Buitenlandsch Overzicht. HOLTAP Kan N.V Jb. WZOON AKKERTJES WEL KOM THUIS Kont Ge niet slapen? NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND ZATERDAG 18 MEI 1935 63ste JAARGANG AKKER SACHETS Na den dood van Pilsudski. Met anti-semitisme in Beieren. Staat en kerk in Duitschland. De huwelijksgeschenken voor Prinses Ingrid. in extra prima kwaliteit SPOORSTRAAT 49 Tel. interc. 46 De kruiser „De Ruyter". De Koningin en de Prinses terug in het land. BEANTWOORD U NU DE VOLGENDE VRAGEN: NaamAdres COURANT Abonnement per 8 maanden bil vooruither u u Anna Ruulowna. Breezand, Wieringen en Nedert. Oost- en West-lndlë per «eepost f 2 in l binnenland f 2.-, landen t 3.20. Losse nos 4 ct f maU e]n overige Zondagsblad resp. 10.50. 10.70 f0 70 M L^'^Weekabonnementen 12 ct. f i.7o 1Modeblad resp. f 1.20. f 1.50. f1.50. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 Ct. per regel (galjard). Ingez. medsd. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; b(j niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Eden over het vraagstuk der ontwapening; een stil verwijt aan Duitschland. - De houding van Engeland ten opzichte van het geschil tusschen Italië en Abessinië. De „goede oude tijd" herleeft. Eden over de ontwapening. De Engelsche minister Eden, de lord geheim zegelbewaarder, heeft Donderdag te Fulham een belangwekkende rede gehouden, waarhjj hij o.m. gesproken heeft 0Ver het vraagstuk der ontwapening. Xn alle ontwapeningsbesprekingen zoo «jide de minister is tot dusver als vast staande aangenomen, dat er pariteit zou be staan in de sterkte der In Europa gestation- 'neerde legers tusschen de drie westelijke 'groote continentale mogendheden: Frankrijk, Duitschland en Italië. Daarop was ook het Engelsche voorstel, het z.g. plan van Mac- Donald, gebaseerd. Daarin werd een legersterkte van 200.000 man voor Frankrijk, Duitschland en Italië ge opperd, terwijl een veel hooger cijfer, n.l. 500.000, voor Rusland was voorzien. Het ver dient opmerking, dat Duitschland voorheen deze ontwerp-overeenkomst herhaaldelijk heeft geprezen en zijn leedwezen heeft betuigd, dat van de beginselen daarvan werd afgeweken. ANTHONIE EDE, blzonder vertegenwooridger der Engelsche regeering in Volkenbond»- en ontwapeningskwesties. De ontwapeningsconferentie heeft metter daad dezer ontwerp-conventie aanvaard, met inbegrip van Duitschland, als grondslag van verdere besprekingen. Een jaar geleden, toen spr. een bezoek bracht aan Berlijn, Rome en Parijs, is het beginsel van pariteit tusschen dc drie westelijke vastelandsche mogendheden nergens bestreden. Duitschland vroeg toen evenwel, dat 't cjjfer van de legersterkte niet 200.000, maar 300.000 man zou zijn. Indien de Duitsche regeering thans 550.000 man eischt, is het duidelijk, dat op een zóó hoog peil pariteit tusschen de drie westelijke continen tale mogendheden op een gelijke basis van oefening onmogelijk is. Spr. erkent, dat de Duitsche regeering het door haar gevraagde hooge cijfer motiveert met haar bezorgdheid over Oost-Europa, Hjj gaat derhalve voort den toestand daar te be- studeeren. Wat Sowjet-Rusland betreft, spr. is nooit in een land geweest, dat meer reden heeft zich in de eerstkomende jaren met den binnenlandschen toestand te bekommeren als Rusland. De groote plannen, die het bezig is te ver wezenlijken, zouden toch niet erger in de war gestuurd kunnen worden dan door een oorlog. Bovendien scheiden groote afstanden Berlijn van Moskou en sedert de wedergeboorte van den grooten Poolschen staat, is de mogelijk heid van een Russischen aanval op Duitsch land een geografisch anachronisme geworden. Om deze redenen kan spreker de beducht heid van een militairen aanval door Rusland, welke in Duitschland schijnt te heerschen, niet deelen. Bovendien is hij overtuigd, dat een volk, dat beducht is voor zijn veiligheid, niet beter kan doen dan zijn plaats in te nemen in den Volkenbond en zoodoende te profiteeren van de weldaad van collectieve veiligheid. 4 4 Engeland en het Italiaansclv Abessijnsche geschil. Volgens den diploma- tieken corr. van de „Daily Telegraph", zou men te Londen van ge voelen zijn, dat, nu Rome stappen genomen heeft, om zijn leen van de Ita- liaansch - Abessijnsche commissie te benoemen, bet voor den bond tenslotte misschien toch onnoodig zou zijn, om de Abessinischc klacht .n dit stadium te behandelen. Zoo naief zal de Britsche regeering echter wel niet zijn, dat zij uit het oog verliest, dat Mussolini's aan wijzing van commissieleden niet beteekent, dat hij nu ook de grenskwestie, zonder welker beslechting het incident van Walwal niet goed beoordeeld kan worden, als onderwerp van be spreking erkend heeft. De correspondent van hetzelfde blad te Addis Abeba meldt dan ook, dat de keizer van Abessinië zijn verzoek om onmiddellijke bondsactie rechtvaardigt met Italië's weige ring om de commissie een algemeene grens herziening te vergunnen. De Times publiceert hedenochtend een ar tikel, dat klaarblijkelijk ais een sobere, maar ernstige waarschuwing aan het adres van Mussolini bedoeld is. Het blad beantwoordt diens rede aldus, dat noch Groot-Britannië, noch Frankrijk aan een formeele diploma tieke interventie denkt, maar dat het recht van consulatie tusschen hen en Italië opge sloten ligt in algemeene verdragen als het handvest, ln het bijzonder in die over Abes sinië. Uit het artikel blijkt duidelijk genoeg, dat Neem dan voor 'i naar bed gaan eens zoo'n "AKKERTJE en slaap heerlijk rustig en fijn. door Volgens recept van Apotheker Oumont de Times ganschelijk niet overtuigd is, dat Italië gelijk heeft met zich dik te maken over het incident van Wal-wal. Zij wijst er op, dat Britsche troepen ieder oogenblik dergelijke incidenten aan de Abcssinische grens hebben, maar dat de oorzaak in den regel in ruzies tusschen stammen ligt en dat de keizer zijn best doet. Onder dit hoofd schrijft de N. R. Crt. een hoofdartkiel. waar in het op cynische wijze hekelt den terug keer tot den z.g. „goe den ouden tijd", wat zijn ideeën betreft van bewapening tot en met, om den vrede te be waren. Inderdaad de mensch is niet veran derd en beginselen en idealen veranderen den mensch ook niet, zoolang ze zijn wezen on aangetast laten. De veranderde gezindheid van het hart eerst kan scheppen een ver andering in het maatschappelijk leven. Jarenlang heeft men gezocht naar hervor mingen, naar verbetering van het maatschap pelijk leven, naar een basis van onderling vertrouwen en nu is men weer aangeland op het standpunt van voor den oorlog: „Wie den vrede wil, wapene zich ten oorlog." Een standpunt uit de hel. Hieronder geven we nog een kort uittrek sel uit het artikel van de N. R. Crt.: Zy, die den goeden ouden tijd terugwen- scnen, hebben verschillende redenen tot te vredenheid in deze dagen. Niet slechts de herrijzenis van het Fransch-Russisch ver bond is er, om oude herinneringen te doen herleven. Te Moskou is nu ook officieel het klassieke beginsel „si vis pacem, para bel- lum", „als gij den vrede wilt, bereidt u dan' voor op den oorlog", in eere hersteld. Het behoud van den vrede laat geen verzwakking van de bewapening toe, zoo is daar in over eenstemming verkondigd. Van de nachtmerrie van de ontwapening heeft men zich gelukkig bevrijd. Nu gaat men weer leven volgens het oude, gezonde beginsS, waaraan wy zoovele oorlogen te danken hebben. De homoeopathie op dit ge bied blijkt waarlijk moeilijk uit te roeien, hoe slechte ervaringen men ermede ook op gedaan heeft. zwaaid worden door den loop der geschie denis. Waarlijk, het tafereel schiet niet te kort in schilderachtigheid. Maar wij zagen het alles liever op zyn plaats, en minder aan den goeden, ouden tijd her innerend. Het défilé langs de baar. Sedert Woensdagnacht stoomen honderd duizenden naar de Sint Johannes-Kathedraal te Warschau, waar het stoffelijk overschot van maarschalk Pilsudski op de baar ligt. In het midden van de kathedraal staat de kist op een hooge katafalk, de kist is ge maakt van het hout van de boomen, welke groeiden by het geliefde Wilna van Pilsudski. Het hart van den maarschalk, dat thans nog op het slot Belvédère rust, zal naar Wilna worden overgebracht. De kist is van zilverbeslag, het gelaat van den doode kan men zien door een glazen plaat in den deksel. Duizenden en nogmaals duizenden trekken voorbij de kist en brengen den laatsten groet aan den dooden maarschalk; buiten wachten geduldig de tienduizenden, tot het hun beurt is langs de kist te schrijden. Weer grooteren omvang aangenomen. met medeweten en goedkeuring van de ver antwoordelijke instanties, bljjkt uit een rede van den Beierschen minister van binnenland- sche zaken, die Zondag j.1. op een boerenver- gadering verklaarde, dat het hem verheugde deze opschriften te lezen. Voor Rusland erkent de noodzakelijkheid van een sterk Fransch leger. Daarvoor is het Kremlin bereid geweest, een concordaat te sluiten, ten opzichte van de houding van zyn gcloovige aanhangers in Frankrijk. Deze krijgen dispensatie van de verplichting tot anti-militarisme; ja, hun zal zelfs als plicht worden opgelegd, niet langer tegen het Fran- sche leger te ijveren, daar dit nu ook het wapen is geworden van het communistische Rusland. Zoo verandert de wereld, zoo maken beginselen buitelingen. Maar met dat al blijft de wereld toch weer zoo treffend dezelfde. Helaas! Wat ons moeilijk lijkt, en in ieder geval inconsequent, is, de dispensatie van anti- militarisme alleen tot Frankrijk te beperken. Waarom het niet te laten gelden voor alle landen, die een Duitsch gevaar te duchten hebben, indien Duitschland zoo gevaarlijk is als Moskou gelooft? De communisten, die nooit voor kapitalistische handelsbetrekkin gen belangstelling hebben getoond, maar die nu gloeiend ontwikkelen voorzoover zy Rus land betreffen; die den Volkenbond, lang een gruwel in hun oogen, door hun curie tot troe telkind, en het verfoeilijke statuut van Genève -tot een catechismus hunner inter nationale politiek hebben zien maken, moeten het gevoel krijgen, dat zij vreemd rondge- Naar V.D. uit MUnchen verneemt, neemt het anti-semitisme in Beieren de laatste we ken weer 'n grooteren omvang aan. Op brug gen, by tramhaltes en op andere drukke pun ten zyn de laatste dagen duizenden plakkaten aangebracht met opschriften zooals „sterili seert de Joden" en „De Joden werpen het volk in een oorlog en profiteeren daarvan". In het kantoor van een Joodsche firma, wel ker directeur gedurende den wereldoorlog in het Duitsche leger heeft gediend en drie maal gewond werd, zyn tot twee keer toe de rui ten ingeworpen, terwy'1 in een der winkel straten vele spiegelruiten zyn vernield, door dat ze bestreken zyn met chemische middelen. Bij den toegang tot tientallen dorpen in Opper-Beieren zijn op de officieele naambor- *flen opschriften aangebracht: „Joden worden hier niet gewenscht". Dat dit wordt gedaan Geen vergelijk bereikt. De onderhandelingen tusschen minister Frick en den bisschop Marathrens, den verte genwoordiger van de Belijdeniskerk, zyn, vol gens den Berlynschen correspondent van de Times, mislukt. Zij waren een dag of tien geleden begonnen met het doel, door een ver gelijk een einde te maken aan het geschil tusschen kerk en staat. De beslissing om ze af te breken is genomen in een onderhoud tusschen Frick en Hitier en ze strookt met het kennelijk voornemen van de leiding der N.S.D.A.P. om ondanks allen tegenstand een nationale kerk te stichten. De verrassende bewering van Hess te Stockholm, dat de kerkelijke geschillen op kunstmatige wijze in het leven zijn geroepen door atheïstische communisten en agnostische marxisten, bewijst, dat in de hoogste regee- ringskringen toch wel een zeer dreigende geestesgesteldheid tot uiting komt. Het kan gemakkelijk zoo uitgelegd worden, dat de Partij-Staat zich voorbereidt om met belde groote kerkgenootschappen den strijd aan te binden zoodra de buitenlandsche po litieke horizon een beetje opgeklaard zal zijn. Prinses Ingrid, die op 29 dezer met kroon prins Frederik van Denemarken in het hu welijk treedt, wordt goed bedacht met kost bare geschenken. De correspondent van de Daily Tel. geeft er een opsomming van. Van Koning Gustaaf krijgt de bruid een diaman ten en paarlen bezette sieraden, prachtige staaltjes van Duitsche juwelierskunst uit het begin der 18e eeuw. Zy hebben behoord aan koningin Victoria van Zweden, die ze van haar moeder, groothertogin Louise van Baden had geërfd. De prinses zal dezelfde oranjebloesem, nu geel van ouderdom, dragen als haar moeder, prinses Margaret, dochter van den hertog van Connaught, bij haar huwelijk met den Zweedschen kroonprins te Windsor (15 Juni 1905), en ook denzelfden bruidsluier, gemaakt van oude Iersche kant De bruidskrans zal worden gemaakt van hetzelfde mirt groen als die van prinses Mar- garit. Deze mirt door prinses Margarit naar Zweden meegenomen, staat nog ln de Oran jerie van het zomerpaleis van den kroonprins in Zuid-Zweden. Het geschenk van het Zweedsche volk zal bestaan uit een zilveren tafelservies, geheel in Zweden gemaakt tafellinnen en een collec tie Zweedsche boeken. De bruid zal haar rijpaard en haar hondje, een Schotsche terriër, naar Kopenhagen mee nemen. HET NIEUWE BOEK VAN ROSENBERG. Van terugneming geen sprake. De correspondent van de N. R. Crt. te Berlijn meldt: De brochure van Rosenberg: „An die Dunkelmënner", heeft een zoodanigen ver Uitsluitend naar koop gevonden, dat een hoeveelheid van hon derdduizend exemplaren in den tijd van 3% dag was verkocht. Dientengevolge moest de verkoop eenigen tijd worden stopgezet, en deze is thans hervat. Ook de tweede honderd duizend is met razende snelheid verkocht. Tengevolge van de pauze in den verkoop is het gerucht ontstaan, dat de brochure zou worden teruggenomen; een gerucht dat door Reuter is vernield; doch van een dergelijke terugneming is hier natuurlijk niets bekend. Beooek van leden der Eerste Kamer aan de werf Wilton-Feysnoord. Donderdagmorgen hebben eenige leden van de Eerste Kamer een bezoek gebracht aan de werf Wllton-Feyenoord te 3chiedam, ter be zichtiging va den kruiser ie Ruyter. In een viertal auto's arriveerden de voorzitter, mr. W.L. baron de Vos van Steenwyk, de leden mr. D. Fock, jhr. mr. H. C. de Savornin Loh- man, jhr. mr. H. A, M. van Asch van Wyck, mr. J. N. J. E. Heerkens Thjjssen, M. Visser, mr. P. E. Briët, mr. P. Drooglever Fortuyn, mr. dr. G. Kolft en de griffier jhr. dr. W. A. Beelaerts van Blokland. Ter verwelkoming was aanwezig de direc tie der n.v. Wilton-Feyenoord, de heeren Wil ton, ir. Teschmacher en Ir. Verloop. Mede waren aanwezig schout bij nacht Vos en de toekomstige commandant van den krui ser kapitein-luitenant ter zee v. d. Sande La- coste, en de officier van den marinestoom- vaartdiens* lste klasse de Vries. Donderdag rolde de Koninklijke trein het station van 's-Hertogenbosch binnen, onder hartelijk gejuich van de groote menigte be langstellenden, die door de politie tot de helft van het perron werden toegelaten. Het pu bliek was zoo geestdriftig dat het door de po- litieafzetting heenbrak. Koningin en Prinses dankten wuivend voor de Haar gebrachte hui- de, waarop de menigte spontaan iet Wilhel mus inzette. De salon rijtuigen werden hier aan den in middels uit Utrecht gearriveerden trein ge koppeld. De menigte volgde den trein, die om 3.33 vertrok, zoo ver mogelijk. Feuilleton. De wonderlijke belevenissen van dr Kaïserlien 82) Daarmee is Kaiscrlien eigenlijk aan het eind van zijn Latijn, maar gelukkig sèhiet hem tijdig iets te binnen, waardoor hij het gesprek handig over een anderen boeg kan gooien: »Zjjn vrouw moet, naar ik hoorde, toch geld hebben gehad. Kon die zijn schulden dan niet hetalcn De conciërge lacht schamper. „Zyn vrouw? ïh ben er hcelemaal niet zeker van, dat hy een vrouw heeft." ■■O, ja!" verzekert Kaiserlicn en om zijn Voorden meer kracht bij te zetten, vervolgt hij "•ot eenige overdrijving: „Hij heeft mi) zelf het trouwboekje laten zien!" ..Nu ja," geeft de ander half toe, „als dat trouwboekje fiink oud was. kan dat wel hloppen. Hy Is wel eens getrouwd geweest, jnaar dat is dan toch al heel lang geleden. Dat "vvelijk liep trouwens spaak en daarna is hij Bescheiden. Af en toe zie ik zyn gescheiden vrouw nog wel eens. Een keurige verschijning. Maar Ik geloof niet, dal zij van haar geld ooit eeh cent hp-»ft teruggezien.' ..Dat kan alles best waar zijn, maar hij is Ool< nu nog getrouwd!" houdt Kaiserlien vol. ..Neen!" ontkent de conciërge niet minder hardnekkig, ,,'t Kan zijn, dat hij vaste verkee- heeft. Een tydlang kwam hier tenminste 21 eens zoo'n la ge juffrouw met schelvisch- £en maai uie hen ik nu een paar maanden al niet meer gezien. Dat hij met haar ge- owd was, geloof ik niet." ',Ken lange juffrouw met schel visch- :en?" overlegt Kaiserlien. Dat „lang" zou B op Edith Wismu.h van toepassing kunnen zyn. maar schelvischoogen... Het was hem nooit opgevallen, dat Edith Wismuth schel- vischoogen had... Maa* mischien had zoo'n Berlijnsche conciërge zyn eigen begrippen over schoonheid... in ieder geval moest hy probee- ren meer uit den man te krijgen. M't Kan zyn, dat wy dezelfde op het oog hebben." tast hy verder. „Misschien is hy ook niet met haar getrouwd." En alsof hem plot seling dat te binnen schiet, laat hy er op vol gen: „Dat is waar ook ik heb een foto, waaruit blykt. dat hy met haar getrouwd is." „Och kom!" zegt de conciërge ongeloovig. 'ja," verzekert Kaiserlien, terwyl hij de foto, welke hy van Hasenstab heeft gekocht, uit zyn portefeuille neemt. „Kykt u maar!" De conciërge werpt er een vluchtigen blik op en heeft zijn oordeel onmiddeliyk gereed. „Neen, dat is haar niet," zegt hy hoofd schuddend. „Dat Is een andere". „Maar dr. Körthe is het toch wel?" „Die is het!" bevestigt de man. "Diens gezicht ken ik uit duizend anderen." „Misschien is dat dan zyn gescheiden vrouw?" polst Kaiserlien. „Neen!" is het antwoord. „Zyn gescheiden vrouw ziet er heel anders uit. Die is al heel wat ouder." Hy schynt by zichzelf te overleggen. Dan zegt hy plotseling: „Wacht eens. Laat u my die foto nog eens zien!" Kaiserlien voldoet aan het verzoek. De conciërge bekykt de foto nu nog eens van weer vlak onder zijn neus en zegt eindelijk alle kanten, houdt haar op een afstand, dan htzaam: „Ik zou er geen eed op durven doen maar ik geloof, dat ik die toch ook ken. Als ik my niet vergis, heeft zy twee of drie dagen hier gewoond, maar dat moet dan toch minstens een jaar of twee geleden zyn. Lang heeft zy het niet bij hem uitgehouden. Ik heb altijd gedacht, dat zij niet met hem ge trouwd was, maar nu ik die foto zie, schynt het toch. dat ik my vergist heb"; Weer staart hy even peinzend voor zich uit. Dan vervolgt hy: „Ik geloof zeker, dat het dezelfde is. die toen maar een P'mr da gen by hem bleef, 't Was de eenige aardige, die ik hier ooit gezien heb. Zy was tenminste beleefd en had ook voor menschen als wy nog eens een vriendelyk woord over". „En weet u niet, waar zij nu is?" ,,'t Spyt me. Dat kan ik u helaas niet zeg gen." Goed beschouwd, was Kaiserlien dus nu nog even ver als na zyn bezoek aan het Be volkingsbureau. Ook zyn nasporingen in de Passauerstraat hadden hem geen enkel aan- knoopingspunt opgeleverd met betrekking tot de tegenwoordige verblyfplaats van Edith Wismuth, die nu dus eigenlyk Edith Körthe bleek te heeten. De middag was intusschen reeds ver ge vorderd. Hij voelde zich teleurgesteld. En die teleurstelling wekte een gevoel van moede loosheid. Hij had zich dat alles veel gemak kelijker voorgesteld. By zijn terugkeer in Ber- lyn had hij verwacht, dat de namen „Nora Tilden" en „Cinon" een „Sesam, open u" zou den vormen voor deze geheele miserable ge schiedenis. Nu bleek echter, dat hy ook daar mee nog niets wyzer was geworden. En toch moest er iets worden gedaan. Het had geen zin op zyn hotelkamer te gaan zit ten en daar te, wachten op de dingen, die komen zouden. Wanneer bleek, dat het spoor van Nora Tilden en professor Cinon op het oogenblik niet verder te volgen was, dan moest hij op een ander punt beginnen. Als zyn vermoeden, dat de omineuze Spiona iden tiek was aan Hammer's secretaresse, juf frouw Schafer, juist was, dan moest hy ook langs dien weg tot de oplossing van het raadsel kunnen komen. Hij zou dus Hammer's secretarisse in het oog moeten houden. Ook dat was echter ge- makkelyker gezegd dan gedaan, want voor- loopig had hij er geen idee van, waar zy woonde. Het Bevolkingsbureau was natuur lijk al gesloten en met een en ander tot mor gen te wachten, beteekende noodeloos tijd verlies. Kaiserlien dacht ingespannen na, Wacht eens er was nog een andere mogelijkheid: hy zou haar onopvallend kunnen volgen, als zij het kantoor van het syndicaat verliet. Een klok aan een der winkels in zijn on- middellyke nabijheid wyst kwart voor zes. Wanneer het kantoor niet om vyf uur sloot, kan hy het nog net halen. En verder zou het dan slechts een kwestie van geluk zyn of hy die juffrouw Schafer onder het personeel zou ontdekken en e- in zou slagen haar onge merkt te volgen. Een taxi brengt hem in tien minuten naar dè voorstad. Twee minuten voor zes is hy, waar hy zijn moet. Op eenige tientallen me ters van den hoofdingang laat hy den auto stóppen en verzoekt hy den chauffeur te wachten. Nu komt het er op aan listig te werk te gaan en zich een plaatsje te zoeken, vanwaar hy den hoofdingang in het oog kan houden zonder zelf gezien te worden. Aah den overkant.bevindt zich een cafétje, dat aan de eene zyde begrensd wordt door een tuin en aan de andere zyde door een per ceel bouwterrein, dat afgezet is door een schutting. Het café biedt vrijwel de eenige kans om zich te verbergen en juist staat Kai serlien op het punt van die kans gebruik te maken, als hy plotseling iets ontwaart, dat hem een oogenblik als aan den grond gena geld doet stilstaan: eenige tientallen meters van hem verwijderd wandelt rustig een man, die zich van geen kwaad bewust schijnt te zyn, maar die hem Kaiserlien toch merkwaardig bekend voorkomt. Neen, hy kan zich niet vergissen. Die man, die, terwijl hij kalm voortschrydt, het hoofd wat terzyde buigt en met iets van jeugdigen overmoed het lichaam voortdurend van links naar rechts laat wiegelen, is niemand anders dan Professor Cinon! Kaiserlien begrypt, dat hy in deze minuut een onbetaalbare ontdekking heeft gedaan. Professor Cinon hier buiten voor het front van het Silfide Syndicaat, op iemand wach tend! Op wie zou hij anders wachten dan op Hammer's secretaresse, juffrouw Schafer! Daaruit bleek; dys wel overtuigend, dat hij met zyn vermoeden inzake de medeplichtig heid van deze „Spiona", aan het rechte eind had gehad! Kaiserlien heeft ditmaal slechts een secon de noodig om tot een besluit te komen, Met een ruk draait hy zich om en haastig, zon der nochthans op te vallen, begeeft hy zich naar den auto, waar hy den chauffeur toe voegt: „De meneer, die daar loopt, moeten wy in het oog houden. Hy wacht vermoede- lyk op een dame, die hier direct uit het ge bouw zal komen. Als dat zoo Is, moeten wfl hen onopvallend volgen." Dan stapt hy in. De sirenes kondigen loeiend het einde van de dagtaak aan. Een minuut later stroomt een dichte menschenmenigte ter weerazyde van het hoofdgebouwd door de wyd geopende poorten naar buiten. - Dat zijn de arbeiders; haastig verspreiden zy zich in alle richtin gen. Het kantoorpersoneel moet door den hoofd uitgang in het gebouw zelf komen, taxeert Kaiserlien. Zijn vermoeden wordt ook ditmaal bewaar heid. De file manneiyke en vrouweiyke employé's is minder dicht en daardoor overzichtelijker. Professor Cinon is intusschen omgekeerd en slentert nu langzaam in de richting van den uitgang. „Nu moét het gebeuren," voett Kaiserlien en zyn hart klopt hem in de keet En het gebeurt ook. Als een der laatsten treedt uit de vestibule een lange, slanke dame naar buiten. Even kykt zy rond; dan begeeft zy zich haastig naar Cinon. Zy draagt een grijs toilet, een grijze hoed en gryze kou sen. Het wordt Kaiserlien schemerig voor de oogen. Hy kent de dame, die daar professor Cinon vertrouweiyk de hand toesteekt; het is Ina Heldt. (Wordt vervolgd.) Uit hoeveel leden bestaat de oplichtersbende, welke zich Kaiserlien's bezittingen heeft toegeëigend Antwoord Hoe is de ware naam van don leider? Antwoord Maken de volgende personen deel uit van de bende: a.) Edith Wismuth b.) Ina Heldt? c.) Professor Cinon Zie de mededeeling onder het plaatselijk nieuws,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1