Gemeenteraad van Den Helder J J Vergadering van Dinsdagavond 8 uur. HBLRRRSCHR COURANT VAM DONDERDAG 4 1935. van der gemeente pen Htlder 0p Dinsdag 2 Juli 3936 des na middags twee uur, ten Raadhuize Voorzit ter de Burgemeester afwezig wet houder <lc Boer en de leden Bot en van de» Veer, laatstgenoemde met kennisgeving 1 vacature. Notulen. <a kt heer Biersteker had omtrent be- lr paalde notulen vragen willen stellen aan den f heer d< Boer, die thans niet aanwezig is, spr, 2 vraagt daarom aanhouding De Voorzitter' maakt daartegen be zwaar wegens de noodzakelijke goedkeuring dooi Ged. Staten. De heer Biersteker had speciaal op het oog 'Ie door den wethouder de Boer aan spr. Vres gerichte persoonlijke opmerkingen bij f begrootingsdebatten en spr. had den wet- ter willen vragen het stenogram eens te nalezen, waarna hij willicht zijn opmer- V»d teruggenomen. Spr. zal zich echter gen goedkeuring der notulen verzetten. Notulen van 11, 12, 13, 14 en .15 Febru- den vervolgens goedgekeurd en vast- V de tten (s. rar tegen de middagvergadering, r Biersteker maakt bezwaar uitschrijven dezer vergadering op ig. De Raad vergadert altijd pp 1 pr s i - rgt, dat dit hoof dza- keljj^k geschiedde wegens de kermis, aange zien wij daar vanavond last van zouden heb ben Overigens zal het wel ondoenlijk zijn het steeds alle 21 raadsleden naar den zin te 'yaaken. 11 iDe heer Bogaard: De heer Biersteker gcet nu niet doen alsof hij dezen datum niet mst In de Fin. Cie. is deze dag genoemd, "I imelijk de eerste week van Juli. „fv-i Ingekomen stokken. 1 Koninklijk Besluit tot goedkeuring van het besluit van 2 April j.1., waarbij de verorde ning op de heffing van tolgelden voor de pon tonbrug wordt ingetrokken. Verzoek van mej. G. J. Arentsen om ont slag als onderwijzeres aan de school voor JJ.L.O. (Voorgesteld wordt het ontslag eervol te verleenen met ingang van den door Burge- ster en Wethouders te bepalen datum). Conform. Belasting op vermakelijkheden. Voorstel om afwijzend te beschikken op het verzoek van de afd. Den Helder der Ver- -«eniging van Spiritisten „Harmonia", om wij ziging van de verordening op de heffing van belasting op vermakelijkheden. Conform prae-advies besloten. Verlaging precariorechten. Voorstel om afwijzend te beschikken op het adres van den Bond van Expediteurs en Transport-ondernemers „Beto", om verlaging van de precariorechten voor hét stationeeren met vrachtauto's op het Nieuwe Kerkplein. De heer Sehoeffelenberger wijst op het moeilijke bestaan van deze menschen, en zou alsnog aan hun verzoek willen voldoen. Wethouder van der Vaart zet uiteen, dat reeds zeer ver aan hun wensehen tege moet is gekomen. Zij willen evenwel het heele beest hebben en dat gaat niet. B. en W, heb ben een uiterst welwillende houding inge nomen. De heer Terra ondersteunt het pleidooi tan den heer Sehoeffelenberger. Een vergoe- r 3per jaar acht spr. voldoende; or het verzoek in te willigen, van der Vaart acht algeheele ongewenseht. Boogaard zet uiteen, dat de issie aanvankelijk hetzelfde stand van den heer Sehoeffelenberger. laad is het onjuist algeheele vrij- ;even, en bovendien zijn de kosten zóó drukkend, dat de bedrijven ze kunnen dragen, nen met de stemmen van de hee- ^elenberger en Terra tegen. Straatnaamv erandering, ien om den Duinweg over het ge tij den Strooweg den naam Nollen- ven, alsmede in zake het veranderen ;raatnamen Westplein en Strooweg r Sehoeffelenberger zou den unweg willen behouden; die is nu iigeburgerd. Na eenige discussie 'enwel het voorstel B, en W. aan- - heer Terra vindt het standpunt q i i ,<6W- om Óen naam Strooweg te be- i c>' goed. Inderdaad is dit de eenige f 'oor den naam „Verfailleweg" zou kunnen korten. ^tter: In de Commissie is de zaaSn e 'esprokenmen achtte het onjuist eeiTCiUl3k,'nl ingeburgerden naam te veranderen. De heer Biersteker: En voor Westplein stelt men wel een verandering voor van naam? De Voorzitter: Ook dit is uitvoerig be sproken, maar daarvoor golden andere motie ven en bovendien betrof het slechts een per ceel, dat hier staat. De heer Biersteker vindt het een daad van pieteit om dezen weg te benoemen naar iemand, aan wien Koegras zijn opkomst te danken heeft gehad, en spr. is verbaasd van dit tekort aan pieteit dat de Raad jegens den ouden heer Verfaille ontwikkelt. De Voor zitter geeft tevens blijk de geschiedenis van Den Helder al zeer slecht te kennen. De Voorzitter geeft toe, dat hij niet al te veel omtrent die geschiedenis weet. Hij heeft wel enkele werken over Koegras gele zen, maar daarin wordt wel de naam Loopuyt, niet die van Verfaille, genoemd. De heer Biersteker: Inderdaad was het de familie Loopuyt, die het Koegras destijds aankocht, maar de heer Verfaille is de man „geweest, die het in culturu bracht. Daarom ia de naam Verfailleweg ook niet in Juliana- dorp, maar speciaal hier, in Koegras, op zijn plaats. De heer Sehoeffelenberger: Dat de Verfaille Kocgras in cultuur bracht, .«3 -uitsluitend eigenbelang; algemeen belang ^-< eft daar destijds niet bij voorgezeten. Dit pvt niet weg, dat spr. het werk als zoo- - y jj'iïfiseren, doch men stelle de ikr<~>l P tu. p. kist 0 80 2eei goed eertn met een of anderen weg of straat elders. De heer Biersteker: Natuurlijk was het eigenbelang, maar eigenbelang vormt de sti mulans voor algemeen belang. Spr. vindt de redeneeringen van de beide heeren kortzich tig Wethouder van der Vaart wijst erop, dat aan de toezegging jegens den heer Bier steker om zijn voorstel in overweging te ne men, is voldaan Maar dat hier van de zijde van het College gebrek aan pieteit zou be staan, is onjuist, spr protesteert tegen die voorstelling. De pieteit jegens den heer Ver faille is zeer zeker aanwezig, maar er waren ernstige practische bezwaren tegen deze naamsverandering. De heer Ey iders licht dit nader toe. In de Fin. Cie. is gezegd: wij verzetten ons prin cipieel tegen iedere naamsverandering, op grond van practische bezwaren, zooals de last voor de bewoners, die op hun eigendom men die naamsveranderingen moeten laten registreeren, enz. Met het Westplein kon een uitzondering worden gemaakt, omdat het hier slechts één perceel betreft, dat Westplein is genummerd (de woning van Notaris Schreu- der). De heer Tiessen is door en door bekend in Koegras en geeft een uitvoerige uiteen zetting van de geschiedenis van dezen polder. Wat spr. voor persoonlijks mededeelt om trent den heer Verfaille, geeft den heer M e y e r aanleidingen zijn bevreemding uit te drukken over de wijze waarop zich deze aan gelegenheid thans gaat ontwikkelen, en den Voorzitter tot de opmerking, dat de heer Biersteker een dergelijken storm niet zal heb ben verwacht, en tot het verzoek aan dé pers om van de uitlatingen van deri heer Tiessen maar niet te veel op te nemen. Dr. Feenstra Kuiper vraagt waarom de naam „Helden der Zèe-plein is gekozen boven dien van „Zeeheldenplein"? Deze laat ste is mooier. De Voorzitter geeft toe; het eenige motief was evenwel, dat men in het laatste geval meer denkt aan onze zeehelden De Ruyter, Tromp, c.s. Zooals men weet, be treft het hier een verzoek van de Vereeni- ging „Moed, Vorharding en Zelfopoffering", Niemand ontving het met enthousiasme, maar overwegende bezwaren tegen inwilliging wa ren er niet. Met de stemmen van de heeren Feenstra Kuiper, Terra en Biersteker tegen wordt be sloten den naam Westplein te veranderen in Helden der Zeeplein, en ook het andere voor stel (waarbij dus de naam Strooweg blijft bestaan) wordt aangenomen. Wijziging gaslevering. Voorstel tot wijziging van de Verordening, bevattende de voorwaarden voor de levering van gas. De heer Terra had gaarne gezien, dat men nog wat verder was gegaan. De heer Van der Vaart licht toe, dat uitsluitend de bedoeling was in deze wijzi ging op te nemen wat reeds bij verschillen de gelegenheden aangenomen maar nog niet in dé verordening 'vastgelegd was. Een alge heele herziening komt later aan de orde. De heer Sehoeffelenberger merkt op, dat hier gesproken wordt van verwijding der pijpleidingen. Als niet tevens de kwaliteit gas wordt verbeterd, heeft men daar niet veel aan. Hierover wordt nader van gedachten gewis seld. De heer Feenstra Kuiper zet uit een, dat de calorische waarde van het gas vrij voldoende is, en dat de uiteenzettingen van den directeur de juiste en die van den heer Sehoeffelenberger onjuist zijn. Het voorstel wordt vervolgens aangeno men. Verlaging van presentiegelden en wethouders- salarissen. Voorstel van de heeren W. Biersteker en Dr. P. Feenstra Kuiper om aan Gedeputeerde Staten te adviseeren tot: Verlaging van de salarissen der wethouders ingaande 3 September 1935 van 2500.tot 2000.per jaar en te bepalen dat voortaan 10% van dat salaris moet worden gestort voor pensioen van weduwen en weezen, zoo wel als voor eigen pensioen. Verlaging van het presentiegeld voor het bijwonen der raadsvergaderingen van 5. tot 2.50 per vergadering, onder bepaling, dat aan hen, die door verzuim loon derven, daarvoor bovendien een vergoeding van maximaal 5.per dag kan worden gege ven. De overwegingen en meeningen der Finan- cieele Commissie, die in hoofdzaak afwij zend tegenover de voorstellen staat en zich slechts met een vergoeding voor loonderving zou kunnen vereenigen, hebben wij reeds ver meld. De Voorzitter zou de behandeling wil len aanhouden, aangezien nog geen antwoord is ingekomen omtrent de wettelijke toelaat baarheid eener vergoeding wegens loonder ving. Over de kwestie of de voorstellen los van elkaar kunnen worden behandeld, wordt na- dér van gedachten gewisseld; de héér Bier steker heeft zijnerzijds geen bezwaar tegen aanhouding. De heer Van Loo maakt be zwaar deze zaak eerst in Augustus te be handelen. Tenslotte worden de voorstellen behandeld met uitzondering van het laatste gedeelte betreffende de vergoeding voor loon derving. De heer Biersteker: Geen verhiezingstruc. Na de besprekingen, die over deze voor stellen in de Fin. Commissie zijn gehouden, kan ik betrekkelijk kort zijn, omdat we nu reeds weten, welk lot de voorstellen wacht. De meerderheidspartijen hebben er zich reeds tegen uitgesproken en dus weten we, dat ze zullen worden verworpen. Met deze weten schap zouden we nu ons voorstel wel kunnen intrekken, doch dan zouden we de tegen standers de gelegenheid ontnemen om hun meening te uiten en dat zou te betreuren zijn. Over de indiening allereerst iets. Van ver schillende kanten moesten we daarover ai hooren, dat de indiening één dag voor de ver kiezing een verkiezingstruc was, m.a.w. be doeld om stemmen te winnen voor onze wan kele positie. Ik zal het den heeren gemakke lijk maken voor hun bestrijding straks, door eenvoudig deze meening maar niet tegen te sproken. Wij trekken bij de verkiezingen niet uit, met vliegende vaandels en slaande trommen; ook missen wij den steun van een kanselaanbeveling. Wij moeten dus met een eenvoudige verkiezingsreclame tevreden zijn. Wil men nu alles wat o.z geschreven is, on der de benaming verkiezingstrucs brengen, we zullen ons dit maar laten welgevallen. Zeg gen we maar: Men zegt het en dus zal het wel zoo zijn. We hebben er zelfs niets tegen om aan te nemen, dat Gemeentebelang aan deze manoeuvre den tweeden zetel dankt en dat mijn partner Dr. Feenstra Kuiper hier zonder deze truc niet zou zijn teruggekeerd. Laten we maar zeggen, dat dit ons succesvol vuurwerk is 'geweest,- met als gevolg een klap op de vuurpeil Dr. Kuiper terug in den Raad. Dit moge zijn sommigen ten spijt, niettemin het is en blijft een feit. We laten deze beschouwingen dus voor wat ze zijn. Hadden we dit voorstel een dag na de verkiezingen ingediend, dan zou hét toch ook niet goed zijn geweest en wellicht j zou het dan gekwalificéerd zijn geworden als een wraakneming, omdat we er zoo bekaaid zijn afgekomen. We zij nu eenmaal gewoon, dat men bij alles wat wij voorstellen en bij wat wij doen en zeggen, zoekt naar minder waardige beweegredenen. Wij zullen onzen eigen weg blijven gaan en ons van die om standigheden maar niet veel aantrekken. Toch willen wij niet nalaten erop te wijzen, dat door ons bij de behandeling van de be grooting voor 1935, in Februari van dit jaar, het laatst over de Wethouderssalarissen en de presentiegelden is gesproken én toen (mén j kan dit vinden op pag. 497 laatste regel) is door ons voorbehouden om daarop terug te komen. Met meest logisch leek ons nu. dat, voordat de nieuwe raad bijeenkomt, wij j ons voorstel moesten indienen en om te la- ten blijken, dat het niet tegen bepaalde perso nen is gericht, hebben wij gemeend als dz'um te moeten kiezen den dag, dat nieuwe wet houders zullen worden aangewezen. De noodzake'ijkheid eener ver'~g'ng. Een enkel woord over het voorstel zelf nog. Sinds Februari 1921 ia het wethouders salaris 2500.dat is in den tijd van de hoog-conjunctuur. Voordien was het, meen ik, 1000.en daarvoor, als ik mij wel herin ner in 1917 500.—. Wij willen terstond erkennen, dat van een wethouder tegenwoordig heel v/at meer wordt gevorderd dan voorheen, zelfs willen wij niet nalaten te uiten, dat wij tot op zekere hoogte respect hebben voor den arbeid door een wet houder verricht, da critiek momenteel buiten beschouwing latende. Echter komt het ons voor, dat nu de tijdsomstandigheden aanlei ding tot versobering geven, men ook met vermindering der wethouderssalarissen niet achterwege mag blijven." Gedep. Staten hebben de bezoldigingen voor Burgemeester, Secretaris en Ontvanger ook belangrijk verminderd, dat is voor ons een stimulans ten aanzien van de wethouders salarissen. Eigenaardig is de opmerking van B. en W., dat de wethouderssalarissen niet te hoog zijn en daarom niet voor vermindering in aan merking komen. Uit deze tirade zou men kunnen afleiden, dat alle rijks- en andere salarissen, die belangrijk verlaagd zijn, wel te hoog waren. Deze stelling lijkt ons on logisch, wij willen alleen verlaging, omJat versobering in dezen tijd noodzakelijk is. De Raad moet het maar uitmaken. De pensioenbijdrage. Het tweede vraagstuk is, dat van pensioen bijdrage. Principieel lijkt het ons gewenscht, dat ook de wethouderspensionneering van het zelfde standpunt moet worden bekeken. Ik wil nu niet treden in een beschouwing van de hooge lasten, die het pensioen aan de ge- meentebegrooting oplegt. Goed beschouwd zal een pensioenbijdrage der wethouders slechts een gering percentage der totale lasten be dragen. Echter willen we hiermee uitspreken dat o.i. pensioensbijdrage ook voor wethou ders gewenscht is. Wat betreft de vermindering van het pre sentiegeld, wil ik vooraf de opmerking ma ken, dat o.i. in het geheel geen presentiegeld moest worden gegeven. Wij beschouwen het Raadslidmaatschap als een vrijwillige plicht in het belang van het algemeen. De overweging evenwel, dat naar sommi gen beweren en we willen dit niet tegenspre ken, hoewel we waarschuwen tegen overdrij ving, er altijd eenige onkosten aan verbon den zijn, heeft ons doen besluiten, om niet een voorstel tot algeheele afschaffing te doen, doch slechts tot vermindêring. Indien men de meening is toegedaan, dat deze tijd versobering eischt, dan meenen wij, dat het plicht is, om allereerst met de ver mindering voor zichzelf te beginnen om daar mee een voorbeeld aan anderen te geven. De Voorzitter merkt cp, dat de heer Biersteker hier spreekt van een meening van het „College". De zaak heeft evenwel in het College geen punt van bespreking uitge maakt, de stukken zijn direct doorgezonden aan de Fin. Cie. Het advies, dat is gegeven, Is ook zuiver van die Commissie. De heer Van Loo zet uiteen waarom zijnerzijds is aangedrongen om deze zaak nu te behandelen. Wij willen namelijk den schijn vermijden als zouden wij discussies hierover willen ontduiken. De heer Biersteker spreekt nu weer, dat reeds bij voorbaat bekend is, welk lot zijn voorstellen wacht. Dit getuigt fliet van collegialiteit; het is wenschelijk dergelijke dingen als wethouderssalarissen vooraf eens met elkander te bespreken in besloten kring, waardoor men beter elkan ders standpunt leert kennen en waardeeren. Dit geschiedt hier bij Geme.ente Belang even wel nooit; we krijgen nu het bekende: de neuzen zijn ai geteld, ep ik heb ditzelfde al herhaalde malen van den heer Biersteker ge hoord. Het is een soort plagerij. De heer Biersteker zegt nu, dat de sala rissen zijn vastgesteld in dagen van hoog conjunctuur. Maar hij had dan ook moeten aangeven welke overwegingen bij die vast stelling tevens golden. Na de verhooging is trouwens ieder jaar weer een poging gedaan aan die vergoeding te tornen, waarmede men den indruk wilde wekken alsof hier zooveel aan wethouderssalarissen werd uitgegeven. Spr. daarentegen is verbaasd, dat men voor een verantwoordelijke betrekking als die van wethouder dit salaris durft te geven. Spr. kan dit gerust zeggen, hij staat in dit op zicht volkomen vrij, heeft nimmer het baantje geambieerd. Maar ten allen tijde zal spr. zich tegen een verlaging verzetten. Wethouder zijn brengt mee, dat de geheele persoon ge- ëischt wordt; men moet als 't ware op alle uren van den dag klaarstaan. Spr. wijst ei' Voorts op, dat het Heldersche College een dér' weinige is in het land, dat nimmer in «onig conflict werd betrokken met Geel. Sta- ten. Tal van Colleges werden meer dan eens '■tot de orde geroepen,- maar in Den Helder i behoefde dat nooit. Dat is een zeer belangrijk ding en wijst op een verstandig en tactvol beleid. Hoé durft men nu met een d' géBITr 'voorstel voor verlaging te komen? Niemand kan in onzen tijd van een dergelijk salaris rondkomen, en het practische gevolg zou '■zijn, dat vrijwel alles aan ambtenaren zou "moetten worden overgelaten. Een dérgelijk 'College moeten we hier niet hebben, dat moet zelfstandig kunnen optreden. In de 1 Tweede Kamér hebben we ook eens zoo'n ge nval gehad; jhr. de Savornin Lohman wilde verlaging van de vergoeding, maar toen hij -eens een 'onderhoud -had gehad met den ar beiders-afgevaardigde Helsdingen, was het juist de heer Lohman; die voorstelde 3000.— "vergoeding te geven. En de heeren, die hier nu zoo boud optreden en spreken van verla ging van presentiegelden, hebben ook nog 'nimmer gezegd: houdt de mijne maar, ik ben er principieel tegen en doe er - afstand van. .Is het overigens een argument te zeggen: men aanvaardt de functie vrijwillig? Boven dien krijgt men voor al de commissie-verga deringen geen cent vergoeding. Wat spr. per soonlijk betreft, hij heeft er meer na- dan Voordeel van. Want de vergoeding, die wij ontvangen, bedraagt hoogstens 100.- pér jaar. Spr. beschouwt dan ook de indiening der voorstellen meer als een plagerij. De heer Terra staat niet aan de zijde van den heer Van Loo, en gaat accoord met de voorstellen betreffende verlaging der pre sentiegelden, hetgeen spr. nader uiteenzet. De Voorzitter wijst er op, dat men hief ter plaatse de versobering in de uitgaven heeft meenen te moeten vinden door het aantal wethouders te bepalen op 3. In steden van onze grootte, Alkmaar, Gouda, heeft men overal 4 wethouders. En als men het werk kent, dat de wethouders verrichten, is de vergoeding niet te hoog. De heer Sehoeffelenberger meent, dat deze zaak bij de begrooting thuishoort. Inderdaad is deze aangelegenheid één dag voor de verkiezingen als een politiek trucje van de heeren Biersteker en Feenstra Kuiper gebruikt. Nu spreekt de heer Biersteker triomfantelijk over zijn twee zetels. Jawel, 'maar ware dokter Loesberg niet op zijn lijst geweest, dan zou hij die twee zetels niet heb ben teruggekregen. Spr. acht het een schande met een voorstel als dit te komen, waarbij meri een wethouder wil gelijkstellen met een brigadier van politie. En als de heer Bier steker dan ook van meening is, dat zijn in zichten de instemming hebben van de burge rij, vergist hij zich. Het wethouderschap eischt den vollen mensch, en het is een schan daal om een dag voor de verkiezingen met «en dergelijk voorstel te komen. Ook het voorstel betreffende verlaging der presentie gelden is zóó verschrikkelijk klein en gezocht, dat er geen woorden voor zijn. De heer E ij 1 d e r s is van meening, dat inderdaad deze voorstellen thans behooren te worden behandeld en niet bij de begrooting. Spr. gelooft niet, dat men ze moet opvatten als een trucje, men mag toch verwachten, dat ze gedaan zijn in het zuiver belang van de''gemeenschap. Foutief is het, waar dé heer Biersteker spreekt over minderwaardige be weegredenen, die de houding van den Raad jegens hem zouden beïnvloeden. Ook wij ko- Irièn ieder jaar weer terug met ons voorstel inzake afschaffing der kermis. Dat we verso beren moeten, is spr. eens mét den heer Biersteker, maar mén moet die zaak bezien in het licht van het rapport over de salaris sen. Persoonlijk heeft spr. ervaren hoezeer het wethoudèrsschap de geheele persoonlijk heid vraagt. Vergelijkingen met vroeger gaan niét meer op. De wethouderssalarissen kun nen niet verlaagd worden, men stelt de func tie dan gelijk met die van terreinwerker le klasse. 1 Met een korting van 10 voor pensioen storting zou spr. zich kunnen vereenigen. Verlaging van de presentiegelden acht spr. verkeerd, men kan beter heeiemaal niets ge ven dan een rijkdaalder. Ook de heer Van Zwijndrecht zet uiteen, dat 10 pensioenstorting z.i. zou zijn gebaseerd op goede rechtsgronden. Men kan évenwei de salarieering van een wethouder niet gelijkstellen met die van een werkman. De heer M e ij e r De Commissie voor de Publ. Werken heeft zich tegen verlaging der wethouderssalarissen verklaard. De Voorzitter heeft uiteengezet, dat de werkzaamheden van de wethouders zeer zijn toegenomen. Welk standpunt is het nu om te zeggen: ver minder nu die salarissen ook maar, omdat ze allemaal worden verlaagd. Dus omdat ik het slecht heb in mijn zaak, zou ik van den bur gemeester moeten eischen, dat hij minder sa laris krijgt! De heer R a n begrijpt niet waarom dit voorstel een dag voor de verkiezingen kwam. Het iseen absurd voorstel, de wethouders verrichten zeer veel werk, en spr. is tegen verlaging. Ook 5.presentiegeld acht spr. niet te hoog. Men kan niet ontkomen aan den indruk, .dat dr. Feenstra Kuiper het eigenlijk in den grond der zaak, eens is met den heer Van Loo, maar omdat hij Gemeente- belanger. is, aldus moet spreken. En de heer Biersteker gaat met zijn ideeën de bree veertien - op. Tenslotte komen de voorstellen in stem ming, aldus: Voorstel verlaging wethouderssalarissen wordt verworpen met de stemmen der heeren Biersteker en Feenstra Kuiper voor. Voorstel 10 pensioenverhaal voor de wethouderspensioenen. Verworpen met de Stemmen der heeren Biersteker, Feenstra Kuiper, Eij Iders en Terra voor. Bij deze stemming onthouden zich de wet houders, terwijl de heer Tiessen niet bij de stemming tegenwoordig was. Voorstel inzake verlaging der presentie gelden. Verworpen; voor stemmen de heeren Biersteker, Feenstra Kuiper .en Terra, i' Zonder discussie of stemming worden aan genomen Vergunning leggen kabels. Voorstellen tot het aanvaarden der vergun ning tot het leggen enz. van kabels in water staatswerken. Inkoop diensttijd. Voorstel tot het wijzigen der verordening tot verhaal van bijdragen wegens inkoop van diensttijd. Onderwijs. Voorstellen tot het toekennen van vergoe- 'Üihgen ex art. 13 en 100 der L.O.-wet 1920. Voorste] om te procedeeren tegen de N V. vh. J. van Nunen Co. N.V. te Amsterdam. De heeren Biersteker en Eij iders vragen hieromtrent inlichtingen. De Voorzitter: De gemeente heeft des tijds niet kunnen betalen, omdat beslag was gelegd op de vordering. Thans is de zaak verjaard, maar nu moet de rechter uitspre ken of wij al dan niet betalen moeten. De heer Biersteker vindt het immo reel, dat de gemeente goederen heeft gehad, die niet betaald zijn. De Voorzitter: De firma Van Nunen had maatregelen kunnen nemen dat de vor dering niet verjaarde. Hierover ontstaat een breedvoerige gedach- tenwisseling. De heer M e ij e r merkt op, dat hier door oen reehter dient te worden uitge maakt wie recht heeft op het geld; de heer Van der Vaart zet uiteen, dat de Duit- sche, niet meer bestaande, firma 3100.— van de gemeente heeft te vorderen, de firma van Nunen slechts 400. De heer Sehoef felenberger begrijpt niet waarom die bedragen niet voldaan zijn geworden. De heer Biersteker: Dat kon de gemeente niet, omdat de vordering gecedeerd was en de beide firma's kwestie hadden. Maar nu komt Van Nunen en maakt aanspraak op de rest ad 400.—wat is daar tegen? De Voorzitter: Waarop steunt die aan spraak van Van Nunen? De heer Biersteker: Op het feit, dat de goederen geleverd zijn. De heer Van der Vaart: Maar niet door Van Nunen, met welke wij niet te ma ken hebben. Wij hebben alleen te doen met de Duitsche firma en die is er niet meer. Overigens is de zaak zeer ingewikkeld en fei telijk niet voor een bespreking in den Raad geschikt. Tenslotte wordt conform het voorstel van B. en W.. beslist. Hoofd UX.O.-school. Voorstel tot overplaatsing van het hoofd van het centraal 7e leerjaar, den heer D. Blom. als hoofd naar de U.L.O.-school. Aangenomen, evenals de volgende punten: Begrootingswy/.igingeii. Voorstel tot vaststelling van diverse wijzl- gingsbegrootingën en af- en overschrijvingen, Rekening-Courant Woningstichting. Voorstel tot het aangaan van een rekening courant-overeenkomst met de Woningstich ting. Verhooging subsidie T.B.C.-bestrijding. Voorste] tot verhooging der subsidie aan de Plaatselijke Vereeniging tot bestrijding der t.b.c. Klasse-indecling van gronden. Voorstel tot vaststelling van een klasse- indeeling van gronden gelegen aan den Brak- keveldweg en de Boerhaavestraat. De heer E ij 1 d e r s vindt het wonderlijk, dat men eerst grond gaat uitgeven naar een bepaalden canon en dien dan later gaat ver- hoogen omdat de Brakkeveldweg zoo'n be langrijke straat is geworden. Maar die per- ceelen zijn daar toch tegen een bepaalden prijs gekocht en het is nu toch jegens die eigenaars unfair een indeeling in een hoogere klasse te maken. Deze zaak is niet in Pu blieke Werken besproken, zegt spr. Wethouder van der Vaart zegt, dat 'de Raad in 1932 deze bevoegdheid heeft over gedragen aan B. en W., behoudens de ver plichting tot het hooren van de meening der Commissie voor Grondbedrijf en Publ. Wer ken. De Voorzitter: Maar de klasse-indeé- ling van den grond kon niet worden overge dragen, die blijft bestaan. De heer Van der Vaart: Precies, en daarvan berust de uitgifte bij B. en W. Nu was deze zaak ten aanzien van den Brakke veldweg onvoldoende geregeld; thans is een regeling gemaakt zooals dat ook in andere stadsdeelen is gebeurd. Een uitvoerige uiteenzetting van het ver loop dezer zaak volgt: Aan de uitgifte in erfpacht zit niet vast de verplichting tot ver koop, en de gemeente is volkomen gerech tigd de positie van den grond opnieuw te be zien. We staan hier voor het feit, dat grond aan den Brakkeveldweg lager wordt ge taxeerd dan grond in een der zijstraten en die toestand is niet zuiver. Wat aan den Sin gel geschiedde de heer Meyer wees daar op betrof een abnormalen toestand en werd gedaan om den bouw te bevorderen. Thans is het zaak orde te brengen in den prijzenchaos. Nog enkele replieken volgende heer Bier steker merkt op, dat de gemeente het zelfde recht heeft als ieder particulier, n.1. om van de veranderde tijdsomstandigheden profijt te trekken. Met de stem des heeren Eijlders tegen wordt het voorstel aangenomen. De vergadering wordt verdaagd tot des avonds 8 uur. Afwezig wethouder De Boer, en de raads leden Bot en Van der Veer. 1 vacature. Aan de orde is: Veeverloskundige hulp Koegras. Voorstel tot het verhoogen van het subsidie voor veeverloskundige hulp te Koegras. Verlaging vergunningsrecht. Voorstel tot het verminderen der aanslagen in het vergunningsrecht ten name van J. M, van den Berg, S, Koning en G. J. van de» Lee's Slijterij N.V. Handhaving Wegenbelasting. Reclame wegenbelasting van Wed. K, WoudMiddelie met voorstel van Burge meester en Wethouders om .den aanslag to handhaven. Voortuinen Prins Hendrihlaan. Voorstel in zake het doen van afstand door den Staat der Nederlanden van een erf» dienstbaarheid rustende op dë tuinen vóór de perceelen langs de Prins Hendriklaan. Grondruil. 'Voorstel 'tot lüil Van grond 'aan de straat. VERVOLGAGENDA Ingekomen stukken. Verzoek van mejuffrouw J. A. de Snaye* om ontslag als onderwijzeres aan de school voor B.L.O. (Voorgesteld wordt het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang van den door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum). Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op de twaalfde wijziging der gemeentebegrooting en de vierde wijziging der begrooting van ge meentewerken, dienst 1934. (Voorgesteld wordt dit stuk voor kennis* geving aan te nemen.) Conform. Z.bs, worden alsnog aangenomen! Uitvoering werken. Voorstel tot wijziging van de regeling de* uitvoering van werken bij wijze van werk verruiming, Wijzigingsbegrootingen. Voorstellen inzake wijzigingsbegrootingen. Wegenbelasting. Vaststelling van het le suppletoir kohie* •der wegenbelasting 1935. Antwoorden' ©p vragen van raadsleden. Beschadigingen in hei Timorparlf, Ter inzage zijn gelegd: De brieven, welke Burgemeester en Wet houders verzonden hebben naar aanleiding van een opmerking gemaakt door den heer, G. J. Eijlders in de raadsvergadering van 15 April j.1. over beschadigingen in het Ti- morpark. De heer E ij 1 d e r s is hierdoor tevreden» gesteld. Het cadeau aan den heer Kamman* Het a ntwoord van Burgemeester en Wethouders op de vragen gesteld door den heer Dr. P. Feenstra Kuiper betreffende het aan den oud-gemeentesecretaris, den heer J, Kamman, ter gelegenheid van zijn aftreden gegeven cadeau. De heer Feenstra Kuiper wijst e* allereerst op, dat deze vragen, evenals die be treffende het gebruik van een voetbalterrein door de S.D.A.P., te laat zijn beantwoord. Krachtens het reglement van orde had dit binnen drie weken moeten zijn geschied. Spr. vindt, dat het een zonderlinge indruk maakt, dat we bestuurd worden door een College, dat zijn' eigen reglementen niet kent of vergeet, Spr. vragen over het cadeau aan den heen- gaanden secretaris zijn te beschouwen ala een vervolg op spr. in den Raad van 5 Juni 1934 gemaakte opmerkingen over het systeem van cadeaux geven. Daarop is aan spr. toe gezegd: u krijgt daar wel antwoord op, maa* „natuurlijk" is dat nimmer gekomen. De non chalance, waarmee B. en W. opmerkingen en vragen van Gemeentebelang behandelen, ia te bekend, zegt spr., dan dat wij er ons over verbazen. De opmerking, dat het College van meening was, dat de Raad met die cadean- geverij accoord zou gaan, is naïef, meent spr., omdat men toch ons standpunt kende. Spr. merkt voorts op, dat de persoon van den heer Kamman geheel buiten de zaak staat; het systeem evenwel bestaat en B. en W. kunnen niet zeggen, dat het tot do hooge uitzonderingen behoort. En de waar deering voor verschillende ambtenaren kan zeer ongelijk zijn; er zrjn er ook, die hun plicht lang niet op verdienstelijke wijze ver vullen. Komt de graad der waardeering dan tot uiting in de grootte van een cadeau Naa* spr. vernam zou hierbij de grootte van hel salaris een rol spelen; het geheel wordt duo een sleur. Uitvoerig gaat spr, daar nog op in; de fout is z.i. hierin te zoeken, dat men ideëel e overwegingen, waaronder het begrip waardeering valt te rangschikken, wil gaan materialiseeren, dat men gevoelens in stof wil gaan uitdrukken. Waardeering is iets geheel anders, waar volgens spr. de algemeene kaa moet buiten blijven. Het tweede punt betreft de wettelijke ondergrond van deze handelingen. Spr. meent, dat voor dergelijke bedragen sanctie van den Raad noodig is en acht het zeer eigengereid van B. en W. hier den wettelijken weg to Verlaten. Tenslotte stelt spr. een motie voor waarin de wensehelijkheid wordt uitgesproken zich verder te onthouden van het geven van ca deaux en dat de art. 59 en 60 van Ambtena ren- en Werkliedenregiement (die dit ïege- len voor 25- en 40-jarige jubilea) niet mee* worden uitgevoerd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 2