Opbouw. De Zegetocht der Heldersche Blauwe Zeeridders door Noord-Holland. Oost-lndië. HFT -PF.RSCHB COURANT VAN ZATERDAG 29 JUNI 193 Gemeenteraad. De gruwelijke affaire. De groote palingimporteurs zijn door de conüngenteering ook wel gehandicapt. Een der grootste in ons land. die anders zelf twee' groote motorschepen, expresse lijk voor dat vervoer ingericht, heeft nu slechts één dc-r schepen in de vaart; de andere is op gelegd. Zij maken het bezwaar, dat naar rato van de invoeren van 1931. '32 en '33 hun het con tingent wordt toegestaan. In die periode viel. naai verluidt, het verschijnsel, dat Deensche Vrachtauto's met paling het land binnen kwa men en de rookerijen langs gingen om daar hun paling kwijt te raken. Daardoor werden de eigen importeurs gehandicapt in hun in voer. hetgeen nu. bg verleening van hun con tingent. tot hun nadeel schrijnend tot uiting komt. Hoe dit alles zij. de beperking van den in voer kan nu voor de visschers op de prijs stelling van de paling van gunstigen invloed fcyn. Alle belangengroepen tevreden stellen, blgrt een moeilgk probleem. De haringaanvoer wordt dus door de be- perkende bepalingen van visschen sterk in- gepaald. Of de prijs voor den consument ook zoo danig zal worden, dat een grooter gebruik is te wachten, valt nog niet te zien. Als men de prijzen in de advertenties in de groote bladen leest voor den klein-omzet, be- inerkt men daarvan niet zoo heel veel. Maar misschien komt daarin spoedig wij ding. 9EEN WKSTPLEIN MEER, MAAK HEI.DEN OER ZEEPLBINf m W. schrijven aan den Raad! ahet bestuur van de vereeniging ..Moed, Ing en Zelfopoffering" werd ons ver- i willen bevorderen, dat de naam van *f*ftplein. naar aanleiding van de ont- i het monument voor de Helder der veranderd in ,,Dorus Rtjkersplein". iiur van voornoemde vereeniging zou _Ft>p prijs stellen, indien de herinnering aan ^ÉSjh Rijkers in de benaming van bovenbe- VHffrplein zou blijven voortleven. ®ok van andere zijde bereikte ons een ver- om naamsverandering; steller van dit Verzoek achtte „Zeeheldenplein" een passen den naam. In het algemeen behoort naar onze mee ning verandering in de benaming van straten en pleinen tot uitzonderingen beperkt te blij ven, aangezien dergelijke veranderingen voor tal van administraties en particulieren vele bezwaren opleveren. Daar aan bovenbedoelde verzoeken onge twijfeld een zeer sympathieke gedachte ten grondslag ligt en voorts in de nummering van het Westplein slechts één woning (n.1. die van notaris Schreuder) is begrepen, voelen wij, met de Commissie van Bijstand voor de Pu blieke Werken, in dit bijzondere geval wel voor een verandering van den naam. De benaming „Dorus Rijkersplein" komt ons echter minder gewenscht voor. Zonder ook maar eenigszins aan de groote verdien sten van onzen overleden stadgenoot te kort te .Willen doen, achten wij niettemin, daar aan de stichting van het monument de bedoeling ten grondslag ligt alle Nederlandsche red ders te eeren, een naam, waarin eveneens deze bedoeling tot uitdrukking komt, meer op zijn plaats Als zoodanig achten wij den naam „Hel den der Zeeplein" beter geslaagd. Wij stellen U mitsdien voor te besluiten den naam Westplein te veranderen in „Helden der Zeeplein". In de vergadering van den Raad van 12 Juni j.i. werd door den heer Biersteker naar voren gebracht de wenschelijkheid om den naam Strooweg te veranderen in „Verfaille- weg" Evenals bovengenoemde Commissie zijn B en W. van meening, dat er geen aanleiding bestaat tot het doen van een voorstel om den sedert tientallen van jaren bestaanden Stroo weg een anderen naam te geven. Mocht te zijner tijd in Koegras een nieuwe weg worden aangelegd, dan ware te overwegen dien weg „Jan Verfailleweg" te noemen. GRONDTRANSACTIE AAN DE SMIDSTRAAT. Bij den liouw van de woningen aan en nabij de Smidstraat, waartoe door den Raad in de vergadering van 21 November 1933 werd be sloten. zijn eenige moeilijkheden gerezen in verband met de beperktheid en den vorm van het beschikbare bouwterrein Indien binnen de grenzen van dit terrein moest worden gebouwd, zouden de woningen aan de Smidstraat zeer scheef van vorm wor den In verband hiermede is de architect van de Woningstichting met den eigenaar van het belendende perceel in onderhandeling getre den omtrent eventueelen aankoop van een strookje grond, waardoor een betere bebou wing mogelijk zou worden. De eigenaar van bedoelden grond G. J. Goes te Amsterdam is bereid van zijn perceel een strookje ter grootte van ongeveer 4 m2 af te staan tegen vergoeding van 25, wan neer hem tevens om niet wordt afgestaan een gedeelte van een ander perceel, ter opper- vlokte van ongeveer 1 m2. B en W.. alsmede de betrokken diensten, kunnen zich daarmee vereenigen. Voorgesteld wordt tot deze transactie over te gaan. OVERPLAATSING SCHOOLHOOFD. B en W schrijven aan den Raad; Tengevolge van het door den heer B. Th. Avenarius, hoofd van de u.l.o-school alhier ingediend verzoek om ontslag als zoodanig welk ontslag inmiddels door U eervol en met dankbetuiging voor de bewezen diensten werd verleend werden door ons de verschillende mogelijkheden overwogen om in de ontstaande vacature te voorzien. Geheel in overeenstemming met den In specteur van het Lager Onderwijs zijn wij van meening. dat een zeer goede oplossing in deze *al worden verkregen door overplaatsing van den heer D Blom, hoofd der school voor het centraal 7e leerjaar, naar de u.l.o.-school, ook de Commissie van Bijstand voor het On derwijs kan zich daarmede vereenigen. B en W stellen voor daartoe te besluiten en de overplaatsing te doen ingaan op 1 Augustus 1935. WORMENSTEKEN VERBODEN. In verband met ingekomen klachten ves tigt de Commissaris van Politie er de aan dacht op. dat het worm ens teken in de kanaalbermen, zoowel van Binnenhaven. Werf kanaal als Helde rsche kanaal verboden RIALTO-THEATER. „OM EEN MENSCHEN LEVEN". Terug naar de tgden van Frita Lang Dit is een „detective-film" En dan zoudt ge terzelfder tijd meenen te doen te hebben met de geheele van ouds be kende rompslomp van bovenaardsche speuc- ders. waarvan u weet, -dat zij toch zullen slagen...... Maar ge vergist u danig; want hier heeft de Fransche cinematograiie een artistieken winst post te boeken, zooals zij nog zelden deed; hier werd een film gemaakt, zóó zuiver „film" zoo volmaakt gespeend aan alles wat met „openbare meening" te maken heeft en ten slotte zóó artistiek uitgewerkt, dat men zich zou gaan afvragen: slaan de groote heeren van het „zwart-en-witte doèk" eindelijk nieuwe wegen in? En met name in Frankrijk lijkt het er zéér, zéér veer op. Dit is een film van Harry Baur, de fameuze acteur uit „Canaille". „De Poolsche Jood" en „Les Misérables", Harry Baur, die tenslotte de Fransche film bekend maakte tot ver over de landsgrenzen. Hij speelt de rol van den commissaris en doet dat la Baur; gesloten, ietwat indolent... en tevens ongelooflijk sterk, en zoo aannemelijk als men zelden zag. Zijn tegenspeler is de Rus Inkiijnoff. een speler, waarvan men het ideaal type der criminaliteit buitengewoon dicht benaderde, zoo niet be reikte. Deze menschen filmen op een wijze, die ons herhaaldelijk doet denken aan de Russi sche film van vroeger: hard, volkomen men- schelijk, aanvaardbaar (hoe sporadisch ziet men dit!) en zonder make-up. Dit alles speelt zich af in het Parijs van den zelfkant, in een milieu, dat u meer dan eens aan Zola doet her inneren, zoo reëel, zoo droefgeestig Wat zullen wij u tenslotte van deze film vertellen: dat zij huiver ngwekkend is van den eersten tot den laacsten meter, dat zij een cli max aan spanning bezit, die ge vergeefs zoekt in alle American talkies tezamen en dat zij u een brok menscheiijk leven geeft, zoo simpel, maar daarbij zóó consequent doorgevoerd, dat men in bewondering geraakt voor de artis tieke uitbeelding er van. En steeds weer gin gen onze gedachten terug naar de jaren ge leden gemaakte film van Fritz Lang „M", die van hetzelfde gehalte was, even schrijnend en...... even waar. Het is het verhaal van een vrouw, die om 100.000 francs vermoord wordt. Het verhaal van een zoekenden detective. En het speelt zich af in het duistere Parijs van den faubourg, waar men in het „hotel" de een ziet sterven en tevens den ander zijn chanson hoort zingen. Daarbij is het het verhaal van een fictie, een inbeelding. En in iederen meter film speurt ge den geest van dit Parijsen voelt ge de hand van den regisseur, die dit alles bestuurt, een zeer artistieke hand. Zoodat deze detective-film u twee uur vast grijpt en ook daarna nog in gedachten blijft: omdat het u leven gaf. zooals het daar moet zijn. In de harten van velen duister, maar aanvaardbaar! In het bij-programma draait de druk be sproken film van de British Gaumont „Ever green". De British heeft getracht hiermede een show-film van het Amerikaansche kaliber te geven en slaagde in den opzet. Enfin, als u radio heeft, herinnert u zich ongetwijfelt tal van ltedekens er uit. Als voornaamste ster speelt hierin de vermaarde Betty Balfour, CORRESPONDENTIE. W. Uw rijm ia zeer juist. Het Dlaat <u>n daarvan op heden echter al te pijnlijk voor *e nagelaten betrekkingen. Red. Held. Crt. Een praatje over de Feest week. We zijn er op uitgetogen. Vrijdagmorgen, om eens een paar krabbeltjes te maken over het gebeuren, wat daar voor de deur staat, nl. de feestweek, alias „de kermis". Nu ja, ook wij weten het „de kermis" (de goeie, ouwe!) bestaat niet meer. Sporadisch komt zg hier en daar in ons land nog voor, maar het is niet meer „je-dat"; de kleur is er af, de entourage, het is niet „echt" meer. De reden hiervan?? Wel. ook hier heeft de nieuwe za kelijkheid haar rechten doen geiden en ook hier heeft het zich steeds meer voltrekkend nuchterheidsbeginsel van deze generatie zich sterk doen voelen. Maar... wij waren er op uitgetogen... En gekoesterd door een vroolijk zonnetje, dat niet t e fel brandde, zooals nog een dag tevoor, hebben we ons naar de centra bege ven, alwaar vanaf Maandag de feestelijkheden zullen plaatsvinden. En allereerst dan is daar het Westplein, immer het brandpunt van de jaarlijksche ker mispret, en ook nu weer bijna van steentje tot steentje volgebouwd. Men was nog druk bezig om het geheele geval kant en klaar te maken en menige tent bestond nog slechts uit een aantal latten en palen, met daaromheen wat zeüdoek en lappen. Oude bekenden kom je er tegen: zoo bijv. „de schommelschuitjes"; ik kan mij geen kermis herinneren, of ik heb ze er gezien, die zwierende bootjes, hel geschil derd met tallooze teinten en kleuren. In het bijzonder op 't vrouwelijk kermis-bezoekend publiek schijnen deze „schuitjes" een gewel dige aantrekkingskracht uit te oefenen. Men ziet het er althans veelal in grooten getale vertegenwoordigd. Doch er is meer gebouwd rond om het Red dingsmonument, dat daar massief en ernstig bovenuit steekt, met aan den grond het pittoresque plantsoentje, waar fluweelige violen en helroode geraniums als het ware verbaasd dit overijlde gedoe gadeslaan. Daar is de gelegenheid van de „auto-tjes" vermaard bij jong en oud en voor velen het non plus ultra van genot. Wij zelf herinneren ons nog zeer goed het eens een keer meege maakt te hebben, doch konden toendert.jd niet verrukt zgn over de accomodatie van deze „auto-tjes Maar wellicht was dat ook juist wei de bedoeling, niet?! Hoe harder, hoe wilderdes te beter. De zweefmolen ontbreekt evenmin en be hoort ook tot het veteraan-gedeelte. Van dit „spul" naar eenige kramen, alwaar komende week poffertjes, slagroombollen en tal van andere heerlijkheden te verkrijgen zullen zijn is slechts een paar stappen. Vlak naast een kiaam, waarop de eigenaar op waarlijk eet lust verwekkende wijze het woord „roomsoe zen Ié propos: dit woord heeft tóch al karak- geschilderd heeft, was iemand bezig een zout- en zuur-stalletje op te zetten. Waarmee ik maar wijzen wit op de keuze die er is, zg het zoet of zuur: Dat opbouwen op zich zelf is werkelijk de moeite waard om gade te slaan. Tal van aar dige tafereeltjes kan je er bij meemaken en meermalen ben je in de gelegenheid scènes te aanschouwen, die in ons gewone alledag-be- staantje maar zelden of nooit voorvallen. Natuurlijk is er juist bij dit optrekkend volkje veel misère en veel verdriet. Ook voor hen (of beter: juist voor hen) doet de crisis (welk een woord in een feestwek-verslag...) zich in zeer sterke mate voelen en hoe velen z(jn het er niet, die hun zaakje, hun spul. of tent reeds moesten opgeven. Maar ze zijn over de geheele linie gemakkelijker dan wij. Denken er niet zoo ernstig over. Gelooven het meestal wel. Het is het karakter van den zigeuner, die zich niet bekommert om den dag van morgen: alleen om dien van heden En daarom zullen wij maar hopen, dat het klassieke kermisweer (te weten: veel wind en nog meer regen!) achterwege zal blijven; nietwaar: voor ons én voor de menschen. die hier alleen komen om wat contanten op te doen, want daar gaat het in laatste instantie toch maar om. Enfin, het is veelbelovend en laat ons vertrouwen op de de Bildtsche ver wachtingen. want die zijn verre van slecht! In een afgelegen tentje was de eigenaar bezig zjjn pierement eens na te kijken. We hebben hem een kwartiertje gadegeslagen eh eens met hem gepraat. Hij hoopte zéér op de aanstaande week, want lang kon hij het niet meer bolwerken... En intusschen zat hij daar wat te neuriëndraaide hier en daar aan een schroefje van zijn orgel, dat zeventien jaar met hem meegetrokken wasen boven op dat orgel stonden de kleurige mannetjes en vrouwtjes in gracieuzen stand, de hoofdjes ge bogenen erg verveloosEn wat dan, als het niet gaat, vroegen wij Nou, dan gaan we naar Veenhuizen Toen zgn we maar weer naar buiten ge gaan verder op, waar het warm was en licht van zomervreugde. Het Havenplein lag eenzaam aan zich zelf overgelaten te blakeren. Geen spoor van komende feestelijkheden, of het moesten de meeuwen zijn, die glijdend en breed-uit zwie rend het zomer-feest vierden... Van kramen, etcgeen spoor! Spaarzaam is het ook op het Stationsplein. Ais een blauw eiland duikt daar de caroussei op. waar reeds Vrijdagmorgen overmoedig het driekleurig dundoek wapperde. Een enkele kraaméén tentje Maar het was de jeugd, die ernstig naar het opbouwen stond te staren en het machtig interessant vond. En meermalen vloog er een vroolijke opmerking van het werkvolk naar de jongens, of vice versa. Naar alle waarschijnlijkheid zal zich dus de grootste drukte wel weer concentreeren op het Westplein, evenals dat in vorige jaren het ge val was. En hier dus zal door velen voor een korte spanne tijds Koning Crisis vergeten wor den. Men zal zich werpen in het kleurige en bonte leven, dat men kermis noemt en dat een conglomeraat j is van dwaasheid, overmoed, verkwisting, jolijt en wat al niet meer. Door velen wordt er maanden en maanden voor ge spaard teneinde een som bij elkaar te garen, voldoende om het bejaarde volksfeest mee te maken. Velen zullen,»vooral nu, zeggen: het is uit den booze, de tijden zijn té ernstig om aan kermissen en dergelijke zaken te denken Misschien hebben dezen gelijkMisschien ook niet. Want tenslotte kan men kermis vie ren, zéér vroolijk, zéér prettig, en toch zonder tenslotte zijn geld weg te gooien. Ook hier moet tenslotte den gulden middenweg bewan deld worden. Wij zullen besluiten met het uitspreken van onze hoop, dat het een jolige feestweek moge worden. Zoowel voor de bezoekers, die er hun geld aan geven, als voor de velen, die naar Den Helder getogen zijn, in het vertrouwen hier iets te verdienen en tenslotte met de ver wachting, dat de weersgesteldheid blijven moge 'zooals zij nu is. Zou dat mogelijk zijn? De Traditie schudt haar oude wijze hoofd... De voorstellingen in „Casino". Hier volgen nog enkele mededeelingen om trent de reeks van tooneelvoorstellingen, die tijdens de kermisweek in „Casino" worden gegeven en welke morgenavond aanvangt met „Rubber" door het gezelschap Saalborn, en Maandag en Dinsdag met „De Andere We reld", evenals Rubber bewerkt naar een ro man van mevrouw SzékelyLulofs. Evenals in „Rubber" wordt ook in „De Andere Wereld" de typische Indische sfeer zeer goed weergegeven. Javaansche vrouwen in haar zangerige taal zullen er in mede spelen, en men krijgt een uitstekend beeld van het Indische leven. Meegebracht worden o.a. decors van een planterswoning, van een echte kampong, enz. Omtrent „Rubber" schreef de N. Rott. Crt. o. a.: Toch ontploooit zich ook in het tooneelspel „Rubber" een beeld van de samenleving op Sumatra's Oostkust en in zoo felle, onbarm hartige kleuren geeft de schrijfster de don kere werkelijkheid in al haar vertakkingen, de ruwheid der eenzame planters, de daling van het geestelijk peil, de levensellende, de demoralisatie dan, gevolg van den overvloed en het breken der toekomst door de schrik barende tuimeling der rubberprijen, dat dit Rubber als tranche-de-vie en als tooneel de onmiskenbare eigenschappen bezit om een ontvankelijk publiek sterk te boeien. De voor stelling werd een succes! Over „De andere wereld" vermeldden wg reeds, dat Saalborn over deze opvoering open doekjes kreeg; de „Telegraaf" sprak van een „hardnekkig" applaus en van „warme waar deering". Het Vaderland schrijft: „Rubber heeft het tot 200 opvoeringen ge bracht. „De andere wereld" heeft alle kwa liteiten om eenzelfde resultaat op te leveren. Woensdagavond krijgen we dan in „Casino" het bekende „Pomarius". dat wij een vorig maal bjj vergissing toeschreven aan Jhr. Van Riemsdijk, maar dat tot geestelijken vader heeft mr. C. P. van Rossem. Hierover, als mede over de revue, die in het laatst der week wordt gegeven, in het nummer van Dinsdag. „Tivoli". „Tivoli" brengt de vier eerste dagen n 1 Zondag, Maandag. Dinsdag en Woensdag de aardige film-operette ..Het Jolige Weeuwtje". bewerkt naar Franz Léhars operette. Maurice Chevaher en Jeannette MacDonald vervullen daarin de hoofdrollen. En van Donderdag af komt hier, zooals wij reeds zeiden, het gezel schap Faveur met een variété-programma van zeer afwisselenden aard. „Witte". In de „Witte" zal van Zondag af worden vertoond „De Familie van mijn vrouw", een aardig film-blijspel, waarin Johan Kaart de hoofdrol vervult. „Kialto". Het nieuwe Vrjjdagsche programma, dat ook hier vertoond wordt, loopt tot en met Zondagavond, zoodat in dit theater de kir m is voorstelling eerst Maandag aanvangt. Het programma hiervoor is nog niet bekend. Een gratis ritje in den draaimolen. Wie zou dat niet willen? Al was ik het zelf om gratis voor niemendal de geneugten van zoo'n festijn te ondergaan7 Welnu. men leze eens de advertentie waarin de „Sperwer - winkels deze heerlgkheid aanbieden, als men van Maandag af voor 50 cent winkelwaar con tant bij ze koopt. Gestadig rolden de auto's het groote plein op. De chauffeurs zaten allen met een feeste lijk gesticht achter 't stuur en de Blauwe Zeeridders, gekleed in hun mooie, blauwe lakensche jassen, de borst overdekt met het eere-metaal, stonden feestelijk en vroolijk te rooken, in afwachting dat het nummer van hun auto zou voorrijden. Het bestuur en de feestcommissie had alles in de puntjes ver zorgd en de Heldersche verkeerspolitie zorg de op prettige wijze dat alles op rolletjes liep, waarvoor hun zeer zeer een woord van hulde toekomt. De kopstukken van de ridders stonden nog even voor de groote auto van den heer v. Twisk, voor het doek waarop stond „Zege tocht der Blauwe Zeeridders", en waarop .h^el in de hoogte een reddingboei was be vestigd. Ze werden even geknipt en toen ging 't er van door. Natuurlijk hadden wij. de traditie getrouw, in onze auto, de Gorrel, vergezeld van zijn adjudant Blokker. Ik zit hier als in de Pottenwinkel, as in me logement, zei de Gorrel en hij knikte tegen den chauffeur. Zie zoo, das teminste een goeie loods die we an boord hebben. We zulle de patrijspoort maar open zetten, dan koer sen we niet zoo warm. De Chauffeur zette de motor aan. Goed zoo loodsie, de touwen los en dan met de boeg d'r teuge in, prijst de Gorrel. en dan gaan we! Om 't Stationsplein wordt eerst nog een eere-rondje gereden, opdat de vele belang stellenden, familieleden en niet-familieieden nog afscheid van de Zee-Gladiatoren kunnen nemen en dan gaat het langs het Groot Noord- Hollandsch Kanaal. 't Is een heele file. De ouwe Blokker kijkt bezorgd. Dat geeft averij met die zeilen op die auto, je zal 't zien. Die zeilen vangen te veul wind. Blokker heeft gelijk, want, nog voor we aan vliegkamp „de Kooij" zijn, zien we een groot vreemdsoortig wit zweefvliegtuig rake- üng langs onze auto door de lucht zeilen. Een der groote borden ligt op den grintweg, maar de heer v. Twisk zegt koelbledig: „Laat zeilen wat zeilt! We hebben nog drie zeilen met Blauwe ridders over." Wat een bonk blomme en wat een knaap van een koei, zegt de Gorrel enthousiast, op de met duizende veldbloemen bezaaide gras vlakten wijzend, 't Is toch wel mooi 't land, maar geef mijn maar de zee. Bij Burgervlotbrug nemen we de hoek naar Camperduin. Das goje, zegt de Gorrel, hier in de buurt bij Petten ligt nog die ouwe schuit op 't strand, d'r zit nog altijd wel een paar balie- kies an... bestig brandje. Ik snij ze wel an moote man... dan in eene bezorgdHeb thuis veertig knijne, as de Kromme ze maar goed te vreten geeft! Allo! de Gorrel buigt zich uit het portier raam en wuift vriendelijk tegen een groep dames. Bg Schoorl, raken de zeeridders in extase over de vele boomen. Wat een bonk boomen, die houwe de bries teuge, d'r is hier geen asempie wind, niet an bakbord zei en an de stuurboordkant ok niet! We zitten hier in 't oppertje en wat een mooie nieuwe huisies, daar is ons paleis brandhout hg! Voort snellen de auto's door Schoorl, Ber gen en het bosch naar Castricum. Prachtig weer begunstigt onze tocht. Overal luide toe juichingen. Bij de Velser Pont staan oud- Helderschen de redders op te wachten. Ze hebben 't bericht in de Heldersche Courant gelezen: De Riddeis komen! En de Ridders zijn een stuk van Den Helder, een stuk vin hun geboortegrond. Gane we nou naar naar Zandvoort an de Zee? Ik mot nou weer deres water zier., ik heb allang genog van die boome, zegt Blok ker. De Gorrel knikt... zoo is 't man! Wat jij. Iedere morrege om half vier. zomer en winter as ik voer voor me knijne klaar heb, gane we naar de dijk... Daar is de zee! Tjonge wat een groot schip leit daar teuge de kim. Die leit persies waar ie „Salento" naar de haaie ging! Van Zandvoort naar Haarlem, was een oogenblik werk, maar om door het drukke gedeelte van de stad. met deze file auto's te komen, was zonder de goede zorgen van de Haarlemsche verkeerspolitie niet te doen ge weest en dankbaar aanvaarden wij het ge leide van dit corps. Het heele verkeer van auto's en tram werd ter eere der Jutter-auto's stop gezet, en de entrée was werkelijk koninklijk. Eri gooie we nou in een goeje Pottenwinkel 't anker uit. vroegen onze passagiers be zorgd 't Groote Restaurant Brinkman, was inder daad een goeie Pottenwinkel. In de groote zaal boven, zaten de ridders allen gezellig aan taf eitjes en ze rookten en dronken hun neutje en weer tal van Helderschen, die in hun lijf blad gelezen hadden, dat de oude ridders in deze groote Haarlemsche Pottenwinkel zou den komen, kwamen opdagen. Is me groovader hier ook. vroeg een be nepen jongensstem, die in dit Babyion van redders zijn oude grootvader niet kon ont dekken? Maar dan werd er, als met scheeps roepers door de zaal getrompet: Hé, ouwe Sijp, je wordt door je kleinzoon gepraaid om bij te draaien! En dan draaide de ouwe Sijp bij en hij ge neerde zich niet. maar gaf zijn Haarlemsche kleinzoon een warme verwelkoming en een ijskoud portie roomijs. De heer Bels, oud-officier bij de „Nederland", werd door dit blijk van Nieuwe- diepsche saamhoorigheid zoo lyrisch, dat hij het woord verlangde. Vrienden, zei hg, ik ben een geboren Nieu- wedieper, heb jaren op zee gezwalkt bij de Nederland. Ik weet dat wij zeevaarders al tijd op jullie, ouwe Ridders, hebben kunnen rekenen, en dat jullie ons weer uit de grond- zeeën trekken, als die ons te grazen krijgen. Ik woon niet meer zooals vroeger in Den Helder, maar in Haarlem en als je een vrouw heb, die van je houdt, dan legt ze je voor anker, maar ik zeg: Als we Nieuwedie- pers, Jutters zien, dan trekken we de an kerketting stuk en dan varen we naar jullie toe om je een poot te geven. Wij zijn zeevolk. Hoera! Leve Nieuwediep. Leve de Jutters, leve de zee! In de groote zaal van Brinkman was 't als of duizend brandingen tegelijk aan 't razen waren. Hoera. Hoera, mg boys! riep de Gorrel en tal van oude haringtrekkers vielen in Orendo-éé-éé-éé welke de strophe van het lied is dat ze zingen als ze de vletten opdraaiden. 't Was geweldig! Heel Haarlem leekt door de zeeridders ingenomen te zijn, want toen een groote Haarlemsche Courant de ridders wilde vereeuwigen, had de verkeerspolitie handen vol werk het verkeer te regelen en al de enthousiasten op een afstand te houden. Keurig in een lange file, voorafgegaan, door de verkeerspolitie, die ons tot den grens van de stad uitgetelde deed, bereikten wij ten slotte de hoofdstad. Daar zaten ze nog zoo met gedachten in de politiek der raadzetels, dat toen ze die groote borden: „Blauwe Zeeridders" zagen aanrollen... riepen: Das mosterd na de maal tijd, daar hadden ze gisteren mee moeten pro paganda maken, dan had er teminste een frissche zeewind door het Prinsenhof ge waaid. Deze ontboezeming werd geslaakt, door een Amsterdammer, terwijl wij even bij een opgehaalde brug moesten wachten. Rrrt, de wagen rijdt snel door en de Gorrel en Blokker maken reuze pret over al die rare raasleden. „En we zijn niet bang", zingt Gorrel. Wel ninnik! Ik bin heolegaar niet bang voor een raaslid. As je zooas ik, al tijd in stormgeraas heb gezete. We staan voor het groote restaurant Smaalders en op de bovenzaal staan groote, wit gedekte tafels vol brood en vleesch en dan zjjn de Jutters plots erg vreedzaam... en ze eten fgn! AU dat afgeloopen U. dan gaa* ze weer naar beneden en... dan komen Ja Helderschen van Amsterdam naar hu* vrienden, Unga, disini? vinden jullie het lollig hier?) vraagt een majoor-telegrafist van de marine, die met vrouw en kroost naar Smaalders gekomen is om de Jutters te be- groeten - Slamat makan! (Smakelijk eten), lat hebben we hier gedaan, zegt de oude redder, die vroeger bij de marine geweest is, dat is toch al erg lollig! Och. och, zegt de majoor en zijn heele gezicht straalt. Ik woon in Amsterdam, maar ik had het allemaal gelezen in de courant en toen, toen moest ik zeelucht, Nieuwedieper zeelucht halen, man! En niet alleen die majoor, maar tal vaa bekende oud-burgersen burgeressen, met e* zonder kinderwagens, stonden bij Smaalders. Een oudé ridder had een partijtje versche scholletjès, zoo'uit Den Helder meegenomen voor zgn Nieuwedieper dochter, die in Am- serdam woonde. Fijne versche visch, zoo uit de haven, maar gekookt behoefde ze toch niet meer! Dat had de zon al in den auto gedaan! Om half negen kwam de Amsterdamsche verkeersagent. Weer werd het verkeer voor den Helderschen langen sliert stil gelegd. Vin de Spaarndammerbuurt ging het verder. Voor café Van Doorn op den Kennemerweg te Alkmaar stond het muziekkorps klaar. Helaas, daar wij' ovar tien uur aankwamen, mocht het corps niet meer spelen, maar har telijk werden we ontvangen. Wat een gezel ligheid! We zetten ons aan tafeltjes en toen kwam de Gorrel los en vertelde vol trots, dat de Koningin in Den Helder teuge 'm gesproken had Een beste juffrouw is de Koningin, maakt niks geen drukte, een best mensch, dat is ze. Dag juffrouw Koningin, zeg ik en toen lachte ze erg vrindelijk en vraagt: Hoeveul mensche heb u gered Ik zeg, ja juffrouw Koningin, da weet ik niét persies. Waar of niet, Koen, zei ik 't of zei ik "t niet? De oude Koen Koster knikt. De Koningin heb tegen mij ook gespro ken, vertelt deze. Ik zeg: Juffrouw, zeg ik, das nou tóch kassuweel, tóen Uwes geboren wier. was ik juist jarig, was ik twintig jaar en toen lag ik met een oorlogsschip op de ree. Nou, toen geeft de Koninhin me een hand en zegt: das kassuweel. dat ik nou gelijk met zoo'n menschenredder jarig ben. Waar of niet, Gorrel? De Gorrel knikt en eet... 't Was bij twaalven, toen de stoet huis waarts ging. Met een flinke vaart ging het naar het Noorden. We varen recht toe recht an op de ree, zei de Gorrel. An bakboordzij zie ik Lange Jaap ai... over een half uur maf ik ze... ben ik bij me knijne en bij de Kromme... ze magge me deurooke as ik leuge spreek. De oude Gorrel sprak „leuge", want plot seling weigerde de motor van onzen wagen. Sst... ssst.,, sssst... Ais donkere gestalten met hel lichtende oogen stoven ons: alle rid der-auto's voorbij en wij bleven zielig met ons vieren eenzaam achter in de buurt van West- Einde. 't Was pikdonker en de diepste duis ternis lag over de aarde. We zijne gestrand... we zitte lillijk op de Pannekoek, jammerde de Gorrel. Nou late ze ine op 't wrak zitte... lillijk! Daar zaten we. De chauffeur poogde in die Egyptische duisternis het euvel te herstellen. Het werd één uur, half twee, twee uur... de motor vertikte het en de garage was ver. Zeile me nou of mot de heele boel tot gorrelemorrie. knorde de Gorrel. Ik zeg maar hurrie op teuge de branding in. Hoera my boys. dat zeg ik... Vare! an de rieme! Toen, om kwart over twee, besloten wg den auto eenige kilometers voort te duwen. De chauffeur en ik plaatsen ons, als lakeien, gaande ter hoogte van het voorwiel naast den auto en alsof hij een rijke planter in een rickshaw was, die door Chineesche koelies werd voortgedragen, maakte de Gorrel een gracieus gebaar, maar plots, juist toen wij zoo eenige kilometers als slaven van den Gorrel hadden afgelegd, slaakte de chauffeur en wilde kreet. Hjj pakt! Hij pakt, riep hij en sprong in den auto! Zoowaar, om drie uur middernacht was de wispelturige motor zoo goed even aan te slaan en met een zestig mijls vaartje reed de auto door tot de mist- belt, maar daar waren wij weer genoodzaakt den Gorrel en zijn adjudant te duwen. Zachies an, lui, dan breekt het lijntje niet, hoonlachte de oude. Wel ninnik, lang zaam kuieren! Om half vier in den hollen nacht duwden wij den auto en den Gorrel onze garage binnen. Die binne binne binne binne, zei de oude Jutter... maar 't was toch maar een fijne zegetocht van de Blauwe Ridders. Af ter all is het een dag geweest, waarop niet alleen de oude zeehelden, maar ook hun vriendelijke gastheeren. de dames en heeren achter het stuur, met genoegen kunnen terug zien. Gelukkig is behoudens de reeds vermelde stranding deze tocht zonder verdere ongeval len verloopen en behoefden de dames-ver pleegsters met de leden van het Roode Kruis geen assistentie te verleenen. Het bestuur van „Moed, Volharding en Zelfopoffering" heeft met dezen tocht te organiseeren opnieuw getoond hart voor de leden te hebben. Soeralmja, 28 Juni (Aneta). Bij het nader onderzoek inzake de moorden te Sidórono is gebleken, dat het hier een gevaarlijke geloofs- beweging betreft. De betrokken doekoen noemde zich een gezant van Allah. Hij had vjjftien gewapende volgelingen om zich heen verzameld. In verband hiermede werd hij gisteravond door den wedana met zijn assis tenten overvallen. Zij arresteerden den doe koen met allo volgelingen. Bij de daarna gehouden huiszoeking werd een aarden pot geyonden, waarin een gerops- teul menschenhoofd en een partij beenderen werden aangetroffen. Tijdens zijn verhoor be kende de doekoen, dat hij een man en een viouw gewurgd had, teneinde geesten uit te drijven. Het vermoeden bestaat echter, dat de slachtoffers zijn vermoord met een slagwapen en dat daarna het vleesch gegeten Is door den doekoen en diens volgelingen, teneinde krach tig te zijn voor den strijd. Een groote partij krissen, speren, bijlen en slagwapens, werd i beslag genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 18