Stadsnieuws Visscherij. Uit het politierapport. BERICHT! Hit de natum. DE DAPPERSTE 3LAUWE ZEERIDDER Jtocfi zot. GEMENGD NIEUWS TWEEDE BLAD Licht op voot alle voertuigen. HELDERSCHE COURANT VAN QINSDAG ,13 AUGUSTUS 1935, Doodelijk ongeval op den Rijksweg. Schuur en hooischelf verbrand. Onze magazijnen zijn Donderdag (15 Aug.) tot 2 uur gesloten. AAN DE TOMBE VAN DEN POILU 1NCONNU JloCfl 6/t Binnenland. Vechtpartij te Zwolle. Oneerlijke ambtenaar. Een raadselachtig geval. Beschonken autobestuurder. Aug. Dinsdag Woensdag 13 14 20.00 uur 20.58 uur Onze vroegere stadgenoot, de heer J. C. Beimers, slaagde voor het te 's-Gravenhage gehouden examen Duitsch L. O. BURGEMEESTER MET VACANTIE. Naar wij vernemen is de burgemeester van 13 tot 25 Augustus met verlof. AANKOMST INDISCHE MAIL. Donderdag in ons land De N V. Stoomvaartmij. „Nederland" deelt mede, dat de speciale trein met post en passa giers, in aansluiting op het m.s. „Christiaan Huygens Woensdagochtend 14 Augustus te 10 u. 20 van Genua vertrekt. Aankomst in ons land, Donderdagochtend 15 Augustus: 10 u. 2 te Amsterdam C.S. „STEDELIJ1 MUZIEKKORPS" (Dir.: Joh. F. Paia.) Programma -an het Jubileum-Concert op Woensdag 14 Augustus 1935., in de Tent in het Julianapiantsoen, naar aanleiding van het 45-jarig bestaan van het corps. Aanvang 8.30 uur. 1. Jubileum-Marsch(18901915) G. H. J. van den Bogaerde. 2. La Fol&tre, Fantaisie-Capricc (1904) J. Werkman 3 Wiener Pr .terlebe i Walzer Tr.tnslateur 4. Feestmarsch (1890—1925) Jac. ter Hali 5. Lustspiel uv rture (1903) Kéler Bèta 6. Jubileum-Marsch (1890191 i) Joh. F. Pala 7. Oud en Nieuw, Potpo rri (i920) Jac. ter Ha|l 8. Burgemeester Driessen-Marsch (1929) Joh. F. Pala INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER. 6—13 Aug. 1935. Coöperatieve Dorschvereeniging „Samen werking" W. A.. van Foreestweg 8. Van Wijnen's Handelsonderneming, West gracht 44, handel in bouwmaterialen. In de N. Visscherij Crt. wordt bepleit, dat, om den vischstand in het IJselmeer te be waren, alle motorvisscherij zal worden uitge schakeld. Een intensieve visscherij als den laatsten tijd werd uitgeoefend, laat dit, hoe wel groote, maai dan toch afgesloten gebie den niet toe. Al'een voor voortstuwing zou motorkrach' kunnen word-.n toegestaan, maar de visscherij zelf zou uitsluitend zeilend dienen te worden uitgeoefend. Voorts wordt ooit een lans gebroken voor het inbrengen in het IJselmeer van meer pootvisch. Erkend wordt, dat door de af- wateringssluizen wel weer veel van dit poot- goed zou te loor gaan, maar de schr. meent, dat toch daarmee nog wel resultaat zal zijn te bereiken. Als voorbeeld voor succes haait hij aan het uitzetten van pootvisch tusschep de fjorden in de Noordzee. Zooals het nu gaat, is totale ontvissching van het IJselmeer een kwestie van tijd en wat daarvan het miserabele slot zal zijn, laat zich denken. In De Telegraaf bespreekt de Haarlem- sche correspondent de door de Visscherij- Centrale aan de binnenv'sscnei s verstrekte pootaal van 2528 cm (z.g. bovenmaatsche), die tegen 1 cent per pond vrachtvrij aan be langhebbenden wordt geleverd. Het schijnt voor te komen, dat de visschers deze poot- aal weer wegvangen en tegen den marktprijs gaan verkoopen, waardoor ze dus, betrekke lijk gemakkleijk aan een zoet winstje komen. Deze wijze van steunverstrekking door de Visscherij-Centrale wordt afgekeurd. In dit verband denken we aan het woord van den heer Brouwer, Chef der afd. Vis- scherijen aan het Dep. van Economische Zaken (straks Dep. v. Landbouw en Vissche rij) gesproken op de vergadering der Kust- visschers, n.1. dat het soms noodig is, dat de visscher tegen zichzelf wordt beschermd. Dat het in dezen moeilijken strijd voor den Visscher verleidelijk is om deze bovenmaat sche pootaal weer weg te vangen en te ver handelen, mag verklaarbaar zijn, maar is ten slotte toch niet in het belang van dien vis scher zelf. i Oogenblikkelijk brengt, het hem voordeel, maar voor de tóekomst is het verlies. De maatregel is genomen om den aalstand uit te breiden, vooral hierom, omdat het blijkt, dat een behoorlijke vangst, er nog loq- nende afzet is voor dit product. Wordt deze pootaal dus weggevangen, dan zal de aalstand niet bevorderd worden en dreigt er dus in de toekomst minder vangst resultaat, met het noodlottig gevolg, dat de uitkomst van het bedrijf weer niet loonend kan zijn. Nochtans meenen we, dat hopelijk de V.-C. zal doorgaan met het verstrekken *an deze pootaal, want er zullen ook wel ^ona-fide visschers zijn, die het belang er van inzien en dus deze visch niet wegvangen. Om echter de vangst er van te remmen, lijkt het ons noodzakelijk, dat de minimum- maat, evenals in Denemarken, wordt gesteld op 35 cm. Dan kon de goede maatregel al thans niet ongestraft worden gesaboteerd. Maar dan ook streng toezicht en eiken politie-man de bevoegdheid verleenen om daarop toezicht te houden. Ook hieruit blijkt weer hoe moeilijk het is zoodanig maatregelen te nemen, die het be oogde succes bereiken. Door organisatorische opvoeding echter zal het wel eenmaal zoover komen, dat er door den visscher ook totale medewerking zal worden verleend. Daarom zouden we willen zeggen: door gaan Visseherij-Centrale! Naar aanleiding van de rede van Minis ter Gelissen, gehouden te Maastricht, over de vooruitzichten van industrialisatie, komt het ons gewenscht voor, nogmaals aan te drin gen op stichting van een vischconservén- industrie, zoowel te IJmuiden als Den Hel der. Een economisch-technologisch instituut, zooals de provincie N.-Holland aanstonds zal hebben, kan daartoe een krachtigen stoot bij den Minister geven omdat beide plaatsen in het door de Prov. Staten te bestrijden ge bied liggen. We hebben reeds vroeger uiteengezet, dat een dergelijke industrie groote mogelijkheid tot slagen zal bieden, omdat ons land en onze Oost tot nu toe worden overstroomd met buitenlandsche vischconserven, zoodat voor eigen binnenlandsch gebruik allicht af zetgebied is te vinden voor op voorzichtige wijze te stichten industrie, die telkens zóó geoutilleerd dient te zijn, dat eventueele uit breiding heel gemakkelijk kan plaats vin den. Tusschen West-Einde en 't Zand wordt jonge man door auto ge grepen en gedood. Zaterdagavond heeft op den Rijksweg tus schen West-Einde en 't Zand een ernstig on geval plaats gehad, waarbij een Amsterdam- sche jongeman het leven heeft gelaten. Het was ongevéer kwart voor zes toen een jong paar in de richting van Den Helder fietste. et toeval heeft gewild, dat de jongeman zijn belastingplaatje liet vallen. Zonder na te denken zwenkte hij naar links-om teneinde het plaatje te gaan halen. Deze onnadenkend heid werd hem noodlottig. Want achter het paar kwam met een snelheid van ongeveer 80 K.M. een auto aangereden, die den on voorzichtige greep en hem op den rijweg neersmeet. De aanrijding gaf een hevige slag; het rijwiel werd totaal vernield. Spoe dig was dr. Oterdoom van 't Zand aanwezig, even later gevolgd door Dr. Swaters van Ju- lianadorp. Het slachtoffer bleek een schedel- basisfractüur öpgeloopen te hebben, boven dien was zijn linkerbeen versplinterd. Tij dens de behandeling is het slachtoffer, zon der tot het bewustzijn te zijn weergekeerd, overleden. Het stoffelijk overschot werd per ambu lancewagen naar Den Helder vervoerd. Aangrijpend Was de ontroering van het meisje. Verzekering dekt de schade ge deeltelijk. Zondagmorgen om half vier ontdekten be woners van het nabije Woonwagenkamp aan den Rijksweg, alhier, dat er brand uitgebro ken was in de schuur van den heer v. d. Vlies. Onmiddellijk werd alarm gemaakt, waarop de motorbrandspuit van Den Helder uitrukte en het vuur krachtdadig bestreed. Het was den woonwagenkampbewoners nog gelukt een paar auto's, die in de schuur ston den, te bergen. De schuur brandde geheel af. Tengevolge van den vonkenregen werd ook een in de nabijheid staande hooischelf door het vuur aangetast. Den geheelen Zon dag, tot 's avonds half tien toe, is men in actie geweest om het vuur meester te wor- detn. Eerst toen was men er in geslaagd! Persoonlijke ongevallen kwamen gelukkig niet voor; het vee liep in de weide. Naar wij vernemen is de heer v. d. VI. voor een zoo danig bedrag verzekerd, dat het niet toe reikend is om de geheele schade, die vrij aanzienlijk is, te dekken. JONGEN DOOR AUTO AANGEREDEN. Zondagmiddag, om ongeveer 4 uur, is een 10-jarige jongen, S. Amesfoort, wonende in de Van Galenstraat, in de Krugerstraat door een taxi aangereden. De jongen kwam uit de Hertzogstraat en reed in de richting van de v. Galenstraat. Juist was een autobus van Koningsbruggen gepasséerd, toen de jongen de Hertzogstraat uitkwam. Uit de v. Speyckstraat naderde een taxi, die door de autobus het uitzicht op den weg eenigs- zins ontnomen werd. De taxi reed ook in de richting van Galenstraat. Op het moment dat de taxi de autobus passeerde en den rechterkant van den weg zou berijden, zat de jongen voor de taxi. Stoppen was niet meer mogelijk en het kind sloeg met zijn rijwiel tegen de straat, waar het bewuste loos bleef liggen. Nadat den jongen de polsen en het hoofd was vochtig gemaakt kwam hij spoedig bij kennis en was in staat om tus schen den inmiddels gewaarschuwden vader en een der omstanders, langzaam naar huis te wandelen. De fiets was ernstig beschadigd. KIND TE WATER GEVALLEN. Zondagmiddag, ongeveer 5 uur, raakte een 8-jarig jongetje spelenderwijs in het water, tegenover Hotel den Burg. Hij viel tusschen den walkant en een vlot. Een chauffeur van den Noord-Hollandschen Busdienst, de heer Boot, zag het ongeluk en sprong onmiddellijk op het vlot. Hij wist het knaapje nog juist te grijpen en op het droge te brengen. Lantaarnpaal omgereden. Zondagmiddag werd een aan de Sportlaan staande lantaarnpaal door een autobus aan gereden, tengevolge waarvan de lantaarnpaal afknapte. tjuu van den tureluur, als ook de melodieuse roep van de wulpen. Ook in het duingebied is de komst van den naderenden herfst merkbaar geworden. Van de kleine zangers, welke zich tot in midden- Juni zoo overvloedig lieten hooren, is haast niets meer te bespeuren. Een enkele leeuwerik brengt er nog zijn jongen groot, daar deze gevierde zanger het soms nog tot een derde broedsel brengt. De duinhellingen, welke in- Juni wit ge kleurd waren van de duinroosjes, hebben nu een diep bruin-rooden kleur. In de zeeduinen echter is de blauwe zeedistel nu op zijn mooist en wordt druk bezocht door velerlei bonte vlinders. De prachtige plekjes struikhei komen nu in bloei en hun paarse gloed geeft kleur en scha keering aan het duinlandschap. Soms ziet men troepen spreeuwen suisend opvliegen van uit de braamstruiken. Spetterend en babbelend hebben zij zich te goed gedaan aan de sap pige zwart-blauwe bramen, wat voor hen een frisch en zoet hapje is. Door de vogels vooral wordt tevens de verspreiding van deze zoo begeerlijke duinvrucht bevorderd. Jong en oud ziet men deze dagen er op uit trekken om het busje te vullen of deze heer lijke vruchten uit de hand te eten. Wie ze nog nimmer zocht mist een stukje natuurgenot van het mooiste soort. De bloeitijd van de dophei is echter weer voorbij en het rose van dit zoo prachtige heideplantje krijgt nu een geel bruine tint. De hooioogst is voorbij en hoog opgetast ligt het gewas nu te geuren bij de boerderij. Onder de fel schijnende zon grazen de koeien in do met witte kleuren begroeide weide. De avon den echter worden koeler en Steeds vroegetr stijgen de nevels op uit slooten en vaarten, die het vee in de dauwwolken doet verdwijnen. Dit is een onmiskenbaar en niet te misduiden teeken der nadering van den herfst. Toch stemt ons dit niet somber, want ook dit jaar getij schenkt ons weer dagen van schoonheid en ontspanning in de natuur. Joh. AUGUSTUS. als Augustus in het land is, kunnen de dagen warm en drukkend zijn. Breed glanst de zon dan over de aarde en doet de warme lucht trillen en beven. In zulke stralende dagen als de Augustuszon straalt in de helder blauwe lucht, dan trekt alles naar buiten, naar strand en duin. Toch is deze vacantiemaand de minst interessante tjjd wat de natuur be treft. Deze heeft dan het hoogtepunt gehad. Wij bemerken reeds de naderende herfst. De dagen worden merkbaar korter en de nevelige morgens koeler. Het blad van plant en boom hebben niét dat frissche jonge leven meer van den voorzomer. Het is niet meer dat uitbundig en druk gedoe van de vogels: men kan niet meer vol bewondering liggen luisteren naar het lied van de zangers in duin en veld. Er heerscht nu een zekere stilte en moeheid in de natuur. Groote koppels kieviten ziet men reeds bijeen op de afgemaaide hooilanden. Troepen spreeuwen, waaronder de vaalgrijze jongen, zwermen over de zonnige weide. De jongen der weidevogels zijn nu groot en volgen de ouden op hun zwerftochten over de landen. Door de stille nachten, hoog onder de heldere sterren hemel, kan men reeds allerlei geluiden hooren van vogels op den trek. Vooral het „tjuu- (HERINNERINGEN UIT HET LEVEN VAN DORUS RIJKERS) door: Yvel Dlawnurg (Nadruk verboden). I Waarom Dorus Place de la Concorde griezelig vindt en de gevleugelde stier van Ninevé in het Egyptisch museum voor zee meerminnen uitscheldt. De volgende morgenDorus heeft een gat in de dag geslapen. Het gerinkel van de telefoon, waarmee de portier van Montreal mij uit het bed haalt, heeft hij niet gehoord. Huit heures, Monsieur, heeft hij gewaar schuwd. Muisstil ben ik uit m'n bed gekro pen, de héros de Hollande na zijn vermoeien de escapade door duister Parijs rustig laten doorslapend. Mijn eerste gang was naar den chef kok, dezelfde, die gisteren zoo lekker Heldersché panharing voor Dorus gebakken had en ver zocht hem, voor Parijs misschien ongewoon, voor Opa een partijtje karnemelksche pap te koken. Dorus was n.1. gewend zoo'n warm gerecht voor het déjeuner bij z'n dochter Doortje te gebruiken en zou voor niets van de wereld, al was hij in de Saharah geweest, hier van afwijken. Een uurtje later zit de héros de Hollande monter in de ontbijtzaal. De verslaggever van De Telegraaf, Roëll, wil hem als papeter ver eeuwigen, maar Dorus wil liever niet als een papetend kindje in de Hollandsche krant ver eeuwigd worden. Da's te kinderachtig voor de oud-schipper van de reddingboot uit Den Helder. In Den Helder heb ik ook nog familie, zegt Roëll, in het plantsoentje hebben ze gewoond. Je komt nou compleet niemand in de wereld tegen, of hij komt uit Den Helder, zegt Dorus, en alles wat uit Juttersland komt, is goed. Juist als Dorus dit gezegd heeft, komt zoo waar de liftboy met post voor Opa uit Den Helder aandraven. Dorus grijpt er naar als een haai. Dan draagt hij mij op den brief open te maken en in kwaliteit als secretaris moet ik deze voorlezen. Het is een brief van „Moed, Volharding en Zelfopoffering" en dié hopen, dat oude Dorus in Parijs niet al tè veel de blommetjes zal buitenzetten en dat zè zullen fuiven als hij weer in Den Helder komt. Dorus knikt genadig. Wat is er nog voor post, vraagt hij Dan til ik een krant op, waar omheen een bandje zit. Er staat op ge schreven aan Monsieur Dorus Rijkers. Als ik Dorus de krant laat zien, springt hij een meter de hoogte in. Alle menschen, dat is voor ze pet, de Heldersche krant in Parijs, lees er es gauw op, wat ze aan de afslag angebracht hebben. Och, och meneer, as je as jonge van dertien jaar in de vlet gezeten heb, interesseer je je vooral wat de visschermah doet. Hoe is het mogelijk, hoe is het mogelijk, dat ik nou in Parijs het nieuws uit de Hel dersche Courant lees. Ik zal ze effe schrij.- ve, dat ik het aardig vind. Dorus grijpt een potlood en schrijft een speGiale brief aan de Heldersche krant, iedere lezer uit die dagen zal zich deze brief her inneren. Voor de leut geef ik het slot weer: „Me maat past goed op mijn" Dat wilde Dodus persé op het eind schrij ven, hij is zoo veul als m'n kindermeissie, grinnikt-ie tegen Roëll. Gisteravond wou ié me nog een warme kruik geven, ik zeg maar een warme grok kan een zeeman beter ver teren. Maak geen lol Dorus, of ik laat je alleen koersen en eet nou maar je pap anders wordt ze koud en heeft dat dikke kokkie van Mon treal voor niks z'n best gedaan. Zoolang als de lepel in de breipot staat, dan treure we nog niet, zingt Dorus en dan begint hij met smaak te roeren en te eten. Het is een heerlijke wintermorgen vol zon. De straten, waardoor wij gaan, zijn groo- tendeels dezelfde als daar wij vannacht door gewandeld hebben, maar toch wat een ander aspect vertoont nu Parijs. Toen zwierf het uitvaagsel van de wereldstad over het asphalt... waren er parasieten, souteneurs, leegloopers, toen maakte de onderwereld de donkere straten onveilig en nu, in het kla terend licht, dat over de straten plenst, be weegt zich een groote menigte, die nijver als bewoners van een groote bijenkorf produc tieve arbeid verrichten. Het Fransche volk moet niet beoordeeld worden naar Montmartre bij nacht; de Franschen in het algemeen en de Parijzenaar in het bijzonder zijn geen ver kwisters, het is een nijver, spaarzaam volk, dat hard arbeidt en oppot. Minister Laval in deze tijd heeft juist daardoor misschien de meeste moeilijkheden, om de financiën van Frankrijk te saneeeren, omdat de bevolking van Marianne het geld niet in circulatie brengt, maar angstvallig de gouden en zilve ren franken in een oude kous thuis bewaart. Tjonge, tjonge, wat hebben ze hier toch een groote, lange brooden, zegt Dorus, wij zende op vrouwen met korven, waarin broo den uitsteken van minstens een meter lang. Het is hier toch wel aardig, maar weet je wat ik mis, dit tegen de verslaggever van De Telegraaf, ik mis hier water, geen spog water, behalve dat in m'n wasblikkie heb ik niet gezien. We staan op Place de la Concorde, het middelpunt van Parijs, een der grootste plei nen van Europa. Het Place de la Concorde pleegt door z'n uitgestrektheid de bewonde ring van iedere vreemdeling op te wekken, maar Dorus is niet erg enthousiast. Het ié hier effe grooter, dan het Westplein. Da's waar, maar hét Marsdiep is nog wijer. Dorus schudt het hoofd. Wat hei je nou eigenlijk aan zoo'n groot plein, en d'r loopen niet eens veel menschen. Dat lijkt maar zoo Dorus, omdat het zoo geweldig groot is, maar weet je wel, dat dit groote plein een heel griezelig plekje ge weest is? Heb je wel eens wat gehoord van de Fransche revolutie? Dorus knikt. ïn m'n jonge jaren heb ik daar veul over hooren ver tellen, toen hebben ze die Koningin, 't mot een erge mooie vrouw geweest zijn, die Ko ningin van Frankrijk, hoe hiette ze ook weer, het was een dubbele naam, Merie heette ze en nog wat Antoinette, help ik Dorus. Juist Merie Antoinette, zoo hiette ze, je most schoolvos worden, dat je dat zoo weet, die hebbe ze onthoofd, bij die ruzie revolutie. Dat gebeurde op dit plein, Dorus, op dezelf de plek, waar je nu staat, op Place de la Concorde stond toén de guillotine, dag en nacht werkte de beul met z'n afgrrjzelijke bijl. Marie Antoinette en haar man, Koning Lodelijk, werden hier onthoofd, zoowat drie duizend Franschen werden terecht gesteld: Dorus schudt misprijzend het hoofd. Ge lukkig maar, dat die tijd afgeloopen is. Ik hou niks van die terechtstellingen, ik ben heelemaal niet benauwd, maar daar hei je nou in Den Helder hè, daar hei je het Galgen veld, ze zegge, dat ze daar vroeger menschen aan een dwarshout aan de galg hebben opge hangen. Nou en dan 's avonds, as ik als klein kind d'r voorbij moest, dan dorst ik niet te kijken naar de plek, waar die galg, zoo ze me verteld hebben, gestaan had. Ze zeggen ook wel, dat ze die menschen an de galg op het Galgenveld lieten hangen, als een waarschu wing voor anderen, dat ze op hun hoede moesten zijn. Ik zeg maar, teugenwoordig hangen ze in Den Helder wat beters aan de galg, da's die groote stormbal en die zwiept in de Noord-Wester heen en weer, dat betee- kent ook wees op je hoede. Daar hebben de zeelui wat an. Het is me hier te griezelig, ik wil nou naar het water. Opa beent met snelle passen over Place de la Concorde. We zullen op de brug gaan staan, Opa, dan heb je een prachtig gezicht over de rivier. Opa kijkt nu weer op de Seine, die snel onder de brug voortstroomt. Is dat nou alles, zegt hij teleurgesteld, dat slootwater, het ljjkt precies het Heldersche stinkkanaaltje, en deze brug is geen haar mooier dan de brug bij de Nieuwstraat. Die is goed, zegt de correspondent van De Telegraaf en hij telefoneert 'aan zijn blad: „Dorus snakt naar water, naar elk plasje op straat kijkt hij met verteedering, aller eerst gaat hij naar de Seine, maar die smalle GEZONDHEIDSVER. TYPOGRAFEN DERTIEN. Dertien is een heel raar nummer, Noemt men 't ongeluksgetal; Waarvan ik U nu eens even Een klein voorbeeld geven zal! Dertien was bij ons het aantal, Ging met speldjes er op uit, Kwamen thuis, hoe is het moog'lijk, Met een heel voornamen buit. 't Aantal dertien was gelukkig, Brachten één kwart duizend pop, Voor de typografen binnen, Noemt U dat soms nog een strop? Typo's zijn hiermee gelukkig, 't Aantal dertien deed hen goed, Dertien collectanten geven, Hen weer Kracht en Levensmoed. Die mijzelf soms heeft zien bedelen. Rekent mij gerust niet hoor, Het publiek en collectanten, Daar een diepe buiging voor. Nummer veertien niet vergeten, 't Is natuurlijk weer Van Twisk, Die het hart der collectanten, Wederom veroveren wist. 't Vrije bioscoopje nam men, Met zéér veel genoegen aan, Door hem hiervoor dank te brengen, Wil ik hiermede volstaan. Jan Mens. De opbrengst van de Zaterdag gehou den collecte bedroeg 261.50. diepliggende sloot, vindt hij lang niet zoo grandioos als het kanaal uit Koegras." Heel Nederland weet des avonds dus dat de Heldersche Dorus nog steeds heimwee heeft naar het Marsdiep, maar ik zit er mee. Dorus is niet tot enthousiasme te brengen, en toch ik geef het niet op. Het water moge niet naar je zin zijn, Dorus, maar de pont de la Concorde deze brug is toch heel wat anders dan die van de nieuwe Brugsteeg, daar zie je niet de Tuilleriën en ook niet een Paviljoen als het Louvre en je heb er ook niet la Chambre députée. Wat is dat de Sjamber van députées, zegt Dorus verachtelijk, volgens de manier van z'n maats uit de Nieuwe Brugsteeg, kringetjes spugend in de richting van de Seine? Dat is de Kamer van Afgevaardigden, Dorus. Da's in Den Helder ook, zegt Dorus, daar voor hoef je niet naar Parijs om zoo'n kamer te zien. Op het Dijkie, als het Raad is, zitte ze ook altijd te zeuren. Je mot me nou eens laten zien, wat ik nog nooit gezien heb. Er is met Dorus geen eer te behalen, hij behoort tot de felle critiekasters. Nu gaan we naar het Louvre, Opa. Dorus knikt. Vooruit dan maar weer, naar de Loeverzij. Eenigë oogenblikken later staan we voor het groote gebouw en dan is Dorus toch even overdonderd. De portiers van dit grootste museum ter wereld springen in de houding als Dorus verschijnt. Zij zelf hebben in dappere strijd voor la Patrie vele orderteekenen gekregen. De kranige houding van de oude Dorus imponeert deze oud-strijders en ook zij vra gen eerbiedig, wie is die oude man? II est un grand héros de Hollande, vertel ook dat Dorus 511 menschen gered heeft. Maar Dorus vermoedende, dat ik hem op sta te hemelen zegt: Ik versta d'r geen klap van, wat je teuge die cheffie's zegt, laten we het Loever nou maar eens gaan bekijke. Tjonge, tjonge, wat een gebouw. Het is toch een stuk grooter als het weeshuis in Den Helder. Wat een beesté, wat een koeie zijn dat, dat zijn zeker zee- meerminne, zegt hij op de gevleugelde stieren van Ninniphée wijzend. Dorus loopt door de zaal. Waar zijne we nou? Wat een gekke dinge zie je, eerst stiere met vleugels en nou weer leeuwe met de kop van een mensch, zegt Dorus, op de spfinxs wijzend. We zijn in de Egyptische afdeeling, Opa, hier liggen menschen, die al duizenden jaren geleden gestorven zijn je ziet hier ook de sarcophagen, liggen hier mummie's, dooie menschen, die duizend jaar geleden geleefd hebben. Ik zou me toch een aap schrikken, als zoo'n ouwe Egyptenaar met z'n kop uit z'n kist kwam kjjke. Alweer zoo'n groote stier, as ie levend was, zou het een goeie bout zijn voor de slager uit de Middenstraat, die kon 'm dan leveren voor z'n leverantie an de Marine. Da's de heilige stier Apis, Dorus, die werd door de oude volkeren als een heilig wezen vereerd. Ze lijken wel van lotje getikt, zegt Dorus, maar het is hier toch wel aardig in het Lover. Wat is er nog meer loos hier? (Wordt vervolgd). Inspecteur van politie mishandeld. Zondagavond is oneenigheid ontstaan tus schen personeel der kermisinrichtingen te Zwolle in en om het café Mascotte aldaar. Een van hen schijnt daarbij zwaar mishandeld te zijn, doch de politie en een rechercheur hebben de vechtenden verwijderd. Even later stonden dertig mannen op de Melkmarkt, waar zij een dreigende houding aannamen. Zij kwamen op den inspecteur en den rechercheur af, die zich met wapenstokken verdedigden. De inspecteur kreeg echter een kaakslag en werd plotseling van achteren door iemand met een hard voorwerp op het hoofd gesla gen zoodat hij bewusteloos ineenzakte. Dé dader nam de vlucht waarna de inspecteur bij omwonenden werd binnengedragen. Hij bleek een vrij ernstige verwonding te hebben gekregen en kon van den dader slechts een vaag signalement opgeven. De politie stelt een onderzoek in. MISHANDELING VAN EEN VERLOOFD PAARTJE. Zondagavond is in een café te Horst een vechtpartij ontstaan. Zekere J. en zijn ver loofde liepen eenige messteken op. Nadat ge neeskundige hulp was ontboden zijn beiden naar het St. Anthoniusgesticht vervoerd. Zondagnacht zijn de gebroeders D., de ver moedelijke daders, door de politie van hun bed gelicht. Een arrestatie te Amsterdam;. Een ambtenaar van maatschappelijken steun te Amsterdam, die belast was met het in ontvangst nemen van teruggestorte gel den van tijdelijken steun, heeft van deze gel den in den laatsten t(jd een paar honderd gulden ten eigen bate aangewend. Hij is aap een der bijkantoren door de politie gear resteerd en heeft een volledige bekentenis af gelegd. In Mei van dit jaar is een diamanthandelaar uit Amsterdam, zekere Dverdwenen met medeneming van een partij diamant ter waar de van ruim 10.000. De man is toen eerst naar België gegaan en heeft van daar de wijk naar elders genomen. De politie heeft hem tot nu toe niet kunnen opsporen. Dezer dagen echter kreeg de politie te Am sterdam er kennis van dat de echtgenoote van den heer D. zich te Algiers aan boord van het s.s. „Calypso" van de K.N.S.M. had inge scheept met bestemming naar Amsterdam. In haar gezelschap bevond zich haar 15-jarig zoontje. De politie stelde er prijs op deze vrouw bij aankomst te Amsterdam aan een verhoor te onderwerpen en derhalve verzocht zij aan de politieautoriteiten te IJmuiden er voor te willen zorgdragen, dat mevr. D. bij aankomst aldaar niet van boord zou gaan. 13 Augustus. Er zijn nog goede men schen in de wereld! Als de zooveelste vacantiedag ten einde spoedt, vader, moeder en de jongens in luie stoelen in en vóór het tijdelijk gehuurde huia hangen, de sjoelbak door twee fanatici bezet wordt gehouden, de pingpongtafel vochtig ia van verbruikte transpiratie, dan verlangt de vacantie-mensch naar geestelijke afleiding van licht kaliber. Dan grijpt hij naar een puzzle. En ziedaar een weldoener, die er veel geld voor over had, den vacantie-mensch zoo'n afleiding te verschaffen. Hij plaatste zijn puzzle, tot leeringhe ende vermaeck, in da advertentiekolommen van een deftig Rotter- damsch blad. „Huwelijk, Heer, 47, jong, sl., sport, mod, rel., gesch., eischer, v. pos. 5% m., z. k. m. ook levenswijs gew. dame, zelfde type, royaal kar., fin. onafh. (om opv. 2 dochtertjes a. d. Moeder te kunnen laten), om rest leven harm. op te bouwen. Tusschenp., Ds,, Dr., mog. op eerew. Br. N.R.C. 5037." Vader begon Dat zal beteekenen: „Heer, 47, jong, slampamper, sportief model, relatief gescheiden, eischer van posi tief 5% maan, zonder kinderen maar ook levenswijs geworden dame, zelfde type, royaal karonje (protesten) finaal onafhanke lijk, (om opvatting 2 dochtertjes aan de moeder te kunnen laten), om rest leven „Harmonie" op te bouwen. (Zeker een archi tect). Tusschenpoos. („O", zei Vader beden kelijk en veelzeggend). Dominé, dokter mogen op eerewijn!" „Onzin!" zei moeder, je maakt er maar wat van. Ik lees er dit uit: Heer, 47, jongensachtig, slim, sportieve modiste (die zoekt-ie natuurlijk!) relaties ge- schandalizeerd (daarom moet-ie zoo gauw mogelijk weer trouwen) eischer, van postuur 5% meter (geróep: „Ach laat je niet uit lachen!" Moeder, eigenzinnig: „Die heb je!! En desnoods overdrijft-ie wat, daarvoor is het een huwelijksadvertentie") zoekt kamers met ook levenswijs geworden dame (zoo slaat-ie twee vliegen in één klap), zelfde type. Royaal, karige financiën, onafhaalbaar. („Dat is hij natuurlijk weer. Nogal eerlijk, om er zoo voor uit te komen. Maar affijn, dan is ze gewaarschuwd.") om opvliegende 2 dochtertjes aan de moeder te kunnen laten. („Nou, ik begrijp niet wattet ermee te maken heeft, maar ongelijk kun je 'm als man zijnda niet geven; zulke nesten".) om rest leven harmonium op te bouwen. („Affijn, dat moet hij weten"). Tusschenpersonen, dominé, dok ter, mogen op eerewoord brieschen...of zoo iets, zei moeder, maar ik geef het voor beter". De kinderen begonnen zich voor de puzzle vari den weldoener te interesseeren. Zij maakten spelenderwijs kennis met de ernstige levensvraagstukken. Toén zei het dochtertje: „Die meneer smijt met geld. Als ik het goed begrijp, had hij eenvoudig kunnen adverteeren: R.E.D.T. M.E. S.O.S: V.R.O.U.W, E.N; G.E.L.D. N.O.O.D.LG." Je bent mal kind, zei Moeder Heelemaal niet, zei hét dochtertje. Want het zou beteekenen: Rijken En Dwazen, Trouwt Met Eten Slanken, Onbemiddelden Sportsman. Vraag Royale Onafhankelijke Uitstekende Wederhelft En Natuurlijk Graag Een Levenswijze Dame. Naast Originaliteit Ook Degelijke Inrichting Gewenscht. Toen stond iedereen paf! Ze heeft gelijk! Wat er met afkortingen al niet te bereiken is... Gisterenmorgen vroeg is de „Calypso" te IJmuiden aangekomen. De politie stond op de zeesluis. Mevr. D. stapte niet van boord. Na het vertrek uit IJmuiden werd echter aan boord niets meer gezien. De tweede stuur man stelde een onderzoek in, doch men heeft haar aan boord niet kunnen vinden. Men had mevr. D. na het passeeren van de Noord-Hin der niet meer gezien. Op welke wijze de vrouw van boord is gekomen, weet men niet. De politie zet intusschen het onderzoek voort. In zee gesprongen. Betreffende de vermissing van mevr. D., die zich aan boord van de „Calypso" bevond, ver neemt de Nw. Rott. Crt.", dat zij hoogstwaar schijnlijk tusschen Noord-Hinder en de pieren van IJmuiden in zee is geraakt. Ook haar zoon kon geen opheldering geven. De jongeman zou gisterenmiddag op het politiebureau te Amster dam worden gehoord. Gisterennacht heeft dé politie te Haar lem op den Kennemerbrug een auto aange troffen, waarvan een wiel ontbrak, van de resteerende drie wielen waren de banden lek. De carosserie vertoonde eenige bescha digingen. Bij onderzoek bleek dat de auto het eigendom was van een 28-jarigen ingenieur uit Haarlem, die, hoewel beschonken een ritje was gaan doen. In de Kennemerstraat was hij tegen een huis aangebotst waarbij twee banden sprongen en een wiel losraakte hetgeen voor den ingenieur geèn bezwaar bleek nog tot de Kennerbrug door te rijden. Hier bemerkte hij dat er iets niet in den haak was. Hij stapte uit en liet den auto staan. De politie heeft het vehikel in beslag genomen en proces verbaal opgemaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 5