Ttte/rrt Economische toestand Gemeente Den Helder Bij de aankomst van de K XVIII te Soerabaja. toeA Ctu'tliu Twee avontuurlijke jongens. HELDERSCHE COURANT_VAN DINSDAG 30 JULI ig35 1 en bijt nooit te helpen. Groot was clan ook de verslagen heid onder zijn landgenooten. Tot zeer laat in den avond van Zaterdag heeft inspecteur C. J. de Vries Humel getui gen gehoord. Lee You ontkent den moord te hebben gepleegd. Wel geeft hij toe bij de vechtparty aanwezig te zjjn geweest. Ook zelf zou hij niet geschoten hebben. Verschillende getuigen wijzen hem echter als den dader aan. De hoed die naast het lichaam van den ver- slagene is gevonden behoort aan den ver dachte. Thans in Spaansche gevangenschap. Een Bussumsche en een Naardensche fa milie verkeeren sinds eenigen tijd in span ning omtrent het lot van hun zoons van wie zij een brief hebben gekregen uit een gevan genis in Spanje. Beiden zijn werkloos, en den 3en Juni per fiets naar Zuid-Afrika vertrok ken om daar werk te zoeken. Zij hoopten on derweg in hun onderhoud te voorzien en had den bij gebrek aan contanten geen paspoort bij zich. De families kregen uit België een opgewekten brief, waarin zij vertelden al aar dig wat geld verdiend te hebben. Dit ging echter spoedig verloren, want bij de Fransche grens moesten zij ieder* 35 be talen voor hun fietsen. In een volgenden brief schreven zij: in geen geval keeren wij terug naar Holland, want dan zouden ze ons maar uitlachen. De families hoorden niets tot ze begin Juli uit Spanje een brief kregen waarin de jon gens schreven dat ze door Spaansche grens beambten waren aangehouden, omdat ze geen pas hadden. Een familielid schreef na ontvangst van dezen brief naar den gezant te Madrid en kreeg een dezer dagen een kort briefje van den plaatsvervangend zaakgelastigde dat „blij kens bij de betrokken autoriteiten ingewon nen inlichtingen de beide jongens te Confranc in hechtenis zijn genomen wegens verzet tegen politieambtenaren en volkomen onvol doende documentatie. Beide delinquenten zijn overgebracht naar het Huis van Bewaring te Jaca (provincie Hulsca)". De beide families zullen via de daartoe be voegde autoriteiten trachten de Jongens als nog in vrijheid te krijgen. MOTORONGELUK. Zondagmiddag omstreeks 4 uur gebeurde op den weg RoermondWeert een ernstig motorongeluk. De 25-jarige C. Weller, uit Wijk aan Duin, reed met groote vaart, toen bij Keipen de achterband van zijn motor sprong. De be stuurder en zijn echtgenoote, die op de duo zat, werden over den weg geslingerd. De vrouw is enkele oogenblikken na het gebeur de overleden; de bestuurder had een schedel breuk opgeloopen. De overledene en de ge wonde' zijn naar het St. Laurentiusziekenhuis te Roermond overgebracht. Het spreekt vanzelf, dat de Indische pers uitvoerig sprak over den tocht, en vooral de aankomst van de K XVIII te Soerabaia. Tal van bijzonderheden vinden wij b.v. in het Soerabaiasch Handelsblad, één der voor naamste dagbladen in den oriënt, en wij kun nen niet nalaten er hier één en ander uit te citeeren. Zooals men weet werden de opvarenden genoodigd ten huize van den Gouverneur van Oost-Java, waar de Gouverneur een uitste kende, goed gestyleerde toespraak hield, waaraan we ontleenen: „Zoo zijt gij, heeren van de bemanning van de K XVm, op dien 14den November van het vorige jaar, het zeegat van Den Helder uitgevaren, niet ten oorlog, als Tromp en De Ruyter en hun pikbroeken, maar om, ook als zij, den strijd aan te binden tegen de elemen ten op de wereldzeeën; zoo zijt gij. Professor, als een moderne Jason met de K XVIII mee- gevaren, maar het doel van Uwen Argus was niet het Gulden Vlies, maar om de ge heimen van zwaartekracht en cosmische stra len aan een zeker niet minder strenge be waking te ontrooven. En gij allen, mijne heeren opvarenden van de K XVm, hebt gelijkelijk en zonder uit zondering Uw kruistocht niet mogen volbren- brengen op een „Normandië", welke, trotsch met den „blue ribbon" aan den top van den hoogsten mast en voorzien van alles wat door uiterst verfijnde luxe en comfort en hygiëne het leven van den veiwenden, modernen we reldreiziger veraangenamen kan, in luttele vijf dagen den Oceaan doorklieft. Neen, even als de zeevaarders in vroeger eeuwen, hebt gij u, als haringen in een ton gepakt, acht maanden lang alle ontberingen moeten ge troosten, welke in een kleine ruimte, volge stopt met machinerieën, wetenschappelijke in strumenten en victualiën, gestouwd tot zelfs in de torpedobuizen toe, nu eenmaal onver mijdelijk zijn." Feesten. Er werd braaf op de behouden aankomst gefuifd, wie zal dat de opvarenden en hun collega's kwaüjk nemen? Zoo vinden we in het S. Hbl.. van 13 Juli een verslag van een feest in de marine-cantine, waar een 700-tal gasten waren en waar een buitengewoon ge animeerde stemming heerschte. De Vice- admiraal M. H. v. Duim behoorde mede tot de aanwezigen. „Op een geïmproviseerd tooneel in den tuin, waar de equipage der K. XVIII stond aangetreden, had een huldiging plaats. Dit geschiedde door de Vereeniging van Onder officieren bij de Zeemacht, welke een schil derij van Kasenda, voorstellende de K XVIII op de de reede van Soerabaja, aanbood; ver volgens door de vereeniging van Oud-onder officieren der zeemacht," de vakvereeniging Onderling Belang (d.i. de vereeniging van burgerpersoneel der maritieme inrichtingen aan den wal), de equipage van de M.K.O. en D.C. Van de laatstgenoemde vier groepen waren er fraaie bloemstukken. De chef equipage oer K. XVIII nam de geschenken met dankbetuiging aan. Daar na betrad de commandant der K XVIII het podium. l>r.e verklaarde in een forsche rede met nadruk, dal de tocht een succes is ge worden door de eensgezindheid en samenwer king van alle opvarenden van boog tot laag. Op dezen feestavond constateerde spr. dankbaar opnieuw dien geest van eensge zindheid. De avond verliep allergezelligst. Muziek en voordracht zorgden voor een aangename afwisseling." Het laatste feest. Dit had plaats, Zaterdag 13 Juli j.1., dus juist 14 dagen geleden. Het had plaats in „Modderlust", de bekende sociëteit voor offi cieren. „Een buitengewoon geslaagde avond", zoo schrijft het S. Hbl. dd. 15 dezer, het was stampvol; Tony's band speelde, er was een cabaret, een champagnebar en een taptoe! Ook nu waren Commandant der zeemacht en mevrouw van Duim aanwezig, alsmede o.m. eskadercommandant Olivier, kolonel Jolles, enz. Het Adelborstenlied en het Wilhelmus werden uit volle borst meegezongen. Behalve de genoemde autoriteiten was vrij wel de geheele marine tegenwoordig, o.a. na tuurlijk ook de officieren der K XVIII en hun „burger", prof. Vening Meinesz. Hoewel twee nummers door een ziektegeval moesten ver vallen, was het cabaret uitstekend verzorgd. De meeste eer komt hiervoor aan den heer Mouton toe. die als conferencier, tevens zoon van een oud volk, als Spaansch danser, als Jordaner, stormachtig succes oogstte. De heer Van Beusekom, ,mej." van Beusekom en de heer v. d. Arend stonden hem daarbij trouw terzijde. Voorts was een zeer goed nummer een viertal „Revellers" hit Zuid- Afrika. die met hun zwarte gezichten over de K XVin weeklaagden. Terwijl de heer de Meester een gezapig chef de cuisine was. De Commandant van de K XVIII vertelt. Bovendien gaf het genoemde blad een uit gebreid, interessant interview met comman dant Hetterschij, waaraan wij ontleenen: Team-work. „Ja," vertelde de commandant met recht matige trots, „ze hebben hun bullen buiten gewoon netjes onderhouden. Daar kan je na tuurlijk als commandant wel op hameren en er achterheen zitten, maar als de bemanning geen hart voor de zaak heeft, zou alles er toch niet zoo netjes uitzien als nu. Ik heb van het begin af een beroep gedaan op hun medewerking. Ik heb ze gezegd, dat er hier iets van ze verwacht werd, dat de marine nu eens wilde toonen waar zij toe in staat is. En nu weet ik wel, dat het met een straffe discipline ook wel gegaan was. maar het is toch een verdraaide voldoening, dat de be manning beseft heeft dat er hier wat op het spel stond, dat iedereen opgewekt als zijn krachten heeft gegeven om er het beste van te maken. Daar had je b.v. het gedrag van de bemanning aan wal. Dat is in één woord buitengewoon geweest. Ik had een beroep op ze gedaan en ook hier wist ik: als het niet goedschiks gaat, dan in 's hemelsnaam maar kwaadschiks. Maar het ging goedschiks, en hoe! In Kaapstad zei de Nederlandsche con sul Van Lennep, tegen me: „Zeg, hoe zou je het vinden als ik bij de ontvangst bij mij ook de bemanning vroeg?" En toen zei ik: „Dat had ik zelf niet willen vragen, maar ik zou het allemachtig prettig vinden". En ze zijn er geweest, ze hebben gedanst met de echtgenooten van verschillende consu laire en diplomatieke vertegenwoordigers, en ze hebben zich keurig gehouden!" Medeleven. De oppasser der officieren kwam iets vra gen over een koffer. Hij was de eenige ma rinier aan boord geweest, gedurende de ge heele reis. En in het radiogesprek met de familieleden had zijn vrouw hem gezegd: „Zorg dat je den naam van je korps eer aan doet, jij als eenige marinier moet extra je best doen!" De marinier glimlachte nu, toen de commandant hem daaraan herinner de, hij had extra zijn best gedaan. Hij haal de nu een brief te voorschijn, liet een photo van zijn vrouw zien, die de commandant met aandacht bestudeerde. Kleine dingen: een vrouw die meeleeft met haar man in zijn dienst, die meevoelt de korpseer; een com mandant die meeleeft in de familie-omstan digheden van zijn bemanning. Een matroos perste klas kwam wat vra; tijdens het gesprek. Hij was de ziekenver pleger aan boord geweest, een dokter was er niet. Of hij het druk gehad heeft? Wei neen, zieken waren er haast niet geweest, het waren gezonde Hollandsche jongens aan boord. De baarden. Kleine dingen waren het ook, die het spook der verveling hielpen verdrijven. De commandant herhaalde, wat hij reeds in het radiogesprek op 11 Juli j.1. aan den mi nister had verteld. Daar waren de baarden, die ieder liet staan. Lang geleden, in 1914, toen Thomson den dood had gevonden in Al banië en de tegenwoordige commandant Het terschij medeging met een oorlogsschip, dat naar Durazzo werd gezonden, had hij dit voor het eerst gezien. De kok liet op die reis zijn baard staan, anderen volgden hem na en dit werd een bron van vermaak. Toen, 21 jaar geleden, had commandant Hetterschij gedacht: „Dat moet ik onthouden, als het nog eens te pas mocht komen." Het kwam te pas, op dezen tocht. De commandant zelve was er op een lange étappe mee begonnen, hij liet zijn baard staan en zei verder niets. En ziet: op de volgende étappe volgden ei velen. Iedereen hield iedereen er geweldig mee voor den gek, ontzaglijk veel stond men voor den spiegel aan zijn kin te plukken, er was afleiding gekomen. Zeilen bij. Dan waren er de zeilen. Op weg van Mau ritius naar Fremantle had de commandant bemerkt, dat de wind pal achter was. Over al in de boot was er rondgesnuffeld, en zoo waar was het gelukt een paar zeilen te hij- schen op het dek. Die waren niet van be lang tvoor de halve mijl vaart, die de boot er meer door liep, maar de belangstelling ervoor was enorm, ieder moest er voort durend naar kijken en er aan prutsen, de af leiding was er weer. Vlagvertoon. Over het nut van goed vlagvertoon spre kend, zei commandant Hetterschij o.m.: „Zoo b.v. in Argentinië. Daar ging een heel deskundige commissie mede, om met de K. XVIU te duiken. Er was daar een speciale zóne, waarin gedoken placht te worden en eenige verbazing wekte 't al, dat de K XVIII bereid was te duiken waar maar weinig water was. Of de K XVHI ook diep onder water kon? Heel goed ja, mits niet dieper dan 80 meter. Tachtig meter O nee, 20 was al genoeg! Wanneer zou het duiken kunnen be ginnen? Op hetzelfde oogenblik als de hee ren dat wilden. Er werd op een claxon ge drukt, de luiken gingen dicht, de boot dook meteen onder water. En toen dit reeds lang en breed zoo was, hadden twee leden der commissie dit nog niet beseft: op de booten, waarmede zij tot dusver gedoken hadden, wa ren daar volle 20 minuten mee gemoeid ge weest! Zie, dat is vlagvertoon waarvan het nut lastig bestreden kan worden. Vlagvertoon, dat wellicht ook een economisch-diplomatiek tintje heeft. Want landen als Argentinië en Brazilië hebben weieens onderzeebooten noo- dig; en als ze dan de puike kwaliteiten van het Nederlandsche materiaal aan den lijve ondervinden, is dan de veronderstelling te gewaagd, dat dit wel eens in een order aan Nederland zou kunnen blijken?" De arbeid van Prof. Vening Meinesz op Hr. Ms. K XVIII. Ook van den arbeid van Prof. Vening Mei nesz aan boord van de K XVIII nam het Sb. Hbl. (dd. 13 dezer) een belangwekkend interview op, waarvan wij hier citeeren: De onderzoekingen golden den vorm van de aarde en de processen, welke in de 10 tot 40 km dikke aardkorst onder den invloed der plastische magmalagen plaats hebben gevon den, en nog plaats vinden. Tijdens de reis der K XVHI van Holland naar Madeira, en van daar naar de Afrikaan- sche kust, werden in het bijzonder onderzoe- gaatjes 'm Uw goed voor VIJF wasschen 16 ct ••••.".'.'.V.SV.t Handtliond. _Emka" Apeldoorn kingen gedaan in verband met de z.g. kust- plooiing der aardkorst, waardoor verschil lende kustgebergten ontstonden, z.g. plooi- ingsgebergten. Het doel was nu, om te weten te komen, of deze plooiingsgebergten onder de oceaan oppervlakte, zij het dan ook in dunnere la gen, doorliepen, en daarbij is gebleken, dat dit niet het geval was, waaruit de conclusie mag worden getrokken, dat de aardkorst on der den Atlantischen Oceaan een ander ka rakter heeft dan op het Europcesche conti nent. Dat de tocht op die wijze werd ingedeeld, (n.1. het bevaren van een deel van den At lantischen Oceaan tot aan den z.g. Mid- Atlantischen rug Red. H. C.) geschiedde ten behoevevan het onderzoek van den midden-Atlantischen oceaanbodem: door loo dingen is daarbij gebleken, dat aan weers zijden van den Mid-Atlantisehen rug zich bekkens bevinden, welke 5000 Meter diep zijn. De Mid-Atlantische verheffing is zeer breed; zjj bestaat uit verschillende ruggen en vele bergpieken, welke sterk doen denken aan onderzeesche vulkanen. Het zwaartekrachtonderzoek, uitgevoerd door middel der slingerproeven, heeft nu dui delijk uitgewezen, dat de diepe bekkens over schotten van zwaartekracht vertoonen, het geen overigens in overeenstemming is met de resultaten van vroegere onderzoekingen, o.a. in het Banda- en het Celebesbekken uit gevoerd. Nu is het nog niet positief zeker hoe deze zwaartekracht-overschotten dienen te worden geïnterpreteerd, maar Professor Vening Mei nesz is geneigd aan te nemen dat deze ver oorzaakt worden door stroomingen in de taaie magmalagen, die stijgen door de groo te re beneden waartsche warmte-uistralingen der continenten en dalen onder de geringere Verschenen is het verslag van de Commissie ter Verbetering van den Economischen toestand der Gern""n*e Den Helder over het jaar 1934. Inleiding. Hoezeer een Commissie als de onze vol goeden moed het oog gericht moet houden op de toekomst, het mag niet ont kend worden, dat aan de hand van de ervaringen over het afgeloopen jaar veel optimisme noodig is om de toekomst hoopvol in te zien. Het heeft nauwelijks zin in dit verslag te wijzen op het voortschrijden der ongekende economische depressie in den lande, in de geheele wereld en het ontbreken van eqn panacée, ook voor den economischen toestand in onze gemeente. Waar de economen geen wondermiddel kunnen vinden om verbetering te scheppen of zelfs den algemeenen achteruitgang tot stilstaan te brengen, daar kunnen wij niet meer doen, dan met de geringe middelen, welke ons ten dienste staan, te blijven ijveren voor den bloei van onze stad en te trachten minstens te houden wat wij hebben. Te blijven ijveren voor de Visscherij, voor de verbindingen met de rond om ons liggende gemeenten, voor het vreemdelingenverkeer en voor het aantrekkelijk maken van Den Helder als woon stad. Dat wij hier weglaten het bevorderen van handel en indu strie mag niet als een nalatigheid aangemerkt worden, doch het is ondenkbaar, dat het ons zou gelukken zonder een ver betering van den algemeenen toestand iets op dit gebied te bereiken, hoezeer het oog er op gevestigd blijft. Als wij onze blikken richten naar de industrie-steden, met hun ontzaglijke lasten door steunuitkeering en werkeloosheïdsvoorziening, mogen wij ons dan niet gelukkig prijzen, dat onder de huidige omstandigheden onze gemeente geen industrie van beteekenis bezit? Het karakter van onze stad wijst voorloopig in een an dere richting en b.v. het utiliseeren, het vervolmaken van onze kustvisscherij behoeft momenteel zeker meer onze aandacht, dan het bevorderen van industrie, waarvan in de naaste toe komst op zijn zachtst uitgedrukt, niet veel verwacht zal kun nen worden. Wat niet wil zeggen, dat onze Commissie niet in elke richting de oogen goed geopend moet houden, en zich niet zal moeten oriënteeren op elk gebied, ook al opent dit voor het oogenblik geen perspectieven. De steun en het vertrouwen van ons Gemeentebestuur geeft ons den moed om ook in dezen somberen tijd onzen niet altijd dankbaren arbeid te ver richten met als eenig doel bij te dragen tot meerderen bloei onzer Gemeente. Samenstelling der Commissie. In de samenstelling kwam het afgeloopen jaar geen ver andering. Zij bestond uit de heeren, W. F. G. L. Driessen, Voorzitter, W. Biersteker, P. C. de Boer, Ir. A. L. Bijl, J. B. F. Meijer, H. C. M. Nijpels, J. J. Verfaille, H. van Willigen en W. Velthuijs. Secretaris. De vergaderingen werden in den regel bijgewoond door den heer W. de Boer, Wethouder voor de Visscherij. Bemoeiingen der Commissie. Hier onder moge een kort overzicht volgen van de onder werpen, besprekingen, enz., welke in het afgeloopen jaar zijn behandeld en gehouden. Visscherij. Dat de toestand, waarin onze visscherij zich bevindt, de speciale aandacht had van onze Commissie en vele malen het onderwerp van bespreking uitmaakte, tot tal van conferenties zoowel in als buiten de stad aanleiding gaf, het spreekt wel haast vanzelf. Deze tak van industrie, welke reeds in de grijze oudheid te Den Helder werd beoefend, heeft wel met bijzon dere moeielijkheden te kampen. Daar zijn niet alleen de groote bezwaren door contingenteeringen, waardoor de vroegere export van tong, ansjovis, haring, garnalen, enz. aan banden en gedeeltelijk lam gelegd is, de algemeene versobering, waar door het binnenlandsche vischgebruik moest verminderen, het goedkooper worden van vleesch en het verstrekken van vleesch in blik aan werkeloozen, had mede ten gevolge vermindering van vraag naar visch. Doch hoe ernstig deze belemmeringen de inkomsten onzer visschers verminderden, nog erger bleek te zijn de invloed van het afsluiten der voormalige Ztiiderzee. Hierdoor toch ging een unique paaiplaats voor haring en ansjovis verloren, maar tevens een speciale bron van inkomsten voor onze specifiek Heldersche Visscherij, die meerdere jaren besommingen had opgeleverd, welke van beteekenis waren en die een zekere welvaart hadden gebracht. Ook de omzetcijfers van de bot spreken een maar al te dui delijke taal. Hoewel het buiten het bestek van dit verslag ligt alle vergelijkende getallen te geven van onzen gemeentelijken Vischafslag, welke zoo juist zijn gegroepeerd in een overzicht door den Wethouder W. de Boer, willen wij eenige noemen, welke aantoonen, dat met aan zekerheid grenzende waar schijnlijkheid door het leggen van den afsluitdijk tegelijker tijd een welvaartsbron van Den Helder is afgedamd. Harinavanast Ansjovisvangst Bot in tallen in K.G. in K.G. 1928 86.179 7.130 1929 122.488 33.170 1930 122.040 181.144 37.282 1931 132.047 324.084 93.137 1932 147.299 115.870 192.735 1933 75.515 17.011 11.812 1934 58.505 67.587 5.519 Besomming Visühafslag 1928 t 1929 1930 481.383.— 633.588.— 725.115. 1931 641.569.— 1932 r 470.127.— 1933 240.871.— 1934 250.565.— Al deze cijfers wijzen er op, dat de afsluiting van de vroe gere Zuiderzee een fnuikenden invloed heeft gehad op de Visscherij in het Marsdiep, doch mocht men daarvan niet overtuigd zijn, dan leze men de uitspraken van het Hoofd van de Afdeeling „Kust- Rivier- en Binnenvisscherij-onderzoek" en van het Rijksinstituut voor Biologisch Visscherij-onderzoek te Amsterdam. Hoewel de Regeering deze noodlottige gevolgen van de af sluiting niet heeft voorzien en Den Helder derhalve niet heeft betrokken in de bepalingen der Zuiderzeesteunwet, dient de Regeering onze stad de helpende hand te reiken en haar tege moet te komen in de belangrijke steunbedragen, welke mede jaarlijks moeten worden betaald. Zoo mogelijk ook door het verstrekken der middelen, benoodigd voor het aanschaffen van kotters, waarmede zelfs thans, ondanks de lage opbreng sten, loonend de kustvisscherij kan worden uitgeoefend. Dit telkens onder de aandacht der Regeering te brengen, ligt zeker op den weg onzer Commissie. De levering van levende garnalen op de Amsterdamsche markt, welke door onze Commissie werd bewerkstelligd en in 1933 de Gemeentekas een belangrijke som aan ondersteu ning bespaarde, kon helaas in 1934 niet op hetzelfde succes bogen. Tal van conferenties met Dr. van der Laan en de Amsterdamsche tusschenhandel hadden het openen van een nachtmarkt te Den Helder tengevolge. Verschillende omstan digheden werkten tegen, terwijl ook de medewerking van de Amsterdamsche kooplieden alles te wenschen overliet. De voorziening van Amsterdam van versche garnalen en platvisch, zooals alleen de Kustvisscherij die leveren kan, moet onze bijzondere aandacht behouden, omdat bij een goede regeling deze ongetwijfeld voor onze visscherij mogelijkheden biedt. Verbindingen en wegen. De bootdienst van Den Helder met de Noord-Hollandsche Waddeneilanden, welke door onze Commissie werd gesteund, is in het afgeloopen jaar slechts gedurende den vacantietijd gevaren. In verband met de.gemakkelijke verbinding over den afsluitdijk met Harlingen, waardoor Vlieland en Terschelling van hieruit in korten tijd bereikt kunnen worden, had het geen zin meer een directe bootdienst Den Helder-Vlieland-Ter schelling te onderhouden en werd het gemeentebestuur dien- overkomstig door ons geadviseerd. Met de N.V. „Atbonta" (Directie Naastepad), werden onderhandelingen gevoerd over een autobusverbinding Den Helder-Wieringermeer (Slootdorp-Middenmeer)Onze Com missie hecht aan de verbinding met den steeds groeienden Wieringermeerpolder groote waarde. Er wonen nu reeds hon derden gezinnen in de Wieringermeer, welk getal, blijkens den bouw van groote blokken arbeiderswoningen en het stich ten van het hoofddorp, nog aanzienlijk zal stijgen. Momenteel heeft de Wieringermeer alleen verbinding met Schagen door middel van den autobusdienst der H.A.B.O. Ook voor de be volking van dit nieuwe gebied lijkt ons een verbinding met een stad als de onze, met haar inrichtingen van Onderwijs, ziekenhuizen, enz. van belang, terwijl onze neringdoenden zeker interesse hebben bij een goede communicatie. Na tal van besprekingen werd door „Atbonta'' een bedrag van 1000.gevraagd voor een jaar, waarvoor een dienst gereden zou worden van 5 maal per dag in beide richtingen. Hoewel bedoelde verbinding o.i. een geldelijk offer voor het eerste jaar waard is, lijkt ons het standpunt van B. W. om ook de beide Heldersche Middenstandsvereenigingen te laten bijdragen, zeer juist. Deze bleken echter niet in staat een be drag van eenige beteekenis te fourneeren, waarop de zaak voor dit jaar is afgesprongen. Wij blijven op dezen autodienst attent en zullen de zaak in den komenden winter weder ter hand nemen, om zoo mogelijk te helpen in 1936 de verbinding tot stand te brengen. De verbinding Den Helder-Julianadorp voldoet maar matig aan de wenschen en eischen der bewoners van Julianadorp. Zij wonen te ver van het Noord-Hollandsch Kanaal om van de bussen der C. F. Noord-Holland gebruik te maken, terwijl de dienst Schagen-Callantsoog-Den Helder niet genoeg ge legenheid biedt. Om hierin verbetering te krijgen had onder- geteekende een onderhoud met den heer J. de Vries te Juliana dorp, wat nog niet tot beter resultaat leidde. De nieuwe weg vanaf den Strooweg door de duinen naar de Donkere Duinen had de bijzondere aandacht van onze Commissie. Dank zij haar bemiddeling werd de ingang ver legd in de richting van de waterleiding, om eenigermate tege moet te komen aan de wenschen van de bewoners van Huis duinen. Deze blijven aandringen op een weg vanaf het Galgenveld naar zee. welke weg stuit op bezwaren van Defensie. In verband met het verminderen van het strand voor het Badhuis, is bedoelde weg voor Huisduinen urgent en is ook hier voor onze Commissie een taak weggelegd. Het stadsverkeer vraagt ook in onze gemeente voorziening, aan de oplossing waarvan de autobusondernemers Gebrs. van Koningsbruggen willen medewerken. De moeielijkheid is, evenals in andere gemeenten van onze grootte, van finan- cieelen aard. Onze Commissie is niet blind voor de bezwaren van de zijde van ons gemeentebestuur, dat niet bij machte is zich in deze financieele offers van beteekenis te getroosten, hoefeer het ook het belang van een stadsdienst inziet. Ook te dezer zake blijft onze commissie diligent. Centralisatie. Economische Commissie, V.V.V. „Helders Belang" en Dept. Den Helder van de Mij. van Nijverheid en Handel. Reeds in onze vergadering van 4 October 1933 werd in opze Commissevergadering de wenschelijkheid betoogd van nauwer samenwerking der genoemde instellingen, in hoofd zaak door het instellen van één secretariaat voor de drie licha men. In dat jaar en het le halfjaar 1934 werden hierover tal van vergaderingen en conferenties gehouden, welke echter niet tot het beoogde doel hebben geleid, tengevolge van de weigering van het Departement Den Helder der Mij. van Nijverheid om mede te werken. Ondergeteeekende bracht hierover een uitgebreid verslag uit. Opening Verkeershuis. Met voldoening zij hier geconstateerd, dat uit de pogingen tot centralisatie toch iets goeds is geboren, n.1. de oprichting van het Verkeershuis. Toen na het vele werk om tot grootere eenheid te geraken, gebrek aan eenstemmigheid de zaak deed stranden, kwam uit den boezem onzer Commissie het voorstel om in elk geval pogingen te doen tot oprichting van een Cen traal Verkeershuis, waartoe op 27 Juni 1934 in samenwerking met de V.V.V. „Helder s Belang" werd besloten. Reeds eer der waren plannen daartoe besproken en gedacht over het inrichten van een gebouwtje op het Stationsplein, welke plan nen echter op de groote kosten, speciaal voor de bediening, waren afgestuit. Dank zij het feit, dat ondergeteekende een reisbureau en Passagekantoor heeft op den allerbesten stand, kon nu het plan verwezenlijkt worden zonder groote uitgaven. Overeengekomen werd, dat ondergeteekende als directeur van het Verkeershuis geen bezoldiging zou genieten. Reeds op 30 Juli 1934 kon in het eigen home de openings vergadering van het Verkeershuis plaats hebben, waarbij de Voorzitter met voldoening van de oprichting gewaagde, de hoop uitsprekende, dat het informatiebureau ondanks den be scheiden opzet aan de bedoeling zou beantwoorden. Met rechtmatigen trots kunnen wij getuigen, dat de hoop volle verwachtingen van den Voorzitter in vervulling zijn ge gaan. Het Verkeershuis is reeds dadelijk geworden de vraag baak, zoowel voor de bezoekers van buiten, als van de in woners van Den Helder, getuige de vele mondelinge en schriftelijke aanvragen. Tentoonstelling op het gebied van Reddingwezeh. Marine en Visscherij, „REMAVI" Hoewel deze tentoonstelling niet in het hier behandelde jaar is gehouden en eén bespreking hier dus niet op haar plaats is, moet worden vermeld, dat het Algemeen Secretariaat door ondergeteekende is waargenomen en in 1934 de voor bereidende werkzaamheden zijn begonnen, terwijl de bestuurs- zoowel als de commissievergaderingen in het Verkeershuis zijn gehouden. Watervèrversching en Waterloozing Inzake verzoeting van het water in het Noord-Hollandsch Kanaal door inlaten van water uit het IJselmeer, ten behoeve van den landbouw in den Koegraspolder, alsmede inzake ver- versching van het water in het Heldersche Kanaal, werd door den Secretaris een bezoek gebracht aan het Hoogheemraad schap van Holl. Noorderkwartier te Alkmaar en met wethou der W. de Boer aan den heer Block van Kuffelen te Den Haag. Het bleek, dat men nog niet over voldoende gegevens beschikte over de verzoeting van en de loozing uit het IJsel meer, zoodat in de door ons bedoelde richting nog geen stap pen konden worden gedaan. Nog is met den heer Van Niftrik uit Edam geconfereerd, omdat met deze kwestie ook de Scher merboezem is betrokken. Deze voor onze Gemeente en de omgeving zoo belangrijke doch moeilijke zaak zal nader onder het oog worden gezien. Diverse onderwerpen. Besprekingen worden gevoerd met of advies uitgebracht aan het Gemeentebestuur over de Zaterdagavondmarkt. het Postkantoor, Statistische gegevens vaar- en voertuigen, beschrijving van Den Helder in de Grieben Reise-führer. in Den Helder gevestigde en te vestigen Consultaten. Richtings- borden A.N.W.B. op den weg van Wieringén naar de Kooy en in de Gemeente, reclame voor Den Helder door middel van smalfilm, klacht K.N.A.C. inzake parkeerborden. een te maken maquette van onze stad, reclame op wegenbelasting- biljetten in Friesland, aanvraag voor de vestiging van een fabriek, het maken van een plattegrond van Den Helder. De Secretaris, Velthuijs.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 6