Raadsels
VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP
nj -
De betooverde
parapluie
'T JUTTERTJE
Bertus en Ella ondervinden een
teleurstellingl
Zelf een puzzle maken.
Nieuwe Raadsels.
door
TINE DOODEWAART.
En floep tot op heden weet zij niet,
hoe alles zoo gauw gebeurde daar stond
zij in het portiekje met het brood onder
de arm en het geruite rokje van het meisje
aan, dat nu ln héér kleren en onder h4dr
rode parapluie naa. school wandelde...
„Wat was er gebeurd?"
„O," fluisterde zij opgewonden, „de pa
rapluie is zeker betoverd!"
Hard liep ze de straat in en zag het
meisje net als zij in de modderplassen
trappen. Ella dacht er over na, hoe de
juffrouw haar nu niet kon straffen voor
de sommen, die ze nog niet gemaakt had.
„Ik wilde maar, dat ik m'n parapluie
weer terug had," eindigde ze met een
zucht... Tot haar grote verbazing kwam
de open parapluie onmiddellijk met een
vaartje door de lucht, recht naar haar toe
gevlogen! „Ben jij een toverparapluie?"
vroeg zij verwonderd. „Ja," antwoordde
een fijn stemmetje, „als je onder mij loopt
en je wenst iets, dan wordt die wens ver
vuld en ook de twee volgende wensen, al
zou je ook niet meer onder de parapluie
lopen. Op één dag mag je drie wensen
doen en jij hebt er nu al twee gehad, die
vervuld zijn."
„O, wat allerleukst!" riep Ella uit en ze
bekeek de parapluie met belangstelling.
„Waar kom je vandaan, ouwe parapluie?"
Maar ze kreeg verder geen antwoord. Al
leen de rode oogjes schitterden ondeugend.
Juist wilde zij nog iets zeggen, toen een
vuile, slordige vrouw haar beetpakte, door
elkaar schudde en kwaad uitriep: Loop je
weer te suffen, Mien! Ik sta al een half
uur op het brood te wachten! En waar
heb je die parapluie van daan? Laat
's kijken!"
Ella wist niet, wat te zeggen. Zij kende
de vrouw helemaal niet. „Zeker de moeder
van dat meisje, van Mien," dacht ze. Wat
te doen?
„Sta niet als -een zoutpilaar te kijken!"
.snauwde de vrouw haar toe, „kom mee,
naar huis toe, je moet de keukenvloer nog
schrobben!" En ze sleepte de verbouwe
reerde Ella langs een zijstraatje, door een
lang gang, naar een vuil, donker kamertje
toe. Daar kreeg ze een emmer morsig water
Daar kreeg zij een emmer morsig water
en een harde boender om de vloer te
schrobben!...
Ella had nog nooit zulk werk verricht.
Buiten regende het nog steeds en haar
handen waren gesprongen van het koude
water. Verlangend keek zij naar het
hoekje waar de rode parapluie stond.
„Ik wi..." begon zij, maar haastig zwijgt
ze weer. Hoe kan ze nu wenschen, om
weer Ella zélf te zijn, inplaats van Mien?
De juffrouw zou haar dan zeker streng
straffen voor haar niet-gemaakte huis
werk! Zij wachtte maar liever, totdat de
school uit was, om te wenschen. Zij had
immers nog een kans! De gehele mor
gen moest Ella hard werken: schuren,
schrobben en vegen! Zij was doodmoe,
want voor het eten had zij niets anders
gekregen dan een paar droge boterham
men en een beker zwarte koffie. Honderd
maal nam zij zich wel voor voortaan haar
huiswerk af te maken!
Toen de kerkklok twee uur sloeg, nam
Ella haar kans waar. De oude vrouw
stond juist ln de straat met een buur
vrouw te praten. Ella greep de parapluie,
rende de straat op, de hoek om naar het
huis van den bakker, waar ze in het por
tiekje ging staan, om op Mien te wachten.
Toen Mien in haar kleeren langs kwam
stappen, wenschte zij weer zichzelf te zijn
en zie... daar stapte zij in haar eigen kle
ren weer naar huis toe. Ditmaal langs de
kortste weg!
Die avond, voor het eten vroeg Bertus
aan haar: „Zeg Ella, hoe komt het, dat
je handen zo rood en gezwollen zijn?"
„Ik heb geschrobd!" zei Ella en trok een
zuur gezicht bij de gedachte aan het vuile
werk, dat die Mien altijd moest doen...
„Geschrobd?" vroeg Bertus ongelovig.
„Ja! herhaalde Ella en ze vertelde
hem alles in geuren en kleuren.
„Dat geloof ik niet, voordat ik het ge
zien heb," zei Bertus, „ik denk, dat je op
school heb zitten slapen en dat je het ge
droomd hebt!"
„Nu wacht maar. Morgen zullen we
samen onder de parapluie gaan wensen!"
zei Ella en liet Bertus staan.
De volgende morgen vroeg, nog lang
voor schooltijd, gaan de twee wandelen
met de parapluie. „Wat wil jij gaan wen
sen?" zegt Bertus... „Ik weet het nog
niet," zegt Ella, „er zijn zoveel dingen, die
ik wil hebben. Bijvoorbeeld een pop of een
vulpen, zooals Rita van Zijl, in de vierde
klas! Verder wil ik zo graag eens naar
circus en een prachtige doos van het lek
kers uit die winkel. Een hoed voor mam
mie, een..."
„Nu ik heb ook een heleboel wen
sen," valt Bertus haar in de rede, „ik wil
méér stuiters hebben dan Jan, ik wil grote
broekzakken hebben, ik wil iedere dag
pudding eten en zo lang blijven slapen ais
ik maar wil, zonder straf op school te krij
gen. Een fiets wil ik óók hebben en niet
één doosje lekkers zoals jij, maar een hele
winkel vol!"
„Snoeperd!" zegt Ella," je kunt tóch niet
zo goed wensen als ik! En bovendien ga
ik voor!"
„Niet waar!" zegt Bertus, „ik moet
éérst!"...
„Jij moet niets," zegt Ella en ze maakt
de parapluie open. Allebei gaan ze er on
der staan.
„Nu ik begin!" zegt Ella.
„Houd op, ik moet eerst!" zegt Bertus.
„Onbeleefde jongen!" zegt Ella veront
waardigd, ,weet je niet, dat dames altijd
voorgaan?"
„M'n zusje is nog lang geen dame,
Kaat-haar-in-de-war!" zegt Bertus ver
ontwaardigd.
„Ik ben geen Kaat-haar-in-de-war, maar
jij bent een boer op klompen, een domme
ezel ben je, daér!" roept Ella woedend uit!
„Engerd, ik wou dat je in die denneboom
zat!"
„Vervelenderd, ik wou, dat je op ale
schoorsteen lag!'"
En hup daar zeilden zij beide door de
lucht... Ella kwam in de denneboom
terecht en Bertus spartelde boven op de
schoorsteen. De parapluie lag op den grond.
„Ella," schreeuwde Bertus angstig, „ik
heb die leelijke woorden heelemaal niet
gemeend hoor!"
„Ik ook niet," riep Ella, die nogal vei
lig in haar denneboom zat. „Laten we alle
bei wenschen weer bij de parapluie op den
grond te staan!"
En inderdaad binnen enkele seconden
staan ze weer behouden op de grond.
„Ik heb er schoon genoeg van," zegt
Bertus, „ik wens voor mijn huis te
staan"... En als een pijl uit een boog
vliegt hij door de lucht naar zijn huis.
Ella is er van geschrokken. Zij wénst het
zelfde als Bertus en weldra staat ze even
eens voor de huisdeur, bij haar broer.
„Jammer, dat we niet iets nuttigs ge-
gen komt er weer een dag, dan kan jij de
eerste wezen!" Maar de volgende dag was
het mooi weer en heel druk thuis, zodat
niemand meer aan de parapluie dacht.
Maar 's middags na schooltijd schoot het
Bertus opeens weer in de gedachten, welk
avontuur hij had beleefd. Dadelijk riep hij
Ella. En samen zijn ze naar de parapluie-
bak gegaan om de toverparapluie te ha
len! Maar wat 'n teleurstelling de
parapluie stond er niet!
Hoe zij ook zochten, van de zolder tot
de kelder en omgekeerd, alles was tever-
geesch. De parapluie was spoorloos ver
dwenen! Vragend keken zij elkaar aan...
Toen kwam moeder er bij. „Wat zoeken
jullie toch, kinderen?" vroeg ze vriende
lijk... „De rode parapluie!" riepen ze
beide uit.
Moeder keek hen verbaasd aan... „Maar
weten jullie het dan niet? Vader heeft de
rode parapluie gisteren in de trein laten
liggen en niet terug gekregen!"
EINDE.
Met die H., die jullie hier afgebeeld
ziet, gaan we onze verschillende vriendjes
en vriendinnetjes lastig vallen!
Maarvan tevoren moeten we wel
een beetje gewerkt hebben. Eerst knip
pen we de H. uit. Dan plakken we hem
op karton, waarna we de letter langs de
lijnen in stukken knippen. Of we snijden
het karton. Dat is veel netter. We doen
dat, door een liefst ijzeren lineaal langs
de lijnen te leggen, en met een penne-
mesje weer langs de lineaal te snijden.
Maar vraag lieVer aan vader of moeder,
of aan een oudere broer of zus, om te
helpen. Een ongeluk schuilt in een klein
hoekje, en je kunt nooit te voorzichtig
zijn!
Het mooist wordt de puzzle natuurlijk,
wanneer we de H. op triplex-hout plak
ken en daarna de stukken met de figuur
zaag uitzagen. Maar helaas zijn we niet
allemaal handige figuurzagers. Dat is
wel jammer, omdat een houten puzzle zo
stevig is. Maar nu jaeen kartonnen
puzzle is óók leuk, en we kunnen er net
zoo goed mee werken!
Nu hebben we onze „voorbereidende
maatregelen getroffen", zoals dat zo def
tig heet, en nu halen we onze vriendjes en
vriendinnetje er bij!
Je gooit verschillende stukken flink
door elkaar, en je vraagt om er nu maar
eens een H uit te vormen.
Ja, nu zeg je: „Wat is daar nu aan!
Bah, wat flauw!
Probeer het zelf maar eens.
Het zal je niet meevallen hoor!...
DE GROOTSTE KLOK VAN EUROPA.
In den hoogen toren der z.g. Werner-
werken te Siomensstradt nabij Berlijn oe-
vindt zich een klok, welke des nachts
wordt verlicht en op kilometers afstand
zichtbaar is. Deze klok is de grootste van
Europa. De doorsnede van het cijferbord
bedraagt zeven meter. De groote wijzer is
drie meter lang en c: kleine twee en een
kwart meter. Het gewicht der beide wij
zers bedraagt 700 kg. Het uurwerk van
deze klok bevindt zich niet achter het
cijferbord, doch onder in den toren, be
schermd door weersinvloeden. De bewe
ging van de wijzers geschiedt eleetrisch.
NIEUWE AUTOBUSSEN IN ITALIË.
„De D-treln der automobielen".
In de groote steden van Italië heeft men
proeven genomen met zeer moderne en
tevens zeer omvangrijke autobussen,
welke de „D-trein der automobielen" wor
den genoemd. Deze bussen bestaan uit
twee wagens, een tractor en een aanhang
wagen, welke ongeveer even groot zijn en
vlak achter elkaar zijn gekoppeld. De
beide wagens kunnen 120 passagiers te
zamen bergen. De deuren der wagens wor
den automatisch geopend en gesloten,
zoodra de motor zich in beweging zet. De
bussen kunnen een snelheid van 100 kilo
meter bereiken.
Wanneer de proeven met deze machtige
autobussen succes hebben, dan zal men
ook eet- en slaapwagens in deze automo
bielen bijvoegen.
Oplossingen vorige week:
L
Johan van Oldenbarneveldt.
Hoed, vaandel, voet, Jan, Baarn, Londen.
H.
Lam, Erna, etsen boter, pet, Parijs, ba
den bal, Oma.
Amsterdam.
Goede oplossingen ontvangen van:
Joop van E. G., Johan en Cornelis L.,
Nettie H., C. de L., Marie van den B., Ah-
nie V., Johanna K., Agatha K., Berta H
Riena Sch., H. B. Sch., Piet H., Betsie N.,
Jannie de V., Truus R., Nelly K., Lena M.,
Frederika van de P., Lena Haringa., Her
man H., Femmie H., Arie de G., Stientje
B., Corrie P., Douwe I., Joop v. B., Frans
je van E., Annie J., Tineke W., Piet van
H., Maartje S., Bram S., IJsbrand S., Ria
W., Lieny v. L., Marie v. H., Fia v. B.,
1.
Met r ben ik een deel van het lichaam.
Met 1 ben ik onbeschaafd en een vod.
Met kl. ben ik een schoeisel.
Met st ben ik bot en doe pijn.
Wat ben ik?
2.
Een huis zonder deur,
Zonder dak, zonder raam,
Door zwartjes bewoond,
Heetkom zeg mijn naam?
3.
Waarom gaat een haas boven op een
dijk zitten om de zee te bekijken?
77. Eindelijk waren ze boven de plaats
gekomen waar het nest van de adelaar
lag. Met een pijlsnelle zwenking vloog de
reuzenvogel naar beneden tussen de rots
blokken in.
78. Onder een grote vooruitstekende
rotsklomp bevond zich het nest, waarin
de koningin en verschillende prinsen en
prinsesjes waren gezeten. Vol verbazing
keken ze naar den vreemden bezoeker op
hun vaders nek.
De adelaar had spoedig alles uitge-
en allen heetten Füp hartelijk we.-
„En hoe is het vliegen je bevallen?"
vroeg de adelaar aan Flip. Deze verklaar
de, dat hij het heerlijk had gevonden en
dat hij wou dat hij ook vleugels had om te
kunnen vliegen.
79.
legd
kom
80. De adelaar vertelde daarop dat de
mensen dit ook graag wilden, en tot dat
doel machines hadden gebouwd, die zich
onder veel lawaai door het luchtruim kon
den bewegen.