Buitenlandsch Overzicht.
oetbal
ie
Het geschil tusschen Italië en
Abessinië.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
fd
No. 762U
EERSTE BLAD
ZATERDAG 13 JULI 1935
63ste JAARGANG
Het conflict over den
Chaco.
De werkloosheid in Duitschland.
Amerikaansche bezwaren
tegen Italië's houding.
Hevige aardbeving ten Zuid
westen van Tokio.
De oplage van Mein Kampf
Abonnement pee 3 maanden btj vooruitbeC: HeWeractoe Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breczand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.
Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10. idem per mail en overige
landen t 3.20. Losse nos. 4 ct.; tr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 cL
Zondagsblad resp. 10.50. f 0.70, f0.70. f 1.—Modeblad resp. f 1.20, f 1.50. fl.50.
11.70.
Versclrynt D l n s d a g-, D o n d e r d ag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukker# v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meèed. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine ad verten tien (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 cL per regel,
minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De Engelsche minister van Buitenlandsche zaken, sir Samuel Hoare,
houdt zijn eerste groote rede over de buitenlandsche politiek
van Engeland. Engeland en de Abessijnsche kwestie. Het
vlootbouwprogramma van Amerika.
Engelands
buitenlandsche
politiek.
De Engelsche minis
ter van buitenlandsche
zaken heeft Donderdag
in het Lagerhuis zijn
eerste groote rede ge
houden, waarnaar met
enige spanning was uitgezien, omdat men
jelangrijke verklaringen verwachtte betref
fende eenige actueele vraagstukken, waar
onder in de eerste plaats natuurlijk het
standpunt van de Engelsche regeering in de
Ïtaliaansch-Abessynische kwestie. Wij ko
men daarop hieronder uitvoeriger terug.
Eerst echter iets over Engeland en de Euro-
peesche vraagstukken,
Hoare begon met een beroep op Enge
land en de andere mogendheden, in hun
buitenlandsche politiek meer gemeen
schapsgevoel en verdraagzaamheid te
brengen.
Ten aanzien van de Engelsch-Duitsche
vlootovereenkomst zeide hij, dat dit verdrag
niet egoistisch was
,,Wij zouden geen verdrag hebben kunnen
sluiten, dat in onze oogen niet voordeelig
was voor de overige vlootmogendheden. We
souden geen verdrag hebben kunnen sluiten.
Indien we niet van meening waren, dat verre
van een algemeen vlootverdrag te belemme
ren, dit verdrag daartoe juist zou bijdragen.
Wij dachten dat er kans bestond voor een
overeenkomst ook met de andere zeemogend
heden zoo zei de minister o.a. Frank
rijk. Het gesloten verdrag verleent Frank
rijk superioriteit van 43 procent boven de
Duitsche vloot, in vergelijking met een infe
rioriteit van 30 procent voor den oorlog.
In antwoord op de critiek in het buiten
land vervolgde Hoare: „Als verdediging van
onze realistische houding zeg ik, dat onze
buitenlandsche vrienden in het verleden een
overeenkomst in hun eigen belang hebben ge
sloten, zonder ons hierin te kennen, zonder
iemand te raadplegen. Wij hebben hen toen
niet becritiseerd, doch hen zelfs toegejuicht
en we hebben ons best gedaan hen te helpen.
Ik geloof, dat wanneer de wereld kalmer zal
denken over de resultaten, men zal zeggen,
dat de Engelsche regeering den juisten weg
is ingeslagen, den eenigen, welke haar in de
gegeven onstandigheden openstond. De regee
ring had geen verontschuldigingen te maken
over iets. dat vrijwel in alle opzichten een
bijdrage tot den vrede was.
Alleen verlangen wij een luchtpact en een
beperking van de bewapening in de lucht.
Een eerste voorwaarde voor het luchtpact
is, dat het door de vijf mogendheden wordt
afgesloten.
Spekend over het belang dat Engeland
heeft in een Oost-Pact, en een niet aanvais-
jpact voor midden-Europa, zeide Hoare, dat
er geen sprake van is, dat Engeland nieuwe
verplichtingen op zich neemt, doch dat sluit
niet uit, dat het belang kan hebben bij een
regeling dezer kwesties.
Naar de meening van de Britsche regee
ring kan er geen enkele reden zijn dat er niet
spoedig voortgang wordt gemaakt met het
afsluiten van het Oostelijke pact, en zij heeft
dit dan ook aan de Duitsche regeering te
kennen gegeven.
Een beroep op Hitier.
Het ligt thans in de macht van Hitier
een werkelijke bijdrage tot de zaak van
den vrede te leveren, die de gemoederen
in Midden-, Oost- en West-Europa veel
zal kunnen kalmeeren. Ik neem de vrij
heid hem dit aan te bevelen, hij zal er
de eigen zaak mee dienen. Zelf heeft
hij zeer openhartig gesproken op 21 Mei
en ik ben er zeker van, dat hij er geen
bezwaar tegen heeft, dat ik thans even
openhartig spreek.
De wereld en wij werden verontrust, niet
alleen door het Duitsche herbewapeningspro-
gramma, doch ook door menig ander ver-
Schijnsel in het moderne Duitschland. Niet
temin hebben wij Hitier op zijn woord ge
loofd en er een praktisch bewijs van gegeven
door het sluiten van de vlootovereenkomst
met Duitschland, Wij meenen daarmede een
stap in de richting der verzoening te hebben
gedaan, doch men kan verzoening en vrede
langs diverse wegen bereiken.
Laat Hitier thans den volgenden stap doen,
die noodzakelijk is en zijn steun verleenen
aan de onderhandeling en der oostelijke- en
Donau-pacten en daardoor het sluiten van
een luchtvaartverdrag nader tot z#n verwe
zenlijking brengen, hetgeen hij, naar bekend
is, evenzeer verlangt.
Wij zijn zeer en voortdurend geïnteresseerd
bij een regeling voor Midden- en Oost-Europa.
Wat de onafhankelijkheid van Oostenrijk
aanbelangt, wij hebben reeds herhaaldelijk te
kennen gegeven, dat wij van meening zijn dat
Oostenrijk strategisch en oeconomisch een
sleutelpositie in Europa inneemt en dat een
verandering in het statuut van Oostenrijk de
grondslagen van den vrede in Europa aan het
wankelen zou brengen.
Wij zullen dus voortgaan belang te
stellen in en met de meeste sympathie te
volgen de moedige pogingen, die regee
ring en volk van Oostenrijk in het werk
3tellen het onafhankelijk bestaan van
Oostenrijk te versterken en te handhaven.
Engeland
en de
Abessijnsche
kwestie,
Wij zouden hier nog
terugkomen op het En
gelsche standpunt inzake
de ItaliaanschAbessy-
nische kwestie. Het
blijkt ons, bij kennisna
me van wat de minister
heeft gezegd, dat het
standpunt van Engeland niet zoo is veran
derd, als wij van de week wel vreesden. In
derdaad schijnt het nog in de bedoeling van
de Engelsche regeering te liggen een oorlog
tusschen Italië en Abessynië, met „alle moge
lijke middelen" te voorkomen.
Hieronder geven we dan een uittreksel uit
de rede van minister Hoare:
„Wij erkennen, aldus de minister, het
recht van Italië op expansie van zijn beide
Oost-Afrikaansche koloniën die betrekkelijk
dicht bij elkaar liggen, maar in den tegen
woordige» toestand nooit een afgerond geheel
zullen vormen. Wij erkennen ook dat deer de
Afoessynsche regeering verzuimen zijn ge
pleegd zooals de commissie van onderzoek
naar den slavenhandel heeft uitgewezen, en
fouten zqn gemaakt die beter vermeden had
den kunnen worden. Maar desniettemin is
onze vaste overtuiging, dat de geschilpunten
niet onoplosbaar zijn. dat de standpunten van
beide regeeringen vereenigbaar zijn. hetzij
onder de bepalingen van het Verdrag van
1906, hetzij onder het Handvest van den Vol
kenbond. maar zelfs al zou de verzoening
moeilijker zijn dan wij ons voorstellen, dan
wettigen de punten van geschil ia geen geval
het uitbreken van een oorlog, een ramp die
onafzienbare gevolgen voor de geheele wereld
zou hebben.
Wij houden vast aan den Volkenbond,
zijn handvest en zijn instellingen en wij
zullen een oorlog tusschen twee leden van
dien bond niet alleen verfoeien maar met
alle middelen trachten te beletten.
Om die reden hebben wij gepoogd door een
constructief voorstel tot het handhaven van
den vrede, en tevens tót oplossing van het
geschil bij te dragen, en ondanks dat de cri
tiek ons niet ia bespaard gebleven wat
achteraf altijd gemakkelijk is en het voor
stel zelf niet in goede aarde is gevallen zijn
wij in beginsel toch verheugd dat wij onzen
goeden wil hebben getoond
Wij kunnen de Italiaansche behoefte tot
gebiedsuitbreiding begrijpen en geven op
nieuw toe, dat eenige der grieven tegen de
Abessynsche regeering gerechtvaardigd zijn,
maar wij vragen ons af, of deze beide feiten
nu wel een voldoende reden zgn zich In een
oorlog te storten.
In het verleden hebben wij reeds de moge
lijkheid gezien eischen en verschillen van
meening tot oplossing te brengen, zonder zijn
toevlucht tot oorlog te nemen, en willen dan
ook thans niet eenige kans laten loepen, die
zich zou voordoen, ora te voorkomen, dat wat
ik als een ramp beschouw.
Laat men zich toch uit het hoofd stellen,
de geruchten die geheel en al ongegrond zijn,
dat wij de Fransche regeering verzocht zou
den hebben om steun te verleenen bij een
blokkade van Italië, en dat wij eenige afzon
derlijke actie zenden op touw zetten, tegen
een land, dat van oudsher onze vriend is. Wij
zijn voor vrede en zullen niets verwaarloozea
om een noodlottigen oorlog te trachten te
voorkomen.
Sprekend over het aanbod van Zeila zeide
Hoare, dat de regeering de eenige mogelijk
heid aangreep die haar openstond en ik ver
heug mij erover, dat zij dit aanbod gedaan
had.
Het
Amerikaansche
vlootbouw-
program.
In een dezer dagen
gehouden persconferen
tie heeft de Amerikaan
sche minister van Ma
rine, Swanson, het
vlootbouwprogram be
kend gemaakt, voor het
op 1 Juli 1936 begin
nende begrootingsjaar.
Het omvat den bouw van 12 torpedojagers,
zes duikbooten en mogelijk ook een slag
schip.
Swanson verklaarde, dat er nog geen be
slissing is genomen in zake het voorstel, een
der zeven slagschepen, welke bij het expiree-
ren van het vlootverdrag van Washington
verouderd zullen zijn, te vervangen. De bouw
van 12 torpedojagers en zes duikbooten zal
op 1 Jan. 1937 beginnen.
Swanson legde er voorts den nadruk op,
dat het departement van marine geen be
wapeningswedstrijd wil beginnen. Het is van
plan zich te houden aan de bepalingen van de
verdragen van Washington en Londen, zoo
Feuilleton*
en
21)
Dit schot werd met een diepe stilte be
groet, Het gezicht van Bob Willen was een
studie. Hjj schold zichzelf voor niet wijs uit,
maar deze vreemde speler bezat de snelheid,
de losheid, de doortastendheid en het meester
schap over den bal van iemand, dien hij, na
dat hij hem slechts In één ee ra te-klasse wed
strijd had zien spelen, terstond uitmaakte
voor als Engelands toekomstige middenvoor
geboren te zijn. Engeland had jaren achter
een smachtend uitgezien naar een goede lei
der van de voorwaartsspelers. Willen had
voorspeld dat men in Carstairs den speler zou
vinden, waar men zoo bitter om verlegen was
een geniaal middenvoorspeler. Het was on
bestaanbaar, dat er twee spelers zouden zijn
met volkomen dezelfde typische spelhoeda-
nigheden; en toch was deze man van heden
een onbekende! Dat was den voormaligen spil
te veel, die opgewonden naar den scorer toe
liep, .en, terwijl de verbijsterde proffessionals
blikken wisselden, tegen hem zei: „Prachtig
geleverd, man! Hoe was je naam ook weer,
zei je? ik heb dien zooeven niet goed ver
staan." Dit was een leugen, en Willen had
dit met opzet gezegd, omdat hij er voldoende
reden voor meende te hebben.
„Charles Huish Hoezoo?" De in onge
nade gevallen zoon van Lord Overton gnuifde
over den geschapen toestand.
„Och, zoo maar!" maakte Bob Willen zich
er mee af. Hij verbeeldde zich dat de ander
hem stilletjes uitlachte, omdat hij zich zoo
opgewonden had.
„Speel maar weer door,"
Het sein om het spel te hervatten werd
weldra gehoorzaamd. De menschelyke natuur
is menschelijke natuur overal op de wereld
op het professioneele voetbalveld even
goed als op het kantoor in de City of het
magazijn van den koopman. De voorhoede
van het Eerste Elftal van Kensington grijns
de over hun collega's, die door dezen verschen
rekruut in de maling genomen waren, terwijl
de verslagen verdediging de mouwen van hun
hemd opstroopte, een gezicht van verbeten
woedde zette, en zich vast voornam dat zoo
iets haar niet ten tweedemaie zou overkomen!
Eén man nam dat besluit in het bijzonder;
dat was David Christie, de spii van het Eer
ste Elftal van Kensington, en dientengevolge
de speler, die bij dezen oefenwedstrijd bij uit
stek aangewezen was om Huish in de gaten
te houden. De trek op Christie's alledaagsch
gezicht was inderdaad onheispellend.
Het leven als voetballer was voor David
Christie niet van een leien dakje gegaan. Een
knaap met een wil, en eerzuchtig, was hij
gedwongen geweest om noesten ijver en ijze
ren volharding aan den dag te leggen, om
een gebrek aan natuurlijken aanleg goed te
maken. Hij was evenwel vastbesloten om zijn
moeilijk werk onder de knie te krijgen, en
was daarin geslaagd. Er viel natuurlijk nog
zeer veel voor hem te leeren, maar hij had
nu al verscheidene weken zijn plaats als spil
van het Eerste Elftal weten te handhaven, en
scheen voorgoed beslag op deze plaats ge
legd te hebben, tot daar zoo'n verwensch-
te nieuweling kwam aanstappen, doodbedaard
om hem heen draaide, en hem een figuur als
modder liet staan. Christie had het gevoel
of de zwaarte van het heelal op hem drukte,
en wanneer hij den nieuwen middenvoor van
het begin af een kwaad haft toedroeg, was
dit niet te verwonderen.
Maar toch dient tot zijn eer gezegd te wor
den, dat David Christie, een nobel, zij het
dan ook een wanhopig hardnekkig speler
was. Gedurende de verscheidene wilde ont
moetingen, die hij achtereenvolgens met den
nieuweling had. liet hij zich krachtdadig
gelden, maar nam geen enkele maal zijn toe
vlucht tot de gemeene trucjes, die tegenwoor
dig het voetbal te schande maken.
Die ontmoetingen waren sensationeel. Huish
was van lichter gewicht, maar hij was een
geboren voetballer, en zijn natuurlijke be
hendigheid was dikwijls oorzaak, dat de
zware spil beteuterd stond te kijken.
Het spel loste zich in werkelijkheid op in
een persoonlijke match tusschen deze twee
overheerschende figuren. Ieder speelde met
onkreukbare eerlijkheid, en de geen oog van
het spel afhoudende Whittaker wreef zich
verrukt in de handen.
Beiden begingen vele fouten, maar de eer
bleef duidelijk bij den middenvoor, toen hij.
op het oogenblik dat de eerste twintig speel
minuten op één minuut na om waren, een
tweede kans kreeg. Door een schot van een
van de reserve-achterspelers kwam de bal
juist voor zijn voeten terecht. Hij zette door,
en begon terzelfder tijd vlug te dribbelen.
Christie schoot naar voren, dorstend om
zijn fouten te herstellen, maar hij gleed onder
het aanvallen uit, en de middenvoor had niets
anders te doen dan even over de uitgestrekte
beeuen heen te wippen. Tegen den tijd dat
Christie overeind gekrabbeld was, was de
middenvoor ver buiten zijn bereik.
Huish voelde het bloed als vuur door zyn
lang ook de andere staten-onderteek en aars
binnen de grenzen van deze verdragen blij
ven.
Het besluit van Duitschland. zijn vloot-
sterkte te vergrooten. is een Europeesche
aangelegenheid en het heeft dan ook geen
invloed op de plannen van Amerika
De vredesconferentie te Buenos Aires
stuit op moeilijkheden.
De vredesconferentie, die te Buenos
Aires wordt gehouden, is op ernstige
moeilijkheden gestuit. Op het oogenblik
worden geen zittingen gehouden.
De Boliviaansche gedelegeerde, dr. Diez de
Medina, heeft in uiterst scherpe bewoordingen
geprotesteerd tegen de rede van den Para-
guayschen minister van buitenlandsche zaken.
die had verklaard, dat Paraguay de overwin
naar in den oorlog was geweest
De situatie van de vredesconferentie zou
naar de meening van politieke kringen op
het oogenblik weinig bevredigend zijn. Feite
lijk is, behalve de stopzetting der vijandelijk
heden. tot dusver nog zoo goed als niets be
reikt. De ernstige meen inga verschillen tus
schen Bolivie en Paraguay zijn blijven be
staan Voordat het Chaco-conflict definitief
is beslecht, zullen nog heel wat moeilijkheden
overwonnen moeten worden, en hiermede zal
nog veel tijd heengaan
Het cjjfer thaas nog 1.877.090
In tegenstelling tot voorgaande Jaren, heeft
naar het D.N.B. meldt, de maand Juni een
aanmerkelijke verruiming van de arbeids
markt gebracht. Het aantal werkloozen is in
vergelijking met de vorige maand met 142.000
tot 1 877.000 gedaald. Het vorige jaar brach
ten de maanden Mei en Juni slechts een ver
mindering van 80.000 en 48.000, d.w.z. in to
taal 128.000, terwijl in de maanden Mei en
Juni van dit jaar het aantal werkloozen is ge
daald met 356.000
Verklaringen van Huil tegen den
lialiaanschen gezant.
Staatssecretaris Huil heeft gisteren aan
den Italiaansche gezant te Washington voor
het eerst sinds de verscherping vaui het Ita-
liaansch-Abessynsche geschil en het beroep
van de NegU3 op Amerika, de Amerikaansche
bezwaren tegen de starre houding van Italië
ten opzichte van de bemoeiingen van den
Volkenbond uiteengezet. Tegelijkertijd heeft
de staatssecretaris de commissie uit den Se
naat verzocht de nieuwe neutraliteitsbepalin-
gen, die de handelsvrijheid van Amerika in
geval van een oorlog tusschen derde mogend
heden belangrijk beperken, voorloopig op te
schorten.
Van de zijde der Amerikaansche regeering
wordt uitdrukking gegeven aan een zeker
leedwezen, dat de onlangs aan den keizer van
Abessinië gezonden, nota te Rome wordt op
gevat als een ondersteuning van het Itali
aansche gedrag en als een algeheel gebrek
aan belangstelling in het lot van Abessinië.
Derhalve heeft Huil er den Italiaansche ge
zant met nadruk op gewezen, dat de Ver-
eenigde Staten zich over de tactiek van
Italië sterk bezorgd maakt. De Amerikaan
sche nota aan Ethiopië zoo verklaarde hij
verder, wees er duidelijk op, dat Amerika
een schending van het pact-Kellogg als een
breuk van de daarin vervatte plechtige be
loften beschouwde.
Zoolang de tegenwoordige crisis voortbe-
staat zou het departement van staat geen ad-
stand doen van zijn recht om wapenen en
munitie te leveren aan oorlogvoerenden, daar
een dergelijke afstand met het oog op de
sterke bewapening van Italië als een verder
prijsgeven van de weerlooze Abessijnsche re
geering kon worden aangemerkt.
Engeland heeft echter den wapenuitvoer
naar Abessinië stopgezet, in afwachting van
nadere overwegingen.
Mussolini houdt weer een rede.
Mussolini heeft in een redevoering tot 12»
generaals en officieren aan den vooravond
van hun vertrek naar Afrika, er den nadruk
op gelegd, dat Italië vastbesloten was tot een
afdoende regeling te komen van het Itati-
aansch-Abessynsche geschil zoowel uit een
oogpunt van nationaal prestige als van
nationaal belang. „Italië", zoo zei hij, „kan
niet het slachtoffer blijven van het gebrek
aan orde in Abessinië".
Italië koopt graan in Roemenië.
De Italiaansche gezant te Boekarest heeft
de» Roemeenschen minister van Handel en
Industrie medegedeeld, dat de Italiaansche
regeering besloten heeft een groote hoeveel
heid graan voor de Italiaansche troepen in
Abessinië in Roemenië te koopen.
Reeds eenigen tijd geleden zijn te Con-
stanza een aantal scheepsladingen graan ge
kocht.
ENGELAND RAADPLEEGT DE
DOMINIONS OVER HET IN TE NEMEN
STANDPUNT.
Reuter meidt uit Londen, dat het de
partement van buitenlandsche zaken en
het Italiaansche gezantschap de geruch
ten ongegrond verklaren, volgens welke
Grandi voorwaarden tot onderhandeling
aan de Britsche regeering zou hebben
overhandigd.
DE ITALIAANSCHE MAATREGELEN,
De troepenverscheping.
Onder groot enthousiasme der toeschou
wers is gisteren het tot transportschip ver
bouwde stoomschip Belvedere naar Oost
KONMN'6 AUTOMATIC,
warme Croquetjes, diverse Slaatjes,
dag en nacht.
Afrika vertrokken met aan boord 4000
zwarthemden.
Het mailschip Colombo is met 18000 man
aan boord naar Massoea vertrokken.
Mussolini beraadslaagt.
Het A.N.P. meldt uit Rome. dat Mussolini
Woensdag een bespreking heeft gehouden met
120 hoofd-officieren en momenteel nieuwe in
structies voorbereidt, bestemd voor den Itar
liaanschen vertegenwoordiger te Genève.
NIEUWE INCIDENTEN IN ABESSINIS.
Reuter meldt uit Rome, dat volgens Itali
aansche berichten de Italiaansche consul te
Harrar door een Abessijnschen officier is ge
wond, Verder zou een Italiaansche mheem-
sche soldaat door inboorlingen zijn gestee-
nigd
De gezant te Addis-Abeba heeft een for
meel protest ingediend.
JAPAN BEMOEIT ZICH NIET MET HET
CONFLICT TUSSCHEN ITALIË EN
ABESSINIE.
Het Japansche ministerie van buitenland
sche zaken spreekt de geruchten over een
stelling nemen van Japan in het Italiaansch-
Ethiopische conflict tegen.
Tevens wordt ontkent dat er waarheid
zou schuilen in de geruchten, volgens welke
Abessinië gewapende hulp van Japan ge
vraagd heeft.
Japan is politiek niet geïnteresseerd bij
Abessinië, het heeft in dit land alleen oeco-
nomische belangen, zooals ook andere landen
en deze belangen zal Japan weten te bescher
men,
24 personen gedood en 58 gewond.
Het district Sjizoeka, 150 km ten zuid
westen van Tokio is Donderdag om 17.25 uur
plaatselijke tijd door een hevige aardbeving
geteisterd. Talrijke gebouwen zijn ingestort
en verscheidene branden braken uit. De ver
bindingsmiddelen zijn verbroken. Ook te
Tokio zelf is een aardschok gevoeld hoewel
niet zoo hevig. Alle lichtleidingen in het ge
bied van de aardbeving zijn vernield. De stad
Sjizoeka, met 140.000 inwoners, zit zonder
licht, evenals het in de nabijheid gelegen
plaatsje Sjimisoe.
Naar de plaats des onheils zijn een torpedo
jager en een sterke politiemacht onderweg.
Verder zullen nog zes militaire vliegtuigen
naar het gebied der aardbeving gezonden
worden.
De keizer heeft zich aangaande de ramp
laten voorlichten en opdracht gegeven tot het
instellen van een hulpactie.
Te Sjimisu werden volgens de laatste be
richten 55 personen gewond. 15 huizen wer
den vernield. Sjisuoka heeft groote in
dustrieën, vooral papierfabrieken, spinnerijen
en weverijen.
Nader wordt gemeld, dat bij de aard
beving 25 menschen gedood en 58 ge
wond zijn,
Nadert de 2 millioen exemplaren.
Door het verschijnen van den nieuwen druk
van Adolf Hitler's Mein Kampf, is de totale
oplage van dit boek in Duitschland gestegen
tot 1.930.000 exemplaren.
aderen stroomen, toen hij handig heenliep om
een back, die hem dwars wilde zitten, en
dezen door sneller loopen achter zich latende,
rende hij voort.
Nu kwam de andere back op hem af,
zwaar en strijdlustig, maar, den schijn aan
nemende alsof hij naar rechts wilde uitwij
ken, sloeg de middenvoor, met wat één en al
dezelfde beweging scheen te zijn, linksaf, en
den back aan die zijde voorbij.
De man liep er zoo heerlijk in als het maar
kon, maar intusschen was Christie. als een
wervelwind, weer in het strijdperk versche
nen. Bovenmenschelijke pogingen in het werk
stellende, was het hem gelukt zijn vijand op
zij te komen. Voortrennende, probeerde hij
Huish den bal te laten kwijtraken door een
krachtige» duw met zijn schouder.
Tegelijkertijd met deze aanraking, schoot
de middenvoor.
Het was een wondermooi schot; een on
houdbaar schot, een „knoert", en een bijna
onzichtbaar schot. Het is een feit. dat Whin-
ney, in het doel van de Kensington-verdedi-
ging, totaal niet in staat was om de snelheid
van den bal te berekenen, en eerst toen hij
dien het net achter zijn rug hoorde schudden,
kon hij met zekerheid zeggen waar de bal
was.
„Alle duivels!" mompelde Bob Willen, en
een beter beoordeelaar van een schot be
stond er in Engeland niet. In zijn jonge jaren
had Willen zoowel voor als tegen de Corin-
thians gespeeld en het doelpunt, dat hij
daareven had zien maken met den linker
voet nog wel droeg den stempel van een
Corinthian doelpunt. Het was een doelpunt,
een Sammy Day, een G. O. Smith, een S S.
Har-ris volkomen waardig het droeg het
ware kenmerk van het werk van de Oude
Garde in de voetbalwereld maar er beston
den tegenwoordig zeer weinig spelers, die zoo
konden schieten.
David Christie kookte en ziedde. Toen liep
hij op den scorer toe, en stak zijn hand uit.
„Een prachtschot!" riep hij „een mach
tig mooi zeldzaam doelpunt!"
„Sportsman!" glimlachte Huish, en schudde
de toegestoken hand met graagte.
De andere spelers keken eenigszina beteu
terd, terwijl Willen een korte rust floot. Het
is bijna een afgezaagd gezegde, dat bg het
moderne professioneele voetbal, het schieten
een van de verloren gegane kunsten is. Huish
was een geboren schutter met iederen voet,
maar niettemin had hij ontzettend zwaar ge
oefend, zoolang hij lid geweest was van die
onoverwinnelijke amateurclub, de Barbarians.
Wanneer een paar van de met ontzag ver-
vule professionals dezelfde moeite gedaan
hadden tot het verkrijgen van datgene, wat,
alles bijeengenomen, misschien het belang
rijkste deel van het bedrijfskapitaal van een
voorwaartsspeler is, zouden zij meer doel
punten hebben kunnen maken. Maar dit bi-
zondere schot afgeschoten onder e-n be
denkelijke hoek, met den linkervoet, en met
een maximum-aanvangs-snelheid, en van rich
ting veranderd, tengevolge van een gewel
dige duw deed iedereen waarlijk groote
oogen opzetten. Het zou om den geijkten
vakterm te gebruiken een „blinder" ge
weest zijn. wanneer gelost door een professio
nal van internationale reputatie, maar door
een onbekendeDat zonderlinge verhaal
van Paterson, dat deze man een overnemings
som van zesduizend pond gekost had, begon
nu niet alleen verklaarbaar, maar zelfs waar
te klinken!
Bob Willen deed geen verdere vragen aan
dezen raadselachtigen jongen man, die rustig
glimlachte, wanneer het woord tot hem ge
richt werd, maar hij dacht zooveel te meer.
Wanneer deze knaap zijn speelvorm en -con
ditie bewaren kon. zooals hij ze dien morgen
had laten zien, was hij voor Kensington van
onschatbare waarde. En wat méér zei, hij zou
een plaats innemen onder de groote midden-
voorspelers in de annalen van het voetbal
spel.
„Einde van de rust!" riep hg, en de ploegen
stelden zich voor de tweede helft op.
Die twintig minuten spelens begonnen en
eindigden in een aaneenschakeling van op
winding. Hoewel Huish (zooals wij verplicht
zijn hem nu voortaan te noemen) geen woord
tegen een van hen gezegd had, schenen de
voorhoedemannen, die met hem samenspeel
den, door zijn persoonlijkheid geïnspireerd te
worden zijn aanwezigheid drukte haar
stempel op hun spel. Sterk in het oog vallend
amateur in stijl zoowel als in houding als hij
was, bewoog hij zich als een geboren speler
over het veld. Hij had een zekere grootheid
over zich zelfs wanneer hij niet werkelijk
in contact was met den bal. Nam hij niet
aan het spel deel dan geleek hij ou een
veldheer, die zijn troepen leidt.
Vijf minuten na de hervatting, gaf een
kranig stukje werk van de drie binnenste
voorhoedespelers Huish de gelegenheid om
zijn derde doelpunt te maken. Rechtsaan
houdende, bracht hij den doelverdediger in de
verbeelding, dat hij zelf zou schieten, en gaf
den bal toen door naar rechts. De rechtsbin
nen, die in vollen ren kwam aansnellen, ko
gelde den bal voorbij den verbijsterden kee
per, en barstte in een bulderend lachen uit,
toen hij dien ontstelden trek op het gezicht
van Whinney zag.
(Wordt vervolgd.)