Modepraatje
PAG. 4
ZATERDAG 20 JULI 1935
T JUTTERTJE
Inmaken .of niet?
r
La Lumanta Stelo
TOB NOOIT HOEKJE
EEX FRAAI VOORJAARSNUMMER.
Onze lezeressen Kunnen Kosteloos een
nummer aanvragen van het fraaie uitge
breide voorjaarsnummer van „Het Practi-
sche Modeblad", dat ditmaal wel bijzonder
geslaagd is, en behalve tal van mooie af
beeldingen en practische werken, de eerste
Ie" van een completen cursus 'n naaien en
knippen bevat. Het blad is tan te vragen
bij de Moderedactrice, Muzenstraat 5 B,
te 's-GravennagF (Giro 191919 t.n.v. Den
KmppatnmeDdienst) en geett abonné's
recht op een gratis knippatroon.
AAN ONZE LEZERESSEN'.
Wij willen nog eens de aandacht vesti
gen op het nemen van ie luiste maat bij
de bestelling van patronen. Het is van
groot belang dat dit zéér nauwkeurig ge
schiedt, aangezien hiervan voor een groot
deel het slagen der japonnen afhangt.
De maten moeten frak genomen wor
den, strak gemeten onder de armen door
over rug en borst, dus niet over het
breedste oeel der buste en 'oor de heup
wijdte wordt de omtrek gemeten, welke
20 c.M. onder de taillelijn :s.
Ten overvloede willen wij nog even de
maten van rug en borstomtrek aangeven,
welke overeen komen met onze maten.
omtr. heupen
Maat omtrek rug en borst 20 cm onder
de taille
42 86 96
44 92 104
46 98 112
48 104 116
30 108 124
5? 112 130
Desverkie^nd kunnen ook speciale pa
tronen besteld worden voor figuren met
afwijkende maten, waarvoor wij dan 75
cent. tot 1.pl. porto in rekening bren
gen, naar gelang van een mm of meer in-
gewikkelr patroon
Brj het bestellen van kinderjurken moet
rekening gehouden worden met leeftijd en
lengte welke als volgt zijn:
Meisjesjurken voor 2 jaar, lengte 40 cm.
4 60
Cs i» 6 m 10
ti s 8 80
<r 10 87
C i» 13 100
Tenslotte willen wij er nog even de aan
dacht op vestigen dat aan alle patronen
naden aangeknipt moeten worden van
2 pm en tevens zoomen.
Japon voor gezette figuren.
1725 en 1726.
.No. 1725 is een japon, gemaakt van dun
wcilien mouseline. Voor maat 42 is noodig
ongeveer 3.5 m stof van 100 cm breed.
0e voorpanden van het eenvoudige
gladde blouselijf vallen over elkaar en aan
één kant zien we de stof iets ingehaald.
Ook de mouwen zijn glad, evenals de. rok,
die een uitspringende plooi heeft.
l?P 6
Het model no. 1726 is van een slank-
makende donkere gekleede japon. Doffe
gijden crêpe leent zich hiervoor uitstekend.
Zoowel van voren als van achteren is een
smalle pas opgenaaid, die met een punt
op 't lijfje valt. Dit maken we af met een
groote witte kraag, die van achteren even
als van voren puntig is, wat we herhaald
zien in de manchetjes, die de rechte mou
wen afmaken.
Een heel smalle ceintuur sluit aan den
voorkant.
De patronen zijn leverbaar in de maten
48 en 50 voor slechts 0.58.
Zomer japon.
1727
Nu de schoonmaak voorbij is, krijgen de
huisvrouwen weer tijd om te naaien, en
hoewel de kinderen meestal voorgaan,
mag de eigen garderobe toch ook niet ver
geten worden.
Wij geven hier een uiterst eenvoudig
model weer, dat desniettegenstaande zoo
goed kleedt.
Wollen mouseline of kunstzijde zijn uit
stekende materialen voor deze japon,
waarvan de aardige kraag in scherpe pun
ten valt. Beter gezegd, de kragen, want de
onderste is van piqué of een andere lichte
stof en de kleinere bovenkraag is van ge
werkte stof. Garneering met kleine
knoopjes.
Het korte gladde mouwtje heeft een op
slag, waaruit eveneens een smal randje
te zien komt.
Patronen uitsluitend verkrijgbaar in de
maten 44 en 48 k 0.58.
1727
17?8
Huis- of Kantoorjapon.
1728.
Wollen mouseline is een prettige stof in
het dragen, is niet te warm en gemakke
lijk te verwerken. Toch zijn er nog vele
andere weefsels, die zich evenzeer eigenen
voor dit model, waarvan het lijfje een
effen shawl kraag heeft met kleine gar
neering van lichte zijde. Eenvoudige glad
de mouwen en zesbaans rok, waarvan n.1.
midden-, voor- en achterbanen aangeknipt
zijn en den indruk geven van een heupstuk
met schuin oploopende lijnen.
Smalle ceintuur met gesp.
Patronen verkrijgbaar in de maten 42 en
46 k 0.58.
Bij vele huisvrouwen rijst ieder jaar
weer de vraag op: „Zullen wij inmaken
of niet?" Het voor en tegen wordt over
wogen en toch zullen de meesten onzer
zich niet laten weerhouden althans iéts in
te maken. De herinnering aan de volle
planken van destijds komt weer naar bo
ven en meestal kunnen wij de verzoeking
niet weerstaan, deze toch eenigszins te
vullen.
Loont het wel de moeite, aangezien wjj
alle conserven, groenten zoowel als vruch
ten op sap, zöoveel billijker dan enkele jaren
terug, kunnen koopen. Zeker is, dat een
groot deel van het mooiste jaargetijde aan
het inmaken besteed moet worden en dit
ook in den regel in de vacantieweken valt.
De huisvrouw wordt daardoor veel aan
het gezelschap van man en kinderen ont
trokken, terwijl zij er juist het middelpunt
van zou moeten zijn zijn en zooveel moge
lijk meegenieten van de vacantie-vreugd.
Indien wjj ons afvragen of het inder
daad wel zoo billijk is om zelf in te ma
ken, meenen wij dit te moeten betwijfelen.
Men moet n.1. in de eerste plaats de aan
schaffing van ketel met toebehooren, fles-
schen, ringen en alles wat erbij behoort,
in rekening brengen, verder vervanging
van dit materiaal door breuk of slijtage,
verwarming en tijd. De thans geldende
prijzen in aanmerking nemende, meenen
wij, dat het inmaken van een grooten
voorraad geen overwegende voordeelen
geeft
Wanneer wij de étalages zien van
comestibleswinkels met de keur van blik
ken en flesschen groenten en vruchten,
waarop met keurige etiketten den inhoud
wordt weergegeven, dan voelen we ineens,
dat wij op gemakkelijker wijze onze plan
ken kunnen vullen, zonder daarbij buiten
sporig duurder uit te zijn, temeer, daar
allerlei kwaliteiten voorhanden z\jn, z.g.
huishoud- en fijnere soorten. We werken
er tevens mede in de liand, dat meerdere
arbeiders in de conservenfabrieken aan
het werk kunnen blijven, hetgeen inder
daad een maatschappelijk belang genoemd
kan worden. --
Een belangrijke factor, die wij bij het
koopen van blikken niet uit het oog mo
gen verliezen is tevens, dat wij geen risico
hebben van bederven door opengaan van
glazen om welke oorzaak dan ook.
Besluiten wij dus tot niet inmaken? Wij
zouden hierop willen antwoorden, dat het
inmaken van enkele potjes jam of vruch
ten niet zooveel werk met zich brengt, te
meer daar de nieuwe bindmiddelen, die
wij thans gebruiken, de kookduur zoozeer
verkorten en het werk vergemakkelijken,
en dan, daarbij heeft de huisvrouw het
gevoel, toch iéts aan dé inmaak gedaan
te hebben!
„Het aantal intellectueele aanhangers
van Esperanto groeit met den dag,"
schreef ik in mijn vorig artikel. En tot
mijn groot genoegen kan ik die bewering
nu al weer met een heel degelijk bewijs
staven. Dat bewijs is namelijk..het feit, dat
de Internationale Electrotechnische Com
missie met een meerderheid van 10- -2-
stemmen (2 blanco) bes,loten heeft Espe
ranto toe te voegen aan de tot nu toe ge
bruikte 5 andere talen, voor het'off icieéle
internationale electrotechnische woorden^
boek. (Zie „Heroldó" d.d. 14 Juli). Na een
30-jarigen arbeid is dit woordenboek ru
bijna gereed voor publicatie". Het'besluit"
om daarvoor ook Esperanto toe te passen
is de kroon op een reeks pogingen daartoe
vanaf 1932. In 1933 schreven ongeveer 30
eminente electrotechnische geleerden u.t
verschillende landen een verzoekschrift
aan I.E.C. ter ondersteuning van een der
gelijk voorstel. Verschillende practijkproe-
ven werden genomen, maar de doorslag
met het gewensqhte .resultaat .volgde toch
eerst in Juni j.T. tijdéns"éen '.vergadering'
te Brussel. De eer daarvoor komt voor een
groot deel toe aan dén Oostenrijker Eugen
Wüster en den Nederlander Ir. V. d. Weil, -
maar stellig ook aan .de Heeren Is. Isbrüc-
ker en Andreo Cseh. Op 18 Juni j.1. wer
den n.1. de in üie dagen te Scheveningen
vergaderende afgevaardigden der int.
Electrotechn. Commïsie aldaar officieel
ontvangen door het Haagsché- Gemeente
bestuur. En dank zij het initiatief van den
heer Isbrücker en den Haagschen burge
meester, zelf overtuigd Esperantist en
oud-leerling van den heer Cseh, hield
laatstgenoemde bij die gelegenheid in het
Esperanto een toespraak van pl.m. 10 mi
nuten. Dat was een groot succes. Ruim
een week later werdte Brussel definitief
besloten Esperanto aan te nemen.
Moge dit voorbeeld van menschen, die
allen tot de geleerdste electrotechnici
der wereld behooren, een aansporing tot
spoedige navolging Voor vele anderen zijn!
En nu moet ik nog even uw aandacnt
vestigen op een heel ander woordenboek,
zij het dan ook een Esperanto-uitgave
Het gaat hier n-J. om een Braille-woorden-
boek voor blinde Esperantisten. In ver
band met het feit, dat op al Onze blinden
instituten Esperanto'wordt onderwezen en
de studie daarvan 'onder de volwassen
blinden ook steeds toeneemt, is de uit
gave van een dergelijk woordenboek drin
gend noodzakelijk. Maar de abnormaal
hooge kosten zijn een haast onoverkome
lijke hinderpaal! (de druk van 100 ex. kost
3000.terwijl mén toch elk ex. ten be
hoeve der blinden voor slechts 6.in
den handel wil brengen). Om nu iedereen
de gelegenheid te geven, een handje mee
te helpen, organiseerde het bestuur van
de Nederlandsche Esp. Blinden Vereeni-
ging een loterij met loten k 10 cent. De
beide prijzen zijn een gouden en zilveren
horloge. Men kan de loten bestellen, ook
in boekjes van 30 stuks ter wederverkoop,
bij mej. H. M. Th. Tushuizen, Spreeuwen-
park 8 II, Amsterdam (N.), postgiro
13500, bestemd voor T. 1345.
Het groote belang van Esperanto voor
de blinden is gemakkelijk te begrijpen, als
men weet, hoe duur Braille-boeken wegens
de geringe oplaag in een nationale taal,
zijn, welk bezwaar door een algemeen ge
kende internationale taal begrijpelijker
wijs voor een groot deel opgeheven wordt.
Als men nu bovendien nog bedenkt, dat
het lezen vrijwel de eenige methode is voor
blinden, om zich eens in een andere wereld
te verplaatsen, wie zal dan niet met
vreugde één of meer steentjes bijdragen
voor dit goede doel? Het is dan ook daar
om, dat ik in de hoop op resultaat, het
offervaardige Nederlandsche yolk waardig,
met genoegen dit verzoek om steun aan
het bestuur der Vereeniging van Blinde
Esperantisten doorgeef.
MOLLY KEISER,
2e Schuytstr. 155,
Den Haag.
HOEVER GAAT U MEE?
De laatste loodjes wegen het zwaarst,
maar hebben ook de meeste waarde.
Elk eenigszins goedhartig mensch is wel
genègen, ons een eindje te vergezellen jp
den levensweg, wanneer deze een hard en
steenachtig gedeelte vertoont. M.aw. onze
vrienden toonen wel eenige belangstelling
wanneer wjj met ziekte, verdriet of geld
zorgen te kampen hebben.
Zij reiken ons de helpende hand, maar
voor hoe lang? Sommigen maar even, an
deren wat langer, maar hoe weinigen blij.
ven ons bijstaan zoolang het noodig is?
Het leven is dikwijls verwarrend en veel
zijdig, er zijn zooveel die onzen aandacht,
onzen steun en ons medeleven vragen. Wan
neer iemand pas ziek is, net een persoonlijk
verlies heeft geleden, zoojuist in benarde
omstandigheden zijn gekomen, dan staan
gewoonlijk wel «««>«- -u één mensch klaar
met ecb-deleven. De ieke wordt bezocht
degene die een dierb m icmensch ver
ren heeft, tracht men te troosten, degeen
die in zorg zit, tracht men, op zoo kiesch
mogelijke wijze, te helpen.
Maar het moet niet te lang duren! Wei
nigen hebben het geduld om gedurende lan
gen tijd de lasten en het verdriet van een
ander te helpen dragen. Wie reeds lang ziek
is, krijgt gewoonlijk aanzienlijk minder be
zoek dan in het begin van die ziekte. En
zoo gaat het met alles. Weinigen zien in,
dat er een zekere wreedheid in steekt om
iemand aanvankelijk te helpen, om hem
als 't ware te wennen aan een zékeren
steun, en hem dien steun wèer te onttrek
ken terwijl de behoefte daaraan nog even
zeer of bijna onverminderd bestaat. En
waarom onttrekken wij dien steun? Als
we heel eerlijk zijn: omdat het ons ver
veelt. Verschulit U niet achter de ver
ontschuldiging, dat er meer zijn die ge
holpen moeten worden, want deze valt di
rect te ontzenuwen met het onweerlegbare
antwoord, dat het beter is en meer resul
taat heef trom ééri. mensch goed en tot het
einde van zijn beproevingen te steunen,
dart tien mensehen half te helpen.
Bedenkt, dat het wreeder is om half te
helpen, dan om heelemaai niet helpen.
Stel U voor, dat ge een steile klimpartij
voor den boeg hebt. De eerste helft van de
tocht vrordt u gemakkelijker gemaakt,
doordat naast u een goed klimmer in uit
stekende conditie den tocht meemaakt.
Herhaa 3elijk legt hij, op zeer stei gedeel
ten, de hand onder uw elleboog. U voelt,
hoe licht het stijgen u zoo valt, u ziet niet
meer op tegen 't volbrengen van den tocht.
Maar halverwege den tocht bergopwaarts
laat hij u zonder waarschuwing los, want
er staan er nog meer beneden." Hoe nu?
Uw krachten zijn verminderd door het af
leggen van de eerste helft van de klim
partij en nu moet u de tweede, op zichzelf
reeds zwaarste helft afleggen zonder den
steun, waaraan u reeds gewend bent?
Wanneer u geen buitensporig groote do
sis zedelijken moed bezit is er groote kans,
dat u, ontmoedigd, den tocht zult opgeven
en mismoedig terugkeeren naar het punt
van uitgang.
Ziet u nu in, dat het wreeder is, half te
helpen dan in het geheel niet?
Bedenkt bij ieder hulpvaardige impuls,
dat u moreel verplicht bent om hetgeen u
begint ook te voleindigen.
Door uw hand uit te steken om de eerste
loodjes te helpen heffen, verbindt u zich om
ook de laatste loodjes, die immers altijd het
zwaarste wegen, gedeeltelijk voor uw reke
ning te nemen.
Iemand, die niet helpt om verdienstelijk
te schijnen, noch omdat het sympatiek
staat, hulpvaardig te zijn, maar enkel en
alleen om het lot van een zwaargetroffen
ander te verlichten, oie blijft helpen
zoolang het noodig is. Halve hulp staat ge
lijk aan een verbroken belofte, welke im
mers ook veel beter nooit gegeven had kun
nen worden.
Helpen is prachtig, mits u de duur van
die hulp niet bepaalt naar zoolang het u
schikt, maar naar zoolang die hulp noodig
is!
Dr. JOS DE COCK.