rootste tocht ooit door eea duikboot volbracht.
De Nederlandsche marine en ons volk trotsch
op deze prestatie.
Een reisbrief uit Mauritius
TWEEDE BLAD
Het oordeel van den
commandant der
marine
Oud-vice-admiraal
Quant over den
tocht.
Uitzending van de
aankomst
Eerste reisindrukken
Bij de thuiskomst
van de K XVIII.
De stafmuziek speelt
voor de radio.
De hand, die nimmer
verbroken kan
worden.
/V
fïr. Ms. K X VIII bereikt bet eindpunt van de reis
Op de reede van Soerabaia.
Vanmorgen is de K XVIII op de reede
van Soerabaia aangekomen. Het Jaatste
traject, de Nederlandsche duikboot was
3 Juli uit Freemantle (West-Australië)
vertrokken, was daarmee afgelegd.
Het was vol vertrouwen, dat ik op 14 No
vember 1934 in opdracht van den Minister
van Defensie aan den Commandant van
Hr. Ms. „K XVIII" order gaf zijn reis van
8 maanden over een afstand grooter dan de
omtrek van den equator te aanvaarden.
Reeds gedurende ongeveer 30 jaren hebben
de Nederlandsche scheepsbouwers hun kun
digheid op het gebied van onderzeebootbouw
bewezen, terwijl de bemanningen onzer onder
zeebooten blijk gaven, dat zij ten volle voor
hun taak berekend waren.
De Commandant der Marine
Schout-bij-Nacht T. L. KRUYS.
Dit vertrouwen is dan ook door Hr. Ms.
„K XVIII" met zijn wakkere bemanning
onder den Luitenant ter Zee der le klasse
D. C. M. Hetterschij niet beschaamd. Heden
is de boot te Soerabaja aangekomen, de lange
en moeilijke reis is volbracht, dank zij de
volharding, geest- en werkkracht door een
ieder der opvarenden betoond, waardoor aan
de hooge eischen, die zeer zeker aan een ieder
werden gesteld, is voldaan.
Het behaalde succes leverde een sprekend
bewijs, dat in de Koninklijke Marine de geest
der Vaderen nog vaardig is en dat zij weet
te antwoorden op een door het Vaderland op
haai gedaan beroep, mits de noodzakelijke
middelen haar niet worden onthouden,
De Marine is de bemanning van de
„K XVIII" dankbaar en wenscht haar van
harte geluk met haar prestatie.
Willemsoord, 11 Juli 1935.
De Schout-bij-Nacht,
Commandant der Marine.
T. L. KRUIJS.
Eerbied voor de prestatie.
Nu de ,,K XVIII" haar eindpunt bereikt
heeft, heeft „De Telegraaf" den gepension-
neerden vice-admiraal L. J. Quant gevraagd
zijn meening te zeggen over deze reis. Wij
ontleenen daaraan het volgende:
-De wereldreis van de „K XVIII", welke
ongeveer acht maanden geduurd heeft, zoo
zeide admiraal Quant, is op zichzelf al een
zeer bijzondere prestatie voor een onderzee
boot. Natuurlijk heeft zij gedurende deze reis
alle mogelijke moeilijkheden ontmoet, welke
uit een navigatie-oogpunt maar zijn te be
denken: van het mooiste tot het slechtste
weer, gemakkelijke en zeer moeilijke haven
plaatsen. Dit alles is voldoende bekend ge
worden uit de verschillende gepubliceerde
reisverhalen.
Gep. Vice-Admiraal L. J. QJJANT.
Ondanks alle moeilijkheden is de reis
thans op de meest succesvolle wijze vol
bracht. Dit is op zichzelf reeds al onze
bewondering en waardeering waard. Zon
der eenige overdrijving kan daaruit de
conclusie worden getrokken, dat èn het
personeel van hoog tot laag èn het mate
rieel, dat in ons land werd gebouwd, aan
de hoogste eischen van zeemanschap en
geschiktheid hebben voldaan. Daarvoor
alle hulde.
Het groote publiek heeft deze reis alleen
reeds daarom met veel belangstelling gevolgd
en zal heden bij het lezen van de behouden
aankomst te Soerabaja trotsch zijn op dit,
voor ons land voorzeker van veel beteekenis
zijnde resultaat.
Nationaal Nederland zal terecht juichen!
Er zit aan deze reis echter nog veel meer
Vast.
Naast deze niet hoog genoeg te roemen
prestatie komen nog andere dingen naar
voren, welke deze reis tot iets zeer bijzonders
maken, zoo vervolgde admiraal Quant.
De wijze, waarop de commandant van de
„K XVni", daarbij geassisteerd èn door zijn
officieren èn door alle andere opvarenden,
zijn representatieve taak heeft vervuld, gaat
boven mijn lof uit. Men bezie dit niet alleen,
zooals veelal gebeurt, door hetgeen men daar
van leest, in het licht van feestelijkheden en
tafelspeeches, doch lette vooral op de buiten
gewone wijze, waarop de heer Hetterschij
deze taak heeft weten te volbrengen.
Zoowel bij landgenooten in den vreemde,
als bij alle autoriteiten en tot oordeelen be
voegden in de diverse vreemde havens, waar
hij vertoefde, heeft hij indrukken achterge
laten, die zoowel voor de Nederlandsche ma
rine als voor de geheele natie een prachtige
propaganda zijn geworden.
Tweeledig doel.
Naast dit alles en zeker niet van geringe
beteekenis voor ons land, zoowel naar binnen
als naar buiten, moet nog de aandacht wor
den gevestigd op het tweeledig doel van deze
reis, n.1. de maritieme prestatie in den ruim-
sten zin des woords en daarnaast het weten
schappelijke karakter van dezen tocht.
Hierbij zij gewezen op het feit, dat het van i
beide kanten, zoowel van de zijde van den
commandant der boot, als van den leider der
wetenschappelijke expeditie, veel tact ver-
eischt moet hebben, om een dergelijk gecom
bineerd succes te kunnen bereiken.
De Commandant van Hr. Ms. K XVIII",
Luit. ter zee le hl. D. C. M. HETTERSCHIJ.
De commandant een zeer goede
keuze.
Bij het naar zee gaan van de „K VIII" heb
ik mij reeds geuit, dat ik vol vertrouwen was
in het te bereiken resultaat, daar ik den heer
Hetterschij als onderzeebootcommandant in
Indië reeds in mijn eigen eskader had leeren
kennen en daardoor mijn keuze op hem had
laten vallen om mij ter zijde te staan als ad
judant gedurende de vier jaar van mijn com
mando in Den Helder, in welken tijd deze
keuze mij nooit heeft berouwd, zoodat ik in
alle opzichten competent ben om te beoordee-
len, aan wien deze opdracht was verstrekt.
De practijk heeft geleerd, dat de marinelei
ding bij de benoeming van den heer Hetter
schij, zooals te verwachten was, een zeer goede
keuze heeft gedaan.
Door deze reis is voorzeker de naam
van ons land en van onzè marine met veel
lof en bewondering in den vreemde ge
noemd geworden.
Harmonische samenstelling.
Zoo willen wij, aldus besloot admiraal Quant,
hopen, dat waar onze marine, wat het mate
rieel en personeel aangaat, qualitatief en har
monisch zoo geheel up to date is en wordt
gehouden, dat op beide gebieden het ontbre
kende van het oogenblik nog spoedig zal kun
nen worden hersteld, n.1. dat zij ook quantita-
tief met behoud van haar tegenwoordige
noodzakelijke, harmonische samenstelling
moge worden aangevuld, opdat zij in haar ge
heel zal kunnen beantwoorden aan de eischen,
die aan onze zeemacht moeten en mogen wor
den gesteld, namelijk: onze koloniën voor ons
land te behouden en te allen tijde onze zelf
standigheid als natie te kunnen handhaven.
Ter gelegenheid van de aankomst van Hr.
Ms. K XVIII te Soerabaia zouden de K.R.O.
en de A.V.R.O. heden van 12.50 tot 13.05 een
rede van prof. Vening Meinesz en van 13.05
tot 13.30 uur toespraken door autoriteiten in
Indië gehouden bij deze gebeurtenis en op
gramofoonlaten opgenomen, uitzenden.
Om 13.30 uur vangt een kruisgesprek van
den minister van defensie met den comman
dant der zeemacht in Ned.-Indië en den com
mandant van Hr. Ms K XVIII aan, waarbij
in Indië de geheele bemanning van de onder
zeeboot tegenwoordig zal zijn.
Ook dit kruisgesprek, dat tot ongeveer 14
uur zal duren, zal op de bovengenoemde wijze
worden uitgezonden, terwijl de P.H.O.H.I. het
geheel in de overzeesche gewesten hoorbaar
zal maken.
Het overzicht van den tocht. Wij geven hierboven het overzichtskaartje van den tocht van de onderzeeboot,
waarop men de reisroute van Den Helder tot Soerabaia vindt uitgeteekend.
Aneta vernam, naar het gisteren uit Soe
rabaia telegrafeerde, uit Banjoewangi de eer
ste indrukken van de reis van Hr. Ms. onder
zeeër K XVIII, welke uniek en schitterend
genoemd wordt. In totaal werden afgelegd
22.600 mijlen. De K XVIII heeft in totaal 230
keer gedoken, waarbij de boot in totaal elf
etmalen onder water is geweest. De geheele
bemanning ,is gezond; één onderging een
lichte operatie in Buenos Aires en één te
Kaapstad. In het reisverhaal wordt her
haaldelijk melding gemaakt van dg groote j
hartelijkheid welke van de zijde van land
genooten werd ondervonden op Madeira, te
Rio de Janeiro, Buenos Aires en Kaapstad.
De eerste groote storm.
Incidenten hebben zich voornamelijk voor
gedaan tijdens den oversteek van Buenos
Aires naar Kaapstad, welke oversteek 25 da
gen heeft geduurd, toen de eerste groote
storm werd ontmoet, met zware zeeën, die
voortdurend over de geheele boot en brug
sloegen, welke geheel onder water verdwenen,
zoodat alleen de wacht aan het dek bleef.
Ook tijdens den oversteek van Mauritius naar
Fremantle werd veel ruw weer ontmoet, o.a.
een ernstige stormnacht waarbij de K XVIII
eenmaal zoodanige slagzij bekwam door een
onverwachte zee, dat alle slapers aan bak
boord uit de kooien werden gesmeten. Een
warboel ontstond van tafels, bedden, men-
schen, schrijfmachines en beddengoed, alles
door en over elkaar. Het is wonderbaarlijk
dat er geen ongelukken zijn gebeurd op dezen
ruim 3500 mijlen grooten oversteek, die 20
dagen heeft geduurd.
Het reisverhaal gewaagt voorts van den
•merkwaardigen, opwindenden Snip-nacht,
waarin de Snip vlak over de K XVIII vloog,
doch in wolken gehuld bleef. De radio-peilin-
gen die de Snip noodig had, slaagden vol
komen.
Prof. Vening Meinesz heeft belangrijke
Een voyagie in den ouden geest
Een onzer medewerkers schrijft ons:
Als u dit onder de oogen krijgt, ligt de
„K XVIII" reeds enkele uren gemeerd in de
haven van Soerabaja en slechts een insider
zal aan dit schip de kenteekenen kunnen be
speuren van een reis, die klanken van waar
deering en verbazing deed gaan over verre
weg het grootste deel der beschaafde wereld.
Vastgemeerd, aan stevige trossen
Doch voor het zoo ver was, vóór men deze
23.000 mijl (hoort u: drie-en-twintig duizend
mijl!!) had afgelegdja, daarvoor is heel
wat samenwerking noodig geweest, daarvoor
moesten zoowel machines als opvarenden aan
zeer harde eischen voldoen, moest ieder seha-
keltje van dit conglomeraat van mensch en
machine „tadellos in elkaar grijpen. En zie:
alles greep in elkaar en niet eenmaal gedu
rende die 132 zeedagen moest een radio-be
richt naar het in spanning verbeidende moe
derland gezonden worden, dat onrust baarde.
Neen, al die radio-telegrammen, en dat
waren er heel wat, kenmerkten zich door een
uitermate rustigen toon, niet eenmaal bleek
er een faze ingetreden te zijn, die ook maar
iets van een schaduw over dit alles wierp.
Over dezen tocht nu is reeds veel geschre
ven en geen dagblad van Nederland, of het
wijdde zijn kolommen aan dezen ontegenzeg
gelijk wel zeer bijzonderen toCht.
Onwillekeurig gaan onze gedachten terug
Hedenmiddag van 2.15 tot 3.45 u zal een
concert van onze Stafmuziek dbor de A.V.R.O.
worden uitgezonden in verband met de vol
brachte reis van de „K XVIII",
Het programma vermeldt:
1. ,,Remavi"-marsch, Leistikow.
2. Ouverture „Euryanthe", Von Weber.
3. Lotosblumen, wals, Ohlsen.
4. De Luistervinken, concertpolka voor
piccolo, Leistikow,
'5. Suite uit „L'Arlésienne", Bizet.
'J a. Pastorale.
b. Intermezzo.
c. Menuet.
tr
d. Farandole.
Tusschensepl (gramofoonplaten).
6. Dawn of freedom, marsch, Lotter.
7. Hurrah Boys, marsch, Lacalle.
8. Flight to India, marsch, Dressen.
9 The Stars and Stripes for ever,
marsch, Sousa.
waarnemingen gedaan tijdens deze reis. Hij
heeft de diepste plek in den Atlantischen
Oceaan gelood, n.1. 7600 meter, tusschen Da
kar en Pernambuco.
Prinses Marie Louise, een nicht van den
Engelschen Koning, heeft een bezoek aan de
K XVIII gebracht tijdens het verblijf te Mon
tevideo.
Van Engelsche zijde werd bij monde van
den gouverneur van Mauritius groote dank
baarheid geuit over het bezoek van de
K XVIII.
Geestdriftig vermelden officieren en beman
ning de onvergetelijke radio-uitzending, die
op Mauritius overkwam, evenals de gast
vrijheid van alle naties waarmede men tijdens
den tocht in aanraking is gekomen, o.a. van
de zijde van de Australiërs te Fremantle, die
den eersten onderzeeër, welke deze plaats
aandeed, hartelijk hebben befuifd en die
hoopten ook hierin een bewijs te mogen zien
van den wil tot versteviging van de han
delsbetrekkingen met Indië. Als souvenir
aan bezoek werd een pet van een der officie
ren aangehouden.
Dit beknopte reisverslag vatte luitenant
naar de in het stof der tijden begraven
periodes, waarin ook door Hollanders ver
maarde voyagieën ondernomen werden, met
eveneens een wetenschappelijk doel. Wij be
hoeven in dit verband slechts te noemen de
reis van Houtman en zijn makkers op insti
gatie van de Oost-Indische Compagnie van
verre, teneinde den weg naar Indië op te
sporen en de niet minder stoutmoedige on
derneming van Abel Tasman, die tot aan
Australië ging en dit voor de toenmaals be
schaafde wereld ontdekte. Zij waren het wien
de eer toekwam, dat het Hollandsche dundoek
niet alleen op alle wereldzeeën gesignaleerd
werd, doch eveneens een naam kreeg, die men
een geographisch zoo klein land niet spoedig
gegeven zou hebben.
De wielen van den tijd draaiden verder en
onze hegemonie ter zee taande in de volgende
eeuwen wel wat.
En nu dan deze ,,K XVIII": deze menschen
zijn het die den naam der vaderlandsche nau
tiek weer naar voren brachten en hem met
eerë doen noemen in andere landen. Want
geen natie, hoe ontwikkeld haar techniek ook
was, heeft ooit een tocht georganiseerd, zoo
grootsch, zoo indrukwekkend, als thans de
Nederlandsche marine deed. En dat wij hier
trotsch op zijn, en er ons op laten voorstaan...
wie zou het ons euvel duiden?
En thans zijn dus eindelijk de ratelende
Diesels tot stilstand gekomen, doch zijn even
zoo stille getuigen voor hun ontwerpers. Ook
Wilton-Feyenoord kan gerust zijn: haar pro
duct heeft bewezen te kunnen concurreeren
tegen dat van het buitenland, en meer...
Daar is de bemanning, die één was, 132 lan
ge dagen lang, en aan wie natuurlijk woor-
ter zee Ter Poorten in drie punten samen:
le. de hartelijkheid van de Hollanders; 2e.
het succes van de marine, „welke de mooiste
herinnering is van de geheele bemanning aan
deze reis"...; 3e. het nut van vlagvertoon, dat
vooral in Zuid-Amerika, waar in de laatste
25 jaar geen enkel Nederlandsch oorlogsschip
is geweest, sterk wordt gewaardeerd.
Er zal een album verschijnen.1
De officieren Hetterschij en Wytema zijn
op 't oogenblik bezig met het schrijven van:
een album, dat den geheelen tocht zal behan
delen, van het vertrek in Den Helder in1
November tot de aankomst in Soerabaia. Van
zelfsprekend geïllustreerd met de fraaiste
foto's w.o. bijzondere interieur-foto's van de
K XVIII.
Vice-Admiraal de Graaff schreef eert waar-
deerend voorwoord.
De firma Holdert Co. te Amsterdam, de
uitgevers van de alom-bekende Oranje
albums, verzorgt ook dit gedenkboek (formaat
32 X 25 cm).
Een 23000 K m. lange draad, in c
Heldersche Buitenhaven geknoopt,
loopt om de wereld.
In de Heldersche Marinehaven lag lutte
maanden geleden de kleine onderzeeboot, c
een draad trok om de wereld, een draad, c
niet licht meer losgerukt kan worden, die va
ter dan een geweldige ankerketting veranke
zal blijven in de historie van de Nederlandse!
Marine.
De „K 18" heeft 5 werelddeelen aan elka;
verbonden
Overal waar deze kleine marineboot kwar
stond men vol bewondering voor de energi
de durf van deze Nederlandsche zeelieden, d
een weg aflegden van Den Helder naar Soer;
baia, langs Europa, Afrika, Amerika, Austrr
lië en Azië, een weg van vele duizenden kilc
meters, zooals nog nimmer een zeevarend
natie met een duikboot haa doen af 1 egge:
Niet alleen Holland, maar heel de were!
juicht deze prestatie toe. Ei wij in Den He!
der? Wij, die wonen in de havenstad waa
'deze banden van duizenden kilometers lengt<
hun knooppunt vonden aan den steiger van d
Buitenhaven? Wij, die deze mannen van aar
gezicht tot aangezicht kennen
Wij voelen,- nu, met behulp van Hooger
Macht, met den zegen van Boven, deze zege
tocht met succes is bekroond en de draad nie
ontijdig is verbroken, wij voelen ons mee
dan ieder andere Nederlander, momenteel ver
bonden met die kleine boot en met de beman
ning, die daar vele maanden in ontbering o;
geleefd heeft. Want velen dier dapperen zij
onze stadgenooten, Den Helder en de Marin
zijn één, zijn onverbreekbaar aan elkaar ver
bonden!
Meer dan iedere andere Hollander voelei
en begrijpen wij, de draagwijdte en de sterkt-
van den broederband, die deze Helderschi
onderzeeër heeft gesmeed rondom de werelc'
Wij, Helderschen, voelen ons vandaag, o]
het knooppunt van den langen draad, met he
eindpunt Soerabaia verbonden, en onze ge
dachten vliegen bliksemsnel langs die draac
naar onze stadgenooten. Wij hebben meer dar
andere Nederlanders hun zorgen gedeeld
vandaag zijn wij met ons hart bij hen on
ten volle mee te leven in hun vreugde, vai
behouden aankomst. Want hun eer is de ee:
van de Marine en de Marine en Den Helde;
zijn één, zijn verbonden, door een band vai
sympathie, die nimmer verbroken kan wor
den. Wij voelen ons trotsch, dat de rood-wit
blauw-vlag vanuit onze haven gedragen ir
over de wereld! Onze haven! Ondanks mei
in het buitenland het voorstelt, dat de „K 18'
en haar zusters van de zuidpunt van Engelanc
vertrokken zijn, voelen wij ons fier in d<
Marinehaven van Nederland te zijn, waar deze
roemrijke tocht is begonnen.
Vanuit deze Marinehaven hartelijk gelukge-
wenscht. Mogen allen weer in gezondheid en
vreugde naar Jutterstad terugkeeren.
Mauritius, 30 Mei 1935.
Vandaag, Donderdag, hoopt de K XVIII het
einde van zijn reis, Soerabaia, te bereiken.
Hieronder laten wij een brief van onzen
bizonderen medewerker volgen, die ons gis
teren vanuit Mauritius bereikte:
Het gaat in Durban ook al weer veel te
vlug naar onze zin; de Jubileumfeesten en
verdere feesten nemen eiken avond en dag
onze tijd in beslag en het is ook hier weer
om voor we het weten. Een buitengewoon
leuke avond hebben we bij een revue, die door
de ex-Service-menschen wordt opgevoerd; we
worden daar allemaal erg aardig ontvangen
en vele van die oud-gedienden moeten ons
de hand komen drukken. Het is een echt En
gelsche avond en daarom treft het mij zoo
bijzonder, toen een van de ex-officieren mij
vertelde, dat van deze vereeniging alle natio
naliteiten lid kunnen zijn. Zoo is er 1 groep,
waar allemaal Engelschen lid van zijn, maar
waarvan de leider een Duitscher is, een ge
wezen vijand, die in den grooten oorlog te
gen de Engelschen in Afrika gevochten had.
Een aardige gedachte zit hier in.
den van wel heel bijzonderen lof toekomt.
Zij allen zagen een goed stuk van moeder
aarde, doch dit was maar het verguldseltje, dat
alleen de buitenstaander zag. Stak de
„K XVIII" na een kort intermezzo aan land
weer haar slanke snuit in de golven, dan ge
leek het niet veel meer op een comfortabele
cruise, dan was het aangewezen zijn op
elkaar, en beteekende de minste tweedracht
(kon dit tenminste beteekenen) het opgeven
van een illuster plan. Zoover kwam het niet
enhulde, niets dan hulde voor onze
marine, welke wederom getuigt van den geest,
welke daar tegenwoordig heerscht.
En niet alleen onze gedachten gaan van
daag naar Insulinde, maar ook die van hen,
welke dit ranke scheepke gadesloegen op haar
vaart door de wereldzeeën. Die haar zagen, in
maanovergoten nachten, toen de ,,K XVIII"
als een moderne Nautilus vergleed naar den
verren horizon, mystiek en geluidloos, doch
steeds den kop naar voren...
Wij gunnen de bemanning zoo van harte
de rust, welke thans op het programma staat.
Zij werd wellicht zelden zoo tegemoetgezien
en tevens zoo verdiend.
De huldiging wacht en het zal er een wor
den die in alle opzichten verdiend is.
Maar boven dit alles uit stijgt de daad: koen
en prachtig van opzet, en een ideaal samen
gaan van wetenschap, zeemanskunst en tech
niek. Deze daad is van een zeer bijzonder ge
halte.
Onze hulde voor de verrichting er van orga
nisatoren en bemanning. Gij doet de geest der
ouden, die thans rusten, zoowel in buiten- als
Nederlandsche aarde eer aan.
Verder komen we bij verschillende Engel
sche families aan huis, kortom het is eer
genoegelijke tijd. We ontmoeten verder nog
den bekenden schilder Monnickendam, die op
reis is voor eenige buiten- en binnenlandsche
dag- en weekbladen en die de K XVIII als
herinnering aan deze ontmoeting een mooi
stukje van hem aanbiedt. De paar Hollanders
die hier zitten, doen ook al hun best en o.m.
van de heeren van het K.P.M.-kantoor onder
vinden we alle mogelijke attenties.
Op een ongelukkigen datum, 13 Mei, ver
laten we, weer veel te vroeg naar onze zin.
ons derde continent, op weg naar Mauritius.
Of het aan den vertrekdatum ligt, of aan de
hèerschende passaat, ik weet het niet, maar
bijna het heele traject van negen dagen is
winderig en stormachtig, zoodat we maar een
enkele dag even het voorluik open kunnen
hebben. Voor de rest van den tijd is alles
gesloten en begint er in de boot een min of
meer zware atmosfeer te heerschen. De eer
ste dagen hebben we ook een paar zieken,
een beetje koorts, grieperig, maar dat gaat
ook weer over en hoeven we ons daar niet
meer ongerust over te maken. We hebben
veel tegenstroom, -zee en -wind en schieten
daarom maar weinig op. Dit traject is een
der onaangenaamste op de reis, maar we zijn,
geloof ik, ook een beetje verwend wat het
weer betreft. Van Durban tot Indië toe zal
het dan vermoedelijk ook niet zoo mooi meer
zijn, daar de herfst hier al aardig begonnen
is.
We hebben stroom, wind en -zee tegen en
het is ook maar net, dat we op den vastge-
stelden dag Mauritius binnen kunnen loopen.
In den morgen passeeren we op een paar mijl
afstand het eiland Reunion, een hoog berg
achtig geheel en tegen den avond zien we
Mauritius boven de kim komen. Om zes
uur des avonds zijn we voor den ingang van
de haven, het is al donker, zoodat we met
behulp van een loods het betrekkelijk nauwe
toegangskanaal tot de haven van Port Louis
moeten binnenloopen. De consul is tegelijk
aan boord gekomen en het blijkt al gauw,
dat deze de zaken keurig voor elkaar heeft,
zoodat na het afmeren, de bemanning onmid
dellijk in klaarstaande auto's kan stappen om
naar boven te gaan. Ja, het is zooiets als in
Soerabaja, naar boven, alleen is het hier een
beetje verder de bergen in. We moeten eiken
dag een minuut of twintig met den auto, of
een uurtje met den trein naar onze diverse
logies toe, want in Port Louis zelf is geen
onderdak te vinden. De treinen hebben ons
vrij reizen aangeboden, waarvan, speciaal in
dit opzicht, met dankbaarheid gebruik
wordt gemaakt. Ook in alle andere opzicliten
zijn de autoriteiten en andere menschen ons
in alles zoo behulpzaam als het maar móge
lijk is; de douane biedt o.m. altijd haar eigen
bootje aan, als we naar de bóót, die tusschen
de boeien ligt, moeten.
gn <i ogifc.