Buitenlandsch Overzicht.
De wereldtentoonstelling te
Brussel.
WELKOM THUIS
mm
'■mm
GOLD STAR SHAG
7586
eerste blad
DINSDAG 30 APRIL 1935
63ste JAARGANG
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN E
ANNA PAULOWNA
Gaa, Duuschland opnieuw he, verdrag van Veilles schenden
doo. het aanbouwen van duikbooten? De wet op het staats-
burgerschap ,n Duuschland. Een werkvenchaff.ng voor men2
vernietiging; het dwaze Europa.
Gaat
Duitschland
duikbooten
bouwen
Europa is een
gekkenhuis.
.HET MEEST IN TREK"
De Duitsche duikbooten
besteld.
Zaterdag door Koning Leopold
onder groote belangstelling
geopend.
HONIGS SOEP/
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
S. E. ENGEL,
Handelsadviseur,
Leeraar M.0. Boek
houden
Hoofdgracht 61,
behandelt alle soorten
belastingzaken en
aangiften.
Deskundig en goedkoop.
Het succes van de Brusselsche
tentoonstelling:.
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet H
Anna Paulowna. Breezand Wierine Courant f 1.50; Koegras,
Neder,. Oost- en West-lndië pTTjZ 2.-,
landen t 3.20. Losse nos. 4 ct fr em ^er mai' en overige
Zoudagsblad resp. f 0 50 f 0 70 f n P' Ct" Weekab°nnementen 12 ct
11.70. 1— Modeblad resp. f 1.20, fl.50, M.50,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 cL per regel (galjard). Ingez. meued. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; b(j niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Voor de gemoedsrust
van Europa is het noo-
dig dat Duitschland
zich voorloopig koest
houdt, geen malle dingen
gaat doen waardoor de
andere mogendheden op
hun achterste beenen
gaan staan, en de spanning ten hoogste opge
voerd wordt. Een bericht dat Zaterdag echter
hekend werd gemaakt was nu Juist niet van
geruststellenden aard, integendeel, het betee-
kende niet meer of minder dan opnieuw
schending van het verdrag van Versailles n.1.
door den aanbouw van duikbooten door
Duitschland. Vernon Bartlett, medewerker
van de New. Chronlcle, heeft, naar hij
schrijft, uit zeer betrouwbaren bron verno
men, dat de Dultsche Regeering besloten heeft
om 12 duikbooten, ieder van 250 ton, te laten
bouwen.
Von Blomberg, de rijksweerminister heeft
dit bericht tegengesproken, doch daaraan mag
niet al groote waarde gehecht worden. Reuter
wist uit Londen te melden dat het plan van
den aanbouw van de duikbooten reeds aan
de Engelsche vlootattaché te Berlijn meege
deeld zou zijn. Hetzelfde persbureau meldt
dan:
Dit plan zal stellig van invloed zijn op de
Dultsch-Engelsche vloot besprekingen, welke
in Mei te Londen beginnen.
De Dultsche actie is een volstrekte ver
rassing voor de Engelsche regeerings-
kringen, want ze was bü het bezoek van
Simon en Eden te Berlijn niet te berde
gebracht.
Het Engelsche kabinet zal in de eerstvol
gende dagen over zijn houding t.a.v. dit Dult
sche plan beraadslagen.
Men legt te Londen den nadruk op het
telt, dat het verdrag van Versailles uitdruk
kelijk aan Duitschland het bouwen van duik
booten verbiedt. De Engelsche regeering is
reeds met haar gezant te Berlijn ln verbin
ding over dit punt Men beschouwt de han
deling van Duitschland als een herhaling van
wat het 16 Maart gedaan heeft ten opzichte
van zijn strijdmacht te land en de inbreuk op
bet verdrag van Versailles is thans weer even
flagrant als toen.
„De Dultsche staats
burger zal meester zijn
over het rijk", zoo heeft
Hitier geschreven. Mini
ster Frick heeft aan de
ze woorden, in een inter
view met de Nachtaus-
gabe herinnerd. Wij ont-
Jeenen daaraan het volgende:
De wet op het staatsburgerschap, reeds
zoolang in de maak, reeds zoo dikwijls aange
kondigd, is, na de vervanging van Ministeri-
alrat Nicolaï door Ministerialrat Sturkart
snel voltooid. Zij verschijnt binnen enkele da
gen.
Ziehier eerst het voornaamste uit de aan
kondiging van minister Frick: Het staats
burgerschap wordt niet meer door een be
stuurlijke daad, door geboorte, lidmaatschap
van een vereeniging enz. verworven, maar
zal berusten op een oorkonde, welke zal wor-
n verleend na onderzoek of de lieden die
er voor m aanmerking komen, aan de voor!
waarden voldoen. Alleen staatsburgers (dus
alleen de leden van een uitgezifte nationaal
socialistische élite) zullen ambtenaarsposten
en partijposten mogen vervullen; zrj
alleen mogen in het leger en in de andere
formaties namelijk van S.S. en S.A. enz. die
nen. Zij alleen krijgen een actief en passief
stemrecht en zg moeten een eed afleggen op
den leider, het rijk en het volk.
Aan deze mededeelingen van dr. Frick kun
nen wi) nog het volgende toevoegen.
De consequentie van deze modus proceden-
di Is dat er vooreerst als het ware in het ge
heel geen staatsburgers meer zijn, in zooverre
het automatische staatsburgerschap geen
rechtskracht meer heeft.
Men moet onderscheiden (usschen de jonge
menschen en de ouderen. Vóór zijn twinstigste
Jaar mag niemand staatsburger worden.
Twintig jaar is de minimum leeftijd waarop
een Duitscher het staatsburgerschap kan ver
werven Hij moet echter zijn militairen dienst
plicht heben vervuld, subsidair arbeidsdienst,
dienst hij de S.S., enz. Meestal zal hij dus
eerst op iets ouderen leeftijd staatsburger
kunnen worden. Het spreekt van zelf dat een
onderzoek wordt ingesteld naar zijn persoon
en ook naar zijn politieke antecedenten. Hij
moet dus in den geest van den nationaal so-
cialistischen staat betrouwbaar zijn.
Van alle ouderen die thans het staatsbur
gerschap volgens de oude wet bezitten, zal
worden onderzocht of zij dit ook verdienen.
Het spreekt van zelf .dat daarbij de bekende
bepalingen op het ariërschap met groote ge
strengheid zullen worden toegepast.
Het is duidelijk, dat tengevolge van deze
maatregelen verscheidene millioenen worden
uitgesloten van het staatsburgerschap en
zullen moeten behooren tot de groep der een
voudige „Staatsangehörigen".
Een opmerkelijk gevolg zal deze wet ook
hebben op den uitsalg van de toekomstige
volksstemmingen, waarbij voortaan, naar te
verwachten is, het aantal ja-stemmen tot
100 pet. zal kunnen klimmen.
De Nw. Rott. Crt.
schrijft in een hoofd
artikel over den waan
zin, dat in tal van Euro-
peesche landen de werk
loosheid verminderd is door de groote be
drijvigheid op het gebied van bewapening.
Wij ontleenen aan dit artikel het volgende:
Krachtige argumenten voor voorzichtig
heid zjjn nu in Duitschland noodig. Men
heeft aan de wapenfabricage een zoo groote
vaart gegeven, dat men niet remmen kan,
zonder in groote, binnenlandsche moeilijk
heden te geraken. Een zeer belangrijk ge
deelte van de nationale welvaart is er op
opgebouwd. Het werk in en voor de wapen
fabrieken geeft honderdduizenden verdienste.
Het bouwen, herstellen van kazernes, het
aanleggen van vliegvelden en verdedigings
werken houdt het handwerk, en den lossen
arbeider bezig. Nu komen ook de scheeps
werven aan de beurt. Men zal niet eeuwig
met deze werkverschaffing op kosten van
staat en ongelijk kunnen doorgaan, maar
voorloopig is het voor het nieuwe bewind een
nuttig en noodig oeconomisch anaestheticum.
Men wint, door den gewekten schijn van wel
vaart, veel middenstand. Het geeft de bur
gerij gelegenheid z ich te gewennen aan het
geloof in de wonderdadigheid van de nieuwe
mannen, omdat het zoo weinig aanbevelens
waardig is er n i e t in te gelooven.
Waarvan de Engelschen zoo erg geschrok
ken zijn, wordt nu achteraf pas duidelijk.
Eerst te Stresa hebben zij ten volle ontdekt,
hoezeer zij in de lucht door de Duitschers
overvleugeld waren. De pariteit, waarvan te
Berlijn gesproken was, was er een, waarbij
de luchtmacht van het Britsche Rijk, zooals
het over de geheele wereld verspreid ligt,
met die van het Duitsche Rijk vergeleken
werd. De Britsche luchtvloot in Europa ech
ter, die er, bij een basis van pariteit, voor
de Engelschen vooral op aan kwam, bleef
ver beneden de helft van de Duitsche lucht
vloot. Dit heel groote verschil werd nog weer
vermeerderd, doordat het onderscheid in kwa
liteit der beschikbare vliegtuigen ook nog
heel erg groot was. Nu gaat Engeland zijn
best doen. De Britsche machinefabrieken
krijgen druk werk. Eerst hebben zij motoren
bij bossen voor het clandestiene Duit
sche leger gemaakt, nu mogen zij, als ge
volg daarvan, voor eigen land werken. Op die
manier staat de bedrijvigheid nooit stil.
Iedere Duitsche bestelling maakt een Britsche
bestelling noodzakelijk. Het lgkt op een oeco
nomisch perpetuum mobile. En wij hebben
van de marine nog niet eens gesproken. De
oeconomische conferentie is er niet in ge
slaagd, iets voor de bedrijvigheid te doen; de
ontwapeningsconferentie echter, door haar
mislukking, zooveel te meer.
Moeten wij landen als Duitschland en En
geland niet benijden om de rijke bron van
werkverschaffing, die zij voor hun volk heb
ben aangeboord? De zegenrijk§ stroomen, die
daarvan uitgaan, brengen vruchtbaarheid
over het land. Inflatie is er niets bij. Het is
een oplossing van het probleem van het
volksbestaan, als die van de moeder, welke
zich laaft aan eigen borst. Alleen is de melk
wat minder onschadelijk. Maar wie telt dat
nog in deze dol geworden wereld?
Zelf gerold van gezonde,
rijpe Gold Star Shag.
Niet alleen goedkooper
maar ook beter!
Daarom is:
Naar Reuter te bevoegder plaatse in Berlijn
verneemt, hebben de Duitsche marinewerven
thans de order ontvangen, twaalf duikbooten
op stapel te zetten.
De klasse van 250 ton.
Volgens de vlootdeskundige van de Daily
Telegraph zal Duitschland beginnen met den
bouw van duikbooten van slechts 250 ton. Of
dit een verzoenend gebaar jegens Engeland
moet heeten is echter onzeker, want het kan
eveneens zijn oorzaak vinden in het verlangen
van Duitschland, om zoo spoedig mogelijk een
aantal duikbooten beschikbaar te hebben om
de bemanningen in te oefenen. Deze scheepjes
van 250 ton kunnen in 5 maanden, de grootere
typen pas in 12 tot 18 maanden gebouwd
worden.
Dank zijn den vooruitgang van de techniek
sinds den oorlog, kan een duikboot van
250 ton thans wel degelijk gebruikt worden
als een aanvalswapen op langen afstand. Het
eenlge bezwaar van deze booten is de weinige
ruimt voor de bemanning. Lange dienst op
deze scheepjes is van zeer ongunstigen in
vloed op de gezondheid en den moreelen weer
stand van haast iederen betrokkene.
Bij mooi zonnig weer en onder groote be
langstelling is Zaterdagochtend om elf uui
de wereldtentoonstelling te Brussel geopend.
De genoodigden en autoriteiten kwamen bij
een in de feestzaal, die aan het einde ligt van
de groote laan, die dwars door het tentoon
stellingsterrein loopt. Hier reed ook de ko
ninklijke stoet voor.
In de feestzaal waren 3500 genoodigden bij
een gekomen, die bij het binnentreden van het
Vorstelijk paar een luid gejuich aanhieven en
het volkslied inzetten.
Burgemeester Max en minister v. Isacker
hebben hierna het woord gevoerd, waarna het
oogenblik aanbrak, waarop de koning de ten
toonstelling voor geopend verklaarde. Hij deed
dit met de volgende woorden:
Toespraak van den Koning.
Dames en Heeren,
Er was inderdaad moed voor noodig om in
den tegenowordigen tijd van crisis een zoo
grootscheepsche onderneming als een wereld
tentoonstelling op touw te zetten, maar thans
zien wij ons vertrouwen beloond en de meeste
gebouwen opgetrokken en voltooid. De talrijke
inzendingen uit buiten- en binnenland vormen
de belooning voor het moeizame werk der
commissie van uitvoering en voorbereiding.
Ik ben verheugd u mijne heeren met dit suc
ces van harte te kunnen gelukwenschenLaat
ons hopen, dat deze geslaagde inzet zich moge
Feuilleton.
24
Om redenen, welke hü eigenlyk zelf niet be-
fcreep, maar die uit een soort onderbewustzijn
schenen te zijn voorgekomen, had Kaiserlien
In zjjn verklaringen tegenover den inspecteui
Edith Gotron er geheel bulten gelaten. Hij
s'nspeelde er slechts op, dat hem vertrouwe-
l|jk was meegedeeld, dat een lid van de op-
Mchtersbende op dit oogenblik ln Montreux
Vertoefde. Dat hij dit lid b(j naam kende, dat
h'j met dit lid zelfs eenigen t(jd vertrouwelijk
omgegaan, verzweeg hij. En de lnspcc-
r informeerde gelukkig niet verder.
Toen Kaiserlien in het hotel terugkeerde,
'rr>eg h(j den nachtportier hoe laat juffrouw
Ootron vertrokken was. De man had echter
Pas van twaalf uur af dienst en kon hem
crhalve slechts meedeelen, dat na dat tijdstip
11°mand het hotel had verlaten. Vermoeid en
a gemat sleepte Kaiserlien zich naar zijn ka-
er, waar hij nog een uur lang tevergeefs
•"achtte de situatie te overzien om daarna in
Xo ••ommelen.
Even na zes uur stond hij al weer op, daar
9 het ln bed niet langer uithield. Hij hield
hoofd onder het stroomende water, nam
frvolgens nog een koude douche en betrad
"deljjk tegen zeven uur danig opgefrischt
eetzaal.
J was sinds een week gewend bij zijn
binnentreden onmiddellijk een blik te werpen
naar zijn plaats aan het raam om te zien of
Eidth Gotron daar al zat en overeenkomstig
deze gewoonte deed hij dat ook nu, hoewel hü
reeds vooruit meende te weten, dat haar
plaats leeg zou z(jn.
Edoch, op dit oogenblik bereidde Edith
Gotron-Wismuth hem een tweede verrassing.
Zij zat daar, alsof er niets gebeurd was, in
een houidng, die hij nu al van haar kende:
nonchalant lag zij ln haar stoel, het gelaat
eenlgszins terzijde naar het venster gekeerd,
haar hand losjes op den rand van de tafel.
In deze houding kwamen de edele trek van
haar profiel en de bekoorlijkheid van haar ge
heele persoontje tenvolle tot hun recht; zoo
vaak ook had een, tot voor kort ongekend
gevoel zich van hem meester gemaak- het
gevoel van dankbaarheid, dat hij haa:- gezel
schap mocht houden.
En - hoe machtig is toch de gewoonte:
d'tzelfde gevoel drong zich ook nu weer aan
hem op niettegenstaande hij wist, dat haar
lieftalligheid een masker en haar vriendelijk
heid slechts comedie was. Een oogenblik bleef
hü besluiteloos staan. Het liefst was hij on
middellijk omgekeerd. Vrees overviel hem,
vrees voor en verklaring. Vrees voor de ruw
heid waarmee hij tegenover haar zou moeten
01 Maar terugkeeren was onmogelijk; zij
scheen zijn aanwezigheid gevoeld te hebben.
Want plotseling keerde zij zich om, wierp n
blik door de zaal en ontdekte hem. En tot
zijn voldoening constateerde hü, dat zü over
zijn aanwezigheid niet minder verbaasd was
dan hü over de hare.
Even scheen zü ineen te krimpen; de los
heid van haar houding veranderde in een
s^-rt gedrongen sluwheid, die haar niet paste.
Schuldbcwustzü" ie een onbarmhartige modc-
leur!
Het was dwaasheid, dat hij naar haar tafel
ging; dat begreep hü zelf. Hü had haar met
verachting moeten straffen, haar moeten ne-
geerenen, alsof zü voor hem niet meer be
stond. Maar de gewoonte bleek ook nu ster
ker dan het verstandig overleg. Reeds stond
hü voor haar en op hetzelfde oogenblik dook
ook reeds naast hem het dienstvaardige kel
nerinnetje op met de stereotype vraag:
„t Zelfde als gisteren, doctor?"
Daar zat hij nu tegenover haar en had
moeite in haar onmiddellijke nabgheid te con-
stateeren, dat schijn bedriegt. Maar toch was
hq grover tegen haar, dan in zgn bedoeling
lag. Er lag iets hoonends in zijn stem, toen
hij begon: „Ik moet zeggen, ik bewonder uw
moed. In uw plaats zou ik er toch de voor
keur aan hebben gegeven zoo spoedig moge-
lgk te verdwünen. U ziet, dat de politie mü
niet zoo lang heeft vastgehouden, als u waar-
schijnlük gedacht, had.
Een oogenblik staarde zü hem verbaasd
aan, maar zü scheen het niet noodig te oor-
deelen op zijn insinuatie in te gaan.
Haar kalmte ergerde hem. „En wat denkt
u te doen, als ik de rollen nu eens omdraai?
Als ik nu eens naar de politie ga en haar
klaren wün schenk over uw persoon?"
En toen zü bleef zwqgen, vervolgde hü op
den toon van een commissaris, die een mis
dadiger een verhoor afneemt: „Wie is me
neer Stolzenberg en wie is de man, die zich
voor mü heeft uitgegeven?"
Langzaam kwam er eenige verandering in
haar houding. Groot en vragend keek zü hem
aan Intense verbazing teekende zich op haar
gelaat af. Maar hü hield dat nog steeds voor
huichelarij.
„Laten wü het kort maken!" zei hü hoo-
nend. „Ik ben van de comedie volkomen op
de hoogte. Ik ken de rol van den man, die
voor dr. Kaiserlien moest spelen, de rol van
meneer Stolzenberg en uw rol. Misschien kunt
u mq bij gelegenheid nog wel eens vertellen,
wie de rol van mijn secretaresse op zich heeft
genomen?"
Haar gelaat drukte nu een en al ontstelte
nis uit. „Het komt mg voor, dat hier van 'n
gruwelijk misverstand sprake is".
Het was het eerste, wat zü dezen ochtend
zei, maar het kwam er uit op een toon, alsof
haar een steen van het hart was genomen.
Dit laatste ontging hem echter. Hg ge
voelde slechts behoefte haar zoo grof mogelijk
de waarheid te zeggen.
„Inderdaad is hier sprake van een gruwelijk
misverstand. U begrgpt mg namelijk abso
luut verkeerd, als u denkt, dat ik met u en
uw bende eenige consideratie zal gebruiken.
Ik garandeer u, zoowaar ik Kaiserlien heet...
Hij zweeg plotseling, want hü wist eigen-
lük zelf niet precies, wat hü bij de echtheid
van zün naam zou garandeeren.
Zij stond op en trad op hem toe.
„Zou het niet beter zijn, als we eens ver
standig met elkaar praten, dr. Kaiserlien?"
vroeg zij, met een flauw glimlachje en nu
hoorde hij plotseling weer die warme klank
en de bezonnen kalmte in haar stem.
„Praten? Praten?" overwoog hij het voor
stel. Hg trok zich nu terug in het defensief.
„Er valt niets te praten. U denkt toch, hoop
ik niet, dat ik mü nog eens voor den gek
laat houden?"
„Het komt mij voor, dat wij elkaar voor
den gek hebben gehouden," antwoordde zü,
als in gedachten.
Maar nog gaf Kaiserlien zich niet gewon
nen. „U zult mij toch niet willen wüsmaken,
dat u mü gisteren louter voor de grap als
oplichter bij de politie hebt aangegeven?"
„Neen." gaf zij eenigszins verlegen toe,
„dat wil ik niet. Maar wel kan ik u vertel
len, dat mgn onbezonnenheid mü een slape-
ontwikkelen tot voldoening voor alle deelne
mers.
Het doel van iedere wereldtentoonstelling
moet zijn de producten uit alle deelen der
wereld te toonen en aantrekkelijk te maken,
maar wat baat een dergelijk voornemen als
opgedreven toltarieven
en andere handelsbelemmeringen een goede
distributie van het opgestapelde onmogelük
maken? Hier blijkt duidelgk de tegenstrijdig
heid tusschen de oeconomische afzondering
der volkeren en den ijver door de commissie
aangewend om de internationale handelsbe
trekkingen weer te bevorderen. Volken kun
nen evenmin als personen op gezonde wijze
adem halen in huizen met gesloten deuren en
vensters en dit is wat thans in de wereld ge
schiedt, nu goederen niet vrü over de grenzen
van de producten naar het land der consu
menten kunnen gaan. Wij leven in zware tg-
den.
België weet zich met alle macht
om uit dien greep te geraken, die zün bestaan
met verstikking bedreigt, maar er zün, ge
lukkig, enkele teekenen, die op een langzame
kentering wijzen en die vergrooten onze ver
wachting.
Deze wereldtentoonstelling, aan welke 30
landen deelnemen en waar 200 internationale
congressen zullen worden gehouden, zal hopen
wg, veel contact tot stand brengen tusschen
de meest gezaghebbende personen uit alle
volken. Moge zg een betere verstandhouding
en grooter solidariteitsgevoel bg de volken
bevorderen! Een groote meerderheid immers
streeft naar vrede en wil met hart en ziel
alles voorkomen wat dien vrede zou kunnen
in den weg staan.
Duizenden vreemdelingen zullen ons land
dezen zomer bezoeken. Wü zün bereid hun een
indruk te geven van een nüver en eendrachtig
volk, dat alle moeilgkheden zal weten te over
winnen.
Aan mgn landgenooten vraag ik met klem,
te willen getuigen, dat
België een open- en gastvrg land
is gebleven. Zoo zullen de velen, die wü als
bezoekers ontvangen, ons ook weer als vrien
den verlaten.
Met dezen wensch verklaar ik de Brussel-
sche Wereldtentoonstelling 1935 voor ge
opend.
Een muziekkapel speelde nog het lied Vers
1'avenir, terwijl de koninklüke familie het
feestpaleis verliet. Zü werd nogmaals op
een donderende ovatie
onthaald.
Op het plein vóór het gebouw werden dui
zenden duiven opgelaten, terwijl ook de vrüe
ballon Belgica opsteeg.
Voorafgegegaan door een rgtuig, waarin
burgemeester Max en de Belgische regee-
ringscommissaris hadden plaats genomen, re
den de Koning en de Koningin, het prinsesje
en prins Karei over het groote plein, terwgl
de Koning de aldaar opgestelde vaandels van
de oud-strijders-vereenigingen begroette.
Vervolgens deden de vorsten nog een rond
rit door de tentoonstelling, waarbg de weg
zoo was gekozen, dat ook de meeste buiten-
landsche afdeelingen in oogenschouw werden
genomen. Bü het voorbgrijden van Oud-Brus
sel brachten de bewoners van deze stad, in
hun typische kleederdracht, een warme ova
tie aan de koninklgke familie.
Om één uur werd het gewone publiek tot
de tentoonstelling toegelaten en was de ten
toonstelling geopend.
Twee arbeiders door electrischen
stroom getroffen.
In den betonkelder onder een lichtfontein
op het terrein der wereldtentoonstelling te
Brussel, is Zaterdag een ernstig ongeluk ge
schied. In deze ruimte, waar zich een der
electrische installaties bevindt en waar in den
afgeloopen nacht nog hard werd gewerkt,
vond men twee arbeiders liggen. Een hunner
was reeds dood, terwgl bü den ander de le
vensgeesten weer konden worden opgewekt.
Deze man heeft echter ernstige brandwonden
aan handen en gezicht opgeloopen. Men ver
moedt, dat de beide slachtoffers in aanraking
Zün gekomen met een hoogspanningsdraad.
Zondag meer dan 150.000 be
zoekers.
De correspondent van de N. R. Crt. te
Brussel meldt:
Hoewel het nog eenigen tgd zal duren al
vorens de Brusselsche wereldtentoonstelling
geheel klaar zal zün, heeft zaj zich Zaterdag
en Zondag over het bezoek zeker niet te be
klagen gehad. Van Zaterdagmiddag tot in
den nacht, voor de illuminatie en het vuur
werk, werden niet minder dan 100.000 entree-
kaarten, tegen 5 francs per persoon, verkocht.
Zondagochtend ving het „doorloopend muziek
feest" aan en namen talrijke fanfarekorp
sen bezit van de muziektenten, die zoowat
overal over het expositieterrein en Oud-
Brussel werden verspreid. De restaurants en
ook de drankgelegenheden, die als aitgd in
België, op deze tentoonstelling niet ontbre
ken, maakten goede zaken. Naar raming zou
den meer dan 150.000 personen Zondag de
tentoonstelling hebben bezocht. Het aantal
abonné's bedraagt nu reeds ruim 60.000.
loozen- nacht heeft bezorgd. Ik had u meer
vertrouwen behooren te schenken."
Even zweeg zij; daarna liet zü er met
eenigen nadruk op volgen: „Overigens schünt
u ook mg niet heelemaal te vertrouwen. Ik
heb het gevoel, dat wü langs elkaar heen
praten".
„Ik wil u bij voorbaat erop opmerkzaam
maken, dat ik geen woord geloof van het
geen u mü te vertellen hebt, zoolang u mg
niet den naam en de verblüfplaats van uw
handlangers hebt genoemd."
„Misschien wilt u mü eerst wel in de ge
legenheid stellen iets tot nujn verdediging
aan te voeren," antwoordde zü, half deemoe
dig, half verwütend.
„Gaat uw gang!" permitteerde hü, terwijl
hij de houding aannam van een rechter, die
den delinquent welwillend toestaat ook Iets
ln het midden te brengen. Hg voelde zich
thans verre in de meerderheid.
„In de eerste plaats", begon zü haar plei
dooi, „ken ik geen meneer Stolzenberg en
evenmin weet ik, wie de man is, die uw rol
speelde. U wilde dat zoo even niet gelooven.
Goed! Dat moet u weten. Maar waarom
verlangt u eigenlgk van mü, dat ik u vol
komen vertrouw, terwgl u mg voor een soort
misdadigster schünt aan te zien, U zult toch
bezwaarlijk kunnen ontkennen, dat u zich aan
mü als dr. Kyrmayer hebt voorgesteld?"
„Neemt u mg niet kwalgk!" viel hü haar
in de rede. „Dacht u misschien, dat ik zoo
dwaas zou zün mü onder de gegeven omstan
digheden onder mgn waren naam bekend te
maken?"
„Ik weet niet, wat u onder de gegeven
omstandigheden verstaat", antwoordde zij
glimlachend. „Ach juist ja, dat wilde u niet
gelooven. Welnu, gebruikt u dan eens een
beetje fantasie. Stelt u zich eens voor, dat
ik niet Edith Gotron ben, maar iemand an
ders, dat ik b.v. Therese Milller heet, aan wie
u zich als dr. Kyrmayer hebt voorgesteld. En
neemt u dan verder eens aan, dat op zekeren
dag die Therese Müller, die een onschuldig,
goedgeloovig wicht is, dat u volkomen ver
trouwt, door een heer wordt aangesproken,
die haar meedeelt, dat de man, die zich als
dr. Kyrmayer in haar vertrouwen heeft ge
drongen, in werkelgkheid anders heet. Wat
dacht u dan dat, Therese Milller in zoo'n ge
val zou doen?"
„U had mü om opheldering kunnen vra
gen," antwoordde hü effen.
„Neen, dat kan ik niet. Ik moet u namelgk
nog iets vertellen: de man, die Therese Mul
ler op straat aansprak laten we hem maar
Hasenstab noemen, zoodat u direct weet,
wien ik bedoel, deelde mü n.1. alleen mee,
dat u niet dr. Kyrmayer bent, maar tevens
een oplichter, maar in het bijzonder een hu-
welükszwendelaar
„U doelt op het onderhoud ,dat u gisteren
namiddag met meneer Hasenstab bg het post
kantoor hebt gehad?"
„Juist! U schünt volkomen op de hoogte
te zün en desondanks verwondert *u zich over
een en ander? Nu, dan zult u misschien ook
wel weten, dat lk meneer Hasenstab den rug
heb toegedraaid. Voor denuncianten heb ik
nog nooit anders dan afkeer gekoesterd en
toen die man scheen te denken, dat ik daar
op zou ingaan, vond ik dat bepaald beleedi-
gend. Ik heb hem eenvoudig laten staan."
Dat was geen leugen. Hij had de geheele
scène van uit zün kamer gevolgd.
„En verder?" verzocht hij haar voort te
gaan.
(Wordt vervolgd.)