Stadsnieuws
Visscherij.
Uit het politierapport.
BERICHT!
Hit de natum.
DE DAPPERSTE 3LAUWE ZEERIDDER
Jtocfi zot.
GEMENGD NIEUWS
TWEEDE BLAD
Licht op voot alle voertuigen.
HELDERSCHE COURANT VAN QINSDAG ,13 AUGUSTUS 1935,
Doodelijk ongeval op den
Rijksweg.
Schuur en hooischelf
verbrand.
Onze magazijnen zijn
Donderdag (15 Aug.)
tot 2 uur gesloten.
AAN DE TOMBE VAN
DEN POILU 1NCONNU
JloCfl 6/t
Binnenland.
Vechtpartij te Zwolle.
Oneerlijke ambtenaar.
Een raadselachtig geval.
Beschonken autobestuurder.
Aug.
Dinsdag
Woensdag
13
14
20.00 uur
20.58 uur
Onze vroegere stadgenoot, de heer J. C.
Beimers, slaagde voor het te 's-Gravenhage
gehouden examen Duitsch L. O.
BURGEMEESTER MET VACANTIE.
Naar wij vernemen is de burgemeester van
13 tot 25 Augustus met verlof.
AANKOMST INDISCHE MAIL.
Donderdag in ons land
De N V. Stoomvaartmij. „Nederland" deelt
mede, dat de speciale trein met post en passa
giers, in aansluiting op het m.s. „Christiaan
Huygens Woensdagochtend 14 Augustus te
10 u. 20 van Genua vertrekt.
Aankomst in ons land, Donderdagochtend
15 Augustus: 10 u. 2 te Amsterdam C.S.
„STEDELIJ1 MUZIEKKORPS"
(Dir.: Joh. F. Paia.)
Programma -an het Jubileum-Concert op
Woensdag 14 Augustus 1935., in de Tent in
het Julianapiantsoen, naar aanleiding van het
45-jarig bestaan van het corps.
Aanvang 8.30 uur.
1. Jubileum-Marsch(18901915)
G. H. J. van den Bogaerde.
2. La Fol&tre, Fantaisie-Capricc (1904)
J. Werkman
3 Wiener Pr .terlebe i Walzer Tr.tnslateur
4. Feestmarsch (1890—1925) Jac. ter Hali
5. Lustspiel uv rture (1903) Kéler Bèta
6. Jubileum-Marsch (1890191 i)
Joh. F. Pala
7. Oud en Nieuw, Potpo rri (i920)
Jac. ter Ha|l
8. Burgemeester Driessen-Marsch (1929)
Joh. F. Pala
INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER.
6—13 Aug. 1935.
Coöperatieve Dorschvereeniging „Samen
werking" W. A.. van Foreestweg 8.
Van Wijnen's Handelsonderneming, West
gracht 44, handel in bouwmaterialen.
In de N. Visscherij Crt. wordt bepleit, dat,
om den vischstand in het IJselmeer te be
waren, alle motorvisscherij zal worden uitge
schakeld. Een intensieve visscherij als den
laatsten tijd werd uitgeoefend, laat dit, hoe
wel groote, maai dan toch afgesloten gebie
den niet toe. Al'een voor voortstuwing zou
motorkrach' kunnen word-.n toegestaan, maar
de visscherij zelf zou uitsluitend zeilend
dienen te worden uitgeoefend.
Voorts wordt ooit een lans gebroken voor
het inbrengen in het IJselmeer van meer
pootvisch. Erkend wordt, dat door de af-
wateringssluizen wel weer veel van dit poot-
goed zou te loor gaan, maar de schr. meent,
dat toch daarmee nog wel resultaat zal zijn
te bereiken. Als voorbeeld voor succes haait
hij aan het uitzetten van pootvisch tusschep
de fjorden in de Noordzee.
Zooals het nu gaat, is totale ontvissching
van het IJselmeer een kwestie van tijd en
wat daarvan het miserabele slot zal zijn, laat
zich denken.
In De Telegraaf bespreekt de Haarlem-
sche correspondent de door de Visscherij-
Centrale aan de binnenv'sscnei s verstrekte
pootaal van 2528 cm (z.g. bovenmaatsche),
die tegen 1 cent per pond vrachtvrij aan be
langhebbenden wordt geleverd. Het schijnt
voor te komen, dat de visschers deze poot-
aal weer wegvangen en tegen den marktprijs
gaan verkoopen, waardoor ze dus, betrekke
lijk gemakkleijk aan een zoet winstje komen.
Deze wijze van steunverstrekking door de
Visscherij-Centrale wordt afgekeurd.
In dit verband denken we aan het woord
van den heer Brouwer, Chef der afd. Vis-
scherijen aan het Dep. van Economische
Zaken (straks Dep. v. Landbouw en Vissche
rij) gesproken op de vergadering der Kust-
visschers, n.1. dat het soms noodig is, dat de
visscher tegen zichzelf wordt beschermd.
Dat het in dezen moeilijken strijd voor den
Visscher verleidelijk is om deze bovenmaat
sche pootaal weer weg te vangen en te ver
handelen, mag verklaarbaar zijn, maar is ten
slotte toch niet in het belang van dien vis
scher zelf. i
Oogenblikkelijk brengt, het hem voordeel,
maar voor de tóekomst is het verlies.
De maatregel is genomen om den aalstand
uit te breiden, vooral hierom, omdat het
blijkt, dat een behoorlijke vangst, er nog loq-
nende afzet is voor dit product.
Wordt deze pootaal dus weggevangen, dan
zal de aalstand niet bevorderd worden en
dreigt er dus in de toekomst minder vangst
resultaat, met het noodlottig gevolg, dat de
uitkomst van het bedrijf weer niet loonend
kan zijn.
Nochtans meenen we, dat hopelijk de V.-C.
zal doorgaan met het verstrekken *an deze
pootaal, want er zullen ook wel ^ona-fide
visschers zijn, die het belang er van inzien
en dus deze visch niet wegvangen.
Om echter de vangst er van te remmen,
lijkt het ons noodzakelijk, dat de minimum-
maat, evenals in Denemarken, wordt gesteld
op 35 cm. Dan kon de goede maatregel al
thans niet ongestraft worden gesaboteerd.
Maar dan ook streng toezicht en eiken
politie-man de bevoegdheid verleenen om
daarop toezicht te houden.
Ook hieruit blijkt weer hoe moeilijk het is
zoodanig maatregelen te nemen, die het be
oogde succes bereiken.
Door organisatorische opvoeding echter zal
het wel eenmaal zoover komen, dat er door
den visscher ook totale medewerking zal
worden verleend.
Daarom zouden we willen zeggen: door
gaan Visseherij-Centrale!
Naar aanleiding van de rede van Minis
ter Gelissen, gehouden te Maastricht, over de
vooruitzichten van industrialisatie, komt het
ons gewenscht voor, nogmaals aan te drin
gen op stichting van een vischconservén-
industrie, zoowel te IJmuiden als Den Hel
der.
Een economisch-technologisch instituut,
zooals de provincie N.-Holland aanstonds zal
hebben, kan daartoe een krachtigen stoot bij
den Minister geven omdat beide plaatsen
in het door de Prov. Staten te bestrijden ge
bied liggen.
We hebben reeds vroeger uiteengezet, dat
een dergelijke industrie groote mogelijkheid
tot slagen zal bieden, omdat ons land en
onze Oost tot nu toe worden overstroomd
met buitenlandsche vischconserven, zoodat
voor eigen binnenlandsch gebruik allicht af
zetgebied is te vinden voor op voorzichtige
wijze te stichten industrie, die telkens zóó
geoutilleerd dient te zijn, dat eventueele uit
breiding heel gemakkelijk kan plaats vin
den.
Tusschen West-Einde en 't Zand
wordt jonge man door auto ge
grepen en gedood.
Zaterdagavond heeft op den Rijksweg tus
schen West-Einde en 't Zand een ernstig on
geval plaats gehad, waarbij een Amsterdam-
sche jongeman het leven heeft gelaten. Het
was ongevéer kwart voor zes toen een jong
paar in de richting van Den Helder fietste.
et toeval heeft gewild, dat de jongeman
zijn belastingplaatje liet vallen. Zonder na te
denken zwenkte hij naar links-om teneinde
het plaatje te gaan halen. Deze onnadenkend
heid werd hem noodlottig. Want achter het
paar kwam met een snelheid van ongeveer
80 K.M. een auto aangereden, die den on
voorzichtige greep en hem op den rijweg
neersmeet. De aanrijding gaf een hevige
slag; het rijwiel werd totaal vernield. Spoe
dig was dr. Oterdoom van 't Zand aanwezig,
even later gevolgd door Dr. Swaters van Ju-
lianadorp. Het slachtoffer bleek een schedel-
basisfractüur öpgeloopen te hebben, boven
dien was zijn linkerbeen versplinterd. Tij
dens de behandeling is het slachtoffer, zon
der tot het bewustzijn te zijn weergekeerd,
overleden.
Het stoffelijk overschot werd per ambu
lancewagen naar Den Helder vervoerd.
Aangrijpend Was de ontroering van het
meisje.
Verzekering dekt de schade ge
deeltelijk.
Zondagmorgen om half vier ontdekten be
woners van het nabije Woonwagenkamp aan
den Rijksweg, alhier, dat er brand uitgebro
ken was in de schuur van den heer v. d.
Vlies. Onmiddellijk werd alarm gemaakt,
waarop de motorbrandspuit van Den Helder
uitrukte en het vuur krachtdadig bestreed.
Het was den woonwagenkampbewoners nog
gelukt een paar auto's, die in de schuur ston
den, te bergen. De schuur brandde geheel
af. Tengevolge van den vonkenregen werd
ook een in de nabijheid staande hooischelf
door het vuur aangetast. Den geheelen Zon
dag, tot 's avonds half tien toe, is men in
actie geweest om het vuur meester te wor-
detn. Eerst toen was men er in geslaagd!
Persoonlijke ongevallen kwamen gelukkig
niet voor; het vee liep in de weide. Naar wij
vernemen is de heer v. d. VI. voor een zoo
danig bedrag verzekerd, dat het niet toe
reikend is om de geheele schade, die vrij
aanzienlijk is, te dekken.
JONGEN DOOR AUTO AANGEREDEN.
Zondagmiddag, om ongeveer 4 uur, is een
10-jarige jongen, S. Amesfoort, wonende in
de Van Galenstraat, in de Krugerstraat door
een taxi aangereden. De jongen kwam uit
de Hertzogstraat en reed in de richting van
de v. Galenstraat. Juist was een autobus
van Koningsbruggen gepasséerd, toen de
jongen de Hertzogstraat uitkwam. Uit de
v. Speyckstraat naderde een taxi, die door
de autobus het uitzicht op den weg eenigs-
zins ontnomen werd. De taxi reed ook in de
richting van Galenstraat. Op het moment
dat de taxi de autobus passeerde en den
rechterkant van den weg zou berijden, zat
de jongen voor de taxi. Stoppen was niet
meer mogelijk en het kind sloeg met zijn
rijwiel tegen de straat, waar het bewuste
loos bleef liggen. Nadat den jongen de polsen
en het hoofd was vochtig gemaakt kwam hij
spoedig bij kennis en was in staat om tus
schen den inmiddels gewaarschuwden vader
en een der omstanders, langzaam naar huis
te wandelen. De fiets was ernstig beschadigd.
KIND TE WATER GEVALLEN.
Zondagmiddag, ongeveer 5 uur, raakte een
8-jarig jongetje spelenderwijs in het water,
tegenover Hotel den Burg. Hij viel tusschen
den walkant en een vlot. Een chauffeur van
den Noord-Hollandschen Busdienst, de heer
Boot, zag het ongeluk en sprong onmiddellijk
op het vlot. Hij wist het knaapje nog juist
te grijpen en op het droge te brengen.
Lantaarnpaal omgereden.
Zondagmiddag werd een aan de Sportlaan
staande lantaarnpaal door een autobus aan
gereden, tengevolge waarvan de lantaarnpaal
afknapte.
tjuu van den tureluur, als ook de melodieuse
roep van de wulpen.
Ook in het duingebied is de komst van den
naderenden herfst merkbaar geworden. Van
de kleine zangers, welke zich tot in midden-
Juni zoo overvloedig lieten hooren, is haast
niets meer te bespeuren. Een enkele leeuwerik
brengt er nog zijn jongen groot, daar deze
gevierde zanger het soms nog tot een derde
broedsel brengt.
De duinhellingen, welke in- Juni wit ge
kleurd waren van de duinroosjes, hebben nu
een diep bruin-rooden kleur. In de zeeduinen
echter is de blauwe zeedistel nu op zijn mooist
en wordt druk bezocht door velerlei bonte
vlinders.
De prachtige plekjes struikhei komen nu in
bloei en hun paarse gloed geeft kleur en scha
keering aan het duinlandschap. Soms ziet men
troepen spreeuwen suisend opvliegen van uit
de braamstruiken. Spetterend en babbelend
hebben zij zich te goed gedaan aan de sap
pige zwart-blauwe bramen, wat voor hen een
frisch en zoet hapje is. Door de vogels vooral
wordt tevens de verspreiding van deze zoo
begeerlijke duinvrucht bevorderd.
Jong en oud ziet men deze dagen er op uit
trekken om het busje te vullen of deze heer
lijke vruchten uit de hand te eten. Wie ze nog
nimmer zocht mist een stukje natuurgenot van
het mooiste soort. De bloeitijd van de dophei
is echter weer voorbij en het rose van dit zoo
prachtige heideplantje krijgt nu een geel
bruine tint.
De hooioogst is voorbij en hoog opgetast ligt
het gewas nu te geuren bij de boerderij. Onder
de fel schijnende zon grazen de koeien in do
met witte kleuren begroeide weide. De avon
den echter worden koeler en Steeds vroegetr
stijgen de nevels op uit slooten en vaarten,
die het vee in de dauwwolken doet verdwijnen.
Dit is een onmiskenbaar en niet te misduiden
teeken der nadering van den herfst. Toch
stemt ons dit niet somber, want ook dit jaar
getij schenkt ons weer dagen van schoonheid
en ontspanning in de natuur.
Joh.
AUGUSTUS.
als Augustus in het land is, kunnen de
dagen warm en drukkend zijn. Breed glanst
de zon dan over de aarde en doet de warme
lucht trillen en beven. In zulke stralende
dagen als de Augustuszon straalt in de helder
blauwe lucht, dan trekt alles naar buiten, naar
strand en duin. Toch is deze vacantiemaand
de minst interessante tjjd wat de natuur be
treft. Deze heeft dan het hoogtepunt gehad.
Wij bemerken reeds de naderende herfst. De
dagen worden merkbaar korter en de nevelige
morgens koeler. Het blad van plant en boom
hebben niét dat frissche jonge leven meer van
den voorzomer. Het is niet meer dat uitbundig
en druk gedoe van de vogels: men kan niet
meer vol bewondering liggen luisteren naar
het lied van de zangers in duin en veld. Er
heerscht nu een zekere stilte en moeheid in de
natuur. Groote koppels kieviten ziet men reeds
bijeen op de afgemaaide hooilanden. Troepen
spreeuwen, waaronder de vaalgrijze jongen,
zwermen over de zonnige weide. De jongen der
weidevogels zijn nu groot en volgen de ouden
op hun zwerftochten over de landen. Door de
stille nachten, hoog onder de heldere sterren
hemel, kan men reeds allerlei geluiden hooren
van vogels op den trek. Vooral het „tjuu-
(HERINNERINGEN UIT HET
LEVEN VAN DORUS RIJKERS)
door:
Yvel Dlawnurg
(Nadruk verboden).
I
Waarom Dorus Place de la Concorde
griezelig vindt en de gevleugelde stier van
Ninevé in het Egyptisch museum voor zee
meerminnen uitscheldt.
De volgende morgenDorus heeft een
gat in de dag geslapen.
Het gerinkel van de telefoon, waarmee de
portier van Montreal mij uit het bed haalt,
heeft hij niet gehoord.
Huit heures, Monsieur, heeft hij gewaar
schuwd. Muisstil ben ik uit m'n bed gekro
pen, de héros de Hollande na zijn vermoeien
de escapade door duister Parijs rustig laten
doorslapend.
Mijn eerste gang was naar den chef kok,
dezelfde, die gisteren zoo lekker Heldersché
panharing voor Dorus gebakken had en ver
zocht hem, voor Parijs misschien ongewoon,
voor Opa een partijtje karnemelksche pap te
koken.
Dorus was n.1. gewend zoo'n warm gerecht
voor het déjeuner bij z'n dochter Doortje te
gebruiken en zou voor niets van de wereld,
al was hij in de Saharah geweest, hier van
afwijken.
Een uurtje later zit de héros de Hollande
monter in de ontbijtzaal. De verslaggever van
De Telegraaf, Roëll, wil hem als papeter ver
eeuwigen, maar Dorus wil liever niet als een
papetend kindje in de Hollandsche krant ver
eeuwigd worden. Da's te kinderachtig voor
de oud-schipper van de reddingboot uit Den
Helder.
In Den Helder heb ik ook nog familie, zegt
Roëll, in het plantsoentje hebben ze gewoond.
Je komt nou compleet niemand in de wereld
tegen, of hij komt uit Den Helder, zegt Dorus,
en alles wat uit Juttersland komt, is goed.
Juist als Dorus dit gezegd heeft, komt zoo
waar de liftboy met post voor Opa uit Den
Helder aandraven. Dorus grijpt er naar als
een haai. Dan draagt hij mij op den brief
open te maken en in kwaliteit als secretaris
moet ik deze voorlezen. Het is een brief van
„Moed, Volharding en Zelfopoffering" en dié
hopen, dat oude Dorus in Parijs niet al tè
veel de blommetjes zal buitenzetten en dat zè
zullen fuiven als hij weer in Den Helder komt.
Dorus knikt genadig. Wat is er nog voor
post, vraagt hij Dan til ik een krant op,
waar omheen een bandje zit. Er staat op ge
schreven aan Monsieur Dorus Rijkers. Als ik
Dorus de krant laat zien, springt hij een
meter de hoogte in. Alle menschen, dat is
voor ze pet, de Heldersche krant in Parijs,
lees er es gauw op, wat ze aan de afslag
angebracht hebben. Och, och meneer, as je as
jonge van dertien jaar in de vlet gezeten heb,
interesseer je je vooral wat de visschermah
doet. Hoe is het mogelijk, hoe is het mogelijk,
dat ik nou in Parijs het nieuws uit de Hel
dersche Courant lees. Ik zal ze effe schrij.-
ve, dat ik het aardig vind.
Dorus grijpt een potlood en schrijft een
speGiale brief aan de Heldersche krant, iedere
lezer uit die dagen zal zich deze brief her
inneren. Voor de leut geef ik het slot weer:
„Me maat past goed op mijn"
Dat wilde Dodus persé op het eind schrij
ven, hij is zoo veul als m'n kindermeissie,
grinnikt-ie tegen Roëll. Gisteravond wou ié
me nog een warme kruik geven, ik zeg maar
een warme grok kan een zeeman beter ver
teren.
Maak geen lol Dorus, of ik laat je alleen
koersen en eet nou maar je pap anders wordt
ze koud en heeft dat dikke kokkie van Mon
treal voor niks z'n best gedaan.
Zoolang als de lepel in de breipot staat,
dan treure we nog niet, zingt Dorus en dan
begint hij met smaak te roeren en te eten.
Het is een heerlijke wintermorgen vol zon.
De straten, waardoor wij gaan, zijn groo-
tendeels dezelfde als daar wij vannacht door
gewandeld hebben, maar toch wat een ander
aspect vertoont nu Parijs. Toen zwierf het
uitvaagsel van de wereldstad over het
asphalt... waren er parasieten, souteneurs,
leegloopers, toen maakte de onderwereld de
donkere straten onveilig en nu, in het kla
terend licht, dat over de straten plenst, be
weegt zich een groote menigte, die nijver als
bewoners van een groote bijenkorf produc
tieve arbeid verrichten. Het Fransche volk
moet niet beoordeeld worden naar Montmartre
bij nacht; de Franschen in het algemeen en
de Parijzenaar in het bijzonder zijn geen ver
kwisters, het is een nijver, spaarzaam volk,
dat hard arbeidt en oppot. Minister Laval in
deze tijd heeft juist daardoor misschien de
meeste moeilijkheden, om de financiën van
Frankrijk te saneeeren, omdat de bevolking
van Marianne het geld niet in circulatie
brengt, maar angstvallig de gouden en zilve
ren franken in een oude kous thuis bewaart.
Tjonge, tjonge, wat hebben ze hier toch
een groote, lange brooden, zegt Dorus, wij
zende op vrouwen met korven, waarin broo
den uitsteken van minstens een meter lang.
Het is hier toch wel aardig, maar weet je wat
ik mis, dit tegen de verslaggever van De
Telegraaf, ik mis hier water, geen spog
water, behalve dat in m'n wasblikkie heb ik
niet gezien.
We staan op Place de la Concorde, het
middelpunt van Parijs, een der grootste plei
nen van Europa. Het Place de la Concorde
pleegt door z'n uitgestrektheid de bewonde
ring van iedere vreemdeling op te wekken,
maar Dorus is niet erg enthousiast. Het ié
hier effe grooter, dan het Westplein. Da's
waar, maar hét Marsdiep is nog wijer.
Dorus schudt het hoofd. Wat hei je nou
eigenlijk aan zoo'n groot plein, en d'r loopen
niet eens veel menschen.
Dat lijkt maar zoo Dorus, omdat het zoo
geweldig groot is, maar weet je wel, dat dit
groote plein een heel griezelig plekje ge
weest is? Heb je wel eens wat gehoord van
de Fransche revolutie? Dorus knikt. ïn m'n
jonge jaren heb ik daar veul over hooren ver
tellen, toen hebben ze die Koningin, 't mot
een erge mooie vrouw geweest zijn, die Ko
ningin van Frankrijk, hoe hiette ze ook weer,
het was een dubbele naam, Merie heette ze en
nog wat
Antoinette, help ik Dorus.
Juist Merie Antoinette, zoo hiette ze, je
most schoolvos worden, dat je dat zoo weet,
die hebbe ze onthoofd, bij die ruzie revolutie.
Dat gebeurde op dit plein, Dorus, op dezelf
de plek, waar je nu staat, op Place de la
Concorde stond toén de guillotine, dag en
nacht werkte de beul met z'n afgrrjzelijke
bijl. Marie Antoinette en haar man, Koning
Lodelijk, werden hier onthoofd, zoowat drie
duizend Franschen werden terecht gesteld:
Dorus schudt misprijzend het hoofd. Ge
lukkig maar, dat die tijd afgeloopen is. Ik
hou niks van die terechtstellingen, ik ben
heelemaal niet benauwd, maar daar hei je
nou in Den Helder hè, daar hei je het Galgen
veld, ze zegge, dat ze daar vroeger menschen
aan een dwarshout aan de galg hebben opge
hangen. Nou en dan 's avonds, as ik als klein
kind d'r voorbij moest, dan dorst ik niet te
kijken naar de plek, waar die galg, zoo ze me
verteld hebben, gestaan had. Ze zeggen ook
wel, dat ze die menschen an de galg op het
Galgenveld lieten hangen, als een waarschu
wing voor anderen, dat ze op hun hoede
moesten zijn. Ik zeg maar, teugenwoordig
hangen ze in Den Helder wat beters aan de
galg, da's die groote stormbal en die zwiept
in de Noord-Wester heen en weer, dat betee-
kent ook wees op je hoede. Daar hebben de
zeelui wat an. Het is me hier te griezelig, ik
wil nou naar het water.
Opa beent met snelle passen over Place
de la Concorde.
We zullen op de brug gaan staan, Opa, dan
heb je een prachtig gezicht over de rivier.
Opa kijkt nu weer op de Seine, die snel
onder de brug voortstroomt.
Is dat nou alles, zegt hij teleurgesteld, dat
slootwater, het ljjkt precies het Heldersche
stinkkanaaltje, en deze brug is geen haar
mooier dan de brug bij de Nieuwstraat.
Die is goed, zegt de correspondent van De
Telegraaf en hij telefoneert 'aan zijn blad:
„Dorus snakt naar water, naar elk plasje
op straat kijkt hij met verteedering, aller
eerst gaat hij naar de Seine, maar die smalle
GEZONDHEIDSVER. TYPOGRAFEN
DERTIEN.
Dertien is een heel raar nummer,
Noemt men 't ongeluksgetal;
Waarvan ik U nu eens even
Een klein voorbeeld geven zal!
Dertien was bij ons het aantal,
Ging met speldjes er op uit,
Kwamen thuis, hoe is het moog'lijk,
Met een heel voornamen buit.
't Aantal dertien was gelukkig,
Brachten één kwart duizend pop,
Voor de typografen binnen,
Noemt U dat soms nog een strop?
Typo's zijn hiermee gelukkig,
't Aantal dertien deed hen goed,
Dertien collectanten geven,
Hen weer Kracht en Levensmoed.
Die mijzelf soms heeft zien bedelen.
Rekent mij gerust niet hoor,
Het publiek en collectanten,
Daar een diepe buiging voor.
Nummer veertien niet vergeten,
't Is natuurlijk weer Van Twisk,
Die het hart der collectanten,
Wederom veroveren wist.
't Vrije bioscoopje nam men,
Met zéér veel genoegen aan,
Door hem hiervoor dank te brengen,
Wil ik hiermede volstaan.
Jan Mens.
De opbrengst van de Zaterdag gehou
den collecte bedroeg 261.50.
diepliggende sloot, vindt hij lang niet zoo
grandioos als het kanaal uit Koegras."
Heel Nederland weet des avonds dus dat
de Heldersche Dorus nog steeds heimwee
heeft naar het Marsdiep, maar ik zit er mee.
Dorus is niet tot enthousiasme te brengen,
en toch ik geef het niet op. Het water moge
niet naar je zin zijn, Dorus, maar de pont de
la Concorde deze brug is toch heel wat
anders dan die van de nieuwe Brugsteeg,
daar zie je niet de Tuilleriën en ook niet een
Paviljoen als het Louvre en je heb er ook niet
la Chambre députée.
Wat is dat de Sjamber van députées, zegt
Dorus verachtelijk, volgens de manier van z'n
maats uit de Nieuwe Brugsteeg, kringetjes
spugend in de richting van de Seine?
Dat is de Kamer van Afgevaardigden,
Dorus.
Da's in Den Helder ook, zegt Dorus, daar
voor hoef je niet naar Parijs om zoo'n kamer
te zien. Op het Dijkie, als het Raad is, zitte
ze ook altijd te zeuren. Je mot me nou eens
laten zien, wat ik nog nooit gezien heb.
Er is met Dorus geen eer te behalen, hij
behoort tot de felle critiekasters.
Nu gaan we naar het Louvre, Opa.
Dorus knikt. Vooruit dan maar weer, naar
de Loeverzij.
Eenigë oogenblikken later staan we voor
het groote gebouw en dan is Dorus toch even
overdonderd. De portiers van dit grootste
museum ter wereld springen in de houding
als Dorus verschijnt.
Zij zelf hebben in dappere strijd voor la
Patrie vele orderteekenen gekregen.
De kranige houding van de oude Dorus
imponeert deze oud-strijders en ook zij vra
gen eerbiedig, wie is die oude man? II est un
grand héros de Hollande, vertel ook dat Dorus
511 menschen gered heeft.
Maar Dorus vermoedende, dat ik hem op
sta te hemelen zegt:
Ik versta d'r geen klap van, wat je teuge
die cheffie's zegt, laten we het Loever nou
maar eens gaan bekijke. Tjonge, tjonge, wat
een gebouw. Het is toch een stuk grooter als
het weeshuis in Den Helder. Wat een beesté,
wat een koeie zijn dat, dat zijn zeker zee-
meerminne, zegt hij op de gevleugelde stieren
van Ninniphée wijzend.
Dorus loopt door de zaal. Waar zijne we
nou? Wat een gekke dinge zie je, eerst stiere
met vleugels en nou weer leeuwe met de kop
van een mensch, zegt Dorus, op de spfinxs
wijzend.
We zijn in de Egyptische afdeeling, Opa,
hier liggen menschen, die al duizenden jaren
geleden gestorven zijn je ziet hier ook de
sarcophagen, liggen hier mummie's, dooie
menschen, die duizend jaar geleden geleefd
hebben.
Ik zou me toch een aap schrikken, als zoo'n
ouwe Egyptenaar met z'n kop uit z'n kist
kwam kjjke.
Alweer zoo'n groote stier, as ie levend was,
zou het een goeie bout zijn voor de slager uit
de Middenstraat, die kon 'm dan leveren voor
z'n leverantie an de Marine.
Da's de heilige stier Apis, Dorus, die werd
door de oude volkeren als een heilig wezen
vereerd.
Ze lijken wel van lotje getikt, zegt Dorus,
maar het is hier toch wel aardig in het
Lover. Wat is er nog meer loos hier?
(Wordt vervolgd).
Inspecteur van politie mishandeld.
Zondagavond is oneenigheid ontstaan tus
schen personeel der kermisinrichtingen te
Zwolle in en om het café Mascotte aldaar.
Een van hen schijnt daarbij zwaar mishandeld
te zijn, doch de politie en een rechercheur
hebben de vechtenden verwijderd. Even later
stonden dertig mannen op de Melkmarkt,
waar zij een dreigende houding aannamen. Zij
kwamen op den inspecteur en den rechercheur
af, die zich met wapenstokken verdedigden.
De inspecteur kreeg echter een kaakslag en
werd plotseling van achteren door iemand
met een hard voorwerp op het hoofd gesla
gen zoodat hij bewusteloos ineenzakte. Dé
dader nam de vlucht waarna de inspecteur
bij omwonenden werd binnengedragen. Hij
bleek een vrij ernstige verwonding te hebben
gekregen en kon van den dader slechts een
vaag signalement opgeven. De politie stelt
een onderzoek in.
MISHANDELING VAN EEN VERLOOFD
PAARTJE.
Zondagavond is in een café te Horst een
vechtpartij ontstaan. Zekere J. en zijn ver
loofde liepen eenige messteken op. Nadat ge
neeskundige hulp was ontboden zijn beiden
naar het St. Anthoniusgesticht vervoerd.
Zondagnacht zijn de gebroeders D., de ver
moedelijke daders, door de politie van hun
bed gelicht.
Een arrestatie te Amsterdam;.
Een ambtenaar van maatschappelijken
steun te Amsterdam, die belast was met het
in ontvangst nemen van teruggestorte gel
den van tijdelijken steun, heeft van deze gel
den in den laatsten t(jd een paar honderd
gulden ten eigen bate aangewend. Hij is aap
een der bijkantoren door de politie gear
resteerd en heeft een volledige bekentenis af
gelegd.
In Mei van dit jaar is een diamanthandelaar
uit Amsterdam, zekere Dverdwenen met
medeneming van een partij diamant ter waar
de van ruim 10.000. De man is toen eerst
naar België gegaan en heeft van daar de
wijk naar elders genomen. De politie heeft hem
tot nu toe niet kunnen opsporen.
Dezer dagen echter kreeg de politie te Am
sterdam er kennis van dat de echtgenoote van
den heer D. zich te Algiers aan boord van het
s.s. „Calypso" van de K.N.S.M. had inge
scheept met bestemming naar Amsterdam. In
haar gezelschap bevond zich haar 15-jarig
zoontje. De politie stelde er prijs op deze
vrouw bij aankomst te Amsterdam aan een
verhoor te onderwerpen en derhalve verzocht
zij aan de politieautoriteiten te IJmuiden er
voor te willen zorgdragen, dat mevr. D. bij
aankomst aldaar niet van boord zou gaan.
13 Augustus. Er zijn nog goede men
schen in de wereld!
Als de zooveelste vacantiedag ten einde
spoedt, vader, moeder en de jongens in luie
stoelen in en vóór het tijdelijk gehuurde huia
hangen, de sjoelbak door twee fanatici bezet
wordt gehouden, de pingpongtafel vochtig ia
van verbruikte transpiratie, dan verlangt de
vacantie-mensch naar geestelijke afleiding
van licht kaliber. Dan grijpt hij naar een
puzzle.
En ziedaar een weldoener, die er veel geld
voor over had, den vacantie-mensch zoo'n
afleiding te verschaffen. Hij plaatste zijn
puzzle, tot leeringhe ende vermaeck, in da
advertentiekolommen van een deftig Rotter-
damsch blad.
„Huwelijk, Heer, 47, jong, sl., sport, mod,
rel., gesch., eischer, v. pos. 5% m., z. k. m.
ook levenswijs gew. dame, zelfde type, royaal
kar., fin. onafh. (om opv. 2 dochtertjes a. d.
Moeder te kunnen laten), om rest leven harm.
op te bouwen. Tusschenp., Ds,, Dr., mog. op
eerew. Br. N.R.C. 5037."
Vader begon Dat zal beteekenen:
„Heer, 47, jong, slampamper, sportief
model, relatief gescheiden, eischer van posi
tief 5% maan, zonder kinderen maar ook
levenswijs geworden dame, zelfde type,
royaal karonje (protesten) finaal onafhanke
lijk, (om opvatting 2 dochtertjes aan de
moeder te kunnen laten), om rest leven
„Harmonie" op te bouwen. (Zeker een archi
tect). Tusschenpoos. („O", zei Vader beden
kelijk en veelzeggend). Dominé, dokter
mogen op eerewijn!"
„Onzin!" zei moeder, je maakt er maar
wat van.
Ik lees er dit uit:
Heer, 47, jongensachtig, slim, sportieve
modiste (die zoekt-ie natuurlijk!) relaties ge-
schandalizeerd (daarom moet-ie zoo gauw
mogelijk weer trouwen) eischer, van postuur
5% meter (geróep: „Ach laat je niet uit
lachen!" Moeder, eigenzinnig: „Die heb je!!
En desnoods overdrijft-ie wat, daarvoor is
het een huwelijksadvertentie") zoekt kamers
met ook levenswijs geworden dame (zoo
slaat-ie twee vliegen in één klap), zelfde type.
Royaal, karige financiën, onafhaalbaar.
(„Dat is hij natuurlijk weer. Nogal eerlijk,
om er zoo voor uit te komen. Maar affijn,
dan is ze gewaarschuwd.") om opvliegende
2 dochtertjes aan de moeder te kunnen laten.
(„Nou, ik begrijp niet wattet ermee te maken
heeft, maar ongelijk kun je 'm als man zijnda
niet geven; zulke nesten".) om rest leven
harmonium op te bouwen. („Affijn, dat moet
hij weten"). Tusschenpersonen, dominé, dok
ter, mogen op eerewoord brieschen...of zoo
iets, zei moeder, maar ik geef het voor
beter".
De kinderen begonnen zich voor de puzzle
vari den weldoener te interesseeren.
Zij maakten spelenderwijs kennis met de
ernstige levensvraagstukken.
Toén zei het dochtertje:
„Die meneer smijt met geld. Als ik het
goed begrijp, had hij eenvoudig kunnen
adverteeren:
R.E.D.T. M.E. S.O.S:
V.R.O.U.W, E.N; G.E.L.D. N.O.O.D.LG."
Je bent mal kind, zei Moeder
Heelemaal niet, zei hét dochtertje.
Want het zou beteekenen:
Rijken
En
Dwazen,
Trouwt
Met
Eten
Slanken,
Onbemiddelden
Sportsman.
Vraag
Royale
Onafhankelijke
Uitstekende
Wederhelft
En
Natuurlijk
Graag
Een
Levenswijze
Dame.
Naast
Originaliteit
Ook
Degelijke
Inrichting
Gewenscht.
Toen stond iedereen paf!
Ze heeft gelijk! Wat er met afkortingen al
niet te bereiken is...
Gisterenmorgen vroeg is de „Calypso" te
IJmuiden aangekomen. De politie stond op de
zeesluis. Mevr. D. stapte niet van boord.
Na het vertrek uit IJmuiden werd echter
aan boord niets meer gezien. De tweede stuur
man stelde een onderzoek in, doch men heeft
haar aan boord niet kunnen vinden. Men had
mevr. D. na het passeeren van de Noord-Hin
der niet meer gezien. Op welke wijze de vrouw
van boord is gekomen, weet men niet. De
politie zet intusschen het onderzoek voort.
In zee gesprongen.
Betreffende de vermissing van mevr. D., die
zich aan boord van de „Calypso" bevond, ver
neemt de Nw. Rott. Crt.", dat zij hoogstwaar
schijnlijk tusschen Noord-Hinder en de pieren
van IJmuiden in zee is geraakt. Ook haar zoon
kon geen opheldering geven. De jongeman zou
gisterenmiddag op het politiebureau te Amster
dam worden gehoord.
Gisterennacht heeft dé politie te Haar
lem op den Kennemerbrug een auto aange
troffen, waarvan een wiel ontbrak, van de
resteerende drie wielen waren de banden
lek. De carosserie vertoonde eenige bescha
digingen. Bij onderzoek bleek dat de auto het
eigendom was van een 28-jarigen ingenieur
uit Haarlem, die, hoewel beschonken een
ritje was gaan doen. In de Kennemerstraat
was hij tegen een huis aangebotst waarbij
twee banden sprongen en een wiel losraakte
hetgeen voor den ingenieur geèn bezwaar
bleek nog tot de Kennerbrug door te rijden.
Hier bemerkte hij dat er iets niet in den
haak was. Hij stapte uit en liet den auto
staan. De politie heeft het vehikel in beslag
genomen en proces verbaal opgemaakt.