Amsterdamsche Brieven. Marine-brieven uit ïndië HET VOGELBEKDIER. T JUTTERTJE ZATERDAG 15 JUNI 1935 Cabalt en de Jan Klaassen-traditie. Dezen Zaterdag, den dag waarop H.M. de Koningin naar de hoofdstad komt voor de onthulling van het Van Heutsz-monument op het Olympia-plein en een kort bezoeK aan de „Kleurenpracht" tentoonstelling in het Vondelpark, zal het achtste wereld wonder, alias het Paleis op der. Dam. weer een oogenblik uit zijn sluimer ontwa ken: bft haar aankomst zal H. M. een oogenblik afstappen in haar Amsterdam sche woonstede en ons hoofdplein weer een een oogenblik die levendigheid hergeven, die het eigenlijk steeds behoorde te heb ben... Daarna zal, na Haar vertrek, Van Campen's bouwwerk weer terug zinken in zijn doodsche rust en, met zijn gesloten deuren en neergelaten gordijnen weer het gevoel van leegte doen uitstroomen tot ver over de „kleine steentjes", een soort leegte-gevoel, dat de laatste jaren slechts op twee bepaalde punten werd opgeheven: de lichtpaal waaraan de snel-teekenaar- van- den-Dam zijn kunstwerken dagelijks pleegt ten toon te stellen en, vooral ook, de vaste standplaats van de beroemde poppenkast, die bijna een halve eeuw lang door Cabalt bediend werd. Hij, deze bek kende Amsterdammer, die op zijn wijze even voortreffelijk het „tooneel", het marionetten-tooneel dan, en het pu bliek, het piep-jonge publiek dan voor namelijk!, gediend .eeft als zijn col lega's van- het Groote tooneel op het Leid- sche plein, laat, nu hij dezer dagen'"' het eeuwige met het tijdelijke verwisselde, bij zijn verscheiden een leegte achter, die voorloopig slechts voor een deel, in het gevoel van het Dam-auditorium, wordt gevuld door zijn collega Van Hemert, die hem den laatsten tijd zoo nu en dan al eens verving... Wat een reden is nog een oogenblik b. Cabalt en zijn traditie te blijven toeven. Ruim een eeuw geleden kwam uit Italië „Cabalzi" met vier zoons en drie dochters naar de boorden van Am- stel en IJ, alwaar zij op stelten door de straten der stad liepen, „met een trommel voor den buik"... Het waren rondtrekken de kunstenaars, die op kermissen in den lande hun grootsche voorstellingen gaven met hun „poppetjes-spel" „De Vier Kroo- nen". Het geslacht" Cabalt werkte zich in de Oud-Hollandsche Jan Klaassen-traditie in en liet bij de vertooningen de geschie denis van Jan klaassen's luidruchtig huwe lijksleven steeds het „Leitmotiv" zijn, al brachten zij bij tijd en wijle ook andere figuren in de poppenkast, zoo onder an dere een aapje, dat aan de voorstellingen meewerkte en waar speciaal de kinderen bijzonder op gesteld waren... Een paar jaar reisde de Cabalt, die thans is heen gegaan, de kermissen af. Later, nadat hrj getrouwd was. werkte hij met zijn vader samen en twee jaar na zijn huwelijk kreeg hij vergunning van B. en W. om op den openbaren weg te staan, een vergunning, die hij zich steeds waardig heeft betoond door processen en ongewenschte aanrakin gen met de poltie te vermijden. Zijn stand plaats was eerst achter het vroegere Com mandantshuis op den Vijgendam; later zag men zijn kast op het Rembrandtsplein, op de Keizersgracht, achter het Concertge bouw, in de Buurt Y Y en tenslotte werd de Dam zijn vaste, traditioneele operatie terrein... Cabalt is heengegaan; maar Jan Klaassen, waarvan sommigen het pro totype zien in den „ouden trompetter van den Prins (Maurits)" van denzelfden naam, wiens trouw- en scheidingsacte nog in de Kerkarchieven van Amsterdam te vinden zijn, maar die als legendarische figuur waarschijnlijk van nog veel ouder datum is, zal blijven voortleven... Van Hemert met zijn „kast" spint théns aan Jan's levensdraad op den Dam verder... Overblijfselen uit oude tijden. Jan Klaassen en zijn poppenkast bren gen daar in het Centrum voortdurend een stukje oud-Amsterdam naderbij. Daar naast wordt men soms plotseling, onver wacht op plaatsen die minder in het oog van het groote publiek loopen ook op min of meer verrassende wijze aan dien ouden tijd herinnerd. Dat overkwam ons zelf dan dezer dagen, toen wij een vreemdeling door de stad voerden en in een cafétje op de Martelaarsgracht waren afgezakt ten einde daar dezen vreemdeling, op zijn ver zoek, te laten kennismaken met een onzer nationale, Schiedamsche, dranken, 's Mans belangstelling voor hetgeen hem b{j die gelegenheid werd voorgezet ging zoo ver, dat hij het naatje van de kous van het recept wenschte te weten en aldus kwam er tenslotte, via den kellner een pakje „kruiden", „Opregte Maagkrui den", voor den dag met een, uit de da gen van Olim stammende gebruiksaanwij zing, waaruit wij curiositeits-halve aan halen:doet' door Godes Zeegen Ge- neezen veel inwendige Gebreken: Voor eerst een vervuilde en bedorven Maag/ ten tweede alle Pijn in de Londeneny ten der den voor vuil Bloed/ ten vierden voor de eerste,/ tweede en derde daagse Koortsen/ ten vijfden voor Scheurbuik en Blaauw- schuit in de Leeden en voor strammigheid en prikkeling in 't Bloed/ ook voor een benauwde Borst en voor alle Waterzugt- Dood ook alle Wormen van Oude en Jonge Persoonen... Het is evenveel waar op gij t zet't zij brandewijn/ wijn of Jenever... Dit zijn de opregte Maag-Kruiden die nooit zijns gelijk zijn Verkogt..." Tot slot volgde dan: Deeze Maag-Kruiden zijn te bekomen bij Hendrik Beerenburg, Woond voor aan op de Kuip bij de Nieuwe Haar- iemmer-Sluis, daar de Sleepers voor de Deur staan en daar 't Wapen van Vene- tiën in de Geevel van mijn Huis staat, op de Stroo-Markt. Andere prikkels. Laat ons echter niet te lang bij die, min of meer alcoholische, oude tijden blijven toeven en ons weer terugwenden tot dezen tijd, die althans dit éene goede heeft, dat hij „bitter" en andere „Schie damsche" prikkels voor een groot deel heeft vervangen door de meer gezonde „sporf'-prikkels. Het moge waar zijn dat dit laatste soort moderne prikkels zich m de eerste plaats vertoont onder de steeds grootere scharen sport-toeschouwers oftewel wedstrijd-enthousiasten en slechts voor een klein deel onder het veel gerin gere aantal actieve sport-bepefenaren, maar ook reeds het „toeschouwen" is in dezen ongetwijfeld... gezonder dan het toeschouwen, en wat daarbij behoort, over de toonbank of aan het café tafeltje... Over het nog steeds snel vermeerderend aantal sport-enthousiasten in den vorm van toeschouwers in verband met de ruimte in ons Olympisch Stadion hebben we het al eens gehad. Het is nu al te Klein geworden, schreven wij toen, en als we niet spoedig maatregelen nemen zullen we door Rotterdam, dat al begonnen is met den bouw van zijn nieuwe,, veel meer plaatsen biedende stadion, wat de inter land-wedstrijden en andere groote sport gebeurtenissen betreft, weldra overscha duwd worden.En ziet, nauwelijks had den we deze opmerking gemaakt, of de bestuurderen van de N.V. Het Nederland se. Sportpark, dat het Stadion aan den •Amstelveenschen ;weg exploiteert, gaven opdracht aan architect Wils, den oor- spronkelijken bouwer van onze moderne arena, zoo snel mogelijk plannen voor uit breiding gereed te maken en uit te voeren, zoo dat er in het begin van 1936 reeds een 40.000 menschen meer geborgen zullen kunnen worden. Een verheugend feit zeer zeker. Verheugender nog is het, dat, aan den anderen kant van Amsterdam, namelijk in den Grooten IJpolder, aan den Hornweg, niet de sport-toeschouwers, maar de ac tieve sport-beoefenaars de meerdere ruim te, die zij noodig hebben, weldra zullen krijgen. Sport toch is er, dit wordt tegen- wooridg wel eens vergeten, in de eerste plaats om beoefend te worden en niet om „naar te kijken"... In September a.s. zal dit sport-terrein-complex, waartoe in den zomer van 1933 in den Raad werd beslo ten, gereed zijn. Het omvat een 34 sport velden en is het grootste dat in Nederland ooit als één werk tot stand kwam. De uitvoering geschiedde door de Nederland- sche Heide Maatschappij, onder leiding van den Dienst der" Publieke Werken en gedurende 13 maanden konden hier een 100-tal werkloozen aan het werk gesteld worden. Het „plan" T. Via de werkloozen komen wij vanzelf op het werkverruimings-plan van de S.D.A.P., waarover, toen wij onzen vorigen brief schreven de debatten in den Raad gaande waren. Tenslotte is dit plan, dat, naar wij reeds aanstipten, door niet minder dan drie wethouders bij deze gelegenheid fel bestreden werd, met één stem meerderheid verworpen. Die ééne stem was van den, op de wip zittenden partjjloozen dr. de Har- togh. Bij de motiveering van zijn stem verklaarde hij, dat naar zijn meening de financieele mogelijkheid van dit plan niet is aangetoond, inderdaad is dit laatste, ook niet door de voorstanders, de heer De Miranda vooraan, niet geschied. Wél zeide laatstgenoemde oud-wethouder, dat voor de financiering van die werken, die niet met regeeringssteun zouden kunnen worden uitgevoerd, een „beroep op de geldmarkt" moest worden gedaan, maar hij kon geen anderen waarborg bieden, dat zulk een „beroep" ook maar eenige kans van slagen zou hebben, dan zijn „vertrou wen, dat dit niet tevergeefs zou worden gedaan". Die „geldmarkt", nauwkeuriger gezegd H.H. Bankiers, waar de Gemeente steeds eerst aanklopt als het om het plaat sen van nieuwe leeningen gaat, plegen echter, van hun kant, het is vorige pe rioden maar al té duidelk gebleken, aan plannen van den heer De Miranda en de zijnen, wederkeerig niet hun „vertrouwen" terug te geven. Dat is een feit, of men het betreurt, dan wel toejuicht en" de twijfel van dr. De Hartogh (en anderen) ten aan zien van de financierings-mogelijkheden van „het plan" kwam ons dart ook-gerecht vaardigd voor. Een zoogdier, een vogel en een. reptiel tegelijkertijd. door F. S. Het vogelbekdier is zeker .het wonder lijkste schepsel, dat op vier poten rond loopt! Als ik jullie er nu wat van gaver tellen, dan zullen jullie dat, nadat je dit stukje gelezen hebt, zeker .óók vinden Of mischien denken jullie wel: ze jokt! Dat kan niet waar zijn! Dat is onmogelijk! Maar toch is het waar hoor, jullie kunt me gerust geloven! Toen de dierkundigen voor fiet eerst van het vogelbekdier hoorden, wilden zij óók niet die wonderlijke verhalen geloven, die ze over dit beest hoorden vertellen, Pas nadat ze het met eigen ogen hadden ge zien, toen móésten ze het echter wel Luister nu maar eens, dan zal ik je vertellen hoe het beest eruit ziet. Hij heeft een bek zoals een eend er óók een heeft. Hij heeft vier poten en zwem vliezen ook al weer net als een eend. Hjj heeft daarentegen haren als een kat. Zijn staart is een beverstaart, weten jullie wat een bever is? Dat is een waterdier met een grote staart. Zijn staart is heel eigenaardig en die van een vogelbekdier ook: heel breed en erg plat, en bedekt met hoornachtige schubben. De platte staart gebruikt het dier als roer, net als bij een boot weet je. De vogelbekdieren leven op het land en ook in het water. Het wijfje legt haar eieren in een nest. Ze broedt ze uit net als vogels dat doen, en toch is het dier een zoogdier. De kleintjes worden gevoed met moedermelk. Het nest bouwen de dieren langs de oevers van rivieren. Er worden gewoonlijk twee openingen in het nest ge maakt. de ene onder water en de andere op de oever. De laatste opening wordt met bosjes bedekt, zodat je hem niet direct ziet. De dieren worden langs de rivieren in Zuid-Oost-Australië en ook op het eiland Tasmanië gevonden. De vogelbekdieren zwemmen heel goed. Ze duiken naar de modderachtige bedding van de rivieren en met hun brede bek vangen ze watervissen en wormen. Waneer de kleintjes uit de eieren komen, hebben zij gewoonlijk al tandjes, maar die vallen al heel gauw uit en in plaats ervan komen sterke hoornachtige platen. Ge woonlijk leggen de wijfjes twee eieren, die in het nest op de oever uitgebroed wor den. In het nest groeien de kleintjes op. Het mannetje is 't enige giftige zoogdier op de wereld. Hij heeft sporen op zijn ach terpoten, die door middel van buisjes met de dijen verbonden zijn: in de dijen bevin den zich de gifklieren. Het gif is net zo als bij de slangen, maar het wordt niet zo dikwijls gebruikt. Het vogelbekdier heeft net zo'n stem geluid als een hond, die boos is. Maar hij is helemaal niet zo kwaad hoor! Als hjj gevangen en goed opgepast wordt, is hij al heel gauw erg tam! Is het nu niet een wonderlijk dier. Je zou haast zeggen wat een onnatuurlijk beest toch! Hij is een vogel, een zoogdier en een reptiel tegelijkertijd, 'n Beetje van alles en nog wat! Beste Nico laas, Morgenochtend gaan we met Hr. Ms. „Java" weer het zeegat "uit en moet ik deze mail dus wat eerder sluiten. Nu de „Sumatra" nog eenige weken wachten moet alvorens op proeftochten te gaan is het schip weer van het schiereiland af gehaald en ligt het weer onder den mas- tenbok. Wij zullen dus met de „Java" de volgende week als we binnenkomen wel weer op onze oude plaats komen. De „Kapal Toedjoe" ligt nu bij de geschut- makerij bij hét dok van Burgerhout ter wijl de „Pelikaan", bij de vlotbrug in de buurt ligt. Je ziet dus dat het aspect -op de werf geheel veranderd is. De jagers en de divisie-onderzeebooten waren dit weekend in Semarang alwaar zé schitte rend ontvangen zijn. Helaas konden we er niet bijzijn en kan ik je er dus nog wei nig van vertellen, maar het is je bekend, dat men in Semarang wel weet met ons te fuiven. Zoodra ik echter van onze vrien den verhalen hoor dan zal ik jou daar in Nieuwediep van doen watertanden. Hr. Ms. „Flores" is na het houden van de nachtelijke G.S.O. een weekend binnen geweest en heeft nu ook alweer het ruime sop gekozen. Dat zijn zoo dé materieele nieuwtjes, die ik voor je heb. De Commandant Zeemacht is" met in gang van 1 Juni admiraal geworden. Op dien dag zal het geheele eskader in Priok zijn, zoodat de „Navy" haar vlootvoogd persoonlijk kan komen feliciteeren. Trou wens Zijne Excellentie komt deze week per K.N.I.L.M. in Soerabaja voor het houden van besprekingen en heb ik ge hoord, dat er door de diensthoofden en Commandanten van het Commandement der Marine een groot diner wordt aange boden in het paleis aan de Dijkerman- straat. In de stad weinig nieuws. Het jubileum van de Engelsehe koning is ook hier gevierd. Dan merk je eigen lijk pas wat een boel Engelschen óf hier in onze kolonie wonen. Natuurlijk ontbra ken de Marine-autoriteiten ook niet op de officieele receptie. De adjudant van de C. M. R. gaat thuisvaren, en werd voor loopig vervangen door luitenant ter zee Kroeze. Ik heb echter hooren vertellen, dat zulks maar tijdelijk is en dat de comman dant van de K 16, luitenant ter zee Wes- terveld later deze functie van adjudant zal krijgen. Met „Zeemacht" gaat het nog steeds naar wensch. als no. 1 zijn ze uit de selectie-competitie van Oost-Java uit de bus gekomen. Werkelijk voor een am bulant elftal als dat van „Zeemacht" is het een prachtige prestatie, en we zullen ze dus het volgend seizoen zeker weer in de eerste klas tegen komen. In de halve competitie, welke gespeeld werd om uit te maken, wie of er tegen de Filippijnsche ^voetballers uit. mogen komen, .ging:,het echter slecht; tegen „Thor" werd met 5-rl verloren en tegen de Ambonneezên „Mena Moeria" met 31. In dezen laatsten wed strijd schijnt er van den kant der Arnbon- neezen nogal ruw gespeeld te zijn, ten minste „Zeemacht" moest tenslotte twee spelers verliezen, die geblesseerd wer den, v De 20 km afstandsmarsch is ook alweer achter den rug. De Marine leverde weer het hoofdcontingent. Het lijkt heusch wel een geheele landingsdivisie, die aan de marsehen deelneemt, te meer omdat het grootste deel der officieren, onderofficie- - ren en manschappen in landingsdivisie te- nue meedoet. Thans waren in totaal een 800 deelnemers, dus heel wat minder als de vorige week. 20 km is in de tropen ook al weer heel wat meer dan 15, maar uit- vallers waren er 'dezen keer geen enkele. - Zaterdagavond zijn we-naar de „nacht voorstelling" van „Die lustige Witwe" ge weest in het Sampoernatheater. Je weet wel in de benedenstad. Deze film heeft zooveelsucces, dat de voorstellingen om 5 uur - 's middags be ginnen en er zoo'n avond 4 voorstellingen tot 1 uur 's nachts gegeven worden. En altijd weer zie je er een bende Marine- menschen, waaronder heel wat vaste klan ten van „Tivoli" bij jullie. De ,,Chanteclair"-club is weer geres taureerd heropend, trok natuurlijk ook weer heel wat publiek. Maar er zijn hier op Soerabaja tegenwoordig zooveel uit gaanders, dat ook de cercle „Hellen- doorn", op dien avond weer vol bezet was. Je weet toch, Klaas, dat het Chineesche restaurant, dat vroeger daar op den hoek bij Goebeng was als nieuw herrezen is in de Palmenlaan. Trouwens waar deze in richting vroeger resideerde, is ook weer een Chineesch restaurant gekomen. Je behoeft dus na afloop van de bioscoop niet meer naar de benedenstad toe om nog een bordje „haaienvinnen" te eten. Wanneer krijgen we nu in Nieuwediep een Chineesch eethuis-. Of leeren alle Hel- dersche huismoeders hier van de „Kokkie" Chineesch eten klaar maken. Nu kerel voor deze week genoeg. Het is al laat en ik moét dezen brief nog even op de bus van den „Dienst Conservatie" gaan doen. Tusschen twee haakjes daar zijn ook veranderingen op til. De „poort" komt nu weer bij den middenboog-ingang, daar. waar in jouw tijd de auto's stonden, terwijl ook het Commandement daar naar den rechtervleugel verplaatst is. Maar nu stop ik man, anders heb ik voor de volgende week niets meer. Het beste en tot zoolang maar weer. HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 17