Buitenlandsch Overzicht. m KONING GEORGE V regeert vijf'en'twintig jaar WELKOM THUIS NiEUWS3LA0 VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA NO. 7591 EERSTE BLAD ZATERDAG 11 MEI 1935 63ste JAARGANG Engeland hoop. nog op een internationale regeling van de wapenkwestie.Toenemende ontevredenheid in Du.tschland ?- ten Dalkanconferentie te Boekarest. T oenemende onrust in Duitschland. Conferentie Balkanstaten. De evangelische kerk en het nieuwe heidendom in Duitschland. Boodschap van den rijksbisschop in beslag genomen. WAS04MACWINES van Gr.-Brittannië en Ierland, Keizer van lndië De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien COURAN Anna Paulovraa,^ HMdmob» Co»™« r 1.50; Kosera» NederL OoM- ZTZl *- landen f 3.20. Losse nos 4 ct r per mail en overige Zondagsblad reep. f050 f0 70 'f nvn Weekabonne^nten 12 cL f 1.70. f 1'Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, VerschyntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkery v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekening No. 16068. ADVERTENTIE N: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 cL per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 cL per regel, minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Duitschland's herbewapening In ons vorig overzocht hebben we een en ander gemeld uit het debat, deze week gehouden In het Engelsche Hooger- huis en we hebben er toen de meening aan vastgeknoopt dat een dergeiyke houding, van vooraanstaande politici, ten opzichte van Duitschland, niet anders dan gunstig kon werken. In Duitschland heeft het debat een gunstigen indruk gemaakt. De bladen betuigen er hun voldoening over en de D. A. Ztg. .schrijft, dat de uitingen van de Lords, die aan het woord zijn geweest te jneer beteekenls krijgen als men weet, dat zy zich— met uitzondering van Cecil by bezoeken aan Duitschland met den daar be staanden staat van zaken vertrouwd hebben gemaakt. Hun kennis van zaken berust dus op eigen waarneming en de Engelschen kun nen geen van hen van sympathieën met de nat.-soc. wereldbeschouwing verdenken. In het teeken van de Internationale be langstelling staat momenteel de rede, die Hitier vandaag of morgen houden zal. Men verwacht dat zy gematigd zal zyn omdat Hitier er geen belang by heeft de mogend heden nog meer tegen zich in het harnas te Jagen. De Londensche corr. van de N. R. Crt. seinde Donderdagochtend aan zyn blad: De door den Koning en Hitier gewisselde telegrammen, waarin de vredeskwestie met zooveel nadruk op den voorgrond gesteld wordt, samen met de berichten uit Duitsch land volgens welke de legerleiding aldaar zeer ontevreden is over de wyze waarop de Duitsche wapeningsplannen onder de aan dacht van het buitenland zyn gebracht, heb ben in Groot-Britannië weer hoop gewekt, dat door onderhandelingen nog wel iets te bereiken zou zyn en dat Hltleris rede van de 'volgende week een eindweegs in de goede richting zal gaan. Wat het voorgesteld westelyk luchtpact betreft, verneemt de diplomatieke correspon dent van de Daily Telegraph, dat naar Britsch inzicht de sterkte van de eerste ge vechtslinie minimaal op zestienhonderd ma chines moet worden gesteld, dus ongeveer de tegenwoordige sterkte van de Fransche luchtvloot. Groot Britannië zou zyn maxi mum sterkte ln twee jaar kunnen bereiken. In Londensche diplomatieke kringen wordt volgens de correspondent van de Herald, verwacht dat Hitier een vastomiynd voorstel zal doen dat uitgangspunt van de besprekin gen kan worden. Hy spreekt de vrees uit dat Hitier het cyfer 550.000 voor het leger niet zal willen opgeven, maar zegt dat er reden is te verwachten dat hy zich bereid zal ver klaren om Duitschland aan de conferentie te Rome te doen deelnemen. De Beriynsche corr. van de Times spreekt over toenemende on rust ln Duitschland, ln een artlekel aan zyn blad. ..Terwyi alle aandacht geconcentreerd was op Internationale aangelegenheden", zoo be- gint hy, „vertoont de rust aan de opper vlakte, die het blnnenlanlsch bestaan in Duitschland, sedert den tyd van voor het plebisciet in het Saarbekken is opgelegd, hier en daar teekenen van barsten." Twee ge beurtenissen hebben, naar zyn meening, het meest bygedragen tot een herleving van de onrust: Het plotselinge besluit tot afkondi ging van den dienstplicht, en de Indirecte nationaal-socialitische nederlaag by de ver kiezingen te Dantzig. De afkondiging van den dienstplicht, zoo vertelt hy verder, moest tot het gemoed spreken van lederen vaderlandlievenden Duitscher, en zyn afkondiging werd eerst dan ook met geestdrift begroet. De berus ting, gemengd met bekommering, die by verder nadenken ontstond, ln het bijzonder onder de arbeiders, noemt hy kenschetsend voor de tegenwoordige revolutionaire phase in Duitschland. Men wist niet, waar men aan toe was. Er liepen geruchten dat man nen van 22 tot 35 jaar een jaar lang zou den moeten dienen. Velen van deze lieden zijn gehuwd, en hebben een vaste betrekking. Ge rustheid keerde eerst terug, toen men ver nam, dat van de ouderen slechts kortere cursussen zouden worden verlangd. Een andere bron van onrust is een onbe paald gevoel, dat dergelyke maatregelen op den duur tot oorlog kunnen leiden. Toen het Saarplebisciet naderde, had onvoldoende voorlichting over hetgeen er in de wereld gaande is, reeds tot overdreven geschouwin gen aanleiding gegeven. Men maakt zich ook bezorgd over den invloed van het nieuwe leger op de belastingen en den levensstan daard. De dramatische acties van Hitler's regime, aldus zegt de corr. verder, vinden nog slechts een tydelyken weerklank onder de arbeiders. De algemeene houding is een onverschillig of hulpeloos ophalen van de schouders over de laatste „grappen die zij uithalen". Terwyi Hitier zelf zelfs voor duizenden, die reden hebben de revolutie te verfoeien, een symbool voor Duitschland ls, dat afzonderlyke vereering verdient, zien nadenkende en min der opgewonden lieden ln het regime een lichaam op zich zelf van op den voorgrond tredende figuren, wier populariteit oneindig verschillend is. Met „hen" bedoelt men alle, nog levende, revolutionaire figuren, van Goerlng af, die door zyn eigenaardigheden, ondanks alles, toch eenige sympathie vindt by het publiek, tot anderen toe, die het publiek met onverschilligheid of erger beschouwt. De arbeiders, ook zy die nazi zyn geworden, hebben niet het gevoel dat er veel voor hen is gedaan. De „winterhulp" was tenslotte geen sociale daad, maar een vorm van weldadig heid op groote schaal, en er heerscht ten rechte of ten onrechte, diep wantrouwen om trent het beheer ervan. Hy bespreekt dan het werk van de geheime politie, dat nog geheimer is geworden dan te voren. Zy heeft weer eens groote opruiming gehouden onder de geheime, socialistische or ganisaties. De communisten weten zich beter te beschermen, maar hebben desniettemin ook zware verliezen geleden. Men merkt daar van echter heel weinig naar bulten. Op deze wyze gaat het verhaal door. De schryver vertelt, hoe de instanties elkaar tegenwerken. Dwaze voorbeelden van natio naal-socialistische censuur, waarbij de eene Instantie de andere terechtwyst, menigmaal op de domste wyze of het werk van de andere instantie ongedaan maakt, weet hij aan te halen. De taaie stryd met de fanatieke nationaal- socialisten van leger, conservatieven en in dustrie tegen de excessen, zal, zoo meent hij tenslotte, nog wel een paar jaar noodig heb ben, voor de resultaten zichtbaar worden. Winnen zij niet, dan zou het uitloopen op een extreem nationaal bolsjewisme. Aldus oordeelt de man van de Times, in een uiterst voorzichtig aanduidend artikel. In de eerstvolgende dagen komt te Boeka rest de conferentie der Balkanstaten byeen. In politieke kringen ver wacht men, dat ter conferentie, de volgende punten zullen worden behandeld: 1. De kwestie der herbewapening van Bul garije. 2. Bepalen van een standpunt inzake de onderhandelingen der Donaustaten. 3. De kwestie van de regeling der betrek kingen der Balkanstaten tot Sowjet Rusland. 4. Problemen betreffende de oeconomische samenwerking der leden van den Balkanbond. Bij de behandeling der herbewapening van Bulgarije zal het wel onvermydelijk zijn, dat ook de kwestie van herbewapening van Oostenrijk ter sprake gebracht wordt. Men heeft hier den indruk, dat de staten van den Balkanbond en van de Kleine Entente het er reeds over eens zyn, dat zekere con cessies tegenover Bulgarije en Oostenrijk be nevens Hongarije niet te vermijden zullen zyn. Veel aandacht trekt ook de mogelijkheid in verband met de kwestie der herbewapening van Bulgarije ook de opheffing van de demili- tarisatie der zeeën te behandelen, die Tur kije in Genève geëischt heeft. Terzelfdertijd, dat de conferentie plaats heeft, bevindt zich te Boekarest Paul Boncour, te wiens eere verscheidene recepties gehou den worden. Ryksbisschop Muller heeft tot de evangeli sche gemeenten in het ryk een boodschap ge richt om hun aan te manen een de evangeli sche kerk waaydige houding aan te nemen tegen de nieuw-heidensche bewegingen. De Beriynsche correspondent van de „Daily Tel." verneemt nu, dat Himmler, chef der ge heime politie (Gestapo), die met de Duitsche geloofsbeweging van prof. Hauer (een van de nieuw-heidensche geloofsvormen) sympathi seert, alle exemplaren van de boodschap, die hy heeft kunnen achterhalen, in beslag heeft laten nemen. De correspondent voegt aan dit bericht toe: Dit is een nieuw bewys dat do nat.-soc. staat zich meer en meer schaart aan den kant van het heidendom. De boodschap was gesteld in uiterst krachtige termen, door iemand, die zelf door de kerkelyke oppositie (de Beiydenis- beweging) ia aangevallen wegens kettery. Als zy niet in beslag was genomen, zou zy veel hebben kunnen bydragen tot een verzoening tusschen den ryksbisschop en de Belijdenis synode. „De omwenteling door het nat.-socialisme in het Duitsche volk teweeggebracht aldus Müller's boodschap heeft een actieve wijs- geerige beweging in het leven geroepen. Dat was natuurlijk en onvermydelyk. Thans ech ter is duidelijk geworden, dat ingevolge deze omwenteling de wegen tusschen het Christen dom en de krachten van den anti-christ zich scheiden. „Uit een gerechtvaardigd verlangen naar een Christendom dat strookt met onzen eigen aard, is de eisch voortgesproten van een gods dienst die los staat van het Christendom. Er is zelfs beweerd, dat het Christendom vreemd is aan den Duitschen aard en dat geen Duit scher een Christen kan zijn. „Begrijpelykerwijze heeft dit onrust gewekt onder vele Christenen, die niet alleen in hun godsdienstige gevoelens worden gekwetst, maar ook in hun nat.-socialistische gezindheid. Velen vragen zich bezorgd af, of art. 24 van het n.-s. program nog geldig is en of de party nog blijft opkomen voor een positief Christen dom." DE FRANSCHE JOURNALISTEN KUNNEN WEL NAAR MOSKOU GAAN. Wy hebben Donderdag verteld, dat het Rus sische gezantschap te Parys den vertegen woordiger van de „Matln", die bij gelegenheid van Lavai's reis naar Rusland, mede naar Moskou wilde gaan, den toegang tot de Sow- jet-republiek heeft geweigerd. Tal van andere bladen hebben zich daarop solidair met de „Matin" verklaard en zoo besloten „Petit Pa- risien", „Figaro", „Journal", Echo de Paris" en andere couranten geen verslaggever naar Moskou te sturen wanneer Laval daar de Fransch-Russische overeenkomst gaat tee kenen. Tegenover deze houding van de Parysche pers heeft het Russische gezantschap te Parys nu bekend gemaakt, dat aan geen enkelen correspondent van een Fransch blad een visum zal worden geweigerd. De Parysche bladen toonen zich voldaan over de oplossing van het incident, maar som mige zyn hun ontstemming nog niet te boven. HOOFDSTUK IV. Het feest; 's konlngs populariteit. Sinds de kroningsfeesten van 1910 heeft Engeland niet iets beleefd, dat te vergelijken is met de feestelykheden van thans. Londen is momenteel het Mekka van de gelukkigen dezer aarde. Ieder lid der society, dat zich respecteert, zal zich schamen, als hy, later zai moeten zeggen: „Daar ben ik niet by geweest". De Engelsche regeering heeft voor de jubi leumfeesten 50.000 uitgetrokken, terwijl de city van Londen een bedrag van 5.000 be schikbaar heeft gesteld. Hiervan worden 5.000 besteed aan het bal, dat op 22 Mei te Guildhall zai plaats vinden. Vyfduizend per sonen zyn voor dit bal uitgenoodigd. De rest van het geld wordt besteed aan versiering der straten en het bouwen van tribunes om St. Paul's Cathedral. Op de Zaterdagen 11, 18 en 25 Mei en op Zaterdag 8 Juni zal het koningspaar groote ritten door Londen maken. Er zai een pom peuze ontvangst van het corps diplomatique plaats hebben benevens een van de Engelsche peers. Groote diners in Buckingham Palace, bals ten hove; een Garden-party op 25 Juni en groote parade van de Londensche politie in Hyde-Park op de twintigste van die maand. Een der hoogtepunten van de feestelykheden zal de kerkdienst zijn, die op 6 Mei in St. Paul's Cathedral gehouden wordt. Alle détails van deze ceremonie, die door de aartsbisschop van Canterbury geleid wordt, zijn al in een bundel beschreven, die de titel draagt: „Ge beden en dankzeggingen aan den Allerhoogsten voor de zegen, die hy over Z.M. den koning gedurende de vijfentwintig jaar zyner regee ring heeft uitgestort". In alle kerken van het Vereenigd Koninkryk zullen de feestgebeden worden uitgesproken. De padvinders zullen het jubileum op hun eigen manier vieren. Zeventienhonderd jongens zijn op 16 April 's avonds van verschillende punten in Engeland gestart. Vyf hunner bren gen den Hertog van York een boodschap voor den koning over. Het spreekt vanzelf, dat alle gekroonde hoofden in en buiten Europa uitge noodigd zyn. Als bijzonderheid diene vermeld, dat tot eere-adjudant van den koning drie In dische Maharadja's benoemd zyn, te weten: die van Bikana, Petials en Kasjmir. Het is de wensch des konings, dat de armen en behoeftigen geen oogenblik vergeten zullen worden. De opbrengst der zitplaatsen op de tribunes, waarvan de pryzen tusschen drie en vyftig pond varieeren, zal daarom de hospi talen ten goede komen. De werkgevers hebben besloten de feestdag als een werkdag te be talen. De „Liga voor Kunst" zal gratis-too- neelvoorstellingen voor de onbemiddelden houden. Tenslotte zullen onder de allerarm sten levensmiddelen verdeeld worden, zoodat er wat minder honger zal zyn, terwyi de ko- ninklyke familie feestviert. Onmiddellyk na zyn terugkeer uit Kltzblihel heeft de Prins van Wales ettelyke geestelyke en wereldiyke autoriteiten in het St. James Paleis ontboden. Onder hen bevonden zich de aartsbisschop van Canterbury, de opperrabijn van Londen en de Lord-Mayor van die stad. De Engelsche kroon prins zette uiteen, dat het jubileum van zyn vader de stoot moest geven tot de stichting van een groot fonds voor jeugdhulp. Men ziet, dat vader en zoon er ernstig naar streven zich populair te maken. De natuurlyke bonhomie van den koning heeft hem nader tot het volk gebracht, dat nauwkeurig op de hoogte is van de faits en gestes der konink- iyke familie. De geschiedenissen, die over een en ander in omloop zyn, vormen een leerboek over de geheimen der populairiteit. Op den tienden jaardag van den Wapen stilstand was een oude matroos naar Londen getrokken, die eens schoenpoetser by den koning geweest was, toen deze nog als jong officier op een oorlogsschip dienst deed. Hy zou by deze gelegenheid opnieuw aan den koning worden voorgesteld en verscheen met een schoenborstel in de hand; de koning her kende hem dadelyk. „Daar heb je waarachtig Harry, rn'n ouden vriend, maar wat wil je met dien borstelt Ik had je toch ook zónder borstel herkend." Harry zei, dat dit de borstel was, waarmee hy gewoon was de schoenen van den prins te schuieren en dat die borstel een cadeautje was, toen hy, Harry, naar een ander schip werd overgeplaatst. De koning bekeek het ding van alle kanten en zei toen lachend: „Maar Harry, je wil toch hoop ik niet be weren, dat ik jou zoo'n kalen borstel cadeau heb gemaakt!" „Nou ja, ik heb dien borstel natuurlyk ook lang gebruikt, maar U weet toch even goed als ik, dat U toen niet zoo ryk was als nu!" De koning wandelde met zijn kameraad een half uur heen en weer door de zaal, terwyl de hovelingen moesten wachten. Het spreekt vanzelf, dat het ter gelegen heid van het jubileum aan lof uit het buiten land niet heeft ontbroken. Wy halen hier de uitspraken van eenige bekende Franschen aan. De veel in Engeland vertoefd hebbende schryver André Maurois zegt onder meer: „Het is gewettigd, dat koning George V het symbool is geworden van de successen der Britsche regeering. Hy heeft onder alle om standigheden het voorbeeld gegeven van de meest Britsche deugden. Zyn langdurige ziek ten en de huwelyken van zyn zonen hebben het volk meermalen in de gelegenheid gesteld van zyn loyaliteit blyk te geven". De staatsman en literator Paul Norand zegt: „Voor het Britsche volk moet de koning tegelijk een vaandel, een zedelijk ideaal en een belichaming der krachten van het keizerryk zyn. George V voldoet aan die voorwaarden". Minister-president Flandin merkt op: „Het Britsche keizerryk viert het jubileum van George V met prachtige geestdrift. Aldus manifesteert zich de kracht van een gemeen schap, die de meest verschillende volken op alle continenten in zich vereenigt. Frankryk verheugt zich over een uiting van macht die den vrede dient, waarvan Engeland een der trouwste bewaarders is". Tenslotte citeeren we generaal Weygand: „Op het oogenblik, dat het Britsche keizerrijk het jubileum van zyn souverein viert, zou maarschalk Foch, die de veldmaarschalkstaf ontving uit de handen van koning George V, zich gelukkig gevoeld hebben zyn eerbetuiging te verbinden met die van Engelsche wapen makkers". EINDE. Feuilleton. 89) De jonge Arabier trachtte de eerste dagen van zyn verblyf herhaaldeiyk het gesprek op Nora Tilden te brengen; het leek wel, of zy 'n hevige mate op zyn fantasie werkte. Ge duldig luisterde dr. Kaiserlien naar de ver halen van den jongen, maar geen enkele 'haal kon hy er toe besluiten zelf een vraag te stellen. De eene dag na den anderen ging voorby, hiaar de door Hammer aangekondigde com missie liet zich nog steeds niet zien. Kaiser lien verveelde zich gruweiyk. Alvorens de hooge heeren, die voor deze enquête zeker behooriyk gehonoreerd zouden worden, in Haifa arriveerden, zouden er nog wel weken hunnen voorbygaan. Maar ziet, juist toen Kaiserlien aan hun komst begon te wanhopen, bracht het toeval (feheel onverwacht wat afwisseling in het ééntonige leven van allen dag. Kaiserlien lag lui op een chaiselongue in z'Jn kamer, toen hy in de vestibule van het hotel een gesprek hoorde. Duideiyk onder scheidde hy Achmed's jongensachtige stem, moeizaam zoekend naar de vreemde woorden, ®u de heldere tenor van een volwassene. ..Die stem ken ik toch", drong het plotse- 1'hg tot hem door. „Dat is toch dat is toch Hy sprong op en haastte zich naar de vestibule. Zyn vermoeden bleek juist te zijn geweest, want daar stond de handen diep in de broekzakken, zooals dat zijn gewoonte was professor Cinon. Kaiserlien's eerste gedachte was, dat Edith professor Cinon op dracht had gegeven hem te volgen. Cinon begroette hem allerhartehjkst. „U hier, dr. Kyrmayer? Wat hebt u nu hier te zoeken?" Hy wachtte het antwoord niet af, maar greep Kaiserlien spontaan by den schouder. „Kom mee, jonge vriend, dan gaan wy eens op myn kamer zitten. Vertel u my eerst eens, wat u hier uitvoert Bent u alleen of op de huwelyksrels Hy las op Kaiserlien's gelaat, dat hy daar een onhandige vraag had gedaan. „Ziezoo, komt u binnen, maak het u gemakkelyk en vertel eens op!" trachtte hy af te leiden. „Hoe lang bent u al hier Ik trek hier al sinds een week door het land. U herinnert zich toch, dat ik van Montreux naar Messina ben gegaan? Welnu, toen ik daar zoo op Sicilië zat, dacht ik by mezelf: dat kattensprongetje naar Palestina moest je nu ook nog maar doen". Kaiserlien begreep niet onmiddellijk, wat zijn gastheer bedoelde. Maar toen schoot het hem plotseling te binnen. Juist ja, de geologische democratie, dat was immers Cinon's stokjaardje! En reeds redeneerde de professor er op los: „De geologische democratie in haar zuiver- sten vorm vindt men aan de Doode Zee. Zeld zaam interessant, wat? Weet u wel, dat het bekende bybelsche verhaal van Lot's vrouw, die in een zoutpilaar veranderde, in wezen elgeniyk niets anders is dan de religieuze ver klaring van een geologische revolutie? En gretig maakte hij nu van de gelegen heid gebruik om de geschiedenis van den ondergang van Sodom en Gomorrha van het standpunt der geologische democratie te be lichten. Het duurde eenigen tyd voor Kaiserlien aan het woord kwam. „Een gelukkig toeval, dat u ook juist ln dit hotel uw intrek hebt genomen", merkte hy op, toen hem daartoe eindelyk de kans werd geboden. „O, dat is heelcmaal geen toeval", ant woordde Cinon. „Ik had er een byzondere reden voor om juist in „Karmel" onderdak te zoeken". En op Kaiserlien's vragenden blik vervolgde hij: „Ik dacht namelijk hier een kennis, of beter gezegd, een familielid te zul len aantreffen. Een nichtje van me koesterde het voornemen om hier eenigen tijd voor herstel van gezondheid te verbiyven en van die gelegenheid wilde ik gebruik maken haar eens op te zoeken. Maar nu hoorde ik, dat zy allang vertrokken is zonder een nader adres achter te laten". Kaiserlien speurde onmiddellyk eenig ver band. „Een nichtje? Het is best mogelyk, dat ik haar ken, want ik heb een paar maanden geleden hier ook eenigen tyd gewoond. Hoe heet zy?" „Nora Tilden", antwoordde Cinon. „Kent u haar?" II. De wereld is toch niet veel meer dan een dorp, dacht Kaiserlien. Daar leer ik nu in Azië een jongedame kennen en een poosje later, een paar duizend kilometer van haar verwijderd een eenigszins zonderlingen ge leerde. En juist die beiden moeten familie van elkaar zijn, terwyl bovendien het toeval wil, dat ik den zonderling hier later weer ont moet. Het zou prettig geweest zijn, als professor Cinon iets van Edith Wismuth had kunnen vertellen. Kaiserlien informeerde voorzichtig, of Edith's verblyfplaats Cinon bekend was. Maar deze laatste bleek daarvan in 't geheel niet op de hoogte te zyn en kon slechts zyn blijkbaar oprecht gemeend leedwezen betuigen, dat Kaiserlien en Edith Gotron elkaar uit het oog hadden verloren. Twee dagen gingen weer traag voorby. Cinon begon over zyn vertrek naar Europa te spreken. Hammer's commissie echter liet nog steeds niet van zich hooren. Achmed Hadi voerde sinds Kaiserlien's aan komst een zwaren innerlyken stryd. In zyn Koran lag nog steeds ongeopend de brief, dien hij eens verduisterd had om Nora Tilden voor haar hoogmoedigheid te straffen. En nu trachtte hy het met zichzelf eens te worden, of hy dezen brief ook verder hy wist zelf niet hoe lang nog zou bewaren, of dat hy hem zou overhandigen aan dr. Kaiserlien, die zich immers voor Nora Tilden en daarmee natuurlyk ook voor haar correspondentie! Interesseerde. Instinctief voelde hy, dat deze brief van Nora Tilden voor dr. Kaiserlien van onschat bare waarde kon zyn. En daardoor kwam het, dat hij al zijn moed byeenraapte en Kaiser lien, toen de avond gevallen was, in het half duister van het trappenhuis aansprak. „Hm eh doctor?" Kaiserlien wendde zich met een vriendeiyk lachje tot den jongen. „Wel, Achmed, wat is er?" Kaiserlien's minzaamheid deed Achmed's moed toenemen. „Ik wilde u vragen, doctor maar natuurlijk niet uit nieuwsgierig heid interesseert u zich nog voor miss Tilden?" Kaiserlien begreep, dat Achmed hem iets wilde toevertrouwen. „Natuurlyk interesseer ik my voor miss Tilden, beste jongen. Ik was toch vroeger heel goed met haar bevriend". „Ja, ja, maar u weet zeker niet, waar zy zich op het oogenblik bevindt?" „Neen", antwoordde Kaiserlien verwonderd. „O ja, dat komt zoo ik heb nog iets van haar. Daaruit zoudt u misschien kunnen zien, waar zy nu woont!" „Zoo, wat heb je dan van haar?" vroeg Kaiserlien, nu toch werkelyk nieuwsgierig. „Een brief!" „Een brief van haar of aan haar?" „Een brief, dien zy zelf geschreven heeft". „Hoe kom je daar aan?" Achmed begreep, dat een leugentje om bestwil- niet te omzeilen zou zyn. „Ik heb vergeten hem in de bus te gooien", verontschuldigde hy zich. „En later, toen miss Tilden al vertrokken was, bemerkte ik, dat hy nog in myn lessenaar lag." „Nou, geef hem my dan maar", verzocht Kaiserlien goedig. Achmed overhandigde hem het epistel en het was hem of hem daarby een last van de schouders werd genomen. Een mensch moét niet de Voorzienig'aeid willen spelen. Het straffen was tenslotte slechts aan Allah. Kaiserlien bekeek het couvert: „Beriyn, Poste restante 1784" las hij en dat prikkelde zyn nieuwsgierigheid. Het interesseerde hem te weten met wien Nora Tilden poste restante ln Beriyn correspondeerde. „Ik zal zien, of Ik den brief nog op de plaats van bestemming kan krygen", zei hy vriendeiyk en daarop begaf hy zich naar zijn kamer. Daar onderdrukte hy zyn gewetensbezwa ren ten opzichte van een schending van het briefgeheim en opende het couvert. „Waarde Syndicus!" las hij, „Geachte Syn dicaat!" Verder kwam hy voorlooplg niet. Er werd geklopt. Professor Cinon trad binnen. Eenigs zins verlegen legde Kaiserlien den brief op tafel. Hy voelde zich als een schooljongen, die by een of andere kwajongensstreek op heeterdaad wordt betrapt. Cinon scheen dit niet te ontgaan. „Laat u zich door my niet storen, jonge man. Leest u gerust eerst dien brief van uw teer beminde!" „Er is geen haast by", verzekerde Kaiser lien, ietwat verlegen. Het lag niet in zyn be doeling den brief in Cinon's tegenwoordigheid te lezen. Verstrooid luisterde hy naar het ge praat van den professor. Intusschen trachtte hy met zichzelf uit te maken, wie de „syndi cus" en wat het „syndicaat" was, tot wie Nora Tilden zich in haar brief had gewend. Het scheen Cinon niet op te vallen, dat zijn bezoek op dit oogenblik zeer ongelegen kwam Hy praatte weer honderd uit over zyn geolo gische democratie, maar plotseling vroeg hy als terloops: „Vertelt u my eens, meneer Kai serlien, hoe lang denkt u nu eigenlyk nog hier te biyven? Ik denk erover binnenkort te ver trekken. Eerlyk gezegd, begin ik langzamer hand weer naar huis te verlangen". Kaiserlien haalde de schouders op. „Dat kan nog weken, maar ook maanden duren. Joost mag weten, wanneer het die commissie eindelyk belieft te komen!" Cinon speelde wat met zyn horlogeketting. „Als ik u was, zou ik eens naar Beriyn tele- grafeeren en als men u daar dan geen defi nitieve toezegging kan doen, zou ik eenvou dig teruggaan. Wat my betreft, ik ben van plan om morgen aan het bureau van de Lloyd een passage-biljet te koopen. Hebt u geen zin om mee te gaan?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1