Buitenlandsch Overzicht.
m
KONING GEORGE V
regeert vijf'en'twintig jaar
WELKOM THUIS
NiEUWS3LA0 VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
NO. 7591
EERSTE BLAD
ZATERDAG 11 MEI 1935
63ste JAARGANG
Engeland hoop. nog op een internationale regeling van de
wapenkwestie.Toenemende ontevredenheid in Du.tschland ?-
ten Dalkanconferentie te Boekarest.
T oenemende
onrust in
Duitschland.
Conferentie
Balkanstaten.
De evangelische kerk en het
nieuwe heidendom
in Duitschland.
Boodschap van den rijksbisschop
in beslag genomen.
WAS04MACWINES
van Gr.-Brittannië en Ierland, Keizer van lndië
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
COURAN
Anna Paulovraa,^ HMdmob» Co»™« r 1.50; Kosera»
NederL OoM- ZTZl *-
landen f 3.20. Losse nos 4 ct r per mail en overige
Zondagsblad reep. f050 f0 70 'f nvn Weekabonne^nten 12 cL
f 1.70. f 1'Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50,
VerschyntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkery v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16068.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 cL per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 cL per regel,
minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Duitschland's
herbewapening
In ons vorig overzocht
hebben we een en ander
gemeld uit het debat,
deze week gehouden In
het Engelsche Hooger-
huis en we hebben er toen de meening aan
vastgeknoopt dat een dergeiyke houding,
van vooraanstaande politici, ten opzichte van
Duitschland, niet anders dan gunstig kon
werken. In Duitschland heeft het debat een
gunstigen indruk gemaakt.
De bladen betuigen er hun voldoening over
en de D. A. Ztg. .schrijft, dat de uitingen van
de Lords, die aan het woord zijn geweest te
jneer beteekenls krijgen als men weet, dat
zy zich— met uitzondering van Cecil by
bezoeken aan Duitschland met den daar be
staanden staat van zaken vertrouwd hebben
gemaakt. Hun kennis van zaken berust dus
op eigen waarneming en de Engelschen kun
nen geen van hen van sympathieën met de
nat.-soc. wereldbeschouwing verdenken.
In het teeken van de Internationale be
langstelling staat momenteel de rede, die
Hitier vandaag of morgen houden zal. Men
verwacht dat zy gematigd zal zyn omdat
Hitier er geen belang by heeft de mogend
heden nog meer tegen zich in het harnas te
Jagen.
De Londensche corr. van de N. R. Crt.
seinde Donderdagochtend aan zyn blad:
De door den Koning en Hitier gewisselde
telegrammen, waarin de vredeskwestie met
zooveel nadruk op den voorgrond gesteld
wordt, samen met de berichten uit Duitsch
land volgens welke de legerleiding aldaar
zeer ontevreden is over de wyze waarop de
Duitsche wapeningsplannen onder de aan
dacht van het buitenland zyn gebracht, heb
ben in Groot-Britannië weer hoop gewekt,
dat door onderhandelingen nog wel iets te
bereiken zou zyn en dat Hltleris rede van de
'volgende week een eindweegs in de goede
richting zal gaan.
Wat het voorgesteld westelyk luchtpact
betreft, verneemt de diplomatieke correspon
dent van de Daily Telegraph, dat naar
Britsch inzicht de sterkte van de eerste ge
vechtslinie minimaal op zestienhonderd ma
chines moet worden gesteld, dus ongeveer
de tegenwoordige sterkte van de Fransche
luchtvloot. Groot Britannië zou zyn maxi
mum sterkte ln twee jaar kunnen bereiken.
In Londensche diplomatieke kringen wordt
volgens de correspondent van de Herald,
verwacht dat Hitier een vastomiynd voorstel
zal doen dat uitgangspunt van de besprekin
gen kan worden. Hy spreekt de vrees uit dat
Hitier het cyfer 550.000 voor het leger niet
zal willen opgeven, maar zegt dat er reden
is te verwachten dat hy zich bereid zal ver
klaren om Duitschland aan de conferentie
te Rome te doen deelnemen.
De Beriynsche corr.
van de Times spreekt
over toenemende on
rust ln Duitschland, ln
een artlekel aan zyn
blad.
..Terwyi alle aandacht geconcentreerd was
op Internationale aangelegenheden", zoo be-
gint hy, „vertoont de rust aan de opper
vlakte, die het blnnenlanlsch bestaan in
Duitschland, sedert den tyd van voor het
plebisciet in het Saarbekken is opgelegd, hier
en daar teekenen van barsten." Twee ge
beurtenissen hebben, naar zyn meening, het
meest bygedragen tot een herleving van de
onrust: Het plotselinge besluit tot afkondi
ging van den dienstplicht, en de Indirecte
nationaal-socialitische nederlaag by de ver
kiezingen te Dantzig.
De afkondiging van den dienstplicht, zoo
vertelt hy verder, moest tot het gemoed
spreken van lederen vaderlandlievenden
Duitscher, en zyn afkondiging werd eerst
dan ook met geestdrift begroet. De berus
ting, gemengd met bekommering, die by
verder nadenken ontstond, ln het bijzonder
onder de arbeiders, noemt hy kenschetsend
voor de tegenwoordige revolutionaire phase
in Duitschland. Men wist niet, waar men
aan toe was. Er liepen geruchten dat man
nen van 22 tot 35 jaar een jaar lang zou
den moeten dienen. Velen van deze lieden zijn
gehuwd, en hebben een vaste betrekking. Ge
rustheid keerde eerst terug, toen men ver
nam, dat van de ouderen slechts kortere
cursussen zouden worden verlangd.
Een andere bron van onrust is een onbe
paald gevoel, dat dergelyke maatregelen op
den duur tot oorlog kunnen leiden. Toen het
Saarplebisciet naderde, had onvoldoende
voorlichting over hetgeen er in de wereld
gaande is, reeds tot overdreven geschouwin
gen aanleiding gegeven. Men maakt zich ook
bezorgd over den invloed van het nieuwe
leger op de belastingen en den levensstan
daard.
De dramatische acties van Hitler's regime,
aldus zegt de corr. verder, vinden nog slechts
een tydelyken weerklank onder de arbeiders.
De algemeene houding is een onverschillig of
hulpeloos ophalen van de schouders over de
laatste „grappen die zij uithalen".
Terwyi Hitier zelf zelfs voor duizenden, die
reden hebben de revolutie te verfoeien, een
symbool voor Duitschland ls, dat afzonderlyke
vereering verdient, zien nadenkende en min
der opgewonden lieden ln het regime een
lichaam op zich zelf van op den voorgrond
tredende figuren, wier populariteit oneindig
verschillend is. Met „hen" bedoelt men alle,
nog levende, revolutionaire figuren, van
Goerlng af, die door zyn eigenaardigheden,
ondanks alles, toch eenige sympathie vindt by
het publiek, tot anderen toe, die het publiek
met onverschilligheid of erger beschouwt.
De arbeiders, ook zy die nazi zyn geworden,
hebben niet het gevoel dat er veel voor hen is
gedaan. De „winterhulp" was tenslotte geen
sociale daad, maar een vorm van weldadig
heid op groote schaal, en er heerscht ten
rechte of ten onrechte, diep wantrouwen om
trent het beheer ervan.
Hy bespreekt dan het werk van de geheime
politie, dat nog geheimer is geworden dan te
voren. Zy heeft weer eens groote opruiming
gehouden onder de geheime, socialistische or
ganisaties. De communisten weten zich beter
te beschermen, maar hebben desniettemin
ook zware verliezen geleden. Men merkt daar
van echter heel weinig naar bulten.
Op deze wyze gaat het verhaal door. De
schryver vertelt, hoe de instanties elkaar
tegenwerken. Dwaze voorbeelden van natio
naal-socialistische censuur, waarbij de eene
Instantie de andere terechtwyst, menigmaal
op de domste wyze of het werk van de andere
instantie ongedaan maakt, weet hij aan te
halen.
De taaie stryd met de fanatieke nationaal-
socialisten van leger, conservatieven en in
dustrie tegen de excessen, zal, zoo meent hij
tenslotte, nog wel een paar jaar noodig heb
ben, voor de resultaten zichtbaar worden.
Winnen zij niet, dan zou het uitloopen op een
extreem nationaal bolsjewisme.
Aldus oordeelt de man van de Times, in een
uiterst voorzichtig aanduidend artikel.
In de eerstvolgende
dagen komt te Boeka
rest de conferentie der
Balkanstaten byeen. In
politieke kringen ver
wacht men, dat ter conferentie, de volgende
punten zullen worden behandeld:
1. De kwestie der herbewapening van Bul
garije.
2. Bepalen van een standpunt inzake de
onderhandelingen der Donaustaten.
3. De kwestie van de regeling der betrek
kingen der Balkanstaten tot Sowjet Rusland.
4. Problemen betreffende de oeconomische
samenwerking der leden van den Balkanbond.
Bij de behandeling der herbewapening van
Bulgarije zal het wel onvermydelijk zijn, dat
ook de kwestie van herbewapening van
Oostenrijk ter sprake gebracht wordt.
Men heeft hier den indruk, dat de staten
van den Balkanbond en van de Kleine Entente
het er reeds over eens zyn, dat zekere con
cessies tegenover Bulgarije en Oostenrijk be
nevens Hongarije niet te vermijden zullen zyn.
Veel aandacht trekt ook de mogelijkheid in
verband met de kwestie der herbewapening
van Bulgarije ook de opheffing van de demili-
tarisatie der zeeën te behandelen, die Tur
kije in Genève geëischt heeft.
Terzelfdertijd, dat de conferentie plaats
heeft, bevindt zich te Boekarest Paul Boncour,
te wiens eere verscheidene recepties gehou
den worden.
Ryksbisschop Muller heeft tot de evangeli
sche gemeenten in het ryk een boodschap ge
richt om hun aan te manen een de evangeli
sche kerk waaydige houding aan te nemen
tegen de nieuw-heidensche bewegingen.
De Beriynsche correspondent van de „Daily
Tel." verneemt nu, dat Himmler, chef der ge
heime politie (Gestapo), die met de Duitsche
geloofsbeweging van prof. Hauer (een van de
nieuw-heidensche geloofsvormen) sympathi
seert, alle exemplaren van de boodschap, die
hy heeft kunnen achterhalen, in beslag heeft
laten nemen.
De correspondent voegt aan dit bericht toe:
Dit is een nieuw bewys dat do nat.-soc. staat
zich meer en meer schaart aan den kant van
het heidendom. De boodschap was gesteld in
uiterst krachtige termen, door iemand, die
zelf door de kerkelyke oppositie (de Beiydenis-
beweging) ia aangevallen wegens kettery. Als
zy niet in beslag was genomen, zou zy veel
hebben kunnen bydragen tot een verzoening
tusschen den ryksbisschop en de Belijdenis
synode.
„De omwenteling door het nat.-socialisme in
het Duitsche volk teweeggebracht aldus
Müller's boodschap heeft een actieve wijs-
geerige beweging in het leven geroepen. Dat
was natuurlijk en onvermydelyk. Thans ech
ter is duidelijk geworden, dat ingevolge deze
omwenteling de wegen tusschen het Christen
dom en de krachten van den anti-christ zich
scheiden.
„Uit een gerechtvaardigd verlangen naar
een Christendom dat strookt met onzen eigen
aard, is de eisch voortgesproten van een gods
dienst die los staat van het Christendom. Er
is zelfs beweerd, dat het Christendom vreemd
is aan den Duitschen aard en dat geen Duit
scher een Christen kan zijn.
„Begrijpelykerwijze heeft dit onrust gewekt
onder vele Christenen, die niet alleen in hun
godsdienstige gevoelens worden gekwetst,
maar ook in hun nat.-socialistische gezindheid.
Velen vragen zich bezorgd af, of art. 24 van
het n.-s. program nog geldig is en of de party
nog blijft opkomen voor een positief Christen
dom."
DE FRANSCHE JOURNALISTEN KUNNEN
WEL NAAR MOSKOU GAAN.
Wy hebben Donderdag verteld, dat het Rus
sische gezantschap te Parys den vertegen
woordiger van de „Matln", die bij gelegenheid
van Lavai's reis naar Rusland, mede naar
Moskou wilde gaan, den toegang tot de Sow-
jet-republiek heeft geweigerd. Tal van andere
bladen hebben zich daarop solidair met de
„Matin" verklaard en zoo besloten „Petit Pa-
risien", „Figaro", „Journal", Echo de Paris"
en andere couranten geen verslaggever naar
Moskou te sturen wanneer Laval daar de
Fransch-Russische overeenkomst gaat tee
kenen.
Tegenover deze houding van de Parysche
pers heeft het Russische gezantschap te Parys
nu bekend gemaakt, dat aan geen enkelen
correspondent van een Fransch blad een visum
zal worden geweigerd.
De Parysche bladen toonen zich voldaan
over de oplossing van het incident, maar som
mige zyn hun ontstemming nog niet te boven.
HOOFDSTUK IV.
Het feest; 's konlngs populariteit.
Sinds de kroningsfeesten van 1910 heeft
Engeland niet iets beleefd, dat te vergelijken
is met de feestelykheden van thans. Londen
is momenteel het Mekka van de gelukkigen
dezer aarde. Ieder lid der society, dat zich
respecteert, zal zich schamen, als hy, later zai
moeten zeggen: „Daar ben ik niet by geweest".
De Engelsche regeering heeft voor de jubi
leumfeesten 50.000 uitgetrokken, terwijl de
city van Londen een bedrag van 5.000 be
schikbaar heeft gesteld. Hiervan worden
5.000 besteed aan het bal, dat op 22 Mei te
Guildhall zai plaats vinden. Vyfduizend per
sonen zyn voor dit bal uitgenoodigd. De rest
van het geld wordt besteed aan versiering der
straten en het bouwen van tribunes om St.
Paul's Cathedral.
Op de Zaterdagen 11, 18 en 25 Mei en op
Zaterdag 8 Juni zal het koningspaar groote
ritten door Londen maken. Er zai een pom
peuze ontvangst van het corps diplomatique
plaats hebben benevens een van de Engelsche
peers. Groote diners in Buckingham Palace,
bals ten hove; een Garden-party op 25 Juni en
groote parade van de Londensche politie in
Hyde-Park op de twintigste van die maand.
Een der hoogtepunten van de feestelykheden
zal de kerkdienst zijn, die op 6 Mei in St.
Paul's Cathedral gehouden wordt. Alle détails
van deze ceremonie, die door de aartsbisschop
van Canterbury geleid wordt, zijn al in een
bundel beschreven, die de titel draagt: „Ge
beden en dankzeggingen aan den Allerhoogsten
voor de zegen, die hy over Z.M. den koning
gedurende de vijfentwintig jaar zyner regee
ring heeft uitgestort". In alle kerken van het
Vereenigd Koninkryk zullen de feestgebeden
worden uitgesproken.
De padvinders zullen het jubileum op hun
eigen manier vieren. Zeventienhonderd jongens
zijn op 16 April 's avonds van verschillende
punten in Engeland gestart. Vyf hunner bren
gen den Hertog van York een boodschap voor
den koning over. Het spreekt vanzelf, dat alle
gekroonde hoofden in en buiten Europa uitge
noodigd zyn. Als bijzonderheid diene vermeld,
dat tot eere-adjudant van den koning drie In
dische Maharadja's benoemd zyn, te weten:
die van Bikana, Petials en Kasjmir.
Het is de wensch des konings, dat de armen
en behoeftigen geen oogenblik vergeten zullen
worden. De opbrengst der zitplaatsen op de
tribunes, waarvan de pryzen tusschen drie en
vyftig pond varieeren, zal daarom de hospi
talen ten goede komen. De werkgevers hebben
besloten de feestdag als een werkdag te be
talen. De „Liga voor Kunst" zal gratis-too-
neelvoorstellingen voor de onbemiddelden
houden. Tenslotte zullen onder de allerarm
sten levensmiddelen verdeeld worden, zoodat
er wat minder honger zal zyn, terwyi de ko-
ninklyke familie feestviert. Onmiddellyk na
zyn terugkeer uit Kltzblihel heeft de Prins
van Wales ettelyke geestelyke en wereldiyke
autoriteiten in het St. James Paleis ontboden.
Onder hen bevonden zich de aartsbisschop van
Canterbury, de opperrabijn van Londen en de
Lord-Mayor van die stad. De Engelsche kroon
prins zette uiteen, dat het jubileum van zyn
vader de stoot moest geven tot de stichting
van een groot fonds voor jeugdhulp.
Men ziet, dat vader en zoon er ernstig naar
streven zich populair te maken. De natuurlyke
bonhomie van den koning heeft hem nader tot
het volk gebracht, dat nauwkeurig op de
hoogte is van de faits en gestes der konink-
iyke familie.
De geschiedenissen, die over een en ander
in omloop zyn, vormen een leerboek over de
geheimen der populairiteit.
Op den tienden jaardag van den Wapen
stilstand was een oude matroos naar Londen
getrokken, die eens schoenpoetser by den
koning geweest was, toen deze nog als jong
officier op een oorlogsschip dienst deed. Hy
zou by deze gelegenheid opnieuw aan den
koning worden voorgesteld en verscheen met
een schoenborstel in de hand; de koning her
kende hem dadelyk.
„Daar heb je waarachtig Harry, rn'n ouden
vriend, maar wat wil je met dien borstelt
Ik had je toch ook zónder borstel herkend."
Harry zei, dat dit de borstel was, waarmee
hy gewoon was de schoenen van den prins
te schuieren en dat die borstel een cadeautje
was, toen hy, Harry, naar een ander schip
werd overgeplaatst. De koning bekeek het
ding van alle kanten en zei toen lachend:
„Maar Harry, je wil toch hoop ik niet be
weren, dat ik jou zoo'n kalen borstel cadeau
heb gemaakt!"
„Nou ja, ik heb dien borstel natuurlyk ook
lang gebruikt, maar U weet toch even goed
als ik, dat U toen niet zoo ryk was als nu!"
De koning wandelde met zijn kameraad een
half uur heen en weer door de zaal, terwyl de
hovelingen moesten wachten.
Het spreekt vanzelf, dat het ter gelegen
heid van het jubileum aan lof uit het buiten
land niet heeft ontbroken. Wy halen hier de
uitspraken van eenige bekende Franschen
aan.
De veel in Engeland vertoefd hebbende
schryver André Maurois zegt onder meer:
„Het is gewettigd, dat koning George V het
symbool is geworden van de successen der
Britsche regeering. Hy heeft onder alle om
standigheden het voorbeeld gegeven van de
meest Britsche deugden. Zyn langdurige ziek
ten en de huwelyken van zyn zonen hebben
het volk meermalen in de gelegenheid gesteld
van zyn loyaliteit blyk te geven".
De staatsman en literator Paul Norand
zegt: „Voor het Britsche volk moet de koning
tegelijk een vaandel, een zedelijk ideaal en een
belichaming der krachten van het keizerryk
zyn. George V voldoet aan die voorwaarden".
Minister-president Flandin merkt op: „Het
Britsche keizerryk viert het jubileum van
George V met prachtige geestdrift. Aldus
manifesteert zich de kracht van een gemeen
schap, die de meest verschillende volken op
alle continenten in zich vereenigt. Frankryk
verheugt zich over een uiting van macht die
den vrede dient, waarvan Engeland een der
trouwste bewaarders is".
Tenslotte citeeren we generaal Weygand:
„Op het oogenblik, dat het Britsche keizerrijk
het jubileum van zyn souverein viert, zou
maarschalk Foch, die de veldmaarschalkstaf
ontving uit de handen van koning George V,
zich gelukkig gevoeld hebben zyn eerbetuiging
te verbinden met die van Engelsche wapen
makkers".
EINDE.
Feuilleton.
89)
De jonge Arabier trachtte de eerste dagen
van zyn verblyf herhaaldeiyk het gesprek op
Nora Tilden te brengen; het leek wel, of zy
'n hevige mate op zyn fantasie werkte. Ge
duldig luisterde dr. Kaiserlien naar de ver
halen van den jongen, maar geen enkele
'haal kon hy er toe besluiten zelf een vraag
te stellen.
De eene dag na den anderen ging voorby,
hiaar de door Hammer aangekondigde com
missie liet zich nog steeds niet zien. Kaiser
lien verveelde zich gruweiyk. Alvorens de
hooge heeren, die voor deze enquête zeker
behooriyk gehonoreerd zouden worden, in
Haifa arriveerden, zouden er nog wel weken
hunnen voorbygaan.
Maar ziet, juist toen Kaiserlien aan hun
komst begon te wanhopen, bracht het toeval
(feheel onverwacht wat afwisseling in het
ééntonige leven van allen dag.
Kaiserlien lag lui op een chaiselongue in
z'Jn kamer, toen hy in de vestibule van het
hotel een gesprek hoorde. Duideiyk onder
scheidde hy Achmed's jongensachtige stem,
moeizaam zoekend naar de vreemde woorden,
®u de heldere tenor van een volwassene.
..Die stem ken ik toch", drong het plotse-
1'hg tot hem door. „Dat is toch dat is
toch
Hy sprong op en haastte zich naar de
vestibule. Zyn vermoeden bleek juist te zijn
geweest, want daar stond de handen diep
in de broekzakken, zooals dat zijn gewoonte
was professor Cinon. Kaiserlien's eerste
gedachte was, dat Edith professor Cinon op
dracht had gegeven hem te volgen.
Cinon begroette hem allerhartehjkst. „U
hier, dr. Kyrmayer? Wat hebt u nu hier te
zoeken?"
Hy wachtte het antwoord niet af, maar
greep Kaiserlien spontaan by den schouder.
„Kom mee, jonge vriend, dan gaan wy eens
op myn kamer zitten. Vertel u my eerst eens,
wat u hier uitvoert Bent u alleen of op de
huwelyksrels
Hy las op Kaiserlien's gelaat, dat hy daar
een onhandige vraag had gedaan. „Ziezoo,
komt u binnen, maak het u gemakkelyk en
vertel eens op!" trachtte hy af te leiden. „Hoe
lang bent u al hier Ik trek hier al sinds
een week door het land. U herinnert zich
toch, dat ik van Montreux naar Messina ben
gegaan? Welnu, toen ik daar zoo op Sicilië
zat, dacht ik by mezelf: dat kattensprongetje
naar Palestina moest je nu ook nog maar
doen".
Kaiserlien begreep niet onmiddellijk, wat
zijn gastheer bedoelde. Maar toen schoot het
hem plotseling te binnen. Juist ja, de
geologische democratie, dat was immers
Cinon's stokjaardje! En reeds redeneerde de
professor er op los:
„De geologische democratie in haar zuiver-
sten vorm vindt men aan de Doode Zee. Zeld
zaam interessant, wat? Weet u wel, dat het
bekende bybelsche verhaal van Lot's vrouw,
die in een zoutpilaar veranderde, in wezen
elgeniyk niets anders is dan de religieuze ver
klaring van een geologische revolutie?
En gretig maakte hij nu van de gelegen
heid gebruik om de geschiedenis van den
ondergang van Sodom en Gomorrha van het
standpunt der geologische democratie te be
lichten.
Het duurde eenigen tyd voor Kaiserlien aan
het woord kwam.
„Een gelukkig toeval, dat u ook juist ln
dit hotel uw intrek hebt genomen", merkte
hy op, toen hem daartoe eindelyk de kans
werd geboden.
„O, dat is heelcmaal geen toeval", ant
woordde Cinon. „Ik had er een byzondere
reden voor om juist in „Karmel" onderdak
te zoeken". En op Kaiserlien's vragenden blik
vervolgde hij: „Ik dacht namelijk hier een
kennis, of beter gezegd, een familielid te zul
len aantreffen. Een nichtje van me koesterde
het voornemen om hier eenigen tijd voor
herstel van gezondheid te verbiyven en van
die gelegenheid wilde ik gebruik maken haar
eens op te zoeken. Maar nu hoorde ik, dat
zy allang vertrokken is zonder een nader
adres achter te laten".
Kaiserlien speurde onmiddellyk eenig ver
band.
„Een nichtje? Het is best mogelyk, dat ik
haar ken, want ik heb een paar maanden
geleden hier ook eenigen tyd gewoond. Hoe
heet zy?"
„Nora Tilden", antwoordde Cinon. „Kent u
haar?"
II.
De wereld is toch niet veel meer dan een
dorp, dacht Kaiserlien. Daar leer ik nu in
Azië een jongedame kennen en een poosje
later, een paar duizend kilometer van haar
verwijderd een eenigszins zonderlingen ge
leerde. En juist die beiden moeten familie van
elkaar zijn, terwyl bovendien het toeval wil,
dat ik den zonderling hier later weer ont
moet.
Het zou prettig geweest zijn, als professor
Cinon iets van Edith Wismuth had kunnen
vertellen. Kaiserlien informeerde voorzichtig,
of Edith's verblyfplaats Cinon bekend was.
Maar deze laatste bleek daarvan in 't geheel
niet op de hoogte te zyn en kon slechts zyn
blijkbaar oprecht gemeend leedwezen
betuigen, dat Kaiserlien en Edith Gotron
elkaar uit het oog hadden verloren.
Twee dagen gingen weer traag voorby.
Cinon begon over zyn vertrek naar Europa
te spreken. Hammer's commissie echter liet
nog steeds niet van zich hooren.
Achmed Hadi voerde sinds Kaiserlien's aan
komst een zwaren innerlyken stryd. In zyn
Koran lag nog steeds ongeopend de brief, dien
hij eens verduisterd had om Nora Tilden voor
haar hoogmoedigheid te straffen. En nu
trachtte hy het met zichzelf eens te worden,
of hy dezen brief ook verder hy wist zelf
niet hoe lang nog zou bewaren, of dat hy
hem zou overhandigen aan dr. Kaiserlien, die
zich immers voor Nora Tilden en daarmee
natuurlyk ook voor haar correspondentie!
Interesseerde.
Instinctief voelde hy, dat deze brief van
Nora Tilden voor dr. Kaiserlien van onschat
bare waarde kon zyn. En daardoor kwam het,
dat hij al zijn moed byeenraapte en Kaiser
lien, toen de avond gevallen was, in het half
duister van het trappenhuis aansprak. „Hm
eh doctor?"
Kaiserlien wendde zich met een vriendeiyk
lachje tot den jongen.
„Wel, Achmed, wat is er?"
Kaiserlien's minzaamheid deed Achmed's
moed toenemen. „Ik wilde u vragen, doctor
maar natuurlijk niet uit nieuwsgierig
heid interesseert u zich nog voor miss
Tilden?"
Kaiserlien begreep, dat Achmed hem iets
wilde toevertrouwen. „Natuurlyk interesseer
ik my voor miss Tilden, beste jongen. Ik was
toch vroeger heel goed met haar bevriend".
„Ja, ja, maar u weet zeker niet, waar zy
zich op het oogenblik bevindt?"
„Neen", antwoordde Kaiserlien verwonderd.
„O ja, dat komt zoo ik heb nog iets
van haar. Daaruit zoudt u misschien kunnen
zien, waar zy nu woont!"
„Zoo, wat heb je dan van haar?" vroeg
Kaiserlien, nu toch werkelyk nieuwsgierig.
„Een brief!"
„Een brief van haar of aan haar?"
„Een brief, dien zy zelf geschreven heeft".
„Hoe kom je daar aan?"
Achmed begreep, dat een leugentje om
bestwil- niet te omzeilen zou zyn.
„Ik heb vergeten hem in de bus te gooien",
verontschuldigde hy zich. „En later, toen miss
Tilden al vertrokken was, bemerkte ik, dat
hy nog in myn lessenaar lag."
„Nou, geef hem my dan maar", verzocht
Kaiserlien goedig.
Achmed overhandigde hem het epistel en
het was hem of hem daarby een last van de
schouders werd genomen. Een mensch moét
niet de Voorzienig'aeid willen spelen. Het
straffen was tenslotte slechts aan Allah.
Kaiserlien bekeek het couvert: „Beriyn,
Poste restante 1784" las hij en dat prikkelde
zyn nieuwsgierigheid. Het interesseerde hem
te weten met wien Nora Tilden poste restante
ln Beriyn correspondeerde.
„Ik zal zien, of Ik den brief nog op de
plaats van bestemming kan krygen", zei hy
vriendeiyk en daarop begaf hy zich naar zijn
kamer.
Daar onderdrukte hy zyn gewetensbezwa
ren ten opzichte van een schending van het
briefgeheim en opende het couvert.
„Waarde Syndicus!" las hij, „Geachte Syn
dicaat!"
Verder kwam hy voorlooplg niet. Er werd
geklopt. Professor Cinon trad binnen. Eenigs
zins verlegen legde Kaiserlien den brief op
tafel. Hy voelde zich als een schooljongen,
die by een of andere kwajongensstreek op
heeterdaad wordt betrapt. Cinon scheen dit
niet te ontgaan.
„Laat u zich door my niet storen, jonge
man. Leest u gerust eerst dien brief van uw
teer beminde!"
„Er is geen haast by", verzekerde Kaiser
lien, ietwat verlegen. Het lag niet in zyn be
doeling den brief in Cinon's tegenwoordigheid
te lezen. Verstrooid luisterde hy naar het ge
praat van den professor. Intusschen trachtte
hy met zichzelf uit te maken, wie de „syndi
cus" en wat het „syndicaat" was, tot wie
Nora Tilden zich in haar brief had gewend.
Het scheen Cinon niet op te vallen, dat zijn
bezoek op dit oogenblik zeer ongelegen kwam
Hy praatte weer honderd uit over zyn geolo
gische democratie, maar plotseling vroeg hy
als terloops: „Vertelt u my eens, meneer Kai
serlien, hoe lang denkt u nu eigenlyk nog hier
te biyven? Ik denk erover binnenkort te ver
trekken. Eerlyk gezegd, begin ik langzamer
hand weer naar huis te verlangen".
Kaiserlien haalde de schouders op. „Dat
kan nog weken, maar ook maanden duren.
Joost mag weten, wanneer het die commissie
eindelyk belieft te komen!"
Cinon speelde wat met zyn horlogeketting.
„Als ik u was, zou ik eens naar Beriyn tele-
grafeeren en als men u daar dan geen defi
nitieve toezegging kan doen, zou ik eenvou
dig teruggaan. Wat my betreft, ik ben van
plan om morgen aan het bureau van de Lloyd
een passage-biljet te koopen. Hebt u geen
zin om mee te gaan?"
(Wordt vervolgd.)