hwtót van fmt „Met mcantie zijn"
*))}enhm vm de gezondfmd
aft ufo.
Manbje'b mcantic.
Mac ïeiót mm
Ad ècdcf
Jttdm gehïtühbaattuHfzintf
mm de vacantie.
%e tien geboden
im\ Uehhete te met
en §a\ fieU.
TWEEDE BLAD
IIELDERSCHE COURAN i VAN ZATERDAG 6 JULI 1935.
ra.
TtT
De kunst van het „met vacantie zijn" is
piet makkelijk, zij is integendeel zeer moei
lijk. „Onzin is dat", beweert mijnheer Pieterse
tegenover zijn vriend Janssen, „niks is een
voudiger cian vacantie. Een flinke buidel geld
en dan vooruit kerel... zul je zien hoe je je
amuseert."
Mis, geachte mijnheer Pieterse. Voor va
cantie is nog iets geheel anders dan geld
jioodig en ook „amuseeren" is niet identiek
met vacantievreugde. Voor veel menschen is
de vacantie niets anders dan een reeks van
uiterst vermoeiende dagen, na afloop waar
van z^j weken noodig hebben om „bij te ko
men". Ook reizen is geen voorwaarde voor
een prettige vacantie, doch slechts een aan
genaam hulpmiddel.
De voornaamste voorwaarde voor een pret
tige vacantie is een goed humeur. Dat kan
men evenzeer op reis als thuis demonstree-
ren. Voor hen, die thuis blijven is het zaak
een andere atmosfeer te scheppen en dat
gaat het beste wanneer men met alle gewoon
ten breekt. Wanneer de heer des huizes Zater
dag met het heerlijke bewus zijn naar huis
komt veertien dagen vrij man te zijn, dan
kan zijn echtgenoote er veel toe bijdragen een
andere sfeer te scheppen. Indien mogelijk
moet zjj aan de woning eenige veranderingen
aanbrengen, misschien wel het meubilair van
de kamers verruilen, opdat alles er een beetje
„vreemd" uitziet.
opgesteld schema. Zy werken hun vacantie
als het ware af. Zij rennen van plaats tot
plaats en vallen 's avonds doodmoe in hun bed.
Het genot van de vacantie ligt in het op
doen van nieuwe indrukken zonder dat men
deze „gaat opzoeken". De goede vacantiegan-
ger heeft geen vaste plannen; behalve één:
zich te ontspannen.
Deze ontspanning kan natuurlijk op veler
lei manieren verwezenlijkt worden, doch is
tenslotte in hooge mate afhankelijk van de
weersomstandigheden, terwijl een meer of
minder goed gevulde portemonnaie eveneens
een niet te onderschatten rol speelt
De menschen, voor wie het motto: „Geld
speelt geen rol" van toepassing is, welnu,
deze kunnen, mits zij een niet al te onoordeel
kundig programma samenstellen, zich gedu
rende hun vacantietijd kostelijk amuseeren.
Zij hebben althans de keus tusschen zee, bos-
schen en bergen. Zij kunnen, gezeten in hun
comfortabelen automobiel, de landsgrenzen
overschrijden en hun zomerverblijf uitkiezen
in een voor hen totaal vreemde omgeving. Ze
zijn in staat om in de Luxemburgsche beekjes
op forellen te visschen, op de Zwitsersche
Alpentoppen naar Edelweiss te zoeken of zich
aan de Cöte d'Azur door de zon bruin te laten
roosteren.
De categorie, die, hetzij uit ethische, hetzij
uit financieele overwegingen, het motto:
„Breng Uw vacantie in eigen tand door" in
Maar vooral moet de dagindeeling radicaal
gewijzigd worden. Degeen, die steeds vroeg
moet opstaan, moet in deze dagen lang sla
pen en zich langzaam aankleeden. Welle een
genot is het niet op zijn dooie gemak te kun
nen ontbijten, terwijl men anders zijn brood
naar binnen moet schrokken. Het verdient
ook aanbeveling de andere etenstijden te ver
schuiven.
En al helpt een dergelijke verandering van
de dagindeeling heel veel, het staat toch in
geen verhouding tot hetgeen men bereikt door
de verandering van zijn bezigheden. Het zou
toch zeer verkeerd zijn van iemand, die den
geheelen dag over zijn boeken gebogen zit,
wanneer hij ook in zijn vacantie thuis bleef
werken. Hij moet naar buiten, waar hij zijn
oogen kan laten gig den over groene vlakken
en boomen. Veel beweging, sport en frissche
lucht zullen van hem in veertien dagen een
ander mensch maken.
En zij, die anders van 's ochtends tot
't avonds op de been moeten zijn, behooren
hun toevlucht tot een luien ligstoel te zoe
ken... hoewel ook hen een beetje lichaams
beweging er tusschendoor geen kwaad kan.
Een van de belangrijkste raadgevingen voor
vacantiegangers, die thuis moeten blijven, is
het parool: reis thuis! Ga eens op ontdek
kingsreis door eigen stad, streek of land. Wie
van ons kent eigenlijk de bezienswaardighe
den uit zijn eigen omgeving? Bijna niemand.
Meestal is het: „als tante Fie eris bij ons in
Amsterdam komt, dan ga ik toch ook eens
met haar naar het Rijksmuseum". Maar
helaas, tante Fie komt niet en zoo blijft het
bij het goede voornemen. Wanneer men echter
in een vreemde stad is, dan wordt geen mu
seum overgeslagen. En waarom zou men niet
eens de flora en fauna van de omstreken
gaan bestudeeren en er eens met een botani
seertrommel op uittrekken? Wie besteedt er
tegenwoordig nog aandacht aan bloemen en
vogels? Ziedaar een prachtig terrein voor den
vacantieganger, die thuis blijft.
Men ziet dus, dat voor een vacantie thuis
heel wat fantasie noodig is, wil men er be
hoorlijk van profiteeren. Voor hem, die in zijn
vacantie op reis kan gaan, is de zaak aan
zienlijk makkelijker. Hij hoeft zich niet spe
ciaal in te spannen om een veranderde om
geving en dergelijke te scheppen. Maar ook
goed reizen is een kunst. Niet het wegreizen
is de hoofdzaak: men moet de sleurmensch
kunnen achterlaten
Een bekend auteur beschrijft hoe zijn va
der, die voor iedere reis door zijn zenuwach
tigheid een onaangename stemming in het
gezin teweegbracht, vanaf het moment, dat
de trein zich in beweging zette, een ander
mensch was. Het liet hem koud, of hij een
zit- of staanplaats had: er bestond geen op
gewekter en onbezorgder mensch. Dit ver
mogen, alles wat achter iemand ligt te ver
geten, is een der belangrijke voorwaarden
voor het welslagen van de vacantie. Wie zich
onderweg over iedere kleinigheid ergert, kan
zich niet goed ontspannen.
Er zijn twee soorten reizigers. De eene soort
slaapt ongeveer den hcelen dag, leest een
krantje, eet, rookt en slaapt weer. Verder
gaat hun interesse niet. Vraagt men deze
menschen bij hun terugkeer naar de indruk
ken van hun reis, dan weten zij natuurlijk
niets te vertellen.
Maar ook de andere, de tegengestelde soort,
behoort niet tot het ideaal van de vacantie
gangers. Zij leven volgens een weken tevoren
Wat hindert het wanneer je
den trein verzuimt f
Als je je ergert, komen je
zenuwen niet tot rust. Wees
daarom verstandig en maak
van het oponthoud gebruik
om een onderzoekingstocht
in de mooie omgeving te
maken.
toepassing brengt, ook zy heeft nog voldoende
keuze tusschen zee, bosch en bergen. Onze
groote Noordzeebadplaatsen zijn voldoende
bekend. Ook de kleinere, die pas aldus de
laatste jaren eenigszins in de mode gekomen
zijn, hebben hun charme en attractie voor den
vacantieganger. Ge behoeft slechts iemand te
vragen, die reeds een zomer in een van deze
badplaatsjes doorgebracht heeft, hoe hem dat
bevallen is. Ge zult dan hooren, hoe opgeto
gen hij is over den eenvoud, de ongegeneerd
heid en het landelijke. Het spreekt vanzelf,
dat iemand met „mondaine neigingen" nu niet
juist naar een dergelijke badplaats moet gaan.
Hij zou zich vervelen en zichzelve en anderen
tot last zijn.
Onze onvolprezen bosschen zijn natuurlijk
ook bij uitstek geschikt voor een rustige en
aangename zomervacantie, doch iemand, die
niet van wandelen houdt, doet beter er niet
naar toe te gaan, hoewel tegenwoordig de
bosschen ook „voor elck wat wils" bieden.
Waarlijk, het is niet overdreven; de natuur
baden verrijzen als paddestoelen uit den
grond. En wat is aangenamer dan na een
ferme wandeling, een verfrisschend bad te
nemen
Onze Nederlandsche Alpinisten kunnen, zij
het dan ook op bescheiden schaal, hun hart
ophalen in Limburg en wanneer men de Vaal-
ster-berg in vlug tempo bestijgt, komt men er
net zoo vermoeid aan als op den top van den
Mont-Blanc, terwijl men in Limburg nog het
voordeel heeft van het ontbreken van iedere
sneeuwlawine.
Zooals gezegd, het is de veranderde omge
ving, die weldadig op iemands zenuwgestel
werkt. Waarom dan ook hier te lande niet
het systeem toegepast, dat reeds vele jaren
in het buitenland zooveel succes oogst Plaats
een advertentie bij den aanvang van het zo
merseizoen en ruil Uw woning voor veertien
dagen of een maand met een familie uit een
andere streek of vraag elkaar wederkeerig te
logeeren. Met een beetje goeden wil is ook
hier veel te bereiken.
Tenslotte de categorie, die onder het motto:
„Breng Uw vacantie in eigen stad door" er
oogenschijnlijk het slechtst aan toe is. Ook
dit is niet zoo erg, als het er uit ziet. Men
kan toch nog steeds met rijwiel of kano er
op uittrekken, als men per sé niet in de stad
wil blyven. Bij ongunstig weer staan de bios
coop-theaters nog open, terwijl thuis nog al
tijd een of ander karweitje op te knappen
valt. Doch hierover een anderen keer.
Ook is het een bekend feit, dat nerveuze men
schen last hebben van het ruischen van de
zee, dat voor anderen juist een prettig ge
hoor is. Ze krijgen daarvan angstaanvallen
en men behoeft niet te probeeren dit gevoel
met geweld te bestrijden. Beter is het in
zulke gevallen niet naar zee te gaan.
Niet onder alle omstandigheden is de va-
cantiereis nuttig voor de gezondheid. Maar
dat is dan meestal de schuld van den reiziger
zelf, die niet het juiste profijt van zijn va
cantie weet te trekken. Al dadelijk bij het
kiezen van het einddoel moet men alle voor-
en nadeelen tegen elkaar afwegen; want veel
hangt af van de juiste verblijfplaats. Zelfs
volkomen gezonde menschen, die alleen voor
hun pleizier reizen, moeten zich hieraan hou
den en goed bedenken, of ze naar de zee, naar
het gebergte, naar warme streken of naar
koelere willen trekken, waar veel water is en
waar watersport beoefend kan worden.
Heeft men de juiste keuze gemaakt, dan
zijn er nog talrijke dingen, waar men op let
ten moet, wil men de vacantiereis van voor
deel doen zijn voor lichaam en geest. Men
moet niet gelooven, dat het eenvoudig vol
doende is, om de koffer te pakken en zich
hals over kop in de vacantiegenoegens te
storten. Juist de overdreven ijver om het
vacantieleven zoo intens mogelijk te genieten,
kan schadelijk zijn. Juist zooals het gevaarlijk
is zich hals over kop in het water te gooien,
zonder overgang, zoo is het ook gevaarlijk, het
lichaam ongewende inspanning te vragen. Het
dadelijk den eersten dag den beste van het
organisme moet langzamerhand aan de ver
anderde omgeving en levenswijze gewend
worden.
Een hoofdstuk op zichzelf vormt de voe
ding tijdens de vacantiereis. In de verschil
lende streken en in andere landen wordt an
ders gegeten, vooral las men in een klein
dorpje komt. De frissche lucht, de wande
lingen, dat alles wekt eetlust op. En men eet
meer, dan men gewoon is. Hiermee nu, moet
men voorzichtig zijn. Iedereen moet tijdens
zijn vacantie flink eten; maar niet den eer
sten dag al voor de heele week eten. Ernstiger
wordt het probleem echter, wanneer men naar
het buitenland reist, waar de bereiding der
gerechten zoo veel verschilt van die wij ge
wend zijn. Het is een bekend feit, dat de
mooiste natuur en het stralendste weer niet
geapprecieerd kunnen worden met een, door de
ongewone voeding, in opstand gebrachte
maag. Zoo kunnen wij bijvoorbeeld de olie,
waarmee men in Italië alle spijzen bereidt,
zeer slecht verdragen. Men doet het beste
zoo veel mogelijk spijzen te nuttigen, die met
weinig vet bereid zijn. Speciale wenken hier
te geven, gaat natuurlijk niet; het is echter
aanbevelingswaardig de grootste voorzichtig
heid in acht te nemen.
Er zijn ook echter ongerieven, die men niet
vermijden kan en we denken hierbij aan zee
ziekte, die in alle nuances, van het gevoel van
onprettig zijn tot een ziekzijn van het geheele
lichaam, kan optreden. De oorzaak van deze
ziekte is tot nog toe niet met zekerheid vast
gesteld; maar de algemeene opinie is. dat de
voortdurend schommelende beweging een
bloedleegte in de hersenen doet ontstaan, die
dan de bekende ziekteverschijnselen met zich
brengt.
Ook psychologische invloeden werken mee;
er zijn menschen, die van louter angst, dat ze
zeeziek zullen worden, het werkelijk worden
en reeds, als ze de"n eersten stap aan boord
zetten en het schip nog stil ligt. Een middel
tegen zeeziekte is er niet; men kan ook niet
van te voren zeggen, of men last van deze
lastige ziekte zal hebben.
Ook voor het verblijf aan zee dient men
zich niet te ver in zee; men neme wat warme
met verschillende dingen rekening te houden.
Men overdrijve het baden niet; men wage
kleeren mee, want aan zee is het gauw koel.
Een verhaal voor ouders en kinderen
door
Steven Vrijman
De zomervacantie was in zicht. Op zekeren
dag kwam Hansje uit school en legde tijdens
het middageten plotseling zijn vork uit de
hand, terwijl hij luid en beslist verklaarde:
„Nu krijgen wij gauw vacantie, zegt de juf
frouw. En alle jongens zeggen, dat ze op reis
gaan. Eén gaat heel ver, naar Den Haag. En
ik ga ook op reis!"
Pang, dat klonk als een klok. Vader en
moeder keken elkaar eens aan. Zij trokken
nogal bedenkelijke gezichten, want hun finan
cieele positie liet het in het geheel niet toe,
dat de jongen op reis kon gaan. Maar omdat
het verstandige ouders waren, wilden zij de
vreugde van hun kind. bg het vooruitzicht
van zijn eerste zomervacantie, niet verstoren,
doch stemden onmiddellijk toe. „Goed, als je
denkt, dat je alleen op reis kunt gaan, dan
mag je gaan zoolang als je wilt".
Hansje trok een bedrukt gezicht. „Ik wil
toch niet alleen", zei hij, „Pappie mag ook
mee, en jij ook, mammie".
„Zoo, dat doet ons pleizier, maar weet je,
in den trein is het erg warm en dikwijls kan
men niet eens zitten of uit het raampje
kijken".
„Hè!" Op het kindergezichtje was duidelijk
teleurstelling te lezen.
„Hansje, wij zullen een ander voorstel doen.
We gaan alledrie op reis, of nog beter, één
dag ga je met vader op reis en één dag met
moeder. Maar, wij blijven in de buurt, zoodat
je 's avonds in je eigen bedje slapen kimt.
Dit is toch maar het fgnste!"
„Hè ja, maar hoe zullen we dat dan doen?"
„Nu jongen, luister dan eéns goed. By jou
in de klas zal nog wel een jongen zijn, die
niet zoo erg ver dp reis gaat. Vraag die maar,
of hij niet eens met ons mee wil gaan, dan
gaat vader reeds morgen met jullie naar het
bosch. Dan zal hij daar een mooi plekje gaan
zoeken, ergens bij een beekje. En als hij dat
gevonden heeft, dan gaan wij daar iederen
dag naar toe, ook als het regent. Want als
men op reis gaat, dan kan men het weer niet
uitzoeken".
„Fijn!" juichte Hansje. „En hoe heet het
waar we heen zullen reizen?"
„Hm... Nergenshuizen. En nu zoek je een
vriend, die met ons mee op reis gaat".
Een paar dagen gingen voorbij met de voor
bereidingen voor de reis. Alle pic-nic-benoo-
digdheden werden voor den dag gehaald, de
hangmatten werden nagekeken; vader zocht
eenige interessante boeken bij elkaar en moe
der een paar niet al te moeilijke handwerkjes.
Hansje haalde zijn botaniseertrommel en vlin-
dernet van den zolder naar beneden. Ja, als
men op reis gaat, heeft men wel één en ander
te doen.
Op een middag komt Hansje naar binnen
gestormd. „Moeder", juicht hij, „ik heb er
een gevonden die mee mag. Iederen dag nog
wel! Karei heet hij. De sterkste van de klas!
Die durft alles."
Dit was voldoende om vader en moeder te
overtuigen, dat Karei de geschiktste jongen
was om mee op reis te mogen.
Den eersten dag van de vacantie gingen de
drie heeren er samen op uit. Vader met rug
zak en wandelstok in het midden met aan
eiken kant een van de jongens, op zoek naar
„Nergenshuizen". Het zoeken was zoo heer
lijk, dat ze het de eerste dagen in het geheel
niet wilden vinden. Na 4 dagen wandelen was
„Nergenshuizen" eindelijk ontdekt. Een open
plek in het bosch, een beekje en zelfs een
hutje. Precies zooals zij het zich voorgesteld
hadden. Op den vijfden dag namen de jeug
dige reizigers moeder mee naar het vacantie-
oord. Moeder was opgetogen over het heerlyke
plekje. Vlug knoopten de jongens haar hang
mat in de boomen vast, zoodat moeder reeds
na enkele minuten haar breiwerk ter hand
kon nemen. Hansje en Karei besloten om dien
dag bakkerijtje te gaan spelen. Van eenige
steenen, die in den omtrek verspreid lagen,
werd een oven gebouwd en eenige doode tak
ken moesten het vuur voorstellen. Karei had
door
SYBBE VOLLENGA.
Wanneer de vacantie nadert, doet zich
ieder jaar opnieuw de moeilijke vraag voor:
„Hoe zal ik op reis gaan? Alleen, met familie
of met een reisgezelschap?
Bij de meeste families geldt het als van
zelfsprekend, dat vader, moeder en de kinde
ren gezamenlijk met vacantie gaan. Vader
die anders de geheele dag op zijn kan
toor zit, is blij eens een tijdje bg de kinderen
te kunnen zijn. Moeder vlast zich op „het
zalig niets doen" en de kinderen verheugen
zich bg voorbaat reeds op al het moois en
nieuws, dat iedere reis brengt. Doch dit op
reis gaan met de geheele familie, hoe mooi
het dan ook zijn mag, behoort heden ten
dage niet meer tot de algemeenheden. Als
de kinderen een zekere leeftijd bereikt heb
ben, is het niet meer zoo noodzakelijk, dat
ze met pa en moe mee op reis gaan. Daarbij
komt dan ook nog, dat nerveuse menschen
absoluut de behoefte hebben, wanneer ze met
vacantie gaan, zich geheel uit het gewone
doen los te maken. De vraag, „hoe zal ik op
reis gaan", is dus alleszins gerechtvaardigd
en zeer veel menschen breken zich thans, nu
de zomervacantie voor de deur staat, hier
over het hoofd.
In het moderne Amerika komt het dikwijls
voor, dat man en vrouw afzonderlijk hun
vacantienemen. Het spreekt vanzelf, dat dit
veelal becritiseerd is. Men vindt het afzon
derlijk met vacantie gaan van echtelieden
iets onnatuurlijks. Man en vrouw behooren
nu eenmaal tezamen, dus moeten zij ook
samen hun vacantie doorbrengen. „Neen,"
zeggen de voorstanders, „wie het eenmaal
gedaan heeft, zal bemerkt hebben, dat het
zeer goed door te voeren is. Vooral men
schen, die steeds tezamen zijn en alle lief en
leed met elkaar deelen, moeten juist éénmaal
per jaar van elkaar scheiden. Op deze wijze
heeft ieder afzonderlijk de gelegenheid nieuwe
indrukken- op te doen. Bovendien heeft het
voordeel, dat men niet steeds behoeft te
vragen: „Hoe denk je hierover? Vindt je het
goed? Zullen we het zoo doen?"
Iedereen heeft zoo zijn eigen vacantie-
idealen. De een geeft de voorkeur aan een
rustig vacantie-verblijf, anderen daarentegen
gaan bij voorkeur naar een drukke badplaats,
als het kan naar het buitenland, teneinde
het gewirwar der menschenmenigte te aan
schouwen en zelf hieraan mee te doen.
Menigeen is tevreden met zijn eigen gezel
schap, anderen zoeken bij voorkeur aanslui
ting. De groote vlucht, die reisvereenigingen
genomen hebben, bewijst hoe groot het aan
tal dergenen is, die gaarne met een groot ge
zelschap op reis gaan. Het is dan ook de
aangewezen weg voor dengene, die alleen
staat, en toch graag gezelschap heeft. De
ongedwongen gezelligheid, die bij groote reis
gezelschappen heerscht, is reeds de oorzaak
van menige hechte vriendschap geweest, ja,
trouwlustige dames en heeren, zelfs van een
groot aantal huwelijken! En zelfs, wanneer
zulks niet het geval was, dan heeft een ieder
toch steeds de noodige aansluiting gevonden.
Eigenaardig is het, dat op reis menschen
met eenzelfde karakter onmiddellijk elkaar
ontdekken. Ernstige en bedaarde menschen
vinden al ras anderen, die ook rustig en be
daard van de indrukken van landschap of
stad genieten, terwijl levenslustige menschen
onmiddellijk hun vroolijke medepassagiers in
de gaten hebben.
Om met vrienden of bekenden op reis te
gaan, is een goede verstandhouding een eer
ste vereischte. Ontbreekt deze gedeeltelijk,
dan wordt de reis een mislukking. Ook diene
men zich vooraf wel degelijk te vergewissen,
of de financiën van alle partijen wel gelijk
zijn. Wanneer ons reisgezelschap op ongeli
miteerde wijze in zijn portemonnaie kan tas
ten, dan leidt dit vroeg of laat tot oneenig-
heid, die de harmonie ligt verstoren kan.
Doch hoe zit het nu? Moet men alleen, met
familie of met een groot reisgezelschap zijn
vacantietocht ondernemen Het antwoord
luidt hierop: „Doe wat je verlangen je in
geeft". Juist de vacantietijd is de eenige
periode in het jaar, dat we kunnen doen,
waar we zin in hebben. Wanneer een huis
vader de behoefte heeft, om gedurende de
tijd, dat zijn familie ergens aan zee zit, een
wandeltocht van eenige dagen te ondernemen,
laat hjj zulks dan gerust doen. Zijn vrouw
en kinderen zullen zich aan het strand ver
velen, en hij krijgt de rust, waarnaar hu zoo
zeer verlangt. Zijn de kinderen oud genoeg
om met elkaar of met vriendjes en vriendin
netjes een vacantie-fietstocht te ondernemen,
laat ze hun gang gaan. Vader en moeder
hebben dan de gelegenheid om eens veertien
dagen alleen op reis te gaan. Voor een vrij
gezel is het ook niet kwaad, als hjj eens een
vacantie zonder zyn boezemvriend door
brengt. Kortom, als iedereen eens Iets anders
dan gewoonlijk doet, is de kans, dat hg een
aangename vacantie heeft, zeer groot.
van aarde brooden gemaakt, die Hansje nu
in zijn oven bakken moest. „Pas maar op",
riep moeder, „dat je ze niet laat aanbranden,
want anders word ik geen klant bij jullie".
Het spreekt vanzelf, dat 's avonds bij het
naar huis gaan. voor vader cadeautjes werden
meegebracht. Hansje had een paar mooie
vuursteenen gevonden, die vader wel als
presse-papier zou kunnen gebruiken, terwijl
Karei 28 groote draadnagels bij een in aan
bouw zijnd huis had opgeraapt. „Die komen
altijd wel van pas", vond hij.
Den volgenden dag bleef moeder thuis. De
jongens lieten vader niet met rust. Hg moest
meedoen Indiaantje spelen. Vader, hoewel
door de zon gebrand, was het bleekgezicht en
moest, ofschoon hij bijna geen haér meer op
zijn hoofd had, gescalpeerd worden.
Na een paar dagen begon het te regenen,
wat deerde dit? Met cape en regenjassen
trok men er op uit. Op jacht nog wel. De
buit was bijzonder groot en bestond uit 5
kikvorschen, 2 salamanders, 1 hagedis. 4 kre
kels en een mol. Thuisgekomen werden de
dieren netjes ondergebracht en de „Zoölogi
sche Tuin" werd de trots van de heele buurt.
Alle buren kwamen er naar kg ken. De uren,
waarop de dieren gevoederd werden, waren
op de minuut vastgesteld.
Zoo had de vacantie een zeer prettig ver
loop. Vader en moeder, Hansje en Karei, allen
waren tevreden. De kinderen waren opgeto
gen over de heerlijke dagen, die ze in de vrije
natuur doorgebracht hadden en vader en
moeder waren blij, dat de jongens zich zoo
goed geamuseerd hadden. Daarbij waren de
kosten niet overbodig hoog geweest. De totale
kosten, mondvoorraad, voor mensch en dier
inbegrepen, bedroegen! «iet meer dan 12.75.
Moeder had alles netjes'* Jn ha&r huishoudboek
opgeschreven. --~x,
Vanzelfsprekende dingen, die
nog veel te weinig bekend zijn.
GENIET UW LEVEN!
Wanneer de vacantie begint, hang dan
allereerst uw titels, enz. aan den spijker,
want u reist zonder hen beslist veel gezelliger,
aangenamer en goedkooper.
Maak uit de onvermijdelijkheidsvoorberei
dingen voor de reis een klein feest. „Voor
pret" is het zekerste genoegen, ook in de
vacantie.
Laat u van uw goede humeur, dat bij een
mooie vacantie onontbeerlijk is, door niets
berooven. Vermijdt voor alles illusies, dan
valt het niet tegen.
Wat geeft het, wanneer uw kamer in het
hotel of in het pension niet heelemaal naar
uw zin is! Ze dient toch slechts voor de om
lijsting van uw bed. U slaapt er toch alleen
maar in.
Stelt u vast, dat moeder beter kookt, zeg
het haar dan. Het zal haar jaren jonger
maken, zeg het haar ook, wanneer het niet
zoo is, daar zult u goed aan doen.
Laat de kinderen, ook als het niet uw eigen
zijn, schreeuwen en joelen. Daarvoor hebben
ze andere deugden, die volwassenen meestal
verloren hebben, bijvoorbeeld zich zonder
voorbehoud over iets verheugen, wat men
juist in de vacantie kan beoefenen!
Bevalt uw buurman u niet, stoort u zich
er dan niet aan, u weet immers niet, of u
hèm bevalt.
Niet brommen, want u bent voor uw ge
zondheid met vacantie, brommen maakt ziek.
Regent het, dan komt u er eindelijk toe,
uw brieven te beantwoorden, een mooi boek
te lezen en u door uw vroolijke berusting ge
liefd te maken, indien u het nog niet bent.
Erger u niet over uw krant. Wanneer het
in de wereld treurig gesteld is, dan is het
héér schuld niet.
Waar u jieen reist, is niet zoo van belang.
Moet u van een reis in het buitenland afzien,
troost u dan, want u kent uw eigen mooie
vaderland nog niet. Er bestaat niets mooiers,
dan alle schoone plekjes van Nederland te
ontdekken. Wanneer u volgens een reishand-
boek reist, constateert u slechts, dat de ster
ren daarin verkeerd staan.
Het leven ook in de vacantie bestaat
voor 9/10 uit kleinigheden.
Blijf, waar het u bevalt, en verscheur uw
reisplan. Uw gezondheid is belangrijker dan
uw reisroute.
Verdoe niet den kostbaren tijd van uw
vacantie met het praten over zaken met be-
roepsgenooten, daarvoor hebt u het geheele
jaar rijkelijk gelegenheid.
En op de terugreis verheugt u zich reeds
over de volgende vacantie, dan verdient u,
dat men u een „levenskunstenaar" noemt.
i.
Wanneer je op trek wilt gaan, is het aan te
bevelen je fiets eerst veertien dagen in het
water te werpen en dan met het verroeste
ding er op uit te trekken. Je kunt er zeker
van zijn dat reeds de eerste kilometers door
interessante reparaties een vroolyk cachet
krflgen.
H.
Wanneer je echter te voet wilt gaan dan
moet je je vooral niet om je schoeisel be
kommeren, want dat is overbodig en verve
lend. Ook dan zul je na de eerste paar uur
voldoende tijd hebben om je schoenen en
voeten te bewonderen.,, omdat je niet meet
loopen kunt.
Voor voetgangers en fietsers is het onge
twijfeld aardig vijf minuten voor het begin
van den tocht broodzak en rugzak op te
zoeken. Een aardig spelletje is ook het in-
koopen van levensmiddelen twee minuten
voor dat de zaken gaan sluiten of op een
Zondag in het dorp wanneer de winkelier net
naar de kerk wil gaan,
IV.
Wanneer je onderweg opgewekt bent, trek
je dan vooral niets aan van verbodbepalingen.
Ze gelden voor iedereen, behalve voor jou.
V&oral dé boeren verheugen zich, wanneer je
met je vrienden op een mooie wei gaat spelen
en het hooge gras in mekaar trapt. Je meent
wel, dat het weer gaat groeien, maar dat
plezier doet het je niet. De boer vaart et
niet wel bij.
V.
Wanneer je met de fiets onderweg bent
moet je altijd links rijden; vrachtauto's wach
ten er op, dat je er aan gaat hangen. Wan
neer je in een ziekenhuis ligt, zul je tijd ge
noeg hebben het verkeer te reorganiseeren.
VI.
Het belangrijkste voor de stedelingen, die
er op uit trekken is lawaai, opvallende klee
ding, afgescheurde takken en bloemen en
een echt manlijke houding tegen een ieder,
die het zal wagen tegen een dergelijk gedrag
te protesteeren.
VTI.
Wanneer je 's middags in een mooi bosch
komt, dan moet je eerste taak zijn om een
vuurtje aan te leggen en daarop je conserven
te koken. Mocht dan een vuur uitbreken, laat
het rustig branden. De brandweren uit d®
omgeving zijn je dankbaar, dat zij weer eens
aan het werk gezet worden. Verzoeken om
mee te helpen bij het blusschingswerk ge
lieve men pertinent te weigeren.
VIII.
Wanneer je verzeild raakt op een boen
feest, vergeet dan niet het stadsmeneertjd
spelen. Men zal je bewonderen. Als je z
dat een jongen van een meisje houdt, inte?
seer je dan vooral voor het meisje. Je n
doen alsof je om harentwil op het feest was
gekomen. De boeren zullen zich gelukkig
achten jou in hun nabijheid te hebben.
IX.
Spreek je met de boeren wees d. ver
standiger dan zij. Je weet alles af van je
grootvader, die zelf boer geweest is. Boven
dien hebben jullie thuis bij de buren kippen
en in het keukenraam een bloempot met
peterselie. De boeren zullen wederom geluk
kig zijn met zulk een mensch te mogen pra
ten, Maak op deze wijze reclame voor je stad,
want velen zullen je vrienden worden.
X.
Voor de rest: scheld, maak herrie met
iedereen, die je tegen komt, groet niemand,
dat heb je trouwens niet noodig, vind alles
minder mooi dan bij jou thuis, verklaar de
boeren voor dom, jezelf voor slim, hun ma
nier van leven voor doodgewoon en steek je
rqinachting voor hen vooral niet onder stoe
len of banken. Wanneer je fietser bent rijd
dan door alle plassen en probeer de men
schen nat te spatten. Gedraag je zoo onheb
belijk mogelijk.
Naschrift.
Wanneer je alles precies zoo doet, dan
moet men je in een étalage stoppen, je voor
geld vertoonen en je zoolang vasthouden tot
al het onheil vermeden is.
Ook op het balcon
thuis kunnen
heerlijke vacanlio
dagen beleefd
wodeit