oetbal
i e
fd
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Ideaal zomerweer na aanvankelijk dreigende luchten,
Groote menschenmassa's op straat. Blijde stemming allerwegen
1
WOENSDAG 5 JUNI 1935
63ste JAARGANG
Het défilé der oorlogs
schepen voor de
Koningin.
De plechtigheden
op het Westplein.
mf M
WF* t
WËKÈ
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland t 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost t 2.10. idem per mail en overige
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, fl.—Modeblad resp. f 1.20, fl.50, fl.50,
f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prjjs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 cL per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 cL per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De groote dag voor Den Helder
Een interessant schouwspel.
Tegen elf uur verzamelden vele officieren
van Land- en Zeemacht op het wierhoofd
om van hier af het défilé van de schepen
gade te slaan. Ook vele oud-zeeofficieren
waren hier aanwezig, o.a. vice-admiraal
Quant merkten wij op.
Ook op den havendam was het zwart van
het publiek. Op de meest vreemdsoortige
plaatsen op de schuttingen, in de lichtmasten,
waren de jutters geklommen. Het weer bleef
boven alle verwachting gunstig.
Uit de haven voer de Admiraalssloep reeds
om de Koninklijke Gast na afloop van het
défilé weer aan boord te halen.
van de Hendrik gekomen. Boven in de lucht
ronkt een esquadrille vliegtuigen.
Om de Hendrik varen drie sloepen voor het
gevolg van Hare Majesteit op en neer.
Van den wal zien wij, dat de vlag van den
Schout-bij-nacht omlaag gaat. Even later de
Koninklijke standaard en dan worden de
pavoiseervlaggen weer geheschen. Hare
Majesteit verlaat de „Hertog Hendrik". Dui
delijk dringt het gejuich van de bemanning
bij ons op het Wierhoofd door.
De sloep is de haven binnengevaren. Onder
luid gejuich der menigte zet Hare Majeseit
weder voet aan wal. Nog eenige oogenblik-
ken onderhoudt Zij zich met de militaire
autoriteiten, dan onder uitbundig gejuich van
samengepakte menigte begeeft Zij zich weer
in den auto.
H. M. de Koningin aan boord van
de .Hertog Hendrik".
Aan boord van Hr. Ms. „Hertog Hendrik"
was alles voor de ontvangst van H. M. gereed.
Rustig wachtte men daar het oogenblik van
de komst van H. M. af.
H. M. de Koningin slaat, met haar gevolg, het défilé gade. Links van de Koningin,
de commandant der Marine, schout bij nacht T. L, Kruys,
Geheel rechts burgemeester Driessen.
Wij, daar op het wierhoofd, genoten van
een schitterend gezicht. 500 m benoorden de
haven lag de „Hertog Hendrik". Aan boord
de Landsvrouwe.
Daaromheen in een wtjde boog voeren de
defileerende oorlogsschepen. Voorop de „Gel
derland", daarachter de „Kortenaer" en de
„Van Ghent", gevolgd door de onderzeebooten
O. 12, O. 13 en O. 15. Het was een inte
ressant schouwspel. Alhoewel het op verren
afstand was, zagen wij de bemanning staan
op de dekken der schepen. Bij het voorbijgaan
van de „Hertog Hendrik" juichten zij luidde
en hun juichtonen werden door den wind naar
ons overgedragen. Vooral op de onderzeeboo
ten, die uit de verte zich als zwarte strepen
tegen de grijze lucht en grijze zee afteeken-
den, was de bemanning duidelijk zichtbaar.
Achter marineschepen kwam een feestelijk
gepavoiseerde botter met vele feestgangers...
De admiraalssloep is nu aan stuurboord
Allereerst was het de Schout-bij-Nacht T.
L. Kruys, vergezeld van zjjn adjudant, de
luit. ter zee der eerste klasse I. W. Reynierse,
die zich aan boord van de „Hertog Hendrik"
inscheepte. Onmiddellijk verscheen aan den
top van den voormast de vlag met de twee
sterren, ten teeken, dat de marine-comman
dant aan boord was.
Even later ging Hare Majesteit aan boord;
in den achtertop werd de Koninklijke Stan
daard geheschen, tegelijkertijd verdwenen de
pavoiseervlaggen. Aan den valreep werd
H. M. ontvangen door den commandant, kapi
tein ter zee C. E. L. Helfrich.
De bemanning werd door H. M. geïnspec
teerd, waarna de landsvrouwe zich naar de
brug begaf. Onmiddellijk werd ontmeerd,
sleepbooten trokken het schip van den wal,
en langzaam aan verliet de oorlogsbodem de
haven
Zoodra het oorlogsschip de haven verlaten
had, namen de oefeningen een aanvang. Er
werd alarm geblazen en onmiddellijk snelde
de bemanning naar de aangewezen plaatsen
aan boord, hetzij bij de stukken, hetzij elders,
zoodat in een minimum van tijd het schip
gevechtsklaar was. Er werd verondersteld, dat
de vijand met gas te werk ging, zoodat de
bediening van de stukken met gasmaskers
voor geschiedde.
Daar werd de onderzeebootaanval reeds uit
gevoerd. De „O 14", de aanvaller, lanceerde
een torpedo, waarvan de bellenbaan duidelijk
te zien was.
Na deze oefening stoomde de „Hertog
Hendrik" de Texelstroom op; halverwege
Oudeschild werd gedraaid, waarna met de
schietoefeningen aangevangen werd. Deze
hadden plaats op een kleine gevechtsschijf;
er werd geschoten in de richting van den
Zuidwal. Alles liep buitengewoon vlot van
stapel. De aanslagen van de projectielen
waren duidelijk te volgen. Hare Majesteit be
toonde hiervoor groote belangstelling.
Intusschen was het op de reede wat druk
ker geworden. Een tweetal gepavoiseerde
booten van Texel, de „Dr. Wagemaker" en
de „Marsdiep" van de T.E.S.O. passeerden en
brachten het saluut met de vlag, hetwelk door
de „Hertog Hendrik" werd beantwoord. Het
vuren werd vanzelfsprekend op die momenten
een oogenblik gestaakt.
Meerdere scheepjes bevolkten het Mars
diep; daar waren visschende botters, doch
ook gepavoiseerde, die met belangstellen
den aan boord de reede bevolkten. Intus
schen goot de zon haar koesterende stralen
over het vroolijke tafereel; kortom, het
was heerlijk toeven daar op het Marsdiep.
Na afloop van de schietoefeningen ging de
.Hertog Hendrik" 500 Meter benoorden het
Westelijk havenlicht voor anker. Intusschen
was het eskader, dat voor de Koningin ging
defileeren, opgestoomd vanaf de gasboei Burg-
zand, waar verzameld was. Toen ving het
défilé aan.
Achtereenvolgens stoomden Hr. Ms. „Gel
derland", „Kortenaer", „van Ghent", „O. 12",
„O. 13" en O. 15 tusschen den wal en de
„Hertog Hendrik" door. De Koningin sloeg het
défilé vanaf de brug met belangstelling gade.
Aan boord van de grootere schepen klinkt
de signaalhoorn, de bemanning staat in de
houding en maakt front naar stuurboord.
Achtereenvolgens klinkt het van de ver
schillende schepen; op de onderzeebooten is
het het fluitje van den schipper, dat de
signalen geeft. Bij het passeeren van de
„Hertog Hendrik" klinkt telkens duidelijk
over het water: „Drie hoezee's voor H. M. de
Koningin", gevolgd door het joelen van de
bemanning.
Gedurende den geheelen tocht vertoefde
Hare Majesteit met haar gevolg op de Brug.
O.m. onderhield H. M. zich hier met den
eersten officier, luit. ter zee 1ste klasse S.
Woldering, den oudsten divisie-chef, den chef
van de machinekamer en den officier, belast
met den dienst der adelborsten.
Na het défilé vertoefde Hare Majesteit
eenig oogenblikken in de salon van den
commandant.
Tijdens het defileeren woei de witte wim
pel van de Hertog Hendrik", hetgeen be
duidde, dat de schepen geen saluutschoten
zouden afgeven. Alleen tijdens het debarque-
ment van Hare Majesteit volgde een saluut
van 35 schoten. Motorsloepen brachten H. M.
en gevolg weder naar den wal, waar de groote
schare belangstellenden Haar een hartelijke
ontvangst bereidde.
De vaartocht op het Marsdiep mag zeer
zeker uitstekend geslaagd heeten en een com
pliment aan de Koninklijke Marine, die voor
zulk een attractief programma zorgde, is hier
zeker op zijn plaats.
De groote dag, de historische dag van dezen
4en Juni, waarover wij gisteren schreven, zette
dreigend in.
Betrokken was de lucht en reeds vroeg in
den morgen viel een naargeestig motregentje,
dat niet veel goeds voorspelde. Wat zal het
worden: dies irae? 1). En het was al zoo druk
op straat, in den vroegen morgen; zoovele
Zondagsche menschen zag men, die zich van
dezen dag zooveel voorgesteld hadden. En
ziedaar: dies illa2) maar dit dies illa mag
toch niet worden een dies ater3), dat hebben
al die vereenigingen, die zich wekenlang voor
bereid hebben, al die menschen, die zich op
dezen dag gespitst hadden, waarlijk niet ver
diend!. Maar 't zag er dreigend uit voorwaar!
Gelukkig, 't is geen dies irae, geen dies
ater, geworden. Integendeel, 't werd een dag
van het meest ideale zomerweer, dat zich
denken laat. Zelfs de wind, die den Helder-
schen menschen zoo vertrouwd is, maar die
toch óók wel eens een lastige kameraad kan
zijn, had zich bescheidenlijk teruggetrokken
en het weer werd voor een gebeurtenis als
deze, ideaal.
Om 10 uur op het Westplein,
Heel de week al, zeiden we in ons vorig
overzicht, was men bezig aan het opsieren
van het oude Westplein, en ook dezen morgen
nog was men al vroeg bezig. Van de beide
tribunes, die waren aangebracht, vertelden
wij reeds; „Casino" had met groote welwil
lendheid, geheel zijn stoeleninventaris in
bruikleen gegeven, de fraaie moderne klap-
stoelen stonden nu op het Westplein, voor
zien van kaartjes der genoodigden. Ook de
tribunes waren van „Casino" en ook hier, zoo
goed als in het eigen gebouw, was de heer
M. M. Polak de regisseur van dit openlucht
theater. Tapijten en kleeden waren door de
firma Govers in bruikleen afgestaan4).
Aan de vier hoeken waren groote luid
sprekers opgesteld, waardoor het gesprokene
versterkt werd uitgezonden en tot op vrij
grooten afstand hoorbaar was. Een aantal
filmoperateurs, ook voor de geluidsfilm
opname, was bezig de laatste toebereidselen
te maken voor de opnamen, en tal van ge
meentewerklieden waren bezig met de
schoonmaak van het terrein, waar straks de
plechtigheid zou plaatshebben. Vlaggedoek
voor de bekleeding der tribunes en de om
hulling der beeldhouwwerken, wordt in ge
reedheid gebracht en twee fraaie palmen in
houten potten flankeeren het borstbeeld van
wijlen Z.K.H. den Prins. Lugtenburg, de
Letterlijk: dag van gramschap. Het is
de aanvang van een zeer bekend Katholiek
kerkgezang.
2) Vervolg van den aangehaalden vers
regel. Beteekent: „Dat is die dag".
3) Zwarte dag, ongeluksdag.
4) Voor de stoffeering, zooals die was aan
gebracht op het Havenplein, had de firma
Vroom en Dreesmann gezorgd.
SS
Hare Majesteit legt een krans bij het borstbeeld van wijlen
Z, K. H. Prins Hendrik.
bloemist, heeft aan zijn gevel een fraaie
bloemversiering aangebracht in den vorm van
een klok, elders, aan de andere zijde van het
plein, is een versiering van vlaggedoek.
De heer Tj. Dito, door B. W. benoemd
tot stads-carillonist, is in het inwendige van
het monument bezig met zijn programma voor
het 's avonds uit te zenden concert; heel den
nacht is met koortsachtigen ijver doorge
werkt. om op den mechanischen trommel een
nieuw lied te zetten.
De persmenschen en er waren er heel
wat kregen van den secretaris van het
Comité, den heer L. Bandsma, ten raadhuize
hun laatste aanwijzingen en zoo was ieder,
die op eenigerlei wijze bij de feestelijkheden
betrokken was, tot het laatst toe bezig.
Al deze journalisten werden ten raadhuize
door den Burgemeester begroet, hun werd
namens het Gemeentebestuur te Huisduinen
een lunch aangeboden.
De spanning stijgt.
Met het uur stijgt de spanning en al lang
vóór den officieelen tijd van de onthulling en
inwijding trokken duizenden en duizenden
naar het Westplein in de hoop op een goede
plaats.
De politie had omvangrijke orde-maatrege
len genomen, de Singel was geheel ingericht
voor parkeerterrein en om den weg vrij te
laten, werden hier de auto's schuin op het
trottoir geplaatst. Overigens hadden hier al
leen houders van toegangsbewijzen toegang;
het overige voetgangersverkeer werd door
de Walvischstraat geleid. Het Roode Kruis
had een post ingericht in het politiegebouw-
tje in het Raadhuis. Hier zetelde dr. Rienks
met zijn staf van verpléegsters, de Roode
Kruismannen stonden op post. Tweemaal, in
den loop van den middag slechts behoefden
ze gelukkig dienst te doen en beide malen
betrof het slechts een onschuldige flauwte.
In de bodekamer van het Raadhuis zetelde
de A.V.R.O., die het verloop der plechtig
heden zou uitzenden.
Meer en meer komen nu de menschen op
zetten: militairen in groot uniform, Burge
meester Driessen in ambtsgewaad, met steek
en sabel, civiele autoriteiten in jacket en
hoogen hoed.
Vele bekende gezichten zag men: oud vice-
admiraal Quant en mevrouw, oud-Burgemees
ter Houwing, oud-vice-admiraal Fock, oud-
UITZENDING VAN DINERS
Dagelijks Billijk tarief,
KONIJN, Spoorstraat 98- Telef. 339.
commissaris van politie Gratama en mevrouw
zagen wij, en vele, vele anderen, die niet allen
kunnen worden genoemd. Leerlingen van de
Zeevaartschool assisteeren bjj de verkeers
regeling, en een luidspreker van den heer
Van Baaren heeft, in afwachting, maar vast
een vroolijke Weener wals Ingezet.
Rondom het Westpleln.
En overal, zoover men ziet, menschen. De
defileerende vereenigingen komen successieve
lijk opzetten: pittig marcheeren de padvin
ders-kabouters, fleurig doen het de graal-
meisjes, en de Oranjegarde met het grijze
shirt en de Oranjeveer is op haar post. Dat
alles groepeert zich langs de KerkgrachL
waar ook de verschillende scholen staan op
gesteld. Texel zond heel zijn Oranje-vereeni-
ging, een geweldige, schier onafzienbare
troep van jongens en meisjes, die van de
overzij waren gekomen.
Van buiten kwamen veel bezoekers naar
hier. per auto uit Haarlem, een bootvol pit
Harlingen. Dat alles stoffeert de straat en
vult ze met een vroolijke, fleurige menigte.
Wij hebben gisteren reeds verteld, dat de
zangers en het orkest aan de Kanaalwegzijde
waren opgesteld. Maar welk een enorm ver
schil was het met gisteren! Toen een handje
vol (vergelijkenderwijs gesproken) die langs
de afzetting stonden, thans is er geen vier
kante meter, die niet bezet is. Het platte dak
van een woning aan den Kanaalweg is met
een compacte menschenmenigte gevuld; ieder
zolderraampje, iedere dakgoot, leverde een
aantal kijkers op. Twee jonge meisjes waren
in een dakgoot gekropen en op het Kanaal
lag een vlootje van kano's en roeibootjes.
De vereenigingsgroepen korten zich den tijd
met juichen en zingen en vlaggetjes zwaaien.
En heel dit tafereel wordt beschenen door de
thans volop doorgebroken, niet hinderlijke
zon, in waarheid een oranjezonnetje.
2.15. De auto, waarin gezeten de comman
dant der marine, Schout-bij-Nacht T. L,
Kruijs, met adjudant, arriveert op het ter
rein, en de stellingcommandant neemt plaats
op den gereserveerden zetel. Naast zijn Hoog-
EdelGestrenge neemt even later plaats het
Statenlid, de heer A. H. Gerhard, die als
plaatsvervangend commissaris der Koningin
van Noord-Holland, nu Jhr. Roëll in het bui
tenland is, de honneurs waarneemt.
Aankomst van Hare Majesteit.
Op het vastgestelde tijdstip van kwart voor
drie klinkt opnieuw gejuich en gezwaai en
hoerageroep, nu intensiever dan tevoren. Daar
komen de koninklijke auto's, voorop de Hel-
Feuilleton
LI
en
4)
Wat Carstairs zelf betreft, voelde hij by in
stinct, wat er bij het publiek omging. Er
rustte dien dag een ontzettende verantwoor
delijkheid op zijn schouders. Als hij zoo ver
standig geweest was om vóór den wedstrijd
aan iets anders dan Maisie Willen te denken,
zou dat besef eerder tot hem doorgedrongen
zijn. Hij zat voor de komende vuurproef niet
„in de rats", maar hoopte vurig en oprecht,
dat hij zou bewijzen het in hem gestelde ver
trouwen waardig te zijn.
Aan al zijn verdere overpeinzingen werd
een einde gemaakt door de verschijning van
den scheidsrechter met den bal.
Na het verliezen van den opgooi, opende
Wovington pittig en goed opgezet den aanval.
Evenals hun tegenpartij waren zij er op be
lust het eerste punt zoo spoedig mogelijk te
maken.
Met bewonderenswaardig samenspel storm
de de voorwaarts-linie van de Wanderers over
het veld; de combinatie sloot als een bus. De
bal ging van speler tot speler, zonder dat
een enkele Kensington-speler de kans kreeg
het leer aan te raken, tot de rechtsbuiten
zijn krachten verdubbelde, naar binnen liep,
en een uitstekenden voorzet gaf.
Met een sneltreinvaartje naar voren snel
lende, kreeg de linksbinnen van de Wanderers
den bal op zijn voet, en gaf het leer een
„knoert", die de menschenzee met de oogen
deed knipperen. Toen de bal tegen de boven
lat ketste en over de lijn ging, rees een ge
weldige zucht van verademing uit de perplexe
toeschouwers op. Dat onbeschrijfelijke, deinen
de „Oh-h!" sprak voldoende uit, hoe dicht zij
zich bij een ramp gewaand hadden. Zes duim
lager, en Kensington zou binnen de eerste vijf
minuten al een doelpunt achter geweest zijn.
Hoewel Carstairs den bal nog niet aange
raakt had, zag hij duidelijk in, dat dit de
zwaarste match zou worden, waarin hij ooit
meegespeeld had. Wat Bob Willen gezegd
had, was reeds akelig waar gebleken: de half-
back linie van Kensington was bedroevend
zwak en de zwakste plek zeker wel was de
spil. Het was natuurlijk nog in 't begin van
het spel, maar door dien eersten overstelpen
den aanval was de verdediging van de thuis
club overrompeld geworden.
Gedurende de eerste twintig minuten moest
Carstairs, trappelend van ongeduld, zijn ziel in
lijdzaamheid bezitten. Hij kreeg geen bal toe
gespeeld. Al dien tijd werd de thuisclub gere
geld op haar eigen veld teruggedreven.
Na eerst aanvaller geweest te zijn, moest
zij zich nu op de verdediging toeleggen, en
een energieke verdediging, wat dat betreft.
Wanneer hij een kansje kreeg om even in te
grijpen, ging het gezicht op hem geheel ver
loren te midden van den drom van spelers,
die de Kensington-goal belegerden.
Het was Christie, die eindelijk opluchting
bracht. Met een sprong van minstens drie
voet hoog in de lucht, wist hij met een goeden
kopbal het leer voor de voeten van den ama
teur te brengen.
Den bal met zijn linkervoet voortrollende,
zag Carstairs kans het leer onder zijn con
trole te krijgen, en in hetzelfde oogenblik
trole te krijgen, en in hetezlfde oogenblik
Een gemompel, als afkomstig van de zware
ademhaling van een fabelachtig monster,
steeg rondom het veld op. Het werd voortge
bracht door de menigte, die met aanmoedigen
begonnen was. De hoop van de supporters
van Kensington, die op smeulen na gedoofd
was, begon tot een klein vlammetje aan te
wakkeren. Dat eerste staaltje van individueel
spel, door den amateur gegeven, had het ken
merk van den superieuren speler gedragen.
Verscheidene onder het publiek herinnerden
zich plotseling, dat Carstairs de beste ama
teur-voorwaarts was, die vele jaren fraai spel
te zien had gegeven.
Het flitsen van een scharlaken hemd en
er vandoor ging hij! Door handig spel, met
zwenkingen, wist hij verscheidene tegenstan
ders te verschalken, en stormde recht op het
doel af.
Het onderdrukte gemompel was nu in een
doorloopend salvo van uitbundige jubelkreten
overgegaan. Zou hij doorbreken? In hun po
gingen om het antwoord op deze vraag te
vinden, rekten de menschen hun halzen uit en
verloren daarbij bijna hun evenwicht. Langs
het geheele veld verboog het ijzerwerk van de
afrastering door den last dien het kreeg te
torsen.
„Oh-h!"
Deze, aan het hart ontwrongen jammer
kreet steeg ten hemel. Met een trek van gren-
zenlooze teleurstelling op de gezichten, die vol
spanning geweest waren, had het publiek den
man, dien het toegejuicht had, in zijn top-
vaartje zien struikelen.
„Hij staat alweer! hoera, hij is weer
overeind!"
De wolken werden plotseling door een
zonneschijn weggevaagd. Met ongelooflijke
vlugheid was Carstairs bijna op hetzelfde
oogenblik opgesprongen, en, nu aan alle kan
ten door vijanden omringd, had hij den bal on
berispelijk naar den vleugel gespeeld.
En in zijn spelverdeeling bewees hij welk
een meester-voetballer hij was. Om den tuin
leiden is een van de fijne knepen van het
voetbal. Terwijl het meerendeel van zijn te
genspelers. en ongeveer alle toeschouwers, in
de verwachting verkeerd hadden, dat hij den
bal naar rechts zou uittrappen, had Carstairs
onverwacht een zwenking gemaakt en den
bal aan den linksbuiten gegeven. De rechts
buiten werd door een half-back in de gaten
gehouden; op den linkervleugelman had nie
mand gelet. Bij het voetbal komen hersens
evenveel te pas als bij alle andere zaken
zelfs nog méér, zooals met hun handen in het
haar zittende clubleiders u zullen vertellen.
Dientengevolge den tijd hebbende, kon de
linksbuiten zich goed opstellen en toen de bal
hem bereikte, plaatste hij dien keurig voor
het doei.
De bal zweefde verleidelijk voor het doel,
om daarna te dalen.
Op dat oogenblik van gespannen afwach
ting, keerden vele menschen het hoofd af, om
er geen getuige van te zijn hoe deze pracht
kans niet tot haar recht kwam. Zij, die het
bovenlijf ver uitrekten, zagen het lange
lichaam van een Kensington half-back een
luchtsprong maken. Een kick met het bionde
hoofd
„Ah-h!"
De bal was tegen de bovenlat geketst en
sprong in het veld terug. Hij kwam neer, vlak
voor de voeten van den Wovington-verdediger,
die het leer wegschopte als was het een ve
nijnig insect.
Nu ontstond er een hevige doel worsteling,
zoodat het moeilijk was om den bal behoor
lijk weg te werken. Hij werd tegen een Ken
sington-speler aan getrapt, en rolde naar den
rechtervleugel.
Daarna ging alles zoo bliksemsnel in zijn
werk, dat slechts zeer weinigen zoo gelukkig
waren om te kunnen vertellen wat er eigen
lijk gebeurd was.
Toen de bal uit het kluwen spelers te voor
schijn kwam, loste een Kensington-speler, die
ongedekt stond, een onverwacht schot.
De bal ging op het doel af met de snelheid
en de juistheid van een kanonskogel. Men zag
vluchtig dat hij het net in den uitersten rech
terhoek van de goal raakte en toen, terwijl
de geheele wereld plotseling met razernij ge
slagen scheen te zijn, stompte de Wovington-
doelverdediger den bal uit het net en trapte
dien verwoed naar het midden van het groene
veld, waarheen de scheidsrechter al wees.
Een stilte, die op den kop af een seconde
duurde, omdat het publiek zoo verstomd was,
en dan uitbundige razernij!
De buitenlander, die beweerde dat Engel-
schen bij hun vermaken nooit uit de plooi
schieten zou aan een beroerte gestorven zijn
als hij getuige geweest was van het uitgela
ten schouwspel, dat nu volgde. Brave huis
vaders, die hun belasting stipt betaalden en
hun kinderen kastijdden, legden eensklaps een
neiging aan den dag om grapjes uit te halen
met de hoofddeksels van hun huurlieden;
menschen, die elkaar volkomen vreemd wa
ren, klopten elkaar op den rug, en hoe har
der ze dit deden, des te behagelijker scheen
hun slachtoffer dit te vinden. Hoeden, wandel
stokken en hanschoenen werden hoog in de
lucht geslingerd; waar ze terecht kwamen,
daarvan trokken de eigenaars zich niets aan.
Verscheidene minuten lang daverde de lucht
van luid geschreeuw, dat Kensington een
doelpunt gemaakt had!
Het spektakel steeg Carstairs naar het
hoofd, het maakte hem dronken. Het denk
beeld, dat hij de oorzaak geweest was van
het ontketenen van dezen orkaan, had op hem
de uitwerking van buskruit.
Helaas! Dit superioriteitsgevoel was slechts
van korten duur; binnen tien minuten scoor
den de Wanderers, nu als dollemannen door
iederen tegenstand heenbrenkend, den gelijk
maker.
Aldus werd het enthousiaste spel voortgezet
tot tien minuten voor het einde met afwis
selende kansen, nu eens ten gunste van de
gastheeren, dan weer in het voordeel van de
tegenpartij.
„Haal op, Carstairs! Nog één, kerel!"
Het gebrul van de tot geestvervoering op
gezweepte menigte overstemde ieder ander
geluid.
Ander maal speelde Christie den bal tot
vlak voor zijn voeten. De weg werd hem on
middellijk versperd, dus maakte hij rechtsom.
De vleugelman, die zijn bedoeling raadde,
schoot binnenwaarts, en nam de plaats van
den amateur in. Door deze beweging kreeg
Carstairs een vrij veld voor zich, langs de
lijn.
Terwijl hij den bal opdreef, scheen de ge
heele wereld zijn naam uit te brullen. Hij
voelde zich als een god.
Het aanmoedigingsgeschreeuw uit tiendui
zenden kelen weergalmde hem als het klotsen
van een felbewogen zee in de ooren. Het
lawaai deed hem al zijn physieke krachten,
het laatste greintje energie, dat hij bezat, te
hulp roepen. Een gaatje tusschen twee verde
digers in het oog krijgen, schoot hij recht
voorwaarts, een nevel voor de oogen.
De Wovington-linksachter kreeg het be
nauwd, toen hij het naderend gevaar be
merkte. Hij zag hoe de Kensington-voorhoede-
speler na zijn onvermoeid opbrengen van den
bal den anderen back door een meesterlijke
zwenking had weten te passeeren, en hoe hij
voortsnelde, de bal aan zijn schoen vastge
plakt,
(Wordt vervolgd.)