar devies kun nen zijn! Ik herinner mij nog zoo goed, hoe zij het vorige jaar naar Denemarken vertrok: met een zwaar hart en lood in de schoenen! „De Denen schijnen een vooroordeel tegen Espe ranto te hebben: het zal een zware strijd worden! Hoezeer kan iets meevallen en hoe gauw kan een menschelijke opinie veran deren! De geheimzinnige magneet, die Mej. Saxl tot haar beschikking schijnt te hebben, deed ook hier zijn werk: overal groote be langstelling, in alle couranten enthousias te verslagen en als gevolg een Denemarken dat even snel „groen" (de Esperanto- kleur!) werd als een weiland onder den mil- den voorjaarsregen! Een bewijs daarvan is wel het feit, dat de Deensche Esperantisten dadelijk pogingen deden, Mej. Saxl aan den contractketting te leggen! En met succes: van eind Juni a.s. tot Aug. 1936 zit zij vast in Denemarken. En hoe ging het in Nederland? Wel, tij dens een verblijf van 7 maanden in ons land, slaagde zij er in, ruim 600 menschen te „bekeeren". Bovendien gaf ze nog een specialen kindercursus voor pl.m. 90 kin deren! En hiermee basta over Mej. Saxl! Het beste is, dat u zelf eens op onderzoek uit gaat! Mocht het tegenvallen, dan houd ik mij voor een eerlijk standje aanbevolen! En nou is Paschen dan al weer Paschen geweest en als alle menschen die in mij lezen, dit lezen dan zit de meester al weer zoo in z'n eentje te prakizeeren hoeveel stafregels ie Wimpie wel zal kenne geven voor dat 't groote vakansie is. Maar nou moet ik toch maken dat van strafregels niet veel komt, want as we nou nog eens vakansie hebben dan is 't de groote hè. Nou en as de groote vakansie begint dan blijf je zitten of je gaat over. Nou en m'n vader heb me een fiets beloof as ik over ga en as ik zitten blijf een pak op de plaats waar ik anders mee op de fiets moet gaan zitten as ik over ga. 't Is wel een beetje lastig om dat nou precies te schrijven zoo als 't moet, hè, want ik moet altijd netjes blijven, as ik in de krant schrijven mag. Ja, net zoo as ik zeg, de Paschen is nou voorbij en m'n zwager heb een ei in z'n oog gehad en dat was een heel drama alles bij mekaar en dat kwam nou alleen door 't eieren tikken. U weet wel wat dat is, hè Dan tikken ze met de Paaschdagen de eieren tegen mekaar en die nou een ei heeft waar een deuk in geslagen wordt, die moet 't dan afgeven. Nou, en dat spulleke zou ik ook met m'n zwager doen en toen we begonnen toen gaf ik een heele harde mep op z'n ei en dat goedje wat er inzit dat kreeg ie toen in z'n oog en op z'n gezich, nou en toen was 't mijn schuld weer en had ik 't weer gedaan en hij heb me toen geen eens een ander ei gegeven. Gemeen hè? Ken ik 't nou helpen dat ze dat steenen ei wat ik onder m'n kip gelegd had om 'm eieren te leeren laten leggen, dat ze dat ook meegekookt hebben en daar moest ik nou toevallig mee op m'n zwager z'n ei slaan. Zeg nou zellef, kan ik 'r nou wat aan doen? Ik krijg nou ook van alles de schuld. Net zoo as later op de eerste Paaschdag, want toen ging m'n zwager met m'n zussie fiet sen en ik mocht mee achterop de bagage drager, nou en dat ging wel fijn en we zijn heel lollig de bollen in geweest en we had den allemaal slierten om onze nekken han gen en toen we terugkwamen toen begon t ineenen heel hard te regenen en m'n zwa ger z'n mooie, nieuwe pakkie waarmee ie een heel jaar in de spiegel had staan te draaien leek op 't laatst net op 'n vodde- zak en dat jakkie van m'n zussie zag d'r uit als een verschoten gordijntje en toen we weer thuis waren kreeg ik natuurlijk weer van alles de schuld, want ze zelen dat as ik niet achterop gezeten had, ze veel harder gereden zouden hebben. Nou u, zeg nou zellef is dat nou eerlijk, maar Ja, «lies wat niet goed is dat komt allemaal op nujn hoof neer en as d'r wat lolligs is dan gaat 't altijd langs m'n neus, net as die puuztle van Beemsterboer, want Wimpie had na tuurlijk weer eens niks gewonnen hè AUes op z'n tijd. Dat zei meneer Bakker in de Keizerstraat ook, want die heb daar nou zoo'n groote klok neer gehangen en dat vind ik nou werkelijk mooi en as ik nou naar school moet, dan zal ik ekspres eens door de Keizerstraat loopen dan ken ik nooit te laat komen. Eerlijk gezegd heb die meneer Bakker me eigenlijk wel eeen aap laten schrikken, want toen ik in de Keizerstraat liep, toen zat ik net zoo'n beetje te prakizeeren wat ik deze week weer eens in Wimpie schrijven moest, nou en dan let je niet zoo op de din gen die zoo om je heen gebeuren hè. Ze zeggen dat dat verstrooidheid is, net zoo as professorren wel eens hebben as ze hun parpaplu in hun mond en hun pijp in de lucht steken, dus dat had ik ook zoo'n beet je. En net dat ik zoo loop in de Keizer straat toen begint 't Ineens te bimbammen. Nou ik schrok me een aap, toen dat lolletje Ineenen boven mijn hoofd dat lawaai be gon te maken. Maar ik vond 't toch mooi, maar ik heb d'r natuurlijk weer mee op m'n kop gehad omdat dat ding daar hing want toen ik er naar liep te kijken, toen liep ik tegen een juffrouw op die net een nieuw hoedje in een papieren zak bij d'r had, nou en ik ben toen eigenlijk tegen dat hoedje opgeloopen en toen zat er een Keele deuk in dat stroo van die hoed. Nou die juffrouw natuurlijk aan 't op spelen en toen ze effe geen azem meer had toen heb ik d'r gezegd, dat as ze met d'r vuist een flink douw tegen de onderkant gaf, dat dat deukie dan foetsie was. Nou toen was 't end heelemaal zoek, want toen begon die juffrouw weer op d'r kromme poot te spelen. Laat ze mij nou niet de schuld geven, laat ze dan op de andere kant van de straat gaan ioopen en mij naar alle nieuwe dingen laten kijken. D'r stond van de week iets over pieter mannen in de krant, hè, en nou vertelde m'n vader dat ie vroeger, toen ie klein was van Dorus Rijkers eens een mep om z'n ooren heeft gehad omdat ie 'n pieterman die ie van 'n visscherman gekocht had ver keerd vastpakte en dat ie bijna geprikt was door die pieterman en dat Dorus Rijkers er zich zoo kwaad om maakte dat ie m'n va- dsr zoo maar 'n pats om z'n ooren gaf. Nou dat was niet erreg mooi van 'm hè omdat zoo maar bij m'n vader te doen, maar Dorus Rijkers was nogal beroemp en beroemde menschen magge zoo af en toe van alles, dat gaat nou net zoo as met Vaz Dias die van alles door de radio magge zeggen, want dat zfj geloo- ik allemaal beroemde men schen Maar daarom hoeve ze v/impie nog niet te beduvele. Ja, dat hebben ze gedaan. Want Dinsdag avond vertelden ze door de radio, dat 't mooi zacht weer was met een paar wolle kies in de lucht en dat 't weer ook zoo blij ven zou nou en toen heb ik nog effe met een paar jongens afgesproken om Woens dag krabbe te vangen, nou, en toen i!l Woensdagmorrege opstond toen regende - pijpestelen. Nou vraag ik toch vertellen die daar nou zoo maar wat. Zoo, nu zijn we weer zoowat aan 't eind van m'n brietfie en dan zal ik voorloopig maar weer eens voor 'n weekie ophouden, want m'n brieffie is alweer vol hè, dus to. volgende keer dan maar weer hè. Daaag, „Ik meende begrepen te hebben, schoonmoeder op reis zou gaan, en zelfs al in den trein zat, maar p o van idee verande: de." „Helaas Ja, zij beweerde, dat ik lachte toen ik haar goedendag zei".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 14