Buitenlandsch Overzicht.
De stem uit het
onbekende
EUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7642
eerste blad
DINSDAG 3 SEPTEMBER 1935
63ste JAARGANG
Sensationeel wending in de kwestie Italië-Abessvi
Stelt zijn land open voot Engelsch-Araerikaansch kapiiaaï"
Natuurlijke verdedigings
middelen van Abessinië.
Nog 200.000 Italianen
onder de wapenen.
COU RA.
Nederl. OosÏ en wLTl^r 165; binnenland f 2._,
landen f 3.20. Los.se nos. 4 ct- T°'p P Ïct "w JZ
Tjf\«riQ^oki j Ir* P* P* ct. Weekabonnementen 12 cL
fl.70. reS£> 5°' f0 7°' f0,70'fl*—Modeblad resp. f 1.20, fl.50, fl.50,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DB BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE Nl
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meiled. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer!
10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
>nië. De Negus
houdt Z,ch bu,te* de ^ak. - De Ver. Staten en de Sovjets
Handige
diplomatieke
zet van
Abessinië.
Een nieuwe fase is
aangebroken in den toe
stand geschapen door
het Italiaansch-Abes-
synsch conflict, een fase,
die, nu reeds, aanleiding
is tot heftige commen
taren, tot uitvoerige be
schouwingen en die nog dagen lang de we
reldpers zal bezighouden. Wij hebben h»ar
Zaterdag reeds met een sober telegram ver
meld: de Negus van Abessynië heeft aan een
Engelsch-Amerikaansch consortium conces
sies verleend voor de ontginning van petro-
leumvelden in zijn land.
Laten we, alvorens ons te gaan verdiepen
in de mogelijke gevolgen hiervan, even de
feiten nagaan, zooals die zich uit de diverse
Reuter- en andere berichten voordoen. Het
bericht, zooals dat werd gepubliceerd, wordt
thans officieel uit Addis Abeba bevestigd. In
een Zaterdagochtend gepubliceerd communi
qué wordt medegedeeld, dat de regeering van
Ethiopië een verdrag heeft onderteekend met
een Amerikaansche maatschappij, waarbij aan
deze maatschappij de exploitatie van de pe-
troleumbronnen in een uitgestrekt gebied
langs Italiaansch Somaliland en Eritrea wordt
gegund. Het toegestane gebied omvat bijna
de helft van Ethiopië. Blijkens nadere be
richten omvat het de buitengewoon rijke pe
troleum vel den van Aoessa en Jigjigga (Oost-
Harra), waar voor kort een exploratie ten be
hoeve van Italië geschiedde door den heer
Nesbit, die later bij het ongeluk van de „Gaai"
boven de Alpen is gekomen, en door den heer
Pastorali, een Italiaan. Beiden hadden de
aanwezigheid van zeer veel petroleum in den
bodem vastgesteld. De olie in beide velden
kan zoowel wat kwaliteit als kwantiteit be
treft concurreeren met die van Irak.
Uit goede bron wordt vernomen, dat het
petroleumveld van Aussa namens den keizer
kortgeleden aan Italië werd aangeboden tegen
betaling in contanten. De koopsom zou dan
worden gebezigd voor het te werk stellen van
adviseurs ten behoeve van de ontwikkeling
en de moderniseering van het keizerrijk, mo
gelijkerwijs onder auspiciën van den Volken
bond. Dit aanbod werd niet aangenomen.
De beteekenis hiervan voor Abessynië kan
niet genoeg worden geschat: naar het oordeel
van buitenlandsche experts beteekent het den
genadeslag voor economische doeleinden van
Italië in het achterland van Italiaansch So
maliland en voor het Fransch-Engelsch-
Italiaansch-verdrag van 1906 krachtens het
welk de economische hulpbronnen van Abes
synië tusschen deze drie mogendheden worden
verdeeld.
De onderhandelingen, welke tot dezen op-
zienbarenden stap hebben geleid en welke
meer dan een jaar hebben geduurd, zijn uit
sluitend gevoerd door den heer Ricket, een
mysterieus persoon, die al sedert jaren achter
belangrijke internationale financieele trans
acties heeft gestaan, waarbij Engelsche, con
tinentale en Amerikaansche beiangen samen
werken. Hij heeft ook een belangrijke rol ge
speeld b(j het constateeren van petroleumvel-
den m Irak.
Ricket is thans naar Cairo vertrokken en
zal vandaar per vliegtuig naar Londen gaan.
Vóór z(jn vertrek vroeg de speciale corres
pondent van de „Daily Telegraph" hem, of de
exploratie van de petroleumvelden ook voort
gang zou vinden, mdien Italië Abessinië den
oorlog zou verklaren. Hij antwoordde hierop
bevestigend. „Oorlog of geen oorlog", zoo
zeide hij, „wij zullen zoo snel mogelijk aan
het werk gaan."
Mussolini kan
niet meer terug
Politiek is zijn
positie wellicht
verbeterd
Zooals begrijpelijk is,
verwekte de tijding van
deze concessie groote
sensatie. Dat Rome ver
ontwaardigd is, wie
zal dit het land kwalijk
nemen? Italië staat met
een geweldig leger al
maanden gereed voor
een inval in Erithrea en nu komt plotseling
de Negus met dezen, laa; het ons maar eer
lijk bekennen, handigen diplomatieken zet, en
zet het vrijwel schaakmat. De N. Rott. Cou
rant spreekt van een „verbluffend bericht",
dat, als het juist is en het is, zooals we
zagen, juist „een onoerekenbaar voordeel
is voor Mussolini". In welk opzicht dan? zal
de lezer vragen. Daarvoor moet men den po-
litieken toestand wat nader beschouwen.
Frankrijk voert een uiterst voorzichtigen
buitenlandsche politiek, Het tracht zijn posi
tie tusschen Italië en Londen te handhaven.
Vermoedelyk heeft het zich in Januari tegen
over Mussoloni te veel gebonden ten opzichte
van Abessinië; th s houdt het zich passief,
ook jegens den Volkenbcnd. Het kan moeilijk
op een krachtig Volkenbondsöptreden aan
dringen als het weet, dat Frankryk daardoor
het mede-risico zou loopen van oorlog ter
verdediging van Britsche oliebelangen. En
ditzelfde geldt ook voor den Volkenbond zelf.
Engeland zou eventueel de zaak dus alleen
moeten opknappen. Maar zal het dat doen?
Mussolini kan inderdaad niet terug: hij heeft
een groot leger in Somaliland bijeengebracht
en kan dat zonder meer maar niet zoo naar
huis zenden. Dat begrijpt ieder.
De voorbereidende maatregelen, die Musso
lini voor den Abessinischen veldtocht heeft
genomen, hebben zijn land in financieel op
zicht bijna geruïneerd. Hij heeft thans een
koloniaal succes noodig, want, verkrijgt hij
dat niet, dan iszijn positie, zoowel in Italië
zelf als daarbuiten, onhoudbaar geworden.
Dit weet men ook te Londen beter dan waar
ter wereld. Indien het den Engelschen er om
te doen was Mussolini een groot échec te be
reiden, dan zou men op dit oogenblik den
internationalen toestand zeer duister moeten
inzien. Engeland heeft er echer geen belang
bij, dat de Italiaansche regeering een éclatante
nederlaag lijdt.
Het ligt daarom voor de hand, dat men te
Londen het uiterste zal doen om in een of
anderen vorm Italië alsnog tegemoet te
komen.
Engeland
tracht intrek'
van het
contract te
verkrijgen.
Zaterdag reeds gaf de
Engelsche regeering dan
ook een communiqué uit,
waarin het den Negus
King van het adviseert de concessie
in te trekken. Zij zegt
daarin, dat de Engel
sche regering tot nu toe
geen enkele bevestiging
van dit bericht heeft ontvangen, doch dat zij
het noodig geacht heeft den Britschen gezant
te Addis Abeba er van in kennis te stellen,
dat dergelijke concessies ongetwijfeld op
grond van artikel 2 van het driemogendheden-
verdrag van 1906 het onderwerp van bespre
kingen zouden moeten uitmaken tusschen de
Engelsche, Fransche en Italiaansche regeerin-
gen.
Onder deze omstandigheden is de Engel
sche gezant te Addis Abeba dan ook gemach
tigd, indien het bericht juist zou zijn, den
keizer van Abessinië er van in kennis te
stellen, dat de Engelsche regeering, voor zoo
ver het haar aangaat, den keizer moet aalt
raden de concessie in te trekken.
Vatten wij dus de indrukken samen, die h?t
bericht heeft verwekt, dan is Italië veront
waardigd, maar vastberaden. Mussolini heeft
het in een toespraak tot het Italiaansche
volk gezegd:
„De weg, dien wij moeten volgen, is voor
ons afgeteekend. Het is de eenige en de goede
weg. De politieke manoeuvres, die beoogen
ons daarvan af te brengen en waarover wij
berichten uit het buitenland hebben ontvan
gen, zullen vruchteloos zijn. Diegenen, die
zich verbeelden, dat zij door een miserabele
politiek den opmarsch van het jonge, krach
tige fascistische Italië kunnen stuiten of ver
tragen, zullen hun illusies moeten opgeven."
Engeland adviseert, zooals we boven zagen,
de concessie aan te houden. Particuliere trans
acties, aldus Minister Huil aan de journalis
ten, interesseeren de regeering onder normale
omstandigheden niet, en het is onder Roose-
velt's-bewind niet de gewoonte, dat de Ame
rikaansche concerns eerst het ministerie
raadplegen, alvorens zy groote transacties in
het buitenland sluiten.
Begrijpelijkerwijs interesseert men zich ten
zeerste voor den persoor van F. W. Rickett,
den man, ten wiens name de concessie is ver
leend. De „News Chronicle" weet te melden,
dat de heer Francis William Rickett een Fn-
gelschman is, woonachtig te Draycott Place,
Londen, en een landhuis bezit te Newbury, in
het Engelsche graafschap Berkshire.
In de eerstkomende dagen zullen wij nog
wel meer omtrent deze sensationeele wending,
die de kwestie geloopen heeft, vernemen.
De Ver. Staten
en de Sovjets.
Wij moeten nog even
terugkomen op de be
trekkingen tusschen
Amerika en de Sovjet
unie, die, zooals men
weet, door de bekende wisseling van diploma
tieke stukken, zijn vertroebeld. De Vereenig-
de Staten hebben thans de Sovjet-regeering
gewaarschuwd, dat de toekomst der vriend
schappelijke betrekkingen tusschen de Ver-
eenigde Staten en de Sovjet-republiek uit
sluitend afhangt van de strikte naleving der
door de Sovjets gedane beloften, zich niet te
Feuilleton.
Naar het Amerikaansch van
Bastil Harrison
VI.
De maan was achter het woud weggezon
ken, lange schaduwen vielen over de rivier;
een gefluisterd bevel, en vijf vlotten werden
in den stroom geduwd. Langzaam dreven ze
naar het dorp; de opvarenden hadden zich
veiligheidshalve languit neergelegd. Toen ze
aan den overkant waren, beval Sir Martin
de soldaten in de schaduw der boomen dek
king te zoeken en daarop sturde hij de
speurders vooruit op verkenning. Ze bleven
niet lang weg en rapporteerden, dat het dorp
in diepen slaap was. Vijf mannen werden
achtergelaten om de vlotten te bewaken en
zoo een terugtocht mogelijk te maken; toen
trok de majoor onhoorbaar voort met de rest
van de colonne. De dorpsbewoners schenen
zich in hun geïsoleerde positie zóó onaan
tastbaar te achten, dat ze geen wachtposten
hadden uitgezet een buitenkans voor de
aanvallers!
Eensklaps liet Terrence een gedempt com
mando hooren. De Askari's vuurden een salvo
in de lucht en renden zoo hard ze konden en
een woest krijgsgeschreeuw aanheffend, naar
het centrum van de verzameling hutten, waar
zich de „residentie" van het opperhoofd ge-
vond.
Het dorp schrok wakker en op hetzelfde
oogenblik, dat ze te voorschijn kwamen,
gingen de negers er van door. De mannen
sprongen naar rechts en links om een schuil
plaats te zoeken, de vrouwen en kinderen
volgden hen op de hielen. Meg's krijgsplan
bleek een volkomen succes: de overrompeling
had een panischen schrik veroorzaakt, die
elke gedachte aan tegenstand verlamde.
Twee mannen, een stuk of vier vrouwen
en een dozijn kinderen buitelden uit de hut
van het opperhoofd; de Askari's grepen de
twee mannen en lieten de anderen loopen.
Een plotselinge stilte viel. Uit den ingang
kwam een verblindende lichtstraal, die hutten,
gestalten en boomen in een feilen, witten
gloed zette, een enkele flits. Daarna leek de
duisternis nog dieper dan tevoren.
Opeens de joviale stem van Mr. Vaughan:
„Hallo, Meg, ik dacht wel, dat je nu lang
zamerhand zou komen opdagen. Hoe is 't er
mee, kind?"
I „Best, alleen 'n beetje verblind door uw
bliksemlicht, vader. Is 't met U ook goed?"
j Ze sprak op kalmen toon, maar de trilling
van opluchting in haar woorden ontging Sir
Martin Terrence niet.
Hij richtte het schijnsel van zijn electrische
lantaarn op Mr. Vaughan en zijn verbaasde
oogen rustten op een wonderlijk uitziende ge
stalte in de overblijfselen van een expeditie-
costuum, een gestalte, van het hoofd tot de
voeten met een vuil, klei-achtig grijs over
dekt.
„U kent majoor Terrence, vader," hernam
Miss Vaughan; „hy was zoo vriendelijk mij
te begeleiden."
Mr. Vaughan hinkte naar voren, schudde
den majoor de hand.
„Hoe gaat het, Sir Martin? Blij u te zien.
Ik ben u buitengewoon verplicht, dat u Meg
geholpen hebt hier te komen." Hy wachtte
even en vervolgde, met een klank van op
rechte verontwaardiging in zijn stem. „En als
u de Britsche autoriteit in dit gebied bent,
moet ik u er op wijzen, hoe schandelijk
onhygiënisch deze hutten zijn. De bewoners
slapen allemaal in asch, van jaren en jaren
opgespaard. Ik heb er ook in geslapen. En
ik kan u zeggen, meneer, dat het allemachtig
smerig is."
„Asch?" echode Terrence, niet weinig van
zijn stuk gebracht door het feit dat hij, na
den moeizamen tocht door het bosch en de
gewaagde overrompeling van het dorp, dood
leuk met een klacht over de slaapgelegenheid
der inboorlingen verwelkomd werd. „Neen, ik
ben niet de Britsche autoriteit in deze streek.
Ik was toevallig in de buurt. Hoe lang bent
u overigens hier?"
„Byna drie dagen Ik kon niet weg van
wege een jaap in mijn been, die ik opliep bij
een kleine schermutseling met een paar van
deze heeren." Hij richtte zich tot zijn dochter.
„Ik geloof toch dat je gelijk had, Meg; ze
waren er heelemaal niet op gesteld, dat ik
een foto nam. Tusschen haakjes, waar ben ik
eigenlijk?"
„Een goede vijf-en-dertig mijl ten Oosten
van Kuala", deelde Meg zakelijk mede, maar
haar stem verried duidelijk, dat het haar
moeite kostte om haar zelfbeheersching te
bewaren bij de nuchtere onverstoorbaarheid,
die haar vader aan den dag legde. Had hij
dan geen sprankje gevoel voor de ongerust
heid en de moeite, die hij haar bezorgd had,
om niet te spreken van de opofferingen, die
Terrence zich had moeten getroosten?
Maar Mr. Vaughan was zóó vervuld van
zijn eigen avontuur en blijkbaar zóó blij, dat
hij een auditorium had voor zijn aangeboren
spraakzaamheid, dat hij onbekommerd voort-
praatte:
„H'm, een heel eind! Enfin, het logies zou
nog niet zoo slecht geweest zijn, als die be
roerde asch er niet was. En behalve mijn
been, heb ik eigenlijk nergens bepaald last
van gehad. Maar dat neemt niet weg, dat ik
erg verheugd ben jullie te zien. Kom binnen,
dan kunnen jullie kennis maken met mijn
vriend het opperhoofd."
Hij deed een stap ter zijde en noodigde hen
met handbeweging uit de hut binnen te treden.
De vele vragen, die Terrence op de lippen
ragen, doofden uit in zijn verbijstering over
de simpele goedmoedigheid,waarmee de
Amerikaan de situatie opnam; de oogen-
schijnlijk onverwoestbare, beminnelijke kalm
te van zijn wezen werkte ontwapenend. En
zonder een woord volgde Sir Martin zijn reis-
genoote in de ronde hut.
Deze werd verlicht door een helderen gloed
van een vuur in het midden. Er omheen was
een diep bed van asch opgehoopt,, overblijfsel
van andere vuren sinds jaren her. Hierop
troonde de omvangrijke gestalte van het
opperhoofd, aan wien Mr. Vaughan hen niet
zonder plechtstatigheid in het Engelsch voor
stelde, hoewel de oude heer er geen woord
van kon verstaan.
Daarop vervolgde Meg's vader: „En dit is
mijn vriend, het oog, dat alles ziet."
Hij wees naar den achterkant van de hut.
waar op ooghoogte een zakcamera hing.
„Hoe maakt u het? Aangenaam u te ont
moeten," antwoordde de camera met im-
poneerend-barsche stem, eveneens in het
Engelsch.
„De oude truc, vader, viel Miss Vaughan
uit, „de buiksprekery
mengen in de binnenlandsche aangelegenhe
den der Vereenigde Staten.
De waarschuwing is niet gedaan in den vorm
van een nota aan Moskou, maar in een for-
meele verklaring, die gepubliceerd is.
De jongste nota der Vereenigde Staten en
het antwoord der Sovjet-Unie doen de vraag
rijzen, aldus zegt de minister, of de Sovjet-
regeering onder schending van de uitdrukke
lijke overeenkomst in zake haar erkenning
door de Vereenigde Staten in 1933, op haar
grondgebied organisaties of groepen wil dul
den, welke plannen koesteren of leiding geven
aan ondernemingen, die ten doel hebben, de
politieke of sociale orde der Vereenigde Sta
ten omver te werpen.
Geconstateerd wordt dan, dat de Sovjet-
regeering zich buiten twijfel heeft schuldig
gemaakt aan miskenning van de door haar
gegeven belofte.
Wanneer de Sovjet-regeering in haar nota
van antwoord uiting heeft gegeven aan haar
bedoeling haar beloften, namelijk de actie der
Communistische Internationale en van derge
lijke organisaties te verhinderen, in het ge
heel niet na te komen, dan is hiermede een
zware slag toegebracht aan de vriendschap
pelijke betrekkingen tuschen de beide landen.
Indien de Sovjet-regeering blijft doorgaan
met haar politiek, op haar gebied handelingen
te dulden, die een inmenging beteekenen in
de binnenlandsche aangelegenheden van de
Vereenigde Staten, in plaats van deze hande
lingen krachtens schriftelijke aangegane ver
plichting te verhinderen, dan zouden de
vriendschappelijke en officieele betrekkingen
tusschen beide landen ernstige schade lijden.
Dr. Lambie, een persoonlijk vriend van
keizer Haile Selassie, die in de Vereenigde
Staten is teruggekeerd na 28 jaar in Abes
sinië als arts te hebben gewerkt, is van mee
ning, dat de natuur en de ziekteverschijnselen
verschrikkelijker hinderpalen zullen blijken
voor een invaller, dan de Ethiopische krijgs
lieden zelf, aldus bericht Reuter.
Van alle kanten, aldus dr. Lambie, is de
3000 meter hooge Abessinische hoogvlakte
beschermd. In het omringende laagland, de
zwarte aarde, heerschen tyhpus en malaria
en is al na een kleine regenbui onbegaanbaar.
Indien een hooggelegen weg wordt gekozen
om de ziektegevaren te vermijden, zijn er de
vele diepe bergkloven en gevaarlijke kammen.
De Abessiniërs zelf, die in het hooggelegen
deel wonen, zijn zelf niet immuun voor de
ziekten van de moerassen in het laagland. Zij
hebben hun posten daarom ingericht aan den
rand van het hooge plateau en van deze
schier onbereikbare posities doen zij uitvallen
naar het lager gelegen deel om den invaller
af te matten.
Zij zouden echter sterven als vliegen, als
zij in het laagland bleven en bij de invallers
zal waarschijnlijk hetzelfde het geval zijn. De
bewoners van het laagland zelf. aldus de
arts, zijn ongedisciplineerd en storen zich niet
aan de wetten. Zij zijn immuun geworden
voor de malaria.
Onlangs heeft de Negus ongeveer 2000 km
wegen laten aanleggen waarmee de hoofd
stad verbonden wordt met de uiterste posten
aan den rand van het plateau. Deze wegen
worden thans gebruikt om daarlangs de
munitie te vervoeren.
Oproeping in September.
In een toespraak tot de troepen, die deel
namen aan de manoeuvres zeide Mussolini
dat in September wederom 200.000 man on
der de wapenen geroepen zullen worden, ten
einde het gemobiliseerde effectief tot een
millioen man uit te oreiden.
„De wereld moet weten," zoo zeide hij, „dat
als men op belachelijke en provoceerende
wijze van sancties spreekt, wij geen afstand
zulten doen van één soldaat, noch van één
matroos, noch van één vlieger, doch onze
legersterkte tot het hoogst mogelijke peil zul
len opvoeren.
DE PETROLEUMCONCESSIË
IN ABESSINIte,
Colson, de Amerikaansche raadgever van
den negus heeft verklaard, dat de overeen
komst, waarbij de petroleumconcessie wordt
verleend, niet vergezeld is van eenig geheim
protocol. Colson ontkent eveneens, dat de
concessionaris er in heeft toegestemd groote
betalingen aan de regeering van Abessinië
te doen. Deze verklaringen zijn in tegen
spraak met de te Addis Abeba heerschende
meening, dat een geheim accoord aan de
overeenkomst is toegevoegd. Zij, die deze
meening zijn toegedaan, vragen zich af waar
om de onderhandelingen zoo in het geheim
zijn gevoerd, indien de concessionaris en de
Abessijnsche regeering niets te verbergen
hadden.
Inmiddels heeft de Britsche gezant te
Rome, Sir Eric Drummond, Suvich medege
deeld, dat hem en zijn regeering niets be
kend is van een concessieverdrag in Ethiopië.
De Britsche regeering heeft de kwestie ver
der in onderzoek, doch verdere berichten zijn
nog niet ontvangen.
In politieke kringen te Rome gelooft men,
dat de kwestie nog niet voldoende is op
gehelderd, aldus Reuter. Het verdrag moet
in ieder geval worden verbroken, aangezien
het de rechten van Italië schendt.
Italië zal niet dulden, dat een particuliere
maatschappij, waarvan de menschen achter
de schermen niet bekend zijn, de plannen van
Italië verhindert.
Graaf Vinei, de Italiaansche gezant te
Addis Abeba, heeft gisterenochtend een be
zoek gebracht aan het ministerie van buiten
landsche zaken te Addis Abeba.
Hij deelde echter den oorrespondent van
Reuter mede, dat hij geen opdracht had van
zijn regeering om te protesteeren tegen de
petroleum-concessie. Men vermoedt, dat de
Italianen onder den indruk zijn van de ter
ritoriale beperkingen in de concessies. Men
acht deze beperkingen van strategisch be
lang, terwijl zij geen betrekking hebben op
de vindplaats van petroleum of mineralen.
Voorgeschiedenis der concessie.
In bevoegde Ethiopische kringen wordt ver
klaard, dat de zaak betreffende de petroleum
concessie al drie jaar loopende is geweest.
Zij zou eerst zijn aangeboden aan een Italiaan,
die vertegenwoordiger was van een Ameri
kaansche firma, maar de bepalingen van het
contract niet zou hebben aanvaard.
Men verklaart dat de zaak geenerlei poli
tiek karakter heeft.
Men weet in het geheel niet of de conces
sionaris Britsch kapitaal heeft; de Britsche
legatie werd niet op de hoogte gehouden.
Men weet dat de maatschappij een jaar*
lijksche som zal betalen, maar men weet niet
of zij al bedragen heeft gestort.
Anderzijds kent men ook niet de waarde
aan petroleum van de in concessie gegeven
terreinen en evenmin de bedoelingen der
maatschappij voor het geval van een wijziging
van regime in het concessie gegeven gebied,
Birtsche regeering verklaart geen
medewerking verleend te hebben.
Het bericht omtrent het verstrekken van
petroleumconcessies in Abessinië heeft in de
City natuurlijk opzien gebaard vanwege het
uitermate groote politieke belang, dat daar
aan verbonden is, daar een dergelijke con
cessie de plannen van Mussolini absoluut zou
dwarsboomen. Het was evenwel moeilijk
hieromtrent informaties in petroleumkringen
te verkrijgen, aangezien de meeste leidende
directeuren de stad uit zijn.
Uit officieele kringen wordt vernomen, dat
de Engelsche regeering geenerlei kenni3
draagt omtrent de gemelde concessie en geen
medewerking voor de totstandkoming heeft
verleend.
Berlijn neemt afwachtende houding
aan.
Addis Abeba. 31 Aug. (Havas).
De Duitsche commentaar op de verrassende
wending inzake Abessinië is niet bijzonder
uitvoerig en als gewoonlijk in alle bladen van
gelijke strekking. Men wacht af in welken
vorm Londen en Rome officieel hun stand
punt zullen bepalen, en meent dat de verdere
ontwikkeling nu volkomen in het duister ligt
en de politieke wereld de eerstvolgende dagen
in ongehoorde spanning zal verkeeren.
Voorzorgsmaatregelen der En
gelsche marine. Twee kruisers
naar Malta.
Het Parijsche blad „Le Journal" geeft een
aantal bijzonderheden over de voorzorgen,
waarmede Engeland zich omringt. Het blad
herinnert er aan, dat de Admiraliteit reeds
vóór de petroleumaffaire bepaalde, dat de
„Thuisvloot" 1 September te Portland zou
worden geconcentreerd, in plaats van op 9
September, zooals eerst was bepaald.
De eenheden, welke te Portsmouth liggen,
nemen brandstof aan boord en laden munitie
reserves. Op vele vaartuigen van de reserve
maakt men zich gereed om eventueel den
actieven dienst te hervatten. De kruiser
„Queen Elisabeth" zal over veertien dagen
naar de Middellandsche Zee vertrekken even
als de kruiser „Barham". Beide schepen heb
ben manschauppen en materieel aan boord
ter versterking van het garnizoen van Malta.
„De „Matin" schrijft: Voor het eerst sedert
het einde van den oorlog is de Britsche Ma
rine in taat op elk uur van den dag van elke
plaats waar zij is te vertrekken voor een reis
van verscheidene maanden.
De Haven op Malta wordt in
staat van verdediging gebracht.
Voor den ingang der groote haven is heden
als verdedigingsmaatregel een drijvend paal
werk geplaatst.
KONIJN's AUTOMATIC
HEDEN NASSI-GORENG
dag en nacht
„Goed geraden, meisje. Mijn bescheiden
vaardigheid op dat gebied heeft mij van het
kille graf gered."
„Ik veronderstel, dat u in een positie ver
keerde, die redding wenschelijk maakte,"
voegde zijn dochter hem verwijtend toe en er
kwam een koude blik in haar oogen.
Er was een korte stilte en toen gaf Mr.
Vaughan een relaas van zijn avonturen.
VII.
Hij had, door de Shilluks in hun geestver
voering niet opgemerkt, tot aan den rand van
de open ruimte kunnen naderen en zijn
magnesiumlicht-foto genomen. Daarop was,
zooals hij het uitdrukte, de hel losgebroken.
Het had maar een haartje gescheeld, of hij
was op de plaats gedood, maar hij was er
met een speerwond in zijn kuit en een groote
buil op zijn hoofd afgekomen, doordat de
negers het blijkbaar niet eens konden worden
over de manier, waarop zijn vonnis voltrokken
moest worden. Na een heftig debat bij zijn
gebonden lichaam, hadden de Shilluks toen
hun rituaal voortgezet. Na afloop daarvan
waren zijn banden losgemaakt en nadat ze
gezien hadden, dat hij kreupel was, hadden
ze een draagbaar gemaakt en den weg naar
huis aanvaard.
De inboorlingen moesten twee keer zoo
vlug gereisd hebben als zijn redders, want
ze bereikten Trahona's dorp den tweeden dag
voor zonsondergang. Mr. Vaughan was direct
naar Trahona's hut gebracht en daar was
weer over hem van gedachten gewisseld. Uit
den toon en de blikken van de sprekers had
hij opgemaakt, dat hem niet veel goeds te
wachten stond en dat het blijkbaar slechts
uitstel van executie was geweest, dat ze hem
niet direct hadden afgemaakt. Toen de dis
cussies geëindigd waren, was hij naar een
kleine hut gebracht en daar onder strenge
bewaking gesteld. Na wat gegeten en ge
dronken te hebben erg groot was mijn
trek niet was hy in slaap gevallen. Het
moest omstreeks middernacht zijn geweest,
toen ze hem uit zijn gevangenis hadden ge
haald, want de maan stond hoog aan den
hemel; hy zag een groot vuur, dat in het
midden van het dorp was aangestoken; een
man of zestig zaten er omheen met een troep
vrouwen en kinderen op den achtergrond.
Trahona. met de camera ln zijn hand, had
zich rechts er van opgesteld en de twee
tooverpriest.ers der kleine gemeenschap vlak
bij hem.
De plechtigheid ving aan met naargeestig
tromgeroffel; de mannen dansten om het
vuur en zongen vreemde liederen, die zelfs
een toehoorder, die niet direct by het geval
betrokken was, een huivering zouden hebben
bezorgd.
De priesters, die het gezang leidden,
dansten ook. Mr. Vaughan had zich aller
minst op zijn gemak gevoéld; hy had de
onplezierige gewaarwording, dat hy meer met
de ceremonie te maken had dan goed voor
hem was, omdat de toovenaars, als ze in zijn
nabijheid kwamen, dreigend met twee lange
messen manoeuvreerden.
Er was geen twijfel aan, dat zyn laatste
uur geslagen was en waarschijnlijk was het
de inspiratie van het doodsgevaar geweest,
dat een idee door zijn hersens had doen
flitsen. Hij wist, dat de Shilluks, doordat zij
handel drijven met eenige Arabische stam
men, wat Arabisch kennen en ook hijzelf kon
zich van die taal bedienen. Waarom dat
kostelijke idee hem niet direct bij zyn ge
vangenneming in het bosch te binnen was
geschoten, wist hij niet misschien had
tegenwoordigheid van geest hem ontbroken,
omdat hij plotseling overmand was.
Maar hoe dan ook, het was zijn eenige en
laatste kans nu en hij greep haar aan. Slech
ter kon hij er in elk geval niet van worden...
„De tooverpriesters dansten juist hun laat
ste shimmy", zette Mr. Vaughan opgewekt
zijn verhaal voort, „en stonden gereed hun
messen in mij te drijven; het oude opperhoofd
hield mijn camera op armslengte van zich af
blykbaar als stuk van overtuiging van
myn schuld en niemand zei een woord of
verroerde een vin, het was zoo doodstil, dat
je een speld kon hooren vallen. En op dat
supreme moment riep myn fototoestel plotse
ling in het Arabisch zoo kwaadaardig en
angstaanjagend als het 't kon: „Houdt op
dwazen! Ge begeeft u in groot gevaar!"
Ze hielden ook op, om te zien, waar de stem
vandaan kwam.
„Als jullie dezen onschuldige vermoordt, zal
er geen regen meer vallen en geen visch
meer gevangen worden. Ik ben het oog, dat
alles ziet." Het was de camera, die dat alle
maal zei.
„De toovenaars ontdekten het eerst waar
de stem vandaan kwam en ze gingen er als
de haas van door. De rest van de kudde
volgde hun voorbeeld en alleen het opper
hoofd, die te dik was om hard te loopen,
bleef, trillend op zijn beenen, staan."
„Ik nam de camera uit zijn hand. zette
haar op den grond, een eindje van hen af en
legde hem, zoo goed en kwaad het ging, met
behulp van zijn en myn Arabische kennis,
uit wat voor belangryk personage ik, als ver
tegenwoordiger van dat allesziende oog wel
was. Daarna zette ik hem op zijn gemak en
samen gingen we naar zijn hut.
Daarna maakte ik de camera vast zooals
jullie haar nu ziet; en als iemand binnen
komt, zegt mijn trouwe kiekkast „Vrede zij
U. Vaart gij wel?" En geloof me, er komen
niet veel nikkerjï binnen. Ze hebben zich een
ongeluk geschrokken en de schrik zit er
meters diep in alleen het opperhoofd is
dol op het toestel. Het zegt hem dan ook
herhaaldelijk, dat hij een groot en goed man
is! En in den meest letterlijken zin als
klap op de vuurpijl ik heb daarnet een
foto gemaakt, die uniek in de wereld is."
„Een foto!" herhaalde Meg op een toon,
die gedecideerd afkeuring inhield. Haar vader
scheen wel nooit wijzer te worden.
Maar in Mr. Vaughan's blauwe oogen kwam
een triomfantelijke schittering, toen hy er bij
voegde
„liet zal overigens de laatste foto zyn, die
ik met deze camera maak. Ik heb „het oog
dat alles ziet" voor veertig pracht-exemplaren
van olifantstanden tón mijn gewaardeerden
gastheer verkocht!"
Maar niet alleen de foto vormde de afslui
ting van een periode; ook de reis van het
Victoria Nyanza meer naar Khartoem en ver
volgens naar Egypte. Want, zooals vooral de
lezeressen van dit bewogen verhaal interes
seeren zal, en zooals zij eigenlyk wel niet
anders zullen hebben verwacht, een poos
later werd in Sephard's hotel in Cairo een
luisterryk verlovingsdiner gegeven en Miss
Vaughan vergezelt haar vader niet meer op
zijn avontuurlijke zwerftochten. Niet' alleen
haar levenswijzeook haar naam heeft zij
veranderd: zij heet thans Lady Margaret
Terrence en resideert als ch&telaine op een
fraai landgoed in Surrey aan de zyde van
haar echtgenoot, die zijn Egyptische carrière
voor het rustig bestaan van den Engelschen
landedelman heeft verruild.
EINDE.