Dis.. K eindpunt van de reis De grootste tocht ooit door een duikboot volbracht. De Nederlandsche marine en ons volk trotsch op deze prestatie. Eert reisbrief uit Mauritius TWEEDE BLAD HELDERSCHE CQURANTVAN DONDERDAG n ]ULI IQ 5 Het oordeel van den commandant der marine Oud-vice-admiraal Quant over den tocht Uitzending van de aankomst Eerste reisindrukken. De stafmuziek speelt voor de radio. De band, die nimmer verbroken kan worden. Bij de thuiskomst van de K XVIII. Op de reede van Soerabaia. Vanmorgen is de K XVIH op de reede van Soerabaia aangekomen. Het laatste traject, de Nederlandsche duikboot was S Juli uit Freemantle (West-Australië) vertrokken, was daarmee afgelegd. Het was vol vertrouwen, dat ik op 14 No vember 1934 in opdracht van den Minister van Defensie aan den Commandant van Hr. Ms. „K XVIII" order gaf zijn reis van 8 maanden over een afstand grooter dan de omtrek van den equator te aanvaarden. Reeds gedurende ongeveer 30 jaren hebben de Nederlandsche scheepsbouwers hun kun digheid on het gebied van onderzeebootbouw bewezen, terwijl de bemanningen onzer onder zeebooten blijk gaven, dat zij ten volle voor hun taak berekend waren. De Commandant der Marine Schout-bij-Nacht T. L. KRUYS. Dit vertrouwen is dan ook door Hr. Ms. „K XVIII" met zijn wakkere bemanning onder den Luitenant ter Zee der le klasse D. C. M. Hetterschij niet beschaamd. Heden is de boot te Soerabaja aangekomen, de lange en moeilijke reis is volbracht, dank zij de volharding, geest- en werkkracht door een ieder der opvarenden betoond, waardoor aan de hooge eischen, die zeer zeker aan een ieder werden gesteld, is voldaan. Het behaalde succes leverde een sprekend bewijs, dat in de Koninklijke Marine de geest der Vaderen nog vaardig is en dat zij weet teantwoorden op een door het Vaderland op haai gedaan beroep, mits de noodzakelijke middelen haar niet worden onthouden. Dé Marine is de bemanning van de „K XVIII" dankbaar en wenscht haar van harte geluk met haar prestatie. Willemsoord, 11 Juli 1935. De Schout-bij-Nacht, Commandant der Marine. T. L. KRUIJS. Eerbied voor de prestatie. Nu de ,,K XVIII" haar eindpunt bereikt heeft, heeft „De Telegraaf" den gepensiön- neerden vice-admiraal L. J. Quant gevraagd zijn meening te zeggen over déze reis. Wij ontleenen daaraan het volgende: De wereldreis van de „K XVIII", welke ongeveer acht maanden geduurd heeft, zoo zeide admiraal Quant, is op zichzelf al een zeer bijzondere prestatie voor een onderzee boot. Natuurlijk heeft zij gedurende deze reis alle mogelijke moeilijkheden ontmoet, welke uit een navigatie-oogpunt maar zijn te be denken: van het mooiste tot het slechtste weer, gemakkelijke en zeer moeilijke haven plaatsen. Dit alles is voldoende bekend ge worden uit de verschillende gepubliceerde reisverhalen. Gep. Vice-Admiraal L. J. QUANT. Ondanks alle moeilijkheden is de reis thans op de meest succesvolle wijze vol bracht. Dit is op zichzelf reeds al onze bewondering en waardeering waard. Zon der eenige overdrijving kan daaruit de conclusie worden getrokken, dat èn het personeel van hoog tot laag èn het mate rieel, dat in ons land werd gebouwd, aan de hoogste eischen van zeemanschap en geschiktheid hebben voldaan. Daarvoor alle hulde. Het groote publiek heeft deze reis alleen reeds daarom niet veel belangstelling gevolgd en zal heden bij het lezen van de behouden aankomst te Soerabaja trotsch zijn op dit, voor ons land voorzeker van veel beteekenis zijnde resultaat. Nationaal Nederland zal terecht juichen! Er zit aan deze reis echter nojt veel meer Vast. Naast deze niet hoog genoeg te roemen prestatie komen nog andere dingen naar voren, welke deze reis tot iets zeer bijzonders maken, zoo vervolgde admiraal Quant. De wijze, waarop de commandant van de ,,K XVIII", daarbij geassisteerd èn door zijn officieren èn door alle andere opvarenden, zijn representatieve taak heeft vervuld, gaat boven mijn lof uit. Men bezie dit niet alleen, zooals veelal gebeurt, door hetgeen men daar van leest, in het licht van feestelijkheden en tafelspeeches, doch lette vooral op de buiten gewone wijze, waarop de heer Hetterschij deze taak heeft weten te volbrengen. Zoowel bij landgenooten in den vreemde, als bij alle autoriteiten en tot oordeelen be voegden in de diverse vreemde havens, waar hij vertoefde, heeft hij indrukken achterge laten, die zoowel voor de Nederlandsche ma rine als voor de geheele natie een prachtige propaganda zijn geworden. Tweeledig doel. Naast dit alles én zeker niet van geringe beteekenis voor ons land, zoowel naar binnen als naar buiten, moet nog de aandacht wor den gevestigd op het tweeledig doel van deze reis, n.1. de maritieme prestatie in den ruim- sten zin des woords en daarnaast het weten schappelijke karakter van dezen tocht. Hierbij zij gewezen op het feit, dat het van beide kanten, zoowel van de zijde van den commandant der boot, als van den leider der wetenschappelijke expeditie, veel tact ver- eischt moet hebben, om een dergelijk gecom bineerd succes te kunnen bereiken. De Commandant van Hr. Ms. „K XVIII", Luit. ter zee le kl. D. C. M. HETTERSCHIJ. De commandant een zeer goede keuze. Bij het naar zee gaan van de „K VIII" heb ik mij reeds geuit, dat ik vol vertrouwen was in het te bereiken resultaat, daar ik den heer Hetterschij als onderzeebootcommandant in Indië reeds in mijn eigen eskader had leeren kennen en daardoor mijn keuze op hem had laten vallen om mij ter zijde te staan als ad judant gedurende de vier jaar van mijn com mando in Den Helder, in welken tijd deze keuze mij nooit heeft berouwd, zoodat ik in alle opzichten competent ben om te beoordee- len, aan wien deze opdracht was verstrekt. De practijk heeft geleerd, dat de marinelei ding bij de benoeming van den heer Hetter schij, zooals te verwachten was, een zeer goede keuze heeft gedaan. Door deze reis is voorzeker de naam van ons land en van onze marine met veel lof en bewondering in den vreemde ge noemd geworden. Harmonische samenstelling. Zoo willen wij, aldus besloot admiraal Quant, hopen, dat waar onze marine, wat het mate rieel en personeel aangaat, qualitatief en har monisch zoo geheel up to date is en wordt gehouden, dat op beide gebieden het ontbre kende van het oogenblik nog spoedig zal kun nen worden hersteld, n.1. dat zij ook quantita- tief met behoud van haar tegenwoordige noodzakelijke, harmonische samenstelling moge worden aangevuld, opdat zij in haar ge heel zal kunnen beantwoorden aan de eischen, die aan onze zeemacht moeten en mogen wor den gesteld, namelijk: onze koloniën voor ons land te behouden en te allen tijde onze zelf standigheid als natie te kunnen handhaven. Ter gelegenheid van de aankomst van Hr. Ms. K XVIII te Soerabaia zouden de K.R.O. en de A.V.R.O. heden van 12.50 tot 13.05 een rede van prof. Vening Meinesz en van 13.05 tot 13.30 uur toespraken door autoriteiten in Indië gehouden bij deze gebeurtenis en op gramofoonlaten opgenomen, uitzenden. Om 13.30 uur vangt een kruisgesprek van den minister Van defensie met den comman dant der zeemacht in Ned.-Indië en den com mandant van Hr. Ms. K XVIII aan, waarbij in Indië de geheele bemanning van de onder zeeboot tegenwoordig zal zijn. Ook dit kruisgesprek, dat tot ongeveer 14 uur zal duren, zal op de bovengenoemde wijze worden uitgezonden, terwijl de P.H.O.H I. het geheel in de overzeesche gewesten hoorbaar zal maken. Het overzicht van den tocht. Wij geven hierboven het overzichtskaartje van den tocht van de onderzeeboot, waarop men de reisroute van Den Helder tot Soerabaia vindt uitgeteekend. Aneta vernam, naar het gisteren uit Soe rabaia telegrafeerde, uit Banjoewangi de eer ste indrukken van de reis van Hr. Ms. onder zeeër K XVIII, welke uniek en schitterend genoemd wordt. In totaal werden afgelegd 22.600 mijlen. De K XVIII heeft in totaal 230 keer gedoken, waarbij de boot "in totaal elf etmalen onder water is geweest. De geheele bemanning is gezond; één onderging een lichte operatie in Buenos Aires en één te Kaapstad. In het reisverhaal wordt her haaldelijk melding gemaakt van de groote hartelijkheid welke van de zijde van fancï- genooten werd ondervonden op Madeira, te Rio de Janeiro, Buenos Aires en Kaapstad. De eerste groote storm. Incidenten hebben zich voornamelijk voor gedaan tijdens den oversteek van Buenos Aires naar Kaapstad, welke oversteek 25 da gen heeft geduurd, toen de eerste groote storm werd ontmoet, met zware zeeën, die voortdurend over de geheele boot en brug sloegen, welke geheel onder water verdwenen, zoodat alleen de wacht aan het dek bleef. Ook tijdens den oversteek van Mauritius naar Fremantle werd veel ruw weer ontmoet, o.a. een ernstige stormnacht waarbij de K XVIII eenmaal zoodanige slagzij bekwam door een onverwachte zee, dat alle slapers aan bak boord uit de kooien werden gesmeten. Een warboel ontstond van tafels, bedden, men- schen, schrijfmachines en beddengoed, alles door en over elkaar. Het is wonderbaarlijk dat er geen ongelukken zijn gebeurd op dezen ruim 3500 mijlen grooten oversteek, die 20 dagen heeft geduurd. Het reisverhaal gewaagt voorts van den merkwaardigen, opwindenden Snip-nacht, waarin de Snip vlak over de K XVIII vloog, doch in wolken gehuld bleef. De radio-peilin gen die de Snip noodig had, slaagden vol komen. Prof. Vening Meinesz heeft belangrijke Hedenmiddag van 2.15 tot 3.45 u. zal een concert van onze Stafmuziek door de A.V.R.O. worden uitgezonden in verband met de vol- brachte reis van de „K XVIII". Het programma vermeldt: 1. „Remavi"-marsch, Leistikow. :2. ^Ouverture „Euryanthe", Von Weber. 3. Lotosblumen. wals, Ohlsen. 4. De Luistervinken, concertpolka voor 'piccolo, Leistikow. "6." °'Suite uit „L'Arlésienne", Bizet. ,l'a Pastorale. 1 b. Intermezzo, c. Menuet. d. Farandole. (i; Tusschensepl (gramofoonplaten). 6 Dawn of freedom, marsch, Lotter. 7. Hurrah Boys, marsch, Lacalle. Flight to India, marsch, Dressen. The Stars and Stripes for ever, marsch, 8. 9. Sousa. waarnemingen gedaan tijdens deze reis. Hij heeft de diépste plek in den Atlahtischen Oceaan gelood, n.1. 7600 meter, tusschen Da kar en Pernambuco. Prinses Marie Louise, een nicht van den Engelschen Koning, heeft een bezoek aan de K XVIII gebracht tijdens het verblijf te Mon tevideo. j Van Engelsche zijde werd bij monde van jden gouverneur van Mauritius groote dank baarheid geuit over het bezoek van de K XVIII. Geestdriftig vermelden officieren en beman ning de onvergetelijke radio-uitzending, die op Mauritius overkwam, evenals de gast vrijheid van alle naties waarmede men tijdens den tocht in aanraking is gekomen, o.a. van de zijde van de Australiërs te Fremantle, die den eersten onderzeeër, welke deze plaats aandeed, hartelijk hebben befuifd en die hoopten ook hierin een bewijs te mogen zien ;van den wil tot versteviging van de han delsbetrekkingen met Indië. Als souvenir aan bezoek werd een pet van een der officie ren aangehouden. Dit beknopte reisverslag vatte luitenant ter zee Ter Poorten in drie punten samen: le. de hartelijkheid van de Hollanders; 2e. het succes van de marine, „welke de mooiste herinnering is van de geheele bemanning aan deze reis"...; 3e. het nut van vlagvertoon, dat vooral in Zuid-Amerika, waar in de laatste 25 jaar geen enkel Nederlandsch oorlogsschip is geweest, sterk wordt gewaardeerd. Er zal een album verschijnen. De officieren Hetterschij en Wytema zijn op 't oogenblik bezig met het schrijven van een album, dat den geheelen tocht zal behan delen, van het vertrek in Den Helder in November tot de aankomst in Soerabaia. Van zelf sprekend geïllustreerd met de fraaiste foto's w.o. bijzondere interieur-foto's van de K XVIII. Vice-Admiraal de Graaff schreef een waar- deerend voorwoord. De firma Holdert Co. te Amsterdam, de uitgevers van de alom-bekende Oranje albums, verzorgt ook dit gedenkboek (formaat 32 X 25 cm). Een 23000 K.m. lange draad, in c Heldersche Buitenhaven geknoopt, loopt om de wereld. In de Heldersche Marinehaven lag luttc maanden geleden de kleine onderzeeboot! c een draad trok om de wereld, een draad, c niet licht meer losgerukt kan worden, die va ter dan een geweldige ankerketting veranke: zal blijven in de historie van de Nederlandse! Marine. De „K 18" heeft 5 werelddeelen aan elka; verbonden Overal waar deze kleine marineboot kwar. stond men vol bewondering voor de energi de durf van deze Nederlandsche zeelieden, d een weg aflegden van Den Helder naar Soer; baia, langs Europa, Afrika, Amerika, Austr; lië en Azië, een weg van vele duizenden kilc meters, zooals nog nimmer een zeevarend natie rnet een duikboot haa doen afleggei Niet alleen Holland, maar heel de werel juicht deze prestatie toe. Ei wij in Den He! der? Wij, die wonen in de havenstad waa deze banden van duizenden kilometers lengti hun knooppunt vonden aan den steiger van d Buitenhaven? Wij, die deze mannen van aan gezicht tot aangezicht kennen? Wij voelen, nu, met behulp van Hooger Macht, met den zegen van Boven, deze zeg< tocht met succes is bekroond en de draad nie ontijdig is verbroken, wij voelen ons mee dan ieder andere Nederlander, momenteel ver bonden met die kleine boot en met de beman ning, die daar vele maanden in ontbering o; geleefd heeft. Want velen dier dapperen zij onze stadgenooten, Den Helder en de Marin zijn één, zijn onverbreekbaar aan elkaar ver bonden.' Meer dan iedere andere Hollander voele; en begrijpen wij, de draagwijdte en de sterkt van den broederband, die deze Helderschi onderzeeër heeft gesmeed rondom de wereld Wij, Helderschen, voelen ons vandaag, oj het knooppunt van den langen draad, met he eindpunt Soerabaia verbonden, en onze ge dachten vliegen bliksemsnel langs die draad naar onze stadgenooten. Wij hebben meer dar andere Nederlanders hun zorgen gedeeld vandaag zijn wij met ons hart bij hen on ten volle t mee te leven in hun vreugde, vai behouden aankomst. Want hun eer is de ee: van de Marine en de Marine en Den Helde zijn één, zijn verbonden, door een band vai sympathie, die nimmer verbroken kan wor den. Wij voelen ons trotsch, dat de rood-wit blauw-vlag vanuit onze haven gedragen i.< over de wereld! Onzehaven! Ondanks mei in het buitenland het voorstelt, dat de „K 18' en haar zusters van de zuidpunt van Engelam vertrokken zijn, voelen wij ons fier in d< Marinehaven van Nederland te zijn, waar deze roemrijke tocht is begonnen. Vanuit deze Marinehaven hartelijk.gelukge- wenscht. Mogen allen weer in gezondheid en vreugde naar Jutterstad terugkeeren. Mauritius, 30 Mei 1935. Vandaag, Donderdag, hoopt de K XVIII het einde van zijn reis, Soerabaia, te bereiken. Hieronder laten wij een brief van onzen bizonderen medewerker volgen, die ons gis teren vanuit Mauritius bereikte: Het gaat in Durban ook al weer veel te vlug naar onze zin; de Jubileumfeesten en verdere feesten nemen eiken avond en dag onze tijd in beslag en het is ook hier weer om voor we het weten. Een buitengewoon leuke avond hebben we bij een revue, die door de ex-Service-menschen wordt opgevoerd; we worden daar allemaal erg aardig ontvangen en vele van die oud-gedienden moeten ons de hand komen drukken. Het is een echt En gelsche avond en daarom treft het mij zoo bijzonder, toen een van de ex-officieren mij vertelde, dat van deze vereeniging alle natio naliteiten lid kunnen zijn. Zoo is er 1 groep, waar allemaal Engelschen lid van zijn, maar waarvan de leider een Duitscher is, een ge wezen vijand, die in den grooten oorlog te gen de Engelschen in Afrika gevochten had. Een aardige gedachte zit hier in. Een voyagie in den ouden geest Een onzer medewerkers schrijft ons: Als u dit onder de oogen krijgt, ligt de ,,K XVIII" reeds enkele uren gemeerd in de haven van Soerabaja en slechts een insider zal aan dit schip de kenteekenen kunnen be speuren van een reis, die klanken van waar deering en verbazing deed gaan over verre weg het grootste deel der beschaafde wereld. Vastgemeerd, aan stevige trossen Doch voor het zoo ver was, vóór men deze 23.000 mijl (hoort u: drie-en-twintig duizend mijl!!) had afgelegdja, daarvoor is heel wat samenwerking noodig geweest, daarvoor moesten zoowel machines als opvarenden aan zeer harde eischen voldoen, moest ieder scha- keltje van dit conglomeraat van mensch en machine „tadellos in elkaar grijpen. En zie: alles greep in elkaar en niet eenmaal gedu rende die 132 zeedagen moest een radio-be richt naar het in spanning verbeidende moe derland gezonden worden, dat onrust baarde. Neen, al die radio-telegrammen, en dat waren er heel wat, kenmerkten zich door een uitermate rustigen toon, niet eenmaal bleek er een faze ingetreden te zijn, die ook maar iets van een schaduw over dit alles wierp. Over dezen tocht nu is reeds veel geschre ven en geen dagblad van Nederland, of het wijdde zijn kolommen aan dezen ontegenzeg gelijk wel zeer bijzonderen tocht. Onwillekeurig gaan onze gedachten terug naar de in het stof der tijden begraven periodes, waarin ook door Hollanders ver maarde voyagieën ondernomen werden, met eveneens een wetenschappelijk doel. Wij be hoeven in dit verband slechts te noemen de reis van Houtman en zijn makkers op insti gatie van de Oost-Indische Compagnie van verre, teneinde den weg naar Indië op te sporen en de niet minder stoutmoedige on derneming van Abel Tasman, die tot aan Australië ging en dit voor de toenmaals be schaafde wereld ontdekte. Zij waren het wien de eer toekwam, dat het Hollandsche dundoek niet alleen op alle wereldzeeën gesignaleerd werd, doch eveneens een naam kreeg, die men een geographisch zoo klein land niet spoedig gegeven zou hebben. De wielen van den tijd draaiden verder en onze hegemonie ter zee taande in de volgende eeuwen wel wat. En nu dan deze ,,K XVIII": deze menschen zijn het die den naam der vaderlandsche nau tiek weer naar voren brachten en hem met eere doen noemen in andere landen. Want geen natie, hoe ontwikkeld haar techniek ook was, heeft ooit een tocht georganiseerd, zoo grootsch, zoo indrukwekkend, als thans de Nederlandsche marine deed. En dat wij hier' trotsch op zijn, en er ons op laten voorstaan... wie zou het ons euvel duiden En thans zijn dus eindelijk de ratelende Diesels tot stilstand gekomen, doch zijn even zoo stille getuigen voor hun ontwerpers. Ook Wilton-Feyenoord kan gerust zijn: haar pro duct heeft bewezen te kunnen concurreeren tegen dat van het buitenland, en meer... Daar is de bemanning, die één was, 132 lan ge dagen lang, en aan wie natuurlijk woor den van wel heel bijzonderen lof toekomt. Zij allen zagen een goed stuk van moeder aarde, doch dit was maar het verguldseltje, dat alleen de buitenstaander zag. Stak de ,,K XVIII" na een kort intermezzo aan land weer haar slanke snuit in de golven, dan ge leek het niet veel meer op een comfortabele cruise, dan was het aangewezen zijn op elkaar, en beteekende de minste tweedracht (kon dit tenminste beteekenen) het opgeven van een illuster plan. Zoover kwam het niet enhulde, niets dan hulde voor onze marine, welke wederom getuigt van den geest, welke daar tegenwoordig heerscht. En niet alleen onze gedachten gaan van daag naar Insulinde, maar ook die van hen, welke dit ranke scheepke gadesloegen op haar vaart door de wereldzeeën. Die haar zagen, in maanovergoten nachten, toen de ,,K XVIII" als een moderne Nautilus vergleed naar den verren horizon, mystiek en geluidloos, doch steeds den kop naar voren... Wij gunnen de bemanning zoo van harte de rust, welke thans op het programma staat. Zij werd wellicht zelden zoo tegemoetgezien en tevens zoo verdiend. De huldiging wacht en het zal er een wor den die in alle opzichten verdiend is. Maar boven dit alles uit stijgt de daad: koen en prachtig van opzet, en een ideaal samen gaan van wetenschap, zeemanskunst en tech niek. Deze daad is van een zeer bijzonder ge halte. Onze hulde voor de verrichting er van orga nisatoren en bemanning. Gij doet de geest der ouden, die thans rusten, zoowel in buiten- als Nederlandsche aarde eer aan. Vei dei- komen we bij verschillende Engel sche families aan huis, kortom het is een genoegelijke tijd. We ontmoeten verder nog den bekenden schilder Monnickendam, die op reis is voor eenige buiten- en binnenlandsche dag- en weekbladen en die de K XVIII als herinnering aan deze ontmoeting een mooi stukje van hem aanbiedt. De paar Hollanders die hier zitten, doen ook al hun best en o.m. van de heeren van het K.P.M.-kantoor onder vinden we alle mogelijke attenties. Op een ongelukkigen datum, 13 Mei, ver laten we, weer veel te vroeg naar onze zin. ons derde continent, op weg naar Mauritius. Of het aan den vertrekdatum ligt, of aan de heerschende passaat, ik weet het niet, maar bijna het heele traject van negen dagen is winderig en stormachtig, zoodat we maar een enkele dag even het voorluik open kunnen hebben. Voor de rest van den tijd is alles gesloten en begint er in de boot een min of meer zware atmosfeer te heerschen. De eer ste dagen hebben we ook een paar zieken, een beetje koorts, grieperig, maar dat gaat ook weer over en hoeven we ons daar niet meer ongerust over te maken. We hebben veel tegenstroom, -zee en -wind en schieten daarom maar weinig op. Dit traject is een der onaangenaamste op de reis, maar we zijn, geloof ik, ook een beetje verwend wat het weer betreft. Van Durban tot Indië toe zal het dan vermoedelijk ook niet zoo mooi meer zijn, daar de herfst hier al aardig begonnen is. We hebben stroom, wind en zee tegen en het is ook maar net, dat we op den vastge- stelden dag Mauritius binnen kunnen loopen. In den morgen passeeren we op een paar mijl afstand het eiland Reunion, een hoog berg achtig geheel en tegen den avond zien we Mauritius boven de kim komen. Om zes uur des avonds zijn we voor den ingang van de haven, het is al donker, zoodat we met behulp van een loods het betrekkelijk nauwe toegangskanaal tot de haven van Port Louis moeten binnenloopen. De consul is tegelijk aan boord gekomen en het blijkt al gauw, dat deze de zaken keurig voor elkaar heeft, zoodat na het afmeren, de bemanning onmid dellijk in klaarstaande auto's kan stappen om naar boven te gaan. Ja, het is zooiets als in Soerabaja, naar boven, alleen is het hier een beetje verder de bergen in. We moeten eiken dag een minuut of twintig met den auto, of een uurtje met den trein naar onze diverse logies toe, want in Port Louis zelf is geen onderdak te vinden. De treinen hebben ons vrij reizen aangeboden, waarvan, speciaal in dit opzicht, met dankbaarheid gebruik wordt gemaakt. Ook in alle andere opzichten zijn de autoriteiten en andere menschéri ons in alles zoo behulpzaam als het maar moge lijk is; de douane biedt o.m. altijd haar eigen bootje aan, als we naar de boot, die tusschen de boeien ligt, móeten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 9