Buitenlandsch Overzicht.
TAPTOE A
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7055
EERSTE BLAD
lil
De verkiezingen in het
Memelland.
Geen herinneringmedailles voor
de militairen uit het Saargebied
Zon Aspirientje
helpt toch maar
Londens antwoord
aan Parijs.
duo.
COURANT
Abonnement per 8 maanden b*J vooruitbet.: Heldersche Courant 1.80; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel J 1.65; binnenland 2.—,
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen S.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-GIrorekenlng No. 16066.
ADVERTENTIE Nj
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst),
dubbele prjja. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Italië blijft agressief; het zal niet uit den Volkenbond treden
voor sancties worden toegepast. De keizer van Abessinië
kondigt de ólgemeene mob.lisatie aan. - De verkiezingen van
Memel; een nieuwe angel voor Europa.
De houding van Italië
bl|jft agressief, zoo
schreven we in den kop
van dit overzicht. Mus-
solini bljjft consequent
doorgaan op den inge
slagen weg en alle hoop op tjjdigen terugkeer
van den Duce is tot nog toe jjdel gebleken en
zal dat blijven. De groote vraag van het
oogenblik is eigenlijk niet meer of er oorlog
zal komen tusschen Italië en Abessinië, maar
of deze onvermijdelijke botsing zal uitdijen tot
een wereldkrijg. We gelooven daarin nog niet
direct, want b|j het toepassen van sancties,
zal de Volkenbond zich eerst bepalen tot de
passieve, d.w.z. dat men crediet aan de aan
vallende partij zal weigeren en grondstofleve-
ranUes. Wanneer zou blijken dat dat niet vol
doende is zou men eerst overgaan tot de
acüeve sancties, n.1. de contrdle op de toe
gangswegen naar Italië en eventueele slui
ting van het Suez-kanaal, gepaard gaande
met een bloccade.
Eerst dan wanneer men tot deze actieve
sancties overgaat zal de oorlog zich waar
schijnlijk uitbreiden tot de landen, die met
de toepassing van deze sancties belast
z|jn, dat z|jn In de eerste plaats Enge-
land en Frankrijk en verder de landen die
de verplichtingen van den Volkenbond
op zich nemen.
De toestand kan zich snel ontwikkelen,
doch al zien we de ontknooping van het
drama Itallë-Abessinië naderen, we gelooven
nog niet dat Europa direct in het conflict
zal worden betrokken. Onaangename verras
singen zijn natuurlijk niet buitengesloten.
KROONPRINS UMBERTO VAN ITALIË,
die, naar verluidt, een vreedzame oplos
sing wenscht van het Italiaansch
Abessinisch conflict.
Zaterdagavond heeft de Italiaansche mi
nisterraad de volgende besluiten genomen.
„Italië zal den Volkenbond niet verlaten
voor den dag, dat de Volkenbond zelf de volle
verantwoordelijkheid op zich zal nemen van
de maatregelen, die Italië zullen treffen.
„De regeering heeft aan de Engelsche regee
ring meegedeeld, dat zij bereid is een over
eenkomst aan te gaan. welke in overeenstem
ming zal z|jn met de gewettigde aanspraken
van Groot-Britannië in Oost-Afrika.
„De regeering verklaart op de plechtigste
wijze, dat zij elke actie zal vermijden, die het
terrein van het Italiaansch-Abessijnsche ge
schil zou uitbreiden.
„De regeering kan de verklaring van den
negus, dat hi) z|jn troepen bevolen heeft tot
op 30 km van de grens terug te trekken, niet
ernstig opvatten."
Bij alle bitterheid die de wereld bezield
tegenover Italië, moet toegegeven worden dat
Italië duidelijke taal spreekt. Men weet wat
Mussolini wil en kan zich daardoor dus rus
tig bezinnen op de maatregelen die men
nemen zal. Diezelfde klare taal vindt men ook
in de Italiaansche pers, het is geen diploma-
tieken, misleidenden toon, maar grimmig en
duidelijk.
Het officieuze Giornale d'Italia bevatte Za
terdagavond onder het opschrift: „Laatste
Ophelderingen" een commentaar op de boven
genoemde besluiten.
Op het punt, waar de zaken thans beland
zijn, schreef het blad, moet men duidelijke
taal spreken en elke poging tot voorzichtig
heid laten varen, bij het begrip volkenbond
valt alles te voegen behalve gerechtigheid en
onpartijdigheid tegenover Italië. Het sluiten
van het Suezkanaal en de oeconomische blok
kade kan Italië slechts beschouwen als recht-
streeksche en ondubbelzinnige oorlogsdaden,
die dan ook onmiddellijk den verdedigingsoor
log zouden uitlokken.
Volgens de Italiaansche opvatting moet
de strijd tot Oost-Afrika en de betrekkin
gen tusschen Italië en Abessinië beperkt
blijven. Voor een uitbreiding van den oor
log zou Italië in geen geval verantwoor
delijk gesteld kunnen worden.
Mobilisatie in
Abessinië
aangekondigd.
Die klaarheid van taal
van de zijde van Italië,
waarover wjj hierboven
schreven, is voor Abes
sinië het benauwende.
'Het land voelt al sinds
maanden den oorlog, als het zwaard van
Damocles, dreigen, en het moeilijke is voor
den keizer en zijn regeering om geen maat
regelen te nemen, die voor Italië een uitda
ging tot direct actief optreden zouden zijn.
Uiterst voorzichtig en beleidvol is Abessinië's
keizer te werk gegaan, al gelooft hij sinds
weken niet meer dat een bevredigende oplos-
sing nog mogelijk zou zijn.
Zaterdag nu heeft de keizer, vermoede-
delijk ook al tengevolge van de laatste
besluiten van den Italiaanschen minister
raad (zie hierboven) besloten de alge
mene mobilisatie af te kondigen. Hij
heeft daarvan telegrafisch mededeeling
gedaan aan den secretaris van den Vol
kenbond.
Tegelijkertijd wordt daarin het drin
gend beroep op den Volkenbond herhaald
om alsnog te trachten den dreigenden op-
marsch van het Italiaansche leger te ver
hinderen. Het telegram luidt als volgt:
Vastbesloten den vrede in Abessinië te
KROONPRINS ASSAO WOSSISN
VAN ABESSYNIË,
bevelhebber van een gedeelte van het
Abessijnsche Noorderleger.
handhaven willen wij voortgaan om met
den Raad samen te werken bij het zoeken
naar een vredelievende bijlegging van het
geschil, welke in overeenstemming is met
het Volkenbondspact. Wij willen echter
de aandacht van den Raad vestigen op
den steeds toenemenden ernst van den
dreigenden Italiaanschen inval, die voort
spruit uit de aanhoudende troepenver
sterkingen en de andere oorlogsvoorbe
reidingen, waarmede de Italiaansche re-
geertng ondanks onze vredelievende hou
ding voortgaat. Ernstig smeeken wij den
Raad zoo spoedig megeljjk alle voorzor
gen tegen den Italiaanschen inval te
nemen, daar de omstandigheden zoo zijn
geworden, dat wij onze verplichtingen
zouden verzaken, wanneer wij nog langer
de algeheele mobilisatie, noodig voor de
verdediging van ons vaderland, zouden
uitstellen. Onze voorgenomen mobilisatie
zal onze vorige legerbevelen om de troepen
80 km van de grens terug te trekken,
niet aantasten en w|j herhalen onze vast
beslotenheid om met den Volkenbond
onder alle omstandigheden te blijven
samenwerken.
w.g. HAILE SELASSIE I,
Keizer.
Addis Abeba, 28 September 1935.
Het telegram, bevattende de aankondiging
der mobilisatie, is gevolgd door een ander, dat
die mobilisatie uitstelt.
Het A.N.P. meldt n.1. uit Addis Abeba:
De Keizer van Abessinië heeft Zondag aan
den Volkenbond een nieuw telegram gezonden.
Hij seint daarin, dat Abessinië in de hoop den
vrede in stand te houden ten nauwste met den
Volkenbond wil samenwerken. De Keizer ziet
zich echter gedwongen den Volkenbond op
nieuw op de aanhoudende agressieve maatre
gelen van Italië opmerkzaam te maken, daar
deze duidelijk aanvalsbedoelingen toonen. Der
halve verzoekt hij den Volkenbond voor den
eerstkomenden tijd alle maatregelen te nemen
tegen een Italiaanschen aanval.
In afwachting hiervan wil de Keizer de alge-
meene mobilisatie, waartoe besloten is en die
is voorbereid, uitstellen en slechts afkondigen
b|j een aanval van Italië.
KO!M3«JiNS'S AUTOMATIC
Dit tweede telegram van den keizer
wordt in Volkenbondskringen buitenge
woon ernstig opgevat, daar men ver
moedt, dat deze noodkreet samenhangt
met het einde der regenperiode. Meer en
meer begint men hier rekening te houden
met de mogelijkheid, dat de vijandelijk
heden binnen drie weken door Italië zul
len worden geopend.
Onder deze omstandigheden zal de Volken
bondsraad den grootsten spoed betrachten bij
het opstellen van het rapport en het nemen
van verdere noorzakelijke beslissingen.
Te Rome verklaart men naar Reuter
meldt dat de officieele aankondiging der
Abessinische mobilisatie ongetwijfeld het be
gin der militaire actie zal verhaasten. Grooten
indruk heeft het bericht in Italië niet ge
maakt, aangezien de openbare meening er
reeds sedert verscheiden dagen op was voor
bereid.
Volgens een door de Parijsche „Matin"
uit Rome ontvangen bericht zou het sein
tot den Italiaanschen opmarsch reeds mid
den der volgende week te verwachten zijn.
niet uit blik.
DAG EN NACHT
De
verkiezingen
van Memel.
Er zijn behalve het
conflict in het Oosten,
dat de noodige voetan
gels en klemmen bevat
voor Europa, in Europa
zelf ook nog zaken, die
een waakzaam oog vragen en dat zijn o.m.
de verkiezingen in Memel, die Zondag j.1. zijn
gehouden en waarvan men elders wellicht
den uitslag vermeld' vindt.
Een der naweeën van Versaillés noemde
de Nw. Rott. Crt. de Memelkwestie, in een
hoofdartikel in haar Zaterdagavondnr. Wij
ontleenen aan dit artikel de volgende passage:
De Memelsche kwestie is een van de slechte
gevolgen van het verdrag van Versailles. Men
heeft het Memeland in 1919 van Duitschland
losgemaakt, niet omdat er aanleiding toe be
stond, want de Memelsche Litauers waren
Duitschgezind en in hun beschaving, gods
dienst en welstand zeer verschillend van hun
stamgenooten, die onder Russisch bewind
hadden geleefd. Daarover bestaat een rapport
van een commissie, gevormd uit een Fransch-
man, een Engelschman en een Italiaan, uit
1923, dat in dit opzicht aan duidelijkheid niets
te wenschen overlaat. De Italiaan was baron
Aloisi die nu te Genève zijn land vertegen
woordigt. Men heeft het Memelland losge
maakt van Duitschland om het aan Polen of
Litauen als uitweg naar de Oostzee te geven.
Op den duur ontstond echter een plan, uit het
Memeiland ten opzichte van Litauen een vrij
staat te maken zooals Dantzig dat ten op
zichte van Polen is. Toen de Litauers dit be
merkten hebben zij volgens het voorbeeld dat
Polen hun te Wilna had gegeven, zich met
geweld van Memel meester gemaakt, daarbij
van z.g. vrijbuiters gebruik makend, die in
werkelijkheid soldaten waren. Deze troepen
hebben het Fransche garnizoen eenvoudig uit
de stad gejaagd. Zooals ten aanzien van Wil
na heeft de befaamde conferentie der ambas
sadeurs voor dit voldongen feit het hoofd ge
bogen. In 1924 is een vergelijk met Litauen
tot stand gekomen.
Dit statuut nu moet door de verkiezingen
van morgen in eere worden hersteld.
Artikel 99 van het verdrag van Versailles,
't welk betrekking heeft op het Memelland,
luidt: „Duitschland doet ten gunste van de
geallieerde en geassocieerde mogendheden
afstand van alle rechten en aanspraken op
de gebieden tusschen de Oostzee, de in dit
verdrag omschreven noordoostgrens van Oost-
Pruisen en de voormalige Duitsch-Russische
grenzen. Duitschland verplicht zich, de door
de geallieerde en geassocieerde mogendheden
omtrent deze gebieden en met name omtrent
de nationaliteit der inwoners getroffen rege
ling te aanvaarden".
Het Memelland is bijgevolg afgestaan aan
de geallieerden, die het daarop, met rechten
van autonomie, bij het Oostzeestaatje Litauen
hebben gevoegd, om dit een uitweg naar zee
te verschaffen.
Rustig verlopp der verkiezingen
ondanks een stroom van weder-
zijdsche beschuldigingen.
Het A.N.P. meldt:
Ondanks de groote beroering, die de laatste
weken in het Memelgebied heeft geheerscht
in verband met de verkiezingen van heden,
waardoor de aandacht der geheele wereld op
het Memelgebied is gevestigd, hebben zich
Zondag geen incidenten van ernstigen aard
voorgedaan.
Aangezien elke kiezer echter een blocnote
ontving met ruim 200 pagina's, waarvan elk
den naam van een candidaat bevatte, en elke
kiezer van deze blocnote 28 vellen met de
namen van zijn candidaten moet uitscheuren
en in de stembus werpen, duurde de formali
teit zoo lang, dat in de meeste stembureaux
de ongeveer 1000 kiezers, die er moesten
stemmen, niet aan de beurt konden komen.
In verband hiermee is op het laatste oogen
blik besloten, dat de verkiezingen Maandag
zouden worden voortgezet en dat de stem
bureaux Maandagochtend te 8 uur weer ge
opend zouden worden en open blijven tot des
avonds 6 uur. De verzegelde stembussen zijn
's nachts door vertegenwoordigers van de
partijen in gezelschap van politie bewaakt.
Zenuwachtigheid.
Uit Warschau seinde Havas nog het bericht,
dat daar alarmeerende geruchten de ronde
deden over een mogelijk ingrijpen van
Duitschland in Memel. Men zou Warschau
reeds gepeild hebben, om te weten, wat de
reactie van Polen zou z|jn op een dergelijke
gewapende interventie.
De kosten zouden te boog zjjn.
In een vergadering met gesloten deuren
heeft de Raad van den Volkenbond het voor
stel van de Nederlandsche regeering behan
deld, dat de Volkenbond een herinnerings
medaille zou laien slaan ter schenking aan
alle militairen, die in de periode van de volks
stemming in het Saargebied voor de handha
ving der openbare orde hebben zorggedragen.
De rapporteur, de gedelegeerde van Ar
gentinië, deelde mede, dat de verwezenlijking
van dit voorstel van de Nederlandsche regee
ring een uitgave van ten minste 10.000 Zw.
frs. zou veroorzaken. Hulde brengend aan de
bedoeling, die de Nederlandsche regeering bij
het indienen van dit voorstel bezielde, meen
de de rapporteur onder de tegenwoordige om
standigheden aan den Raad niet te kunnen
voorstellen machtiging tot deze uitgave te
verleenen. De Raad vereenigde zich met dit af
wijzend advies van zijn rapporteur.
Indien U zich onbehaaq- j
lijk voelf, Uw hoofd
zwaar is en Uw benen als lood
zijn, zullen 1 a 2 Aspirin-tableiten
U weer fit maken.
Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van
20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. 10 ets.
Engeland staat op de bres voor
collectieve handhaving van
het handvest.
\even*-
Ov 9oc,d
en
voor VIJF wasschen 16 cl
•SSVeVAVeSI
Hand.Hond. „Emke" Apeldoorn
Zondagavond is te Londen en Parijs het
antwoord gepubliceerd van de Engelsche
regeering op het Fransche verzoek te worden
ingelicht nopens Engelands houding ten aan
zien van sancties bij een niet uitgelokten
aanval in Europa.
Aan de tekst van dit antwoord, geteekend
door Sir Samuel Hoare, welke Donderdag te
Londen aan den Franschen gezant ter hand
is gesteld, is het volgende ontleend:
In het verzoek, dat gij zoo goed waart op
10 September te richten tot Sir Robert Van-
sittart, heeft Uwe Excellentie den wensch
uwer regeering te kennen gegeven in verband
met het huidige geschil tusschen Italië en
Abessinië te vernemen in welke mate zj)
voortaan verzekerd kon zijn van een onmiddel
lijke en daadwerkelijke toepassing door Groot-
Brittannië van alle sancties, voorzien in arti
kel 16 van het Volkenbondsstatuut, in geval
van schending van dit statuut en in geval van
toepassing van wapengeweld in Europa. Hier
bij werd in het bijzonder gedacht aan de
mogelijkheid, dat een Europeesche staat, al
dan niet lid van den Volkenbond, naar de
wapens zou grijpen.
In antwoord hierop heb ik de eer, uw aan
dacht te vestigen op de woorden, waarvan ik
mij op 11 September in mijn rede te Genève
heb bediend.
In overeenstemming met zijn nauwkeu- j
rig omschreven formeele verplichtingen j
verklaarde ik en herhaal ik hier, dat de j
Volkenbond en met hem Groot-Brittan- j
nië op de bres staan voor de collectieve j
handhaving van het handvest en in het J
bijzonder voor een vastberaden en eollee-
tieven tegenstand tegen lederen aanvals-
staat.
Ik ben van oordeel, dat men het algemeen
er over eens zal zijn, dat geen enkel lid van
den Volkenbond bij voorbaat zijn politiek zal
kunnen bepalen voor ieder geval afzonderlijk
op duidelijker en preciezer wijze dan met deze
woorden.
Uwe Excellentie zal opmerken, dat ik te
Genève gesproken heb, en ook thans weer
schrijf over alle niet uitgelokte aanvalsdaden.
Op elk woord van dezen zin valt de volle
nadruk. Het is op het eerste gezicht alles
zins duidelijk, dat de procedure volgens arti
kel 16 van dit handvest, hetwelk toepasselijk
is op een positieve, niet uitgelokte aanvals-
daad, niet toepasselijk is op een negatieve
daad, zooals het niet uitvoeren der bepalin
gen van een verdrag. Het is voorts duidelijk*
dat in geval van wapengeweld graden van
schuld en agressie mogelijk zijn, en dat der
halve, wanneer artikel 16 van toepassing is,
de aard der actie, waartoe op grond van dit
artikel behoort te worden overgegaan, ai naar
gelang van de speciale omstandigheden kan
verschillen.
FEUILLETON
MARINEROMAN
door
W I L L I A R I S
12
Hij meende toch stellig te weten, dat de
kok ook in het verblijf was, toen het ongeluk
gebeurde. Doch hoe hij ook rondkeek en
zocht, hij zag hem niet. Hi) riep: „Roelofs,
waar zit je!"
Geen antwoord volgde, ook niet toen hfl
nog eenige malen riep. Het geluid van zijn
stem verbrak de doodsche stilte en klonk hem
akelig in de ooren.
Het zweet brak hem uit. Zou die jongen
toch nog door die deur gegaan zjjn in zijn
angst? Zat hij dan alleen in dit graf ge
vangen, met een vreeselijke dood voor oogen?
Zou de mogelijkheid bestaan, dat er nog
levenden waren ln de andere compartimenten
Al deze vragen warrelden door zijn gepijnigde
hersens.
„Ik moet wat kalmer worden", mompelde
hi); „zoo gaat het niet langer. Ik moet
denken, rustig denken, anders worden mijn
zenuwen me de baas."
H|j zette zich neer om te overleggen, wat
er gedaan zou kunnen worden. Toen stond
hij op en begaf zich naar de deur van het
waterdichte schot, om te zien, of daarnaast
ook menschen waren. Hij zette de lamp op
het kombuis, om zjjn handen vrt) te hebben,
hij met zijn voet tegen iets zachts stiet.
Dadelijk nam hjj de lamp weer op, om te
zién wat dat was, toen hij tot zijn groote
blijdschap den kok ontdekte. De jongen had
zich in een onmogelijk kleine ruimte ge
wrongen tusschen het kombuis en het water
dichte schot en zat daar nu met het hoofd
op de knieën en de handen voor de oogen.
De bootsman trok een hand weg, die warm
aanvoelde, wat hem een onuitsprekelijke ver
lichting schonk en hem deed uitroepen: „hij
leeft!".
Zijn hand flink schuddend, riep hij luid:
„Zeg kok, help me eens even!"
Eigenlijk verwachtte hij geen antwoord en
hjj mompelde: „Dat dacht ik wel, flauw ge
vallen. Maar dat is gauw te verhelpen; we
zullen je wel eens gauw bijbrengen, jongen,
dan kunnen we praten".
Hij haalde een kan water met een doek en
begon het gezicht, den hals en de borst van
den jongen te wasschen. 't Was benauwd heet
in de boot en hij zweette hard bjj zijn
pogingen den bewustelooze bij te brengen.
Maar opeens schoot hem een ontzettende
gedachte door het brein en staakte hij zijn
werk. Hij zette zich neer en liet zijn sombere-
blikken glijden over het lichaam, dat daar
voor hem op de mat lag uitgestrekt.
Zou het niet beter zijn, nu zij toch moesten
sterven, om den armen jongen te laten zoo hij
was, onwetend van het verschrikkelijk ge
beuren. Wat voor nut had het, hem in het
leven terug te roepen, als hij het straks weer
moest verliezen Het zou een misdaad zijn,
hem de vreeselijke marteling van een lang-
zamen verstikkingsdood te doen ondergaan.
Dat alles kon hem bespaard worden.
Toen opeens was het hem als zag hij weer
dat lieve meisjesgezicht met die zachte,
bruine oogen voor zich en hoorde hij haar
stem, fluisterd in zijn oor: „Houdt goeden
moed".
Hij liet zich weer op de knieën zakken naast
den bewustelooze en terwijl hij zijn pogingen
voortzette, zei hij hardop: „Jo, mijn eigen,
dapper meisje, ik zal vechten zoolang het me
mogelijk is. Ik wil leven, voor jou!"
Eindelijk zag hij zijn pogingen met succes
bekroond, want 'n zacht gekreun trof zijn oor
en met angstige spanning verbeidde hjj het
oogenblik, waarop de jongen de oogen zou
openen.
Als had daar zijn leven afgehangen, zoo
verlicht voelde hij zich, toen de oogen lang
zaam opengingen en hij slaakte een diepe
zucht van tevredenheid, toen de jongen hem
aankeek en trachtte overeind te komen.
De bootsman schoof een arm onder zijn
schouder en zette hem rechtop.
„Ziezoo kok, dat is voor elkaar," zei hij
opgewekt. „Zeg nu eerst eens, of je wat eten
of drinken wilt hebben."
Hij haalde wat water en reikte het hem
aan. Maar de jongen duwde de hand weg en
-de armen om de beenen van den bootsman
slaande, barstte hij in snikken uit. Blijkbaar
was de herinnering teruggekerd en namen de
angstgedachten weer de overhand. Heftig
schokte zijn lichaam en luid riep hjj: „Neen,
bootsman, neen, niet drinken, ik wil sterven!"
De jongen snikte erbarmelijk.
„Och, bootsman, beste vriend, spaar me die
marteling, schiet me dood. Alstublieft, ik
smeek er u om, schiet me toch dood!!"
In zijn vreeselijke angst voor de langdurige
marteling kronkelde hij over de mat, smee-
kend om een kogel, die hem uit zijn lijden
verlossen zou.
De bootsman was diep geschokt en keek
met verwrongen trekken neer op den sidde
renden jongen. Hij ging naast hem zitten, en
hem bemoedigend op den rug kloppend, zei
hjj troostend: „Kom, kom, jongen, zoolang er
leven is is er hoop ook. Wjj mogen den moed
niet verliezen. Help mij eens even, om te
onderzoeken, of er nog meer levenden in de
boot z|jn. Dan gaan we straks wat eten en
ons klaar maken om de boot te verlaten."
Het snikken hield op en de jongen, die door
de kalme stem van zijn chef weer wat gerust
gesteld scheen te zijn, stond gewillig op.
„Hier, Roelofs, licht me bij, dan zal ik naar
de andere compartimenten telefoneeren."
Het viel den bootsman op, dat hij nu opeens
zooveel kalmer was geworden en hij vroeg
zich af, of dat nu kwam doordat hij druk
bezig was of dat hij, misschien onbewust, be
sefte, een goed voorbeeld te moeten geven,
daar het anders heelemaal mis zou zijn met
den jongen. Hjj belde achtereenvolgens alle
afdeelingen op, maar kreeg geen antwoord.
„O, maar 't is best mogelijk, dat de telefoon
door die ontploffing defect geraakt is. Heb jij
dien zwaren knal ook gehoord, Roelofs?"
„Ja, bootsman, dat was dadelijk nadat de
boot die helling kreeg."
„Nu, ik denk, dat er een ontploffing in de
batterij heeft plaats gehad en waarschijnlijk
zulen de anderen gestikt zjjn door het gas,
dat zich ontwikkeld heeft, terwijl het ook zeer
goed mogeljjk is, dat er een groot gat in dé
huid geslagen is en dat door het snel instroo-
mende water de menschen verdronken zijn.
Toch bestaat de mogelijkheid, dat ze nog
een deur hebben weten te sluiten en dat er
een of meer achterin zijn. Wacht, ik zal eens
probeeren met kloppen."
Hjj nam een hamer en sloeg er eenige malen
hard mee tegen het schot, telkens luisterend
of er ook antwoord kwam.
Doch geen geluid dat er op zou kunnen
wjjzen dat er nog meer levenden in de boot
waren, bereikte hen.
Na nog enkele vergeefsche pogingen te heb
ben aangewend, gooide hjj met een moedeloos
gebaar den hamer in een hoek.
„Alles tevergeefsch, kok; ik hen ervan over
tuigd, dat onze kameraden den dood hebben
gevonden. Ik durf de deur ook niet open
maken, want als we hier gas binnenkrijgen
zjjn wjj er ook geweest. Verbeeldt je zeg;
daar straks voor ik jou vond had ik bijna de
deur opengemaakt in mj|n onbedachtzaam
heid. Maar goed dat ik afgeleid werd; wie
weet wat de gevolgen zouden geweest zijn.
Maar ik was eerst ook zenuwachtig hoor, dat
blijkt wel uit het feit. Er is niets aan te doen
Jongen; onze kameraden zjjn gestorven, dat
staat nu wel vast, en wij
De jongen die steeds met gespannen blik
ken naar het gelaat van den bootsman ge
keken had, begon nu zoo sterk te beven, dat
hij de lamp moest neerzetten en weer begon
hij te jammeren: „Schiet me dood, bootsman;
schiet me dood, maak er alstublieft een eind
aan!"
De bootsman nam de lamp op en zette deze
in het bakje aan den wand.
Plotseling werd de kok stil, hjj huilde niet
meer doch keek met gretigen blik naar het
lange koksmes dat op de kombuis lag en
waarvan het lemmet schitterde in het licht
der lamp.
Loerend keek hjj van terzijde naar zjjn
chef, maar deze, opmerkzaam gemaakt door
zijn stilworden, had zijn blik gevolgd en giste
dat hij van plan was de hand aan zichzelf te
slaan.
Hjj zag ook den loerenden blik waarin de
waanzin schitterde en met één sprong was h(J
bjj de kombuis, doch juist even te laat. De
jongen griste het mes onder zjjn handen van
daan en hief het bliksemsnel op om zich een
doodelijken steek toe te brengen, maar nog
net op tjjd greep de bootsman zijn arm en
draaide hem om teneinde hem het wapen te
ontnemen.
De jongen worstelde om vrij te komen,
maar de bootsman hield hem geklemd in een
ijzeren greep en heet hem toe: „Laat vallen
dat mes of lk zal je een pak rammel geven
dat het je groen en geel voor de oogen
wordt."
Hjj Het het vallen en de bootsman bukte
zich snel, nam het mes op en slingerde het
weg achter de lanceerbuizen, waar het geheel
donker was. Terwijl hjj zich oprichtte sprong
de jongen op hem toe en gaf hem een harden
slag in den nek. Met een handige beweging
sloeg de bootsman de handen in den nek van
den jongen en zwaaide het Uchaam over zijn
schouder, dat een eindje verder met een smak
op het harde dek terechtkwam. Vlug krab
belde hjj weer op en met woest rollende
oogen en onder het uitstooten van geluiden
die niets menschelijkers meer hadden, stormde
hjj weer op zjjn tegenstander af.
Deze was daar echter op bedacht en hg
plaatste een harde rechtsche stoot op de kin,
zoodat de jongen onder het uiten van een
rauwen gil achterover tegen het dek sloeg en
bewusteloos bleef liggen. De bootsman nam
zjjn zakdoek en wischte zich het zweet van
het gezicht.
Hij richtte de lamp op het uitgestrekte
lichaam, trok een vouwstoeltje bij en ging er
naast zitten. Medelijdend keek hij naar het
jongensachtige gelaat, dat leelijk begon op te
zetten en hoofdschuddend mompelde hiJ4
„arme jongen".
De ellebogen op de knieën gesteund, liet h|(
het hoofd in de handen rusten en begon h|
over hun benarde positie na te denken.
Langen tijd zat hjj zoo voorover gebogen at
poogde hjj een plan te vormen om de boot t«
verlaten. Hij keek op zjjn horloge, dat zes
uur wees.
I
(Wordt vervolgd.) j