VAN WILLIGEN Historische reis van Hr. Ms Konenaer naar West-Indië. Julianadorp Texel. Den lezers 250 gu]den BUITENLAND MEUBELENKOPEN IS EEN ZAAK VAN VERTROUWEN, Overheidssteun aan de zeescheepvaart. Partijdag van de NationaaPSocialisten. De proclamatie van Hitier. Onernigheid in het Grieksche kabinet. Rassenscheiding op de Duitsche scholen. Het Duitsche leger. Eeuwfeest Polder Eierland HELDERSCHR COURANT VAN UONDERDAG 12 SEPTEMBER 193! 7 September 1915 5 Maart 1916 Het was dezer dagen juist 20 jaar geleden, dat een der meest gedenkwaardige tochten aangevangen werd door een onzer oorlogs schepen, n.1. de hierboven vermelde reis van Hr. Ms. „Kortenaer" naar West-Indië, een reis, ondernomen in vollen oorlogstijd, waar bij een gevaarlijk mijnengebied moest wor den gepasseerd en men bovendien blootstond aan de lang niet altijd denkbeeldige! gevaren van den duikbootporlog. Over deze reis is destijds een geïllustreerd gedenkboek uitgegeven, dat aan de beman ning is uitgereikt ter herinnering aan dezen historischen tocht. Het is uit dit Dagboek, dat wij een en ander willen vermelden. In marinekringen is het feit aanleiding geweest tot een réunie op Soesterberg, waarbij de ex- commandant van de „Kortenaer", schout-bij nacht tit. L. W. P. van der Wal, een lezing met lichtbeelden hield. De état-major van de „Kortenaer", zooals deze oorlogsbodem op 7 September 1915 zijn reis aanvaardde, luidt als volgt: Kapitein ter zee L. P. W. van der Wal, commandant. Luitenants ter zee le klas J. C. F. Hooykaas, le officier, en J. Bosma; luite nants ter zee 2e klasse Jhr. O. van den Bran- deler, Jhr. M. P. Coertzen de Koek, H. van Rooy, P. J. Feteris en J. Huygens; Luite nants ter zee 3e klasse A. Scheffelaar, W. Harmsen en P. Kronenberg; Off. van gezond heid le kl. H. R. Vorst, id. 2e kl. L. Hen driks; Off. van administratie 2e kl. P. H. Sluyter, id. 3e kl. J. Everts; Officier-machi nist le klasse J. T. Campagne, hoofd der ma chinekamer, id., id. 3e kl. F. Damave; machi nisten A. D. Jongkees, W. Mor ree, T. Huis man, P. C. A. Schiller, J. N. Gons. Chef der equipage was opperschipper J. W. Davidse. Hier volgen dan enkele bijzonderheden uit het reisdagboek: 7 Sept. '15 verliet de „Kortenaer" ten half zes 's morgens de haven van Nieuwediep, ten gevolge van het vroege morgenuur door slechts weinige achterblijvende familieleden uitgeleide gedaan. Er waren 40 ton steen kolen als deklast a. b. Aangezien het schip indertijd gebouwd was voor kustverdediging en niet voor lange reizen, zijn de kolenrui- men niet groot en moet voor een langen af stand, zooals het schip nu voor den boeg had, n.1. NieuwediepMadeira, steenkool aan dek worden medegevoerd. Er waren, wat voor de reis naar West-Indië een bijzonder heid mag heeten, 96 zeemiliciens a.b. (hier onder 19 M.K.-personeel), in het geheel 256 opvarenden, waaronder gerekend zijn Com mandant en 16 officieren. De scheepsgeit blijve buiten rekening! 's Morgens elf uur passeerden wij dicht langs de wandelpier van Scheveningen, waar Z. E. de Minister van Marine aanwezig was om een laatsten blik op Hr. Ms. „Kortenaer" te werpen en om de nieuwe, lichtgrijze oor logskleur te beoordeelen. Gedurende dien ochtend ontving het draadlooze station eenige telegrammen, o.a. van den vice-admiraal, Commandant der Marine, om alle opvarenden een goede reis en een behouden terugkomst toe te wenschen. 's Avonds zeven uur kwam het schip een paar mijl bewesten het lichtschip „Noord- Hinder" ten anker, omdat het geraden scheen in deze streken, waar door de ver schillende oorlogvoerende partijen, onderzee- sche mijnen gelegd zijn, 's nachts niet te varen. En om door mogelijk in het donkere van den nacht rondzoekende onderzeebooten van Engeland of Duitschland niet voor een vijandelijk schip en dus als welkome prooi aangezien te worden, hielden wij na zons ondergang een groote Nederlandsche vlag, flink verlicht door twee sterke electrische lampen, in het tuig. En inderdaad, 's avonds tien uur een verrassing: de uitkijk op de brug zag plots op 100 M. vóór het schip een duikboot uit zee oprijzen die dadelijk daarna weer onderdook, maar later met de periscoop 2 M. boven water vlak langs het schip voer, niet verder dan op 20 M. af- stands. Door dit nauwkeurige onderzoek blijkbaar overtuigd, dat wg geen vijand en dus: „geen spek voor zijn bek" waren, ver dween de boot spoedig daarop in het donker. Den volgenden morgen vier uur onder stoom, kwam Hr. Ms. „Kortenaer" om 8 uur bij de Engelsche kust, waar door de onafgebroken zorg van de Engelsche Marine steeds een smalle vaarweg langs en door de banken wordt vrijgehouden van mijnen, zoodat eigen schepen en die van bevriende naties hier veilig kunnen varen. Wg zagen, dien dag langs de Engelsche kust stoomende, dan ook honderden gewapende stoomtrawlers, inge richt om mijnen op te ruimen, steeds bezig dezen vaarweg te contróleeren. Een loods kwam a. b. om ons hier den weg te wijzen. Hij vertelde dat er 's nachts weer een paar Duitsche luchtschepen boven Londen geweest waren. Ook zagen wij vele Engelsche torpe dobooten, monitors en kruisers, allen had den behalve de Engelsche oorlogsvlag, ook de Engelsche koopvaardijvlag geheschen, vol gens den loods, omdat de Engelsche en de Duitsche oorlogsvlag zooveel op elkaar ge lijken (beiden witte vlag met kruis). Aan dek dier schepen lagen groote reddingsrin- gen, groot genoeg om wel dertig man te dra gen. Bij de reede van Margate, waar de Zuid oever van de Thamesmonding begint, een op onthoud. Een patrouille-vaartuig der Engel- schen waarschuwde ons, dat wij niet verder konden, omdat de vaarweg niet veilig was. Wij gingen dus ter reede ten anker, waar reeds een vijfentwintigtal koopvaarders te wachten lagen. Later kwam 'n officier van een Engelsche torpedoboot ons zeggen, dat de route weer vrijgemaakt was (de Duitschers hadden er dien nacht juist eenige mijnen ge strooid), en wg verder konden gaan, wat wij dan ook zoo spoedig mogelijk deden. Bij Downs, de reede van Duins, zoo bekend om den grooten zeeslag 1639 tusschen de Spanjaarden en de Hollanders onder Tromp, zetten wg den loods af, stoomden bij Fol- kestone langs een reusachtige versperring Van zware netten en balken, die de Engel- schen daar gelegd hebben ter beveiliging te gen Duitsche onderzeebooten, en passeerden ten 6 uur 's-avonds Dungeness, waar een vliegmachine van oen wal opsteeg, over het schip cirkelde en weer terugvloog naar de kust. Toen stoomden wij het Engelsche Ka naal in. De volgende dagen leverden niet veel be langrijks op. Steeds begunstigd door het prachtigste zomerweer en een gladde zee, schoten wij voorspoedig op en was zeeziekte een onbekend iets. 15 Sept. arriveerde men op Funchal, waar van men den 18den vertrok. 23 Sept. werd gemeerd te St. Vincent. Evenals op Madeira lagen ook te St. Vincent eenige Duitsche koopvaarders, wien de oorlog overvallen had en die het groote Duitsche Vaterland niet meer konden bereiken. „Wat de bemanning dier schepen zich vervelen zal en zich ver bijten, dat zij ginds in Europa het vaderland niet kan bijstaan!" zegt de schrijver. Men koerste op Santa Lucia, dat men 3 Oct. in zicht kreeg. 9 Oct. aankomst te Cu- raqao. Te Curagao verbleef men tot 6 November; 9 November viel het anker in de baai van Philipsburg, hoofdplaats van het Nederland sche deel van het eiland St. Martijn. Langs Saba stoomde men vervolgens naar St. Eustatius en 12 November naar Martinique. 21 November arriveerde de „Kortenaer" te Suriname, dat men 4 December weer ver liet. Trinidad werd 7 Dec. bereikt en 16 Dec. arriveerde men weer te Curagao, om 11 Jan. vandaar te vertrekken naar Paramaribo, het begin van de thuisreis. Echter was het eerst 31 Januari alvorens men de haven verliet. 3 Februari werd geankerd te Fort de France (Martinique) en des anderen daags vertrok men naar de Bermuda-eilanden. Op Fayel (Azoren) werd wederom kolen geladen, die tengevolge van den oorlog enorm in prijs waren gestegen. Omtrent het laatste deel dezer reis laten wij wederom het woord aan den schrijver van dit werkje. Woensdag 1 Maart loodden we de Gron den buiten het Engelsche Kanaal aan. Don derdagmorgen passeerden wij Lizard, de Zuidwestpunt van Engeland, en lieten ons vandaar per draadlooze telegrafie aan Hol land melden „alles wel aan boord". Dienzelf den avond bevatten de Hollandsche couran toen dit bericht, begon men thuis met span ning naar ons uit te zien. Vrijdagmorgen met licht worden, verkenden wij ons aan Bevezier (Beachy Head). Om 8 uur stoomden we langs de Singels (Dungeness), de lage uitstekende landpunt, waarop slechts enkele rijksgebouwen, een station D. T., een seinmast, enz. Hier is het, dat in normale tijden onze loodsschoeners kruisen om thuisvarende schepen van een loods te voorzien, gedurende dezen oorlogs tijd zijn alle loodsvaartuigen in Holland op gelegd. Nu begon de belangrijkste dag van onze thuisreis: de vaart door straat Dover, door de Duins en verder door het Black Deep naar het „Sunk" lichtschip, waar eenige maanden geleden de groote Hollandsche mail boot „Koningin Emma" ten gevolge van het stooten op een mijn, verongelukte. Eenige dagen geleden bij Dover twee groote schepen door mijnen tot zinken ge bracht, en dienzelfden dag was ook de „Mecklenburg" van de Mij. Zeeland: Vlissin- genFolkestone bij de Galloper vergaan. Geen wonder, dat er a.b. extra maatregelen genomen waren voor: „schip verlaten" en men nieuwsgierig uitzag, wat deze dag bren gen zou. Wij verwachtten bg Dungeness een Engelsch patrouillevaartuig (dit zijn meestal gewone stoomtreilers met een enkel kanon van 7.5 c.M. bewapend en voorzien van D.T.), dat ons zou aanwijzen of wij de route langs de kust bij Folkestone moesten nemen, dan wel meer buitenom langs de Varnebank. Maar niemand gaf ons aanwijzingen en dus gingen wij, zooals de Berichten aan Zee varenden hadden opgegeven, langs de kust. Om half tien echter kwam ons een Engelsch patrouillevaartuig tegemoet met het sein „Ankeren". En met ons lagen daar een vijf en twintigtal schepen te wachten tot de En gelsche mijnenvegers weer een weg voor ons hadden vrjj gemaakt. Het systeem scheen nu geworden te zijn: iederen dag gedurende een paar uur de vaart openstellen en 's middags weer sluiten; alle schepen, zoowel die uit de Noordzee als welke uit het Kanaal komen te laten ankeren en dan weer te zoeken en te vegen naar mgnen, om den volgenden dag voor de wachtende schepen wederom „de slui zen open te zetten". Om elf uur gingen wij, na ontvangen waarschuwing weer onder stoom, doch de op gegeven koers was niet zuiver, na een kwar tier stoomen kregen wij recht vooruit weer de zware tonnen, vlotten en netten in het zicht, waarmee Engeland de Straat hier heeft afgezet ter afwering der Duitsche onder zeeërs. Wij stopten dus, keken even rond, waar wij deze hindernis zouden kunnen passeeren, ook andere schepen waren zoekende. Daar liep ons een Engelsch onderzoekingsvaartuig voorbij. „Follow me" (volg mij) brulde de kapitein ons door zijn roeper toe, en zóó wer den wij door de versperring geloodst naar den vaarweg langs de Varnebank, den weg die dien dag schoongehouden was voor de „rush up and down Channel". Inderdaad, het was een „rush". Blijkbaar waren ook aan den anderen kant, bg de Duins „de sluizen opengezet", zoodat tegelijkertijd van beide kanten honderden vaartuigen den smallen vaarweg aflegden, ter voortzetting van de reis. Het was gewoonweg „gedrang". Zooals het op de Maas vóór Rotterdam wel eens kan krioelen van kleine sleepbootjes o.a., zooals het 's avonds op den Kanaalweg in Den Hel der gedrang kan zijn van allerlei menschen, zóó druk was het nu hier langs de Varne bank, van Oceaanvaarders. Niemand onzer kan vroeger ooit zoo iets meegemaakt heb ben, niemand onzer zal later ooit zoo iets meer meemaken. Er waren vaartuigen van allerlei soort: kleine Noorsche vrachtbooten, vischsmakken, groote Engelsche hospitaal schepen (groene band om het schip, met het roode kruis), een ouderwetsche Groningsche kof, glorieus tusschen al dit stoombootgedoe doorzeilend, raderbooten, mijnenvegers, pa trouillevaartuigen, mailbooten, enz., enz. enz. Eenmaal hier doorheen, arriveerden we spoedig op de reede van Duins, en kregen daar voor het verdere traject langs de En gelsche kust een loods aan boord. Weer lagen hier op de reede een veertigtal sche pen te wachten, welke pas den volgenden dag naar het Kanaal door konden gaan, de passage was achter ons al weer stopgezet. Bijna alle schepen, die wij dezen dag zagen, waren Hollanders en Noren, blijkbaar komen alle Engelsche schepen tegenwoordig in de havens aan de Westkust van Engeland bin nen. Wij stoomden tot zes uur door, kwamen in het Black Deep ten anker en bleven daar den verderen nacht liggen. Volgens de Engel sche voorschriften mochten alleen de twee voorgeschreven ankerlichten getoond worden, ander licht, zooals uit patrijspoortjes, enz., mocht van buiten boord niet gezien worden. Dus ook geen verlichte natievlag, zooals wij op de uitreis bij de Noord-Hinder gevoerd hadden. Den volgenden morgen 6 uur onder stoom, bij Sunk lichtschip de loods afgeven, en langs dit lichtschip, langs de Galloper en de Noord-Hinder huistoe! Eenige uren later za gen wij de Hollandsche kust, de oude trouwe torens van de Goeree en Den Briel, om 6 uur 's avonds Zaterdag 4 Maart stoomden we den Waterweg in, ankerden bij Vlaardingen. „Wel loods", vroeg men op de brug aan den loods, die ons naar de ankerplaats bracht, „wat is wel het voornaamste nieuws van den oorlog van de laat ste dagen?" „Nou meneer", was het ant woord, „veel nieuws is er niet, maar het leven wordt iederen dag duurder, de soda kost nu al 16 ct. het pakje". Den volgenden morgen lichtte de „Korte naer" om vier uur het anker, stoomde den Waterweg weer uit, kwam om één uur op de ree, om drie uur op de haven van het Nieu wediep. De reis van een half jaar naar de West was afgeloopen. van de Heldersche Courant wachten groote verrassingen. Een puzzle waarvan de hoofdprijs is: (Zie het volgend nummer van de Heldersche Courant) Te Neurenberg wordt op het oogen- blik het congres van den N.S.B. gehouden. In den loop van Dinsdagochtend zijn er uit alle deelen van het land nog zeer veel deel nemers met extra treinen aangekomen. Des morgens om zes uur bedroeg het aantal van hen, die dien dag gekomen waren, reeds 37.000. Bovendien kwamen er 9 extra treinen met militairen aan. Ook het automobielver- keer was bijzonder groot. Voor de voedsel voorziening van alle deelnemers aan den partijdag kwamen bovendien verschillende goederentreinen te Neurenberg aan. De rege ling van een en ander was zeer goed en zon der noemenswaardige vertraging konden alle treinen in het station verwerkt worden. Het totaal aantal reizigers dat met extratreinen is aangekomen bedraagt 65.000. Er heerscht in de straten van de stad een geweldige drukte. Overal ziet men het zwart en het bruin van de partijuniformen. Boven dien zijn er veel buitenlanders aanwezig die i.j verschillende gebeurtenissen van den partijdag mee willen maken, en die dezen eersten dag bijzonder onder den indruk raak ten van deze geweldige massabetooging. Ver schillende muziekkorpsen hielden muzikale wandelingen door de stad. Des middags om kwart voor vier kwamen de verschillende buitenlandsche diplomaten, die tot het bijwonen van het congres waren uitgenoodigd per extra trein aan. Onder hen zijn de ambassadeurs van Polen, Spanje en Italië, zeven gezanten en negen zaakgelastig den. Rede vau dr. Ley. Hij begon den geweldigen strijd, die de nationaal socialistische partij heeft moeten voeren, na te gaan en stelde vervolgens vast, dat thans het Duitsche volk den weg gaat volgen, die de partij eerst gegaan is. De overwinning van het nationaal socialisme heeft het volk tot een inkeer gebracht, die een product is van instinct en verstand. De nationaal socialistische revolutie, aldus eindigde dr. Ley, is de eerste revolutie in de wereldgeschiedenis geweest, die ook het volk opnieuw gevormd heeft. De rede van Ley werd langdurig toege juicht. De aankomst van Hitier. De rijkskanselier is des middags tegen half vijf op het vliegterrein van Neurenberg aan gekomen, waar een zeer groote menigte den Leider verwelkomde. Rudolf Hess. de plaats vervanger van den Leider, heeft hem namens de congresstad begroet. Hitier begaf zich per auto naar het Deutsche Hof. Het publiek juichte hem hartstochtelijk toe. Voor het Deutsche Hof stond een dichte menigte, die nadat Hitier naar binnen gegaan was, voortdurend om hem riep. Hitier heeft zich hierna eenigen tijd aan het venster ver toond. De opening. In het laatst van den middag is Hitier offi cieel op het stadhuis ontvangen. Hij werd langs een voor het stadhuis opgestelde eere- wacht binnengeleid door Julius Streicher en door burgemeester Liebl, die in de groote zaal een begroetingsrede uitsprak. Hij gaf een overzicht van de jongste Duitsche geschiedenis en wees op de beteekenis van het tot stand komen van het derde rgk, waar van hij een van de meest verheven oogenblik- ken, het invoeren van den algemeenen dienst plicht van dit voorjaar noemde, omdat hier mede het Duitsche volk de vrijheid verkregen had. Hij eindigde zgn rede met het aanbieden van een zwaard aan den Leider, als teeken van dankbaarheid van Neurenberg, de meest Duitsche van alle Duitsche steden en als een symbool van de macht en de kracht van het rgk. Voor de in het buitenland wonende Duit schers, die naar Neurenberg gekomen zijn, heeft dr. Ley aan het einde van den morgen een rede gehouden. De eerste dag is besloten met een feest- voorstelling van Der Meistersinger von Nürnberg in de stedelijke opera. Maandagavond heeft dr. Dietrich. de Duit- daar eerst in de praktijk de deugdelijkheid te controle ren valt. Vraagt ons prijs opgaaf en U zult overtuigd worden, dat wjj in elke prijs klasse steeds het allerbeste brengen. Een reputatie van 60 jaar, die w(j blijven handhaven. sche perschef te Neurenberg de vertegen woordigers der Duitsche en buitenlandsche pers ontvangen en hun op de beteekenis van het congres der nationaal-socialistische partij gewezen. De vraagstukken die te Neurenberg wor den besproken en de beginselen, welke daar voor de partij worden vastgesteld, zijn ook beslissend voor den staat en bijgevolg voor de geheele natie. Verder weidde dr. Dietrich uit over de ge- meenschaps-idee van het nat.-socialisme en over de politieke richtsnoeren daarvan. Een extra nummer van Der Stürmer. Ter gelegenheid van den aanvang van den Rijkspartijdag is een extra editie uitgeko men van het anti-semietische blad van Strei cher, Der Stürmer, onder den titel Moorde naars door alle tijden. De slotparagraaf van het blad luidt: „De Joden zijn een volk van moordenaars en hun misdaden schreien ten hemel. Zoo zal het voortgaan tot de tot bewustzijn gekomen niet-Joodsche wereld zich aaneensluiten de doodstraf over de Joden wordt uitgespro ken en uitgevoerd". In zijn proclamatie aan het partijcongres heeft Hitier o.a. gezegd: „Wij koesteren jegens geen enkele Euro- peesche natie agressieve bedoelingen." Wij zijn er integendeel van overtuigd, dat de Europeesche naties elk haar eigen leven dienen te leven, zooals zich dit op grond van traditie en door historische en economische noodzaak heeft ontwikkeld, wil Europa's cul tuur niet te gronde gaan. Door aan deze voorwaarde voor het Duitsche volk onder alle omstandigheden vast te houden, meenen wij ook voor de overige landen van Europa nut tig werk te verrichten. In den strijd om de macht, dien wg in Duitschland moesten voeren, hebben wg spe ciaal drie tegenstanders als de voornaamste dragers van het verval leeren kennen. Zij be- hooren bij elkaar en alle drie dragen zg in dezelfde mate de schuld aan Duitschlands ineenstorting. Deze tegenstanders zijn: 1. Het joodsche marxisme en de er mee verwante parlementaire democratie. 2. Het in politiek en moreel opzicht ver derfelijke Centrum. 3. Zekere elementen van een halsstarrige dom-reactionnaire bureaucratie. De itnaonaal-socialistische staat zal thans voortschrijden op den weg naar de over winning van deze binnenlandsche vijanden. Wat van staatswege kan worden opgelost, zal de staat oplossen. Datgene echter wat de staat niet kan oplossen, zal de beweging op lossen. De nationaal-socialistische staat zal thans mer van plan geweest noch is zij dit thans van plan, eenigerlei strijd te voeren tegen het christendom. Zij heeft integendeel ge tracht te komen tot de schepping van één groote evangelische rijkskerk, zonder zich ook maar in het minst te mengen in belijde nisvraagstukken. Zij heeft tevens getracht door het sluiten van een concordaat, nuttige en duurzame relaties met de katholieke kerk tot stand te brengen. In de derde plaats heeft zij getracht in Dutischland aan het be staan der atheïstische bonden een einde te maken. Onder geen beding zal de nationaal-socialis tische staat evenwel toestaan, dat het ver politieken der confessies wordt voortgezet of opnieuw georganiseerd. De nationaal-socialistische regeering is va3t voornemens onder geen beding terug te keeren tot het vroeger gevolgde systeem van het maken van schulden. Principieel zou Duitschland slechts zooveel inkoopen, als het kan verkoopen. Wij zijn echter niet slechts voornemens geen nieuwe schulden aan te gaan, doch heb ben integendeel onzen schuldenlast vermin derd. Datgene, wat wij tot dusver hebben bereikt, geeft ons de vaste overtuiging, dat wg onze taak ten volle zullen vervullen. Conflict tusschen Kondi lis en Tsaldaris. Maandagavond kwam de Grieksche mini sterraad bijeen en beraadslaagde onafgebro ken over het in den boezem van het kabinet tusschen minster-president Tsaldaris ontstane conflict. Tegen middernacht vlogen de heeren elkaar in de haren en werd een hevig gevecht ge leverd tusschen republikeinsche en monar chistische officieren der garde, op den drem pel van het vertrek, waar de ministers ver gaderden. De republikeinsche leider, generaal Pana- jotakos werd door een bajonetsteek aan den wang gewond; zijn broer, die Kamerlid is werd door een kogel aan de hand gekwetst. De Ministerraad heeft in verband met het conflict tusschen Tsaldaris en Kondilis gene raal Panajokakos gehoord. Men is van mee ning, dat het voorgevallene het gevolg is van een misverstand, dat men bezig is uit den weg te ruimen. Officieuse lezing van hetgeen gebeurd is. Het Atheensche Telegraaf Agentschap geeft van het gebeurde de volgende offici euse lezing: Als gevolg van bepaalde mutaties in het stand bestudeerd, en is van. oordeel, c situatie een gevolg ia vaneenmiaverst^dta verband waarmede Kondilis zgn ontslagaan vrage heeft ingetrokken. Tijdens de zitting van den ministerraad ontstond in de wandelgangen van het Huis van Afgevaardigden een twist, waarbg gene raal Fanajotakos, die tusschenbeide kwam omde orde te herstellen, licht werd gewond. Fanajotakos is als commandant van het legercorps vervangen door generaal Papagos. Volksstemming gelast. Minister-president Tsaldaris heeft een pro clamatie uitgevaardigd, waarin de volksstem ming inzake de restauratie der monarchie wordt gelast. Rijksminister Rust heeft de „rassenschei ding" op de scholen afgekondigd en de voor bereiding van de inrichting van aparte scho len voor Joodsche kinderen tegen Paschen van het volgend jaar. Zoover als Julius Streicher wil. is het dus nog niet. Blijkens een uitlating in zijn blad „Der Stürmer" wil hij alle Joden radicaal uit moorden. Men leze het verslag over het par tijcongres te Neurenberg, in dit nummer op genomen. Maar die tijd komt nog wel! Generaal-majoor voi Reichenau is benoemd tot commandant van het legercorps, een be noeming, die reeoi geruimen tijd verwacht werd. Het gerucht had 'evub geloopen, dat het een teeken wrs van een verandering van de oriënteering in het oppercommando van het leger. Von Reichenau was dan ook in den raad der generaals van de Rijksweer de meest overtuig de aanhanger van een politiek tusschen leger en Nationaa. Socialistiac-ie Partij. Beweerd werd, dat zijn verti-zou beteekeneu, dat de Rijksweer haar on^fhankelrjkneid wilde De- houden en versterken. In bevoegde kringen verklaart men dat deze opvatting onjuist is. De traditie wil, zoo zeg gen zij, dat een hooge functionnaris van tijd tot tijd andere posten bekleedt dan in het mi nisterie. De vele demonstraties var trouw en toewij- dirg der generaals aan Jen Leider, zooals bij voorbeeld ter gelegenhei- van de groote ma noeuvres en van den ver'-aard'g van von Blomberg, zouoen de waarde van deze be wering kunnen versterken. Von Reichenau wordt opgevolgd als kabinetschef door gene raal-majoor Keitel. Herstel van het militarisme. De oude Militaire Academie uit het Kei zerrijk wordt opnieuw ingesteld, in een offi cieel communiqué wordt medegedeeld, dat de infanterie-generaal Adam tot commandant dezer nieuwe Academie werd benoemd. Het is te hopen, dat de loopende gen dit inderdaad belangrijke verarhT^ zienlijk zullen red'uceeren en dat ook derlandsche werven, zg mogen dan In de r\r\ u/AAkf»ru/inst h^lnaf- rj-iï-n '^rïhiV Zal de tweede „Statendam"' in Nederland worden gebouwd? Zal de Kon. Holl. Lloyd in andere han den overgaan? De Eerste Kamer heeft de kwestie van den aanbouw voor de HollandAmerika lijn in haar jongste zitting behandeld. Volgens de heeren Wibaut en Ter Haar heeft de regeering tot dusver veel te weinig voor de reederijen gedaan. Ook de Rotterdam- sche burgemeester maakte een toespeling in dien geest, toen hij het argument der regee ring, dat ondanks den sterk verminderden aanbouw en de buitenlandsche belustheid op goede en spotgoedkoope opgelegde Nederland sche vaartuigen naar verhouding nog heusch niet zoo veel Nederlandsche schepen ver ouderd zijn, verre van sterk achtte. Minister Gelissen, die zijn ambtsvoorgangers niet wilde desavoueeren, trachtte deze grief ie ontzenu wen o.a. door verwijzing naar een paar recen te maatregelen o.a. de verlaging /an de loods gelden en het wetsontwerp nopens rentelooze voorschotten ten behoeve van de zeescheep vaart, (dat Woensdag aan de orde was), maar geheel overtuigd schenen de critici niet. De regeering heeft trouwens zelfs reeds bg schriftelijke gedachtenwisseling met Tweede en Eerste Kamer verklaard, dat zg er zich van bewust is, dat de hulp, welke met rente looze voorschotten aan de scheepvaart gebo den wordt, niet afdoende zal zgn. „In het bij zonder", aldus minister Gelissen in zijn me morie van antwoord aan de Eerste Kamer „zal aan de vernieuwing van de vloot eerlang ernstige aandacht moeten worden geschon ken". Wie denkt hierbij niet aan den „Prinsen- dam" of zoo men wil: den tweeden „Staten dam"! De directie der Holland—Amerika lijn is op goede gronden de meening toegedaan, dat de concurrentie met de groote buitenland sche scheepvaartmaatschappijen slechts mo gelijk blijft, als ook onze passagiersschepen aan de hoogste eischen voldoen. Daarvoor is echter rijkssteun noodig, geheel onafhankelijk van de voor een ander doel bestemde 8.2 mil- lioen aan rentelooze credieten, waarop het Woensdag behandelde en aangenomen ont werp betrekking heeft. Aanvankelijk scheen het alsof de regeering dit niet inzag. Minister Steenberghe strib belde eenigen tijd geleden nog hevig tegen, al scheen hjj langzamerhand bij te draaien. Thans is de zaak vrijwel in orde; slechts dringt zich de kardinale vraag op: waar zal dit schip gebouwd worden? Zoo eenigszins mogelijk moet het schip in Nederland worden gebouwd, oordeelde ook mr. Droogleever Fortuyn. Deze afgevaardigde waarschuwde tevens tegen een „aanbouw in mooten", in gedeelten, waarover wilde ge ruchten liepen en die z.i. een ongewenschte deeling van de aansprakelijkheid ten gevolge zou hebben. In geen geval aanbouw in het buitenland. Maar in de pers heeft men reeds kunnen lezen, dat de Engelsche aanbieding lager is dan de Nederlandsche. op woekerwinst belust zijn gewees- tegemoetkomendheid zullen betracht gr°°l® dat geval schijnt minister Gelissc/'1 ,'1 „overbrugging" van het verschil p zwaar te hebben. Dit zal dan gepaard met een dubbel crediet, de gewone r vende leening aan de Holland—Amerik^^ en een voorschot tegen lager rente. H telde slechts, dat door nauwkeurige b'J V<!N ningen vastgesteld is, wat een schip ai**6" „Prinsendam" in Nederland zou mogPr De minister noemde geen cijfers, ber P. at rnog"£n i- ten, dat er een aanbieding van drie R0n damsche werven is en dat die nu met een gelsche offerte moet worden vergejekc,/ regeering kan zoo stelde hij voorop "P® Sint Nicolaas spelen met 's rijks dubbelt Bovendien mocht niet vergeten worden de bestelling van de Holland—Amerika r uitging en niet van de regeering. Bij dit debat is ook de Kon. Holl. Lloyd t» sprake gekomen. In enkele Amsterdams aJ bladen is gewag gemaakt van bespreking van een drietal Amsterdamsche stoomvaart1 maatschappijen met de (in staat van s séance van betaling verkeerende) Kon. Lloyd over de voortzetting van het bed dezer maatschappij in anderen vorm. Teven zou de Kon. Holl. Lloyd in onderhandeling met Wm. H. Müller en Co., die sinds 19:si nauwe relaties met haar verkeert. Volgen bedoelde dagbladberichten zou Van Nievdt Goudriaan (de Rottcrdamsche Zuid-Amerik lijn) nog niet in de besprekingen betrokken zijn. 1 Uit de rede van minister Gelissen kree» men den indruk, dat dit in hoofdzaak juist is Voor de gedupeerde gepensionneerden der Kon. Holl. Lloyd hoopt de minister iets te kunnen doen, al vermag hij hun niet het volle pond te waarborgen. VERKOOP ZOMEHPOSTZEGELS. Minister SUngenberg spreekt een woord ter aanbeveling voor radio. de De minister van Sociale Zaken mr. v SUngenberg zal Maandagavond ai van 8.30- 8.45 een woord van aanbeveling spreken ter ondersteuning van den verkoop der zomer- postzegels, waarvan de extra-opbrengst ten goede komt aan de arbeidszorg voor onvol- waardigen en aan de acht 1100'W'tende or kesten in de groote steden. DE TWEEDE STATENDAM. Mededeeling van minister Gelissen in de Eerste Kamer. De minister van handel, nijverheid en scheepvaart, prof. ir. Gelissen, heeft gister middag in de Eerste Kamer bij de behan deling van de wet inzake het verstrekken van rentelooze voorschotten ten behoeve van de zeescheepvaart, medegedeeld, dat de regeering aan de Holland—Amerika-Lijn de toezegging heeft gedaan, dat bij bestelling in Nederland van de zoogenaamde tweede Statendam een zeker deel van de benoodigde gelden k fonds perdu en een ander tegen bijzonder lage rente beschikbaar zeil worden gesteld. Ook indien het schip in het buitenland wordt besteld, aldus verklaarde de minister, is er een mogelijkheid om deze te betalen voor een deel met de opbrengst van in Neder and geproduceerde goederen. VLIEGTUIG OP ZIJN KOP. Dinsdagmiddag te ongeveer half drie uur was de jager D. 39 vat het vliegkamp „De Kooy" en bestuurd door den leerling-vlieger Sulkers, aan hel oefenen en zou deze na een gedane vlucht lenden. De landing zou een nor maal verloop hebben gehad, ware het vlieg tuig bij het <.p den grond komen niet door zijn landingsgestel gezakt. Het kwam toen met den kop op den grond, zoodat eenige mate- rieele schade werd aangericht. De vlieger bleef ongedeerd, zoodat oen en ander goed :a afgeloopen. Polder Eierland viert zijn eeuwfeest. Reeds vanaf den dijk bij het stoomgemaal van V.'aal- en-Burg ziet men aan de vele vlaggen die bij, of op de boerderijen zijn uitgestoken, dat in den grootsten polder van de gemeente iets bijzonders aan de hand is. Te De Cocksdorp echter ondekt men hoe zeer de feestcom missie bg dit 100-jarig jubilé haar taak «P de juiste wgze heeft opgevat. Op een perceel land achter de O. L. School is een groot ten tenkamp verrezen, waarvan één tent, door haar afmeting reeds van verre de aandach trekt. Geheel De Cocksdorp (dat zgn ontstaan aan polder Eierland dankt), bleek in feest- stemming te verkeeren. Gisterenmorgen woonden wg de officiee e opening bg, die in de groote tent op het ter rein plaats had. 't Allereerst werd het woo gevoerd door den Dijkgraaf van Polder Eier* land, den heer R. P. K ey s e r J o h z. Spr. h eerst met een feestelijke herdenking van e 100-jarig bestaan van den polder niets °P^J had. Spr. achtte de tijdsomstandigheden v te ongunstig. Er is echter wel degelijk T om dit eeuwfeest niet ongemerkt te laten P seeren, als men nagaat, wat hier In 100 ja tot stand is gekomen. Aanvankelijk was sp^ van meening, dat een 100-jarig bestaan v een polder niet zooiets bijzonders was, ook van dit oordeel is hjj geheel terug P' men, omdat de eerste honderd jaren juist moeilijkste in een polder zijn. In het kort geeft hij dan een overzicht v de historie van den polder. ej Hierna verkreeg Burgemeester Oort woord. Deze feliciteerde het Bestuur en heel de bevolking van Eierland met het j leum. Spr. wees ook nog even op de zand- en watervlakte, waarover de gesc ten van Van Kuyck en Prof. Akkcrd'J waagden en die gelegen waren ten 0 van den Zanddijk, die Eierland tegen Noordzee beschermt. Spr. bracht hulde het Dijkbestuur, dat hier bijna 100 jaar scepter had gezwaaid. Vooral ook laatsten Dijkgraaf, die al 10 jaar in is. Toegekend werden de volgende prijzem Cranen (Emmatarwe): le M. W. de ^e(|, 2c Wed. J. C. Witte; Wilhelminatarwe: ie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 6