Buiteniandsch Overzicht fAPTOE Het geschil tusschen Italië en Abessinië. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7645 eerste blad SEPTEMBER 1935 63ste JAARGANG FEUILLETON W I L L I A R I S Buitengewone conditiesVraag demonstratie fit. Velo Waschmachine Mij Na den dood van koningin Astrid. Dank van Astrids ouders De gezondheidstoestand van Koning Leopold. COURANT Abonnement per 3 maancien bil vooruith#»t ki<»i Nederl. Oost- en West-Indië per reepost ^10 tJL landen f 3.20. Losse nos. 4 ct fr n n fi 1 JT 60 °Verig° Zondagsblad resp. f0.50 f0 70 '(0 70 fl 6c\™eekabon~nten ct ti jo tO.70, fl.—Modeblad resp. f 1.20. f 1.50, fl.50, VerschyntDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Orukkery v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 cL per regel (galjard). Ingez. medad. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 cL per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 cL per regel, minimum 60 cL (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 cL per advertentie extra). Bewgsnummers 4 ct utwinors oordeel. - De arbitrale uitspraak inzake het incident Wal-Wal. Scherpe rede van prof. Jèze, waar na de Italiaan- sche gedelegeer de vergadering verliet. De groote gebeurtenis op de openbare vergade ring van den Volken bondsraad te Genève is het kwaad wegloopen van Italië tijdens de dis cussies over het Abes- •sijnsch-Italiaansche ge schil. Reeds direct na de eerste zitting werden de gevoelens, die in de Londensche City de Beurs- en zakenwijk van Londen over- heerschend waren, omschreven als een men geling van ontsteltenis over de hardnekkige onverzettelykheid der Italianen en een uit gesproken vasten wil, Italië van een oorlog met Abessinië af te houden. Donderdag avond half acht, na een dag van onderhande lingen in de hotelkamers, werd toen plotse ling nog een openbare zitting belegd van den Raad. Het is deze zitting, die voor de Itali anen niet zeer aangenaam is verloopen. De eerste Italiaansche gedelegeerde, baron Aloisi, die den vorigen dag reeds in een pers conferentie verklaard had niet meer met Abessinië in den Raad te willen discussieeren, was weggebleven en had zich door een min dere grootheid laten vervangen. En nadat deze laatste de tweede redevoering van den Franschen advocaat Jèze, die hier voor Abes sinië het woord voert, eenigen tijd had aan gehoord, en de sarcasmen en verwijten, dié daarbij met bijtende scherpte werden uitge sproken, zoo dat een echte Abessiniër het niet scherper had kunnen doen, over zijn hoofd had laten trekken, verdween ook hy ostentatief, zoodat de Italiaansche zetel ge heel leeg bleef. Natuurlijk belette dit den Raad niet om de discussie ook zonder Italië verder voort te zetten, en wat de Italianen met deze houding denken te bereiken, is dan ook niet erg duidelijk. Italië's grieven jegens Abessinië. Italië heeft intusschen een memorandum ge publiceerd, waarin het zgn grieven jegens Abes sinië heeft neergelegd. Hierin worden vier re denen opgesomd betreffende den gespannen toestand: Ten eerste: weigering van Abessinië een definitieve grens vast te stellen tusschen eigen gebied en de Italiaansche koloniën en een herhaalde en ontoelaatbare bezetting van Italiaansch gebied. Ten tweede: herhaalde beperking van de integriteit van de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers in Abessinië. Ten derde: voortdurende schending van de materieele en moreele rechten van de in Abes sinië gevestigde Italianen, waardoor de ont wikkeling van de oeconomische betrekkingen verhinderd is. Ten vierde: gewelddadige aanvallen op het leven en de goederen van de Italiaansche be woners. Een heele reeks van deze aanvallen wordt in het memorandum opgesomd. De conclusie, waartoe Italië komt, is, dat de regeering van Addis Abeba haar verplich tingen als lid van den Volkenbond niet is na gekomen. Italië zou, blijkens uitlatingen van baron Aloisi, aan de verdere beraadslagingen te Geneve niet kunnen deelnemen, indien bij de verdere behandeling van het conflict, Italië en Abessinië met gelijke maat gemeten worden. Toelichting van Aloisi aan de pers Aan de buitenland- sche journalisten heeft Aloisi nog de volgende toelichting gegeven: Op het oogenblik be staat nog geen gevaar, indien men ons ten minste niet provoceert. Uit deze verklaring maakt men algemeen op, dat hangende de Geneefsche besprekingen Italië geen militaire daden zal verrichten. Aloisi voegde aan zgn verklaring toe: De voorstellen, die men ons te Parijs gedaan heeft, hebben wij als onvol doende beschouwd. Eden meende, dat ze edel moedig waren, ze waren echter niet in over eenstemming met onze wenschen en met de opofferingen, die wg ons tot aan dit oogenblik hebben getroost. Italië vroeg een politiek en oeconomisch overwicht over Abessinië; men bood slechts aan een gedeeltelijk overwicht op oeconomisch gebied. De vraag ryst of deze aanbiedingen het begin of het einde van on derhandelingen vormen. In antwoord op een andere vraag, zette Aloisi nader uiteen, dat Italië bij het teeke nen van het pact-Briand-Kellog, tot uitban ning van den oorlog, op voorbeeld van Groot- Britannië een voorbehoud gemaakt had ten aanzien van Afrika. Aloisi heeft ook nog gezegd, dat hy zich niet voorstelt, de uitsluiting van Abessinië uit den Volkenbond te vragen. Mussolini- Napoleon. KONIJN's AUTOMATIC HEDEN NASSI-GORENG BKtl dag en nacht Het is vermakeigk in dit verband den over- zichtschryver van de N. Rott. Crt. een door gefourneerd anti-Musso- linist (het schoone woord is van den over- zichtschryver der Heldersche Courant,) te hooren, waar hy vertelt van het hierboven genoemde incident van Italië's wegloopen. Hij zegt: De toestand is zoo, dat wy kunnen beleven dat Italië binnen eenige weken een oorlog begint, waarop dan te Genève en elders heel dramatische gebeurtenissen moeten volgen. Het kan ook zijn dat Italië het niet zoo kwaad zal blijken te bedoelen als het nu ons wel zou willen doen gelooven en de zaak door middel van onderhandelingen zal kunnen worden af gedaan. Dan echter bereide men zich voor op eindeloos loven en bieden. Mussolini kan niet met een sprongetje omlaag komen van het standpunt waarop hy zich heeft gesteld, wy hebben hem eens een staatsietrap zien afda len by een demonstratieve gelegenheid. Zgn tred daarbij was erg langzaam en zijn hou ding Napoleontisch plechtig als tafreel. Ver laat hy zijn standpunt in de Abessynsche aan gelegenheid dan zal dat stellig ook langzaam en Napoleontisch zgn. De onderhandelingen waarmede het gepaard zal gaan zullen echter wel aan die plechtigheid afbreuk doen. De vertegenwoordiger van Abessinië, Jèze, heeft in zgn redevoering, die het heengaan van de Italianen uit de raadszaal tengevolge had, den Volkenbondsraad voor oogen ge houden dat deze thans de dringende taak heeft tot de toepassing van artikel 15 van het Volkenbondsverdrag over te gaan, zooals de Abessinische regeering reeds in Maart ver langd had. Het oogenblik voor uitstelproce dures, met het doel om meer tijd voor onder handelingen te winnen, is thans voorbg. De MARIN6ROMAN door 2) Dat noemde hg „zgn koopmanschap Maar in huis was hy juist andersom. Hg was de' baas en dulde geen tegen spraak. Overal waar hg de kans schoon zag, sloeg hg geld uit en altyd had hy zyn voor deel op het oog. Zgn vrouw, die al zoo lang met hem had omgesprongen, had nooit veel teederheid van hem ondervonden. Zij werd geheel op den achergrond gedrongen en haar zorg strekte sich niet verder uit dan het huishouden. Tenminste, dat dacht haar man. Van de heerlijke uurtjes die zy samen met doorbracht wist hij niets. Dat hielden ze voor hun beidjes. Het echtpaar Vonk had drie dochters Helena was de oudste en was sinds lang Behuwd met een officier van de landmacht. Zij was de afgod van haar vader en de heer Vonk liet geen gelegenheid ongebruikt om anderen te vertellen van zgn schoonzoon, d'e ritmeester bij de huzaren was en in Den Haag woonde. Helena geleek in alles op haar vader. Haar man was veel eenvoudiger en ging 200 weinig mogeiyk op bezoek bij zyn schoonvader. Als hg er al niet buiten kon, dan ging hij in burgerkleeren, wat den ouden heer altijd zeer onaangenaam was. Als tweede volgde Greta, die naar haar moeder aardde en met een boekhouder ge trouwd was. Toen zij indertijd verkeering met hem had, was hij nog maar een gewoon klerkje en viel daarom in 't geheel niet in den smaak van haar vader. Hij weigerde zgn toestemming tot een huwelgk te geven, totdat Greta, ten einde raad, het op een gedwongen huwelgk Het aankomen. Heftige scènes waren toen gevolgd, maar om de schande had hij zich genoodzaakt ge zien, toe te geven. Later was alles wel weer zoo'n beetje by- gèdraaid, maar toch zag hy hen liever gaan dan komen. Als laatste kwam Jo, de onderwgzeres. Deze gaf haar vader nog de meeste zorg. Zg scheen geheel in haar werk op te gaan en nooit eens aan trouwen te denken, hoe wel ze toch al over de 26 was. Nog geen jaar geleden had zij een schit terend aanzoek, volgens haar vader, gewei gerd. Een vriend van hem, een weduwnaar van bgna 40 jaar, met een groote zaak, veel grooter dan de zijne, kwam veel op bezoek bij de familie Vonk, om over zaken te spreken. Maar ook had hij een begeerig oog gesla gen op de dochter des huizes. Jo had zich nooit meer dan de beleefdheid vereischte, met hem bemoeid en was dan ook ten zeerste verbaasd over dit aanzoek. Haar weigering had haar vader bgna den dood aangedaan. Officieel had de man om de hand van Jo gevraagd. De heer Vonk had toen gezegd zich zeer vereerd te gevoelen, maar de be slissing in zulk een delicate zaak aan zgn dochter zelf te willen overlaten. raad mag niet door langer dralen Italië de gewenschte gelegenheid bieden het voor Italië meest geschikte oogenbUk voor het openen van den aanval te kiezen, en aldus den Vol kenbond voor een voldongen feit steUen. De raad zal thans op grond van artikel 15 een commissie moeten benoemen, die nog in deze raadszitting doeltreffende voorstellen tot handhaving van den vrede zal moeten in dienen. In werkelijkheid aldus Jèze, wil Italië ech ter Abessinië tot haar kolonie maken om grootere afzetgebieden voor de Italiaansche waren te verkrijgen. Waarom dit niet open lijk in den raad gezegd? Of zou de hoofdbe- doelnig van Italië bij het geschil wellicht zijn dat de Italiaansche regeering daardoor een voorwendsel krijgt om haar imperialistische doeleinden ook in Europa te kunnen verwe- zenlgken De Volkenbond spreke zich uit of hij werkelijk aan Abessinië steun zal ver- leenen. De Abessinische re geering wenscht thans echter in de eerste plaats de toepassing van artikel 15. De raad zal eigen verantwoordelijk heid op zich moeten ne men. De raad zal thans moeten toonen, dat lig practisch in staat is de integriteit en onaf hankelijkheid van zijn leden, ook en vooral van zgn militaire zwakke leden, tegen buiten- landsche aanvallen te beschermen. Abessinië vraagt den raad te zeggen of een staat, die in zijn onafhankelijkheid bedreigd is, inderdaad Volkenbondssteun kan verkrijgen. Alleen Litwinov heeft nog verder aan de discussies deelgenomen. Hg begon met het uitspreken van zijn leedwezen over het mis lukken van de Pargsche besprekingen. Een succes van Parys zou niet alleen voor den wereldvrede van groot nut zgn geweest, doch zou ook de andere leden van den Volken bondsraad bespaard hebben hun oordeel over dit geschil uit te spreken. Voor Sowjet-Rusland is het bgzonder onaangenaam thans haar oordeel te moe ten zeggen, aangezien dit oordeel niet gunstig is voor Italië, met welken staat Sowjet-Rusland in de beste verstandhou ding leeft en waarvoor Sowjet-Rusland grooten eerbied koestert. Litwinov meent echter openhartig te moe ten spreken in het belang van den wereld vrede. Daarom voelt hij zich verplicht te ver klaren dat hg het oneens is met de houding die Italië den Volkenbond zou willen zien aannemen. Het incident Wal-Wal en de arbitrale uit' spraak hierover. Tenslotte volge hier nog de tekst van de arbitrale uitspraak in zake het bekende inci dent Wal-Wal, dat de oorzaak zou zijn van al de strubbelingen en vijandelgkheden tusschen de twee landen. De eenstemmige slotsommen van de arbi trale uitspraak der arbitragecommissie-Politis inzake het incident van Wal-Wal luiden als volgt: De commissie is van oordeel, dat het inci dent aan een ongelukkigen samenloop van omstandigheden te wijten is. Het eerste ge weerschot zou hetzelfde onbeduidende karak ter kunnen hebben als de talrgke die bg an dere gelegenheden er aan waren voorafgegaan. Het is zeer begrijpelijk, dat by den zenuw- achtigen toestand, waarin zich de troepen beiderzijds bevonden, die sinds twee weken in een gevaarlijke nabuurschap van elkander ge plaatst waren, dit eene geweerschot de be treurenswaardige resultaten veroorzaakt heeft, die erop gevolgd zijn. Onder deze omstandigheden is de commis sie tot de overtuiging gekomen: 1. dat geen enkele verantwoordelijkheid aan de Italiaansche regeering of aan haar vertegenwoordigers ter plaatse kan worden opgelegd terzake van het incident van Wal- Wai. De klachten, die de Abessijnsche regee ring tegen de Italiaansche autoriteiten geuit heeft, worden weerlegd door de veelzijdige voorzorgsmaatregelen, die de Italianen ge troffen hebben om ieder incident by de ge legenheid van de aankomst van geregelde en ongeregelde Abessgnsche troep te Wal-Wal te verhoeden, en ook door het ontbreken van ieder belang dat de Italianen zouden hebben gehad bg het uitlokken van de vechtpartgen van 5 December; 2. dat, indien al de Abessgnsche regeering redelijkerwijs evenmin belang had bg het uit lokken van deze schermutseling, haar plaat- selgke autoriteiten door hun houding den in druk hebben kunnen achterlaten, dat zij aan- valsbedoeUngen hadden, doch dat toch niet is aangetoond, dat de plaatselgke Abessijnsche autoriteiten verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor het incident van 5 December. De arbitrale uitspraak houdt ook nog de verklaring in, dat de latere incidenten tus schen Italiaansche Abessijnsche troepen van onbeduidenden aard zijn geweest en geen aan leiding geven tot het vaststellen van eenige internationale verantwoordelijkheid. Nog geen beslissing omtrent de concessies. De Abessgnsche regeering heeft nog niet haar standpunt bepaald ten aanzien van de verklaring van de Standard Oil inzake de an nuleering van de concessieovereenkomst. De financieele adviseur van den Negus, de Ame rikaan Colston, verklaarde in een interview, dat de toestand ongewijzigd was gebleven en dat voorloopig geen verklaring van de Abes sgnsche regeering te wachten was. Andere concessionarissen. De Paris Soir meldt, dat reeds in 1918 twee Franschen, de gebroeders Bayart olieconces sies hadden verkregen in Abessië, dit is dus nog eerder dan die van Chertok verworven .werden. Volgens het blad zouden deze beide Franschen hebben besloten hun aanspraken te laten gelden. Engelsche persstemmen. Naar Reuter meldt, noemt de correspondent van de Times te Genève het verlaten van de zittingszaal van den volkcnbondsraad door de Italiaansche gedelegeerden een demonstratie van de Italiaansche taktiek, welke eenige minuten verbazing heeft veroorzaakt. De ernst van den toestand is niet te ontken nen. De pogingen om een verzoeningscommis sie te benoemen, hebben tot den avond ge duurd. Een Russische persstem over de rede van Litwinof. De Izwestia bespreekt de houding, die Lit winof te Genève heeft aangenomen inzake het Italiaansch-Abessijnsch conflict. Het blad schrijft, dat deze in overeenstemming is met de principes, die de Sowjet-regeering zich in haar buitenlandsche politiek gesteld heeft en die gericht zgn tegen een imperialistisch kolo niale politiek en die tot iederen prijs den vrede willen behouden. Het uitgangspunt van de Sowjets is, dat de vaste wil den vrede te handhaven Italië moet overheerschen, dit zou eveneens in het belang van het Italiaansche volk zijn. Een Amerikaansche persstem. De New York Times schrgft omtrent het optreden van Italië in den Volkenbondsraad nog, dat de weigering van de Italiaansche ge delegeerden te Genève om zelfs maar te luis teren naar de uiteenzetting van de kwestie door Abessinië een kleingeestige houding was, hoewel bedoeld als een bewgs van nationalen trots en waardigheid. De Oostenrijksche bladen wgden groote aan dacht aan het Abessijnsche vraagstuk, waar- bg de regeeringsorganen voortdurend her halen, dat volgens betrouwbare inlichtingen geen verandering in den toestand van Europa en met name niet van dien in Midden-Europa te verwachten is, ook al zou het tot een oorlog komen tusschen Italië en Abessinië. De onaf- hankelgkheid en de integriteit van Oostenrgk zijn in ieder geval verzekerd. Italië zal zich beheerschen. Op een persconferentie heeft de Italiaan sche vertegenwoordiger baron Aloisi in ant woord op een vraag naar de bedoelingen van de regeering te Rome geantwoord: „Voor het oogenblik bestaat geen on- middellgk gevaar voor gewapend optre den van Italiaanschen kant, behalve wan neer men dat uitlokt." Men kan uit deze verklaring afleiden dat tijdens de besprekingen te Genève geen demonstratie door ItaUë is te vree zen. Aloisi zeide voorts: „De voorstellen, die Genève ons heeft gedaan, zijn naar ons oor deel onvoldoenden. Eden is van meening, dat zg royaal zijn, maar de waarheid is, dat zy niet voldoende zijn voor onze wenschen en voor de offers, die wg tot nog toe gebracht hebben. Italië heeft een politiek en econo misch overwicht in Abessinië gevraagd, en men heeft ons slechts een half overwicht op economisch gebied in Abessinië aange boden." Op een andere vraag verklaarde Aloisi, dat Italië, bg de onderteekening van het Briand-Kellog-pact voor het niet zijn toevlucht nemen tot oorlog, naar het voorbeeld van Engeland, een uitdrukkelijke uitzondering heeft ge maakt om Afrika van het pact uit te sluiten. STEMMEN UIT SCANDINAVIË OM DEN VOLKENBOND TE VERLATEN. Verwaarloozing van voornaamste V olkenbondsbeginselen. Reuter meldt uit Stockholm: Steeds meer gaan hier stemmen op om den Volkenbond te verlaten, indien in het Itali- aansch-Ethiopisch conflict geen maatregelen worden genomen, tot het handhaven van den vrede. De „Handel Tidning", een onafhankelijk blad, dat te Göteborg verschijnt, schrgft o.a., dat de Scandinavische landen geen reden meer hebben om lid te biyven van den Volkenbond indien een overeenkomst wordt aangegaan, welke zou bydragen tot een verwaarloozen van de voornaamste principes van den Vol kenbond. De Scandinavische landen kunnen niet mede verantwoordelijk hiervoor zijn; de Volkenbond zou hierdoor een instrument van de ergste geweldpolitiek zgn geworden. Het vertrek der familieleden. Een der zusters van koningin Astrid. prin ses Martha en haar gemaal, prins Olaf van Noorwegen, hebben per vliegtuig Brussel verlaten, met bestemming naar Oslo. Naar verluidt, zullen de twee oudste kin deren van koning Leopold en koningin Astz-id, prinses Josephine Charlotte en prins Boude wijn een paar maanden in Zweden bg prinses Margaretha gaan doorbrengen. Koning Leopold heeft voor alle leden van zgn civiel en militair huis, een rouwperiode van een jaar en zes weken voorgeschreven, waarvan zes maanden zwaren rouw, tot acht en twintig Februari: zes maanden gewonen rouw tot acht en twintig Augustus en lichten rouw tot negen October van het volgend jaar. Kerkelijke plechtigheden. In talrijke katholieke kerken zgn missen gecelebereerd voor de zielerust van koningin Astrid. In de Ned. Herv. kerk te Brussel heeft de hulpprediker een herdenkingsrede gehouden. Zondag wordt in dezelfde kerk een offi- cieele rouwdienst gehouden. Boodschap tot het Belgische volk. Bg hun vertrek naar Zweden hebben de ouders van wglen Koningin Astrid, Prins Keu-el van Zweden en Prinses Ingeborg, een mededeeling tot het Belgische volk gericht, waarin zy o.a. zeggen: „Toen wg, haar ouders, nu negen jaar ge leden onze dochter Astrid als gemalin van uw tegenwoordigen Koning naar haar nieuwe vaderland vergezelden, heeft haar vader ver klaard. dat hg met vreugde en volkomen ver trouwen zyn geliefde dochter aan haar gemaal en aan het Belgische volk kon schenken. Dit vertrouwen werd nimmer beschaamd. Zoodra onze teerbeminde Astrid den Belgischen grond betrad, werd zg door de gansche Belgische natie met een genegenheid ontvangen, die van jaar tot jaar in kracht en innigheid is toege nomen. Niemand weet beter dan wij, haar ouders, hoe de liefde van het volk en zgn ver trouwen, Astrid's wil, om zich geheel en al aan haar nieuwe vaderland te wijden, hebben gesterkt en haar geluk van echtgenoote en moeder hebben vergroot". Prins Karei en Prinses Ingeborg spreken het Belgische volk hun diepe dankbaarheid uit voor de overvloedige liefde, waarmee het hun dochter bij voortduring heeft omringd. „Ver boven ons eigen leed stellen wg", aldus besluit deze oproep, „onze diepe genegenheid voor uw jongen Koning, die zoo verschrikke- lgk werd beproefd en voor zijn lieve kleine kinderen, en rijst tegelgkertijd onze groote erkentelijkheid voor hem, die aan onze teer beminde dochter een zoo mateloos geluk heeft geschonken". Hoewel de gezondheidstoestand van koning Leopold geen onmiddellijke zorg baart, heeft zgn Igfarts hem toch verzocht ten minste gedurende een paar dagen het bed te houden. Van goed ingeUchte zijde wordt gemeld, dat koning Leopold nog geruimen tijd rust zal moeten nemen. Het is waarschgnlijk, dat hg na genezing van zijn gebroken rib voor eenigen tijd naar het buitenland zal ver trekken. HONDERD VLIEGTUIGMOTOREN TE PARIJS BESTELD. De Pargsche editie van de „New York He rald" meent te weten, dat de Italiaansche hichtmaarschalk Balbo tgdens zijn verblijf te Parys bg de Fransche firma Gnome et Rhöne honderd 900 P.K. vliegtuigmotoren met luchtkoeling heeft besteld. Daarop had hij het dienstmeisje gestuurd om de jongejuffrouw te verzoeken beneden te komen. Jo kwam, zag enzei neen. Wederzgdsche betuigingen van spijt werden gewisseld tusschen de beide heeren, waarop de afgewezene verdween. Maar toen was er een geweldige storm los gebarsten boven het hoofd van Jo. Hij ging zoo verschrikkelijk te keer, dat zijn vrouw vreesde, dat hij een beroerte zou krggen en met een smeekenden blik naar Jo verzocht ze haar de kamer uit te gaan. Zij ging, na hem nog een minachtenden blik te hebben toegeworpen, naar haar eigen, veilige kamer. Lang stond ze voor het raam naar de zee te staren. Als ze haar oogen sloot zag ze het ideaal dat zg zich gevormd had van den man dien zij zou toebehooren, voor haar geestes oog verschgnen. Maar de man dien zij zooeven ontmoette, voldeed niet aan haar eischen. Neen, tegen haar zin deed ze het niet; dan trouwde zg liever nooit. Als ze haar ideaal ontmoette zou ze hem volgen, al was het dan een gewoon matroos of een straatveger of zooiets, maar tegen haar zin trouwde ze niet. Zij sterkte zich In haar voornemen en be sloot om niet aan haar vaders eischen toe te geven, er mocht dan gebeuren wat wilde. Haar vader liet geen gelegenheid voorbg- gaan om haar heur „domheid" te verwijten. Hg, die slechts waarde aan het materieele toekende, begreep zgn dochter niet, evenmin als hij ooit zgn vrouw begrepen had. Dikwijls vonden heftige woordenwisselin gen plaats, want Jo. die wel den zachten aard van haar moeder had, had toch ook genoeg van de vrijheidszin van het moderne meisje in zich, om zich zoo maar niet alles te laten zeggen. Dan kwam haar moeder tusschenbeide en trachtte zij de twistenden tot rede te bren gen, wat haar echter' zelden gelukte. Zelf koos ze nooit partij, want ze vreesde terecht, dat dan de weinige rust in het gezin voor goed zou zijn verstoord. Zij suste en bedisselde maar zoo wat. maar als haar man weg was en zy bg Jo op haar kamer zat, gaf ze haar dochter gelgk en troostte ze haar kind met de woorden: Kom, kom meisje, niet den moed verliezen; wie weet hoe alles nog goed loopt. Meestal eindigden de ruzies doordat Jo zich wijseiyk op haar kamer terugtrok of naar school ging. Zij was dol op haar moeder, maar die steeds weer terugkeerende scènes vergalden haar het thuiszijn. Soms nam ze de vlucht en ging ze bg haar zuster Greta op bezoek, waar zg dan haar hart uitstortte. Het geluk waarin Greta zich met haar man verheugde, blonk haar daar tegen en als ze dan eens een poosje met de kinderen stoeide, fleurde ze weer op. Daar vond ze weer moed en kracht om haar moei lijken weg verder te gaan en om tenminste in haar moeders bijzijn een vroolijk gezicht te zetten. Maar ook dat kon ze niet altijd. Dikwyis zaten de beide vrouwen op-Jo's kamer. Vooral deze vertrouwelgke uurtjes met haar eigen, lief moedertje waren haar tot steun en troost, want die begreep haar zoo goed. Dan knielde zg voor haar moeder neer en dan, het hoofd aan moeders knie geleund of in den schoot der oude vrouw verborgen, vertelde zij van haar verdriet en verlangen. Dat veriichtte haar altyd en haar moedertje, die steeds de juiste troostwoorden wist te vinden voor haar arme hart, lachte zij dan weer toe. Maar van deze heerlgke oogenblikken wist haar vader niets af. En de beide vrouwen waren verstandig genoeg om hem buiten hun intiem samenzgn te houden, daar hij in zyn zucht naar eer en rijkdom daar niets van begreep en dergelijke uitingen van teederheid uitschold voor flauwen onzin en aanstellerij. Jo studeerde hard na haar dagtaak te heb ben volbracht en voor buitenstaanders leek het of zy geheel in haar werk opging en zich voor niets anders interesseerde. Maar dikwgls als ze voor haar raam zat en uitzag over de zee, voelde ze een warm verlangen in zich opkomen; een verlangen om zelf een gezin te stichten, een man te hebben waar zij van hield en een kind, een kind van haar zelf. En met verlangenden blik staarde zg dan over de uitgestrekte watervlakte, als ver wachtte zy ieder oogenblik haar ideaal uit de golven voor zich te zien opduiken. Het was dus op dien regenachtigen Zon dagmorgen dat mijnheer Vonk zijn ongenoe gen te kennen gaf over het onaangename weer. Zgn vrouw zat bij de tafel en bladerde wat in een tijdschrift. Jo stond voor het raam en tuurde naar de lucht, die werkelijk al helderder scheen te worden. „Ziet u wel, moeder," merkte zg op, „de hemel is al veel minder bedekt; straks komt het zonnetje er nog door en dan hebben we echt mooi weer." „Hm't mocht wat," gromde haar vader, met een verveeld gebaar zijn krant dichtvouwend. Hg smeet het blad op de tafel en geeuwde: „Bah, dat akeUge, vieze weer ook." „Nou vader, wees toch niet zoo onredelgk. U lgkt tegenwoordig wel aan de morgen ziekte te lgden. Laten we toch tevreden zijn met hetgeen ons gegeven wordt Wij hebben alles wat wij maar wenschen kunnen en het minste, ge ringste brengt u uit uw humeur. Met een beetje goeden wil konden wij het zoo echt gezellig hebben met ons drieën." Hg veerde op uit zgn stoei en sarcastisch riep hg uit: „Aan de morgenziekte lgden! onredelgk! Ja dat alles en nog veel meer zou je wordeu als je met een dochter zit opge scheept zooais jy bent. Je zegt: laten we tevreden zijn met het geen ons wordt gegeven. Haha, had dat ver leden jaar ook gezegd toen mijnheer Baaks om je hand vroeg. Dat was tenminste ver standig geweest. Een man van hoog aan zien, met een goede positie in de maat schappij, die jou aanbiedt zgn vrouw te wor den, die weiger je. Andere meisjes zouden met beide handen zoo'n aanbod hebben aan gegrepen. Maar jg met je gewauwel over liefde; allemaal larie zeg ik je. Ik heb me daar nooit mee opgehouden, maar leven je moeder en ik niet goed met elkaar?" Jo wierp een medelgdenden blik op haar moeder die het hoofd dieper over het blad boog T>m haar aandoening te verbergen. Op heftiger toon ging hij voort: „Maar jg met die dwaze praatjes over de liefde en al dien romantischen onzin meer; jij zou waarem- pei in staat zgn om met een matroos of des noods met een landarbeider te trouwen." 1 (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1