EXTRA EDITIE VAN DE In de chapelle ardente. - Een morgen vol zonneschijn. - De laatste tocht naar de St. Goedele. - De Koning blootshoofds en te voet achter de doode, die hij zoo innig liefhad. - Duizenden kransen door militairen gedragen. NO. 7643. WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1935 63ste JAARGANG. HELDERSCH COURANT Hoe België zijn jonge Koningin naar de laatste rustplaats bracht (Door onzen specialen Verslaggever). In de chapelle ardente. In schier eindelooze rrjen is het Belgische volk nog den geheelen namiddag getrokken voorbij zijn doode Koningin. Vele ure. moesten ze wachten, geduldig in de rij... Slechts weinigen waren bevoorrecht, aan de lange colonne mannen en vrouwen vooraf te gaan. Een enkelen keer werd een uitzondering gemaakt voor heele ouden van dagen en ook voor de officieren en groepen soldaten, die direct tot de hal werden toege laten. De gendarmes wisten onder leiding van officieren van de landmacht, zij het ook soms met moeite, orde en regel te scheppen... Want enkelen dringen op, het wachten moede, maar dan klonk een kort: „Inutile!" Het geeft geen nut (te dringen), en rustig bleven dan weer de weinige ongeduldigen staan... Heele groote kransen, die door drie of vier bestuursleden van een of andere vereeniging gedragen moesten worden, werden geregeld door aangebracht en voor de dragers werd ruim baan gemaakt. Zij behoefden niet te wachten. Kunt u voor mij ook geen uitzondering maken, ik ben Hollandsch journalist en hoe ongaarne ik ook bevoorrecht boven anderen wil zijn, ik heb mijn tijd zoo dringend noodig, zeg ik, me tot een der militairen voor het Paleis wendend. De gendarme haalt de schouders op. Hij mocht niet anders, heeft zijn instructies, maar een jong officier, mijn kaart vragend, was zoo vriendelijk mij direct door te laten bij de poort voor den rechtervleugel van 't paleis. Voor de ontelbare ramen van het paleis zijn de gordijnen neergelaten, nu de dood er op nieuw zijn intrede deed. Hoog van den toren hangt triest de standaard halfstok en in het paleis zelf is schemerig licht Hoe mooi en schitterend licht moeten an ders die lichtkronen uitstralen. Nu zijn ze door zwarte dunne crêpe omgeven... Overal is het licht getemperd... Ik loop een breede trap op... Voor mij gaan ook an deren. Langzaam schuiven wij hoooger op... dan plots kom ik in het vertrek waar Astrid op het praalbed ligt. Ik heb haar gezien vandaag, op schilderijen en portretten in étalages, levensgroot, te voeten uitgebeeld, met lichtende, blijde oogen. Haar gelaat was stralend en zonnig. Naast haar waren de kinderen uitgebeeld, tegenover haar stond de Koning, eveneens levensgroot. Daar was zij een stralende prinses... het leven lichtte in haar oogen... en nu... in deze doodenkamer, zag ik een wasbleek gelaat De oogen gesloten, lag de Koningin der Belgen, stil en roerloos... als doorzichtig zijn die handen, als in gebed gevouwen... Een stille, bleeke doode vrouw, ontroerend door haar zwakheid en krachteloosheid, lag voor mijn oogen, onder zacht lichtenden kaar- senschijn, plekkende gewijd licht op de vele bloemstukken, die hier door lieve trouwe handen als laatsten groet neergelegd zijn... dan zacht en vol ontroering verlaat ik deze kamer van de doode Koningin. Eenige oogenblikken later sta ik weer bui ten en adem, diep, de frissche lucht in, eD nog steeds zie ik die eindelooze menigte staan voor dat kolossale, grauwsteenen paleis, waarvoor veel beweeg is van soldaten en politie. In de stad. Ia de stad gaat alles gewoon... Het dageljjksch leven van een wereldstad stelt zijn eischen. Zelfs de dood van een vor stin kan dit leven ook voor enkele uren niet lam leggen. Voor de vele winkels is rouwcrêpe. Deuil cérémonie, heet het met groote letters. Auto's snorren af en aan. Maar, gaat het dagelijksche leven ook zijn gang, zijn alle zaken geopend, de vreugde is toch uit de straten en van de pleinen ge bannen. Nu tegen den avond loopen de terrassen tamelijk vol Men moet niet vergeten, dat Brussel thans door vele vreemdelingen be zocht wordt. De avond begint over de stad te vallen, een zoele, zachte zomeravond. Ik loop langs den Jardin Bootanique, die rustig in de hoogte ligt en sla dan een hoek om, van de rue Royale. Morgen, heel vroeg, zal men de Koningin der Belgen door de Rue Royale voeren Even schrilt het, wanneer ik de vele uitge ruimde breede étalages in deze straat zie, waarin stoelen staan. Met breede hooge let ters staat op de ramen: „Places k louei (Plaatsen te huur). Het schrilt, maar toch, het is menschelijk en begrijpelijk... het leven nijpt... men heeft geld noodig om te leven Door de rue Royale schuiven rinkelend e trams..t Vele lantaarns zijn rouw omfloerst.», van de meeste huizen waait de vlag halfstok... Werklieden zijn bezig in den laten avond groote hekken over de heele lengte van den weg te slaan, waarlangs de stoet zal voort trekken. Achter die hekken staat het publiek... de heele straatweg is vrijgehouden... Is het een voorzorgsmaatregel? Er zullen morgen zoovele gekroonde hoof den door de Rue Royale rijden... In ieder geval, de politie is uiterst zorg zaam. De stoet zal ook rijden voorbij de hooge congreszuil, waar de doode onbekende soldaat rust, onder het eeuwig vlammend vuur Ontroerend, hoe de levenden de dooden met bloemen huldigen. Ook het graf van dezen onbekenden soldaat gaat schuil onder bloe men. Ici repose un soldat inconnu mort pour la patrie. Hij stierf voor 't vaderland en Astrid leefde voor het land der Belgen. Het werd donkerder. Zwaar en zwart tee- teekenden zich de contouren van de Congres zuil af tegen den schitterenden avondhemel... Voor het Paleis. Maar voor het paleis is, ondanks dat de duisternis is gevallen, nog een groote menigte samengedrongen. Het défilé, het opgaan naar de doode Koningin, is geëin digdNa negen uur hedenavond werd niemand meer tot het paleis toegelaten. In de duisternis van het koninklijk park staar ik naar het paleisen naar de dui zenden menschen ervoordie ook turen naar de gesloten ramen. In het koninklijk park roept een late vogel uit de boomenHoorbaar klinkt het ge luid over de hoofden van het volk, want ondanks dat er duizenden zijn, is het vreemd stil. De politieagenten, hoog op hun paarden gezeten, hebben weinig te doenRustig dringen zij de menschen terug op het trot toir Achter de donkere gordijnen glimt een lichtkroon aanen het publiek spreekt raadt wie daar achter die ramen vertoeft Hier en daar een gedempte roep van een koopvrouw, die het portret van de doode Koningin aanprijst: Cinquant centimes, le dernier souvenir la Reine! Nog steeds rijden auto's aan, met zulke groote kransen, dat er slechts één tegelijk per auto vervoerd kan worden. 't Is een aandoenlijk gezicht, die steeds aanrijpende bloemenhulde en die groote zwij gende menscheumassa, die door de gendar mes met een zacht: Sur le trottoir, in de rij gehouden worden. Uit het park komen ze aandragen met kleine krukjeseen man torst twee stoe len Waarom hebt u twee stoelen, vraag ik. Eén voor mijn vrouw, die blijft thuis slapen. Ik blijf met mijn twee stoelen den heelen nacht hiermorgenochtend vroeg komt mijn vrouw. Zóó zqn er velen. In de hoofdstraten en op het plein voor het Gare du Nord vlammen nog hel roode opschriftenEr zijn veel menschen op straat, meer dan andersen alles beweegt zich nog steeds in de richting van de Rue Royale Dinsdagmorgen. Een lichte, blauwe lucht vol daverenden zonneschijn koepelt over Brussel op den morgen van den dag, dat de Koningin der Belgen naar haar laatste rustplaats wordt gevoerd. Reeds vroeg, om zes uur, zijn de straten vol met op hun Zondags gekleede mannen, vrouwen en kinderen. Vandaag werkt niemand alle zaken zqn gesloten Zeven uurhet publiek staat reeds vele rijen breed in de Rue Royale. Aan de eene zijde van de straat staan wit- gehelmde politie-agenten, aan de andere de gendarmes, wier glimmende zwarte helmen fel het zonlicht weerkaatsen. Alle uitgeruimde étalages zitten vol met menschen, die voor 100 francs een goede plaats hebben weten te bemachtigen. Er is hier groote veelkleurigheid van uniformen. Daar komen de oud-strijders met hun vaandels die zullen ook de straat afzet ten Duizenden en duizenden menschen staa nu in de Rue Royale achter de haag van politieagenten en soldaten. Over het plein voor het groote paleis is de Service de Nettoiement de Bruxelles bezig grauw zand te strooien... Het is nog erg stil op het plein, 't is nog vroeg... Witgehelmde Brusselsche politieagenten houden de wacht. Zacht ruischen de boomen in het park voor het paleis. Nog luttele uren dan wordt Astrid weggedragen. Het is stil en vredig op 't Paleisplein. De dag vangt schitterend aan, maar in de har ten der Belgen is rouw om hun kleine witte Koningin, die heenging. Nog steeds blijft het voortduren, dat aan brengen van kransen en bloemen. Weer stopt een auto. Er ligt een groote krans in met teere rose bloemen. Ze torsen ze binnen door de wijde poorten voor 't paleis. Nog nimmer werd een doode Koningin zoo'n bloemenhulde gebracht. Er komt om het Paleisplein meer beweging van menschen. Evenals bij de begrafenis van onze vorsten, zie je hetzelfde beeld men schen met stoelen en krukjes, enkelen met dekens die hen moeten beschermen tegen de koude van den nacht. Weldra verschijnen de militairen en zetten het groote Paleisplein af. Slechts voor oud strijders, genoodigden en schoolkinderen wor den plaatsen gereserveerd. Vlak tegenover het Paleis is een enorme tribune met „places louer". Steeds meer en meer menschen komen er uit de overvolle treinen Brussel binnen. De binnenstad is vervuld van voetgangers. Ik ben even teruggekeerd naar de Rue Roy ale, de hoofdstraat waar de kleine witte ko ningin zal doortrekken. Oudgedienden komen nu van het paleis te rug, in militairen pas loopen zij door de Rue Royale om zich en haie op te steken. Ook groote troepen infanteristen in khaki-unifor- men, het geweer hoog op den schouder dra gend, trekken in schic eindelooze rijen voor bij. Uit het Gare du Nord gulpen duizenden en duizenden, die :omen van Belgenland, die op trekken naar hun doode vorstin. De oud-strijders worden aangevoerd door actief dienende officieren. Nu is over de heele oreedte van de Rue Royale de infanterie opgesteld, een lange bruine rij van khaki-uniformen. Het geweer rush ni bij den voet staan zij daar, en tusschen hen door, trekt nu reeds een uur lang de rijen der oud-strijders. Hier en daar loopt tusschen hen door gekleurde inboorlingen uit de Congo. Ook hun borst is bedekt met vele medailles, die ze in den wereldoorlog hebben gekregen. Plots een sche. "luitje. Officieren en solda ten staan in de houding. Auto's rollen voorbij, waarin de hoogste uniform van het Belgische leger. Ce sont les générau:- (dat zijn de generaals) zegt mijn collega, die rijden naar het Paleis. Ik kijk langs de menschen- en soldatenrijen, die langs de heele Rue Royale in de heele leng te zijn opgesteld, en waarachter een geweldige menschenzee deint. Heel Brussel, nee heel België, lijkt zich hier verzameld te hebben. Uit alle ramen der hooge huizen, op alle balkons bewegen menschenlijven. Ook hoog boven op de platte daken is een samendrom men van kijkers. Vele journalisten uit Zweden zijn onder de krantenmenschen. •Zweden voelt den slag evenzeer als België. Wagens van de ambulance en het Roode Kruis, alsmede vele verpleegsters trekken voorbij de plaats waar wij ons bevinden. Dan komen de scouts, of zooals wij ze in Holland beter kennen, de padvinders en waterverkennerj». Alle straten zijn afgezet, de groote straat is nu nog alleen voor de speciaal genoodigden. Er schijnt geen einde te komen aan de rijen der oud-strijders. De laatste eer. Op het Paleisplein is het één en al beweeg van aanrollende auto's. Hooggeplaatste personen, hooge militairen en hoogwaardigheidsbekleeders, vreemde ge zanten, ministers, in deftig zwart of in van goud glinsterende uniformen, stappen uit en met ernstige gezichten loopen zij op het Plein toe. De groote begrafenisstoet wordt reeds op gesteld. De Grenadiers en de oud-strrjders zorgen hier voor de afzetting. De leden van het Parlement komen bij het Paleis binnen. Er klinken luide commando's door de stille ochtendlucht: Geeft acht! Ontroerend en klagend trilt hoorngeschal ver door, tot in de Rue Royale. Dan zet een militaire kapel weemoedige treurmuziek in. Een groote groep geestelijken en koorkna pen is nu geschaard op het voorplein waarop de lijkwagen voorrijdt. Sommigen zijn in rein- witte gewaden, anderen in purper. Luide en zwaar bim-bammen de klokken van de oude kerk over Brussel. Een vreemdsoortige vorm heeft die koets van den dood, die voorgereden is. Hoog boven op het dak wuiven in den zoe- len wind acht zwarte pluimen. Er hangt een baldakijn af met Belgische wapenen. Acht militairen, Grenadiers, dragen de kist, waarin het licljaam van de Koningin rust, naar buiten. Voor het laatst valt breed en glanzend het zonlicht er op neer... straks zal ze worden neergelaten in de duisternis der koninklijke crypt. Boven op de kist is een groot zilveren kruis beeld, alsmede het opschrift: Hare Majesteit Astrid, Koningin der Belgen, 19051935. Een doodsch stilzwijgen valt; hoofden bui gen zich. Hier en daar hoort men een snik. De kleine, eens stralende Astrid, is nu uit haar woning gedragen, de woning, waarin zij de zon was, de steun voor haar man, een moeder en een vriendin voor haar kinderen, een edele meesteres voor haar onderge schikten. Zwaar is nu het klokgelui, dat valt, temid den van een aangrijpend plechtig zwijgen. Dan vallen de kanonschoten... de lijkstoet vertrekt. Als slippendragers fungeeren de voorzitters van Kamer en Senaat. De heer Van Zeeland, eerste minister, schrijdt ook naast de baar. Onder devoot zwijgen trekt de lijkwagen, waaraan veel gouden franjes gedrapeerd zijn, van het Plein weg. Boven op het dak der koets, temidden van de zwarte pluimen, steekt het kruis op... Als de koets voorbij het volk komt, gaat hevige ontroering door de rijen... en men schaamt zich de tranen niet... Maar dan plots ziet men den jongen Koning, vlak achter de baar van zijn vrouw gaan. Hjj draagt de uniform van luitenant-generaal.. maar hij is blootshoofds... Aan zijn sabel draagt hij een rouwstrik. Diepe ontroering ligt over zijn gelaat. Zijn gezicht is bleek en men kan zien dat hij een groot leed torst. En iedereen ontbloot het hoofd, diep neigen de vaandels. D<. Koning is niet alleen met zijn smart, de heele natie heeft zich rondom hem geschaard. Stil gaat de man van een jonge vrouw, die hij innig lief heeft gehad, achter de baar. Zijn arm hangt in een doek. De wonden op zijn gelaat zijn nog verbonden. Naar de St. Goedele. Voorafgegaan door het hoogopgerichte kruis en Priesters, gaat het nu naar de St. Goedele. Om de St. Goedele is een groote menigte menschen geschaardIeder wil een laat sten blik werpen op de lijkwade van de jonge Koningin In den dwarsingang van de St. Goedele treden twee vrouwen en een klein meisje de kerk binnenOpnieuw maakt zich hevige ontroering van de menigte meester. Men wijst, de oogen vol tranen, men vertelt het aan elkaar met verstikte stem: het is de Koninginmoeder, Elisabeth en haar dochter, Marie Josée; de kleine Josephine, het dochtertje van de doode Astrid is ook mee gekomen, voor den laatsten kerkdienst in de Cathedraal, ter eere harer moeder. Om circa elf uur betreedt kardinaal Van Roey, gevolgd door de overige geestelijken, de cathedraal. Even later wordt de doode in de kerk ge bracht onder wijdingsvol hoorngeschal. Achter de lijkkist gaat de Koning, dan volgt haar vader, prins Karei van Zweden. Op het koor zijn tevens de plaatsen voor den Koning, de Koningin-moeder, prins Karei en prinses Ingeborg van Zweden, als mede voor prins Umberto van Italië en de kleine Marie Josée. Een familie door smart samengebracht in een kerk, te midden wier oude muren de smart en vreugde van het Belgische hof zoo vaak tot uiting kwam. Tal van Europeesche vorsten zijn nu in dit kerkgebouw. Prinses Margaretha van Denemarken, de oudste zuster van Astrid; prins Karei, prins Bertil van Zweden, prins Axel van Denemarken, Olof van Noor wegen met zijn gemalin prinses Martha, de groot-hertog van Luxemburg, en vele an dere prinsen. Ook het Engelsche hof is vertegenwoor digd door den hertog van York. Van Zweden is er kroonprins Gustaaf Adolf en zijn gemalin prinses Louiza; prins Cyril van Bulgarije, de broer van koning Boris; kroonprins Frederik van Denemarken en zijn gemalin, prinses Ingrid. Er zijn ver tegenwoordigers van de Fransche Republiek, van Portugal, Japan en van de meest afge legen landen. Ook Nederland is met een spe ciale missie van Koningin Wilhelmina aan wezig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1