'T HOEKJE ©y©ins POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT auteursrechten voorbehouden Belangrijke proeven van het instituut voor dieren- psychologie in Parijs. Een stem uit Banka. VOOR DE ZATERDAG 12 OCTOBER 1935 Zijn dieren intelligent? Het zesde zintuig bij water' en moerasdieren door Prof. Dr. Philippe Chaudeville. In het bekende Instituut voor Dieren- psychologie in Parijs heeft men den laatsten tijd interessante proeven ge nomen, die het hunne toe bijdragen tot de oplossing van hét probleem óf en in hoeverre dieren intelligent zijn. In de eerste plaats bevestigden een aan tal proeven de juistheid van reeds gedane waarnemingen, dat de zintuigen der dieren over het algemeen veel beter ontwikkeld zijn dan bij de menschen. De snoek bij voorbeeld neemt voorwerpen tien maal duidelijker waar, dan de mensch. Ook het gezicht der vogels is buitengewoon scherp, en grenst soms aan het ongeloofelijke. Men heeft kunnen waarnemen, dat de zwaluw op een afsfand van 300 meter in staat is, een groot insect waar te nemen; vooropge zet natuurlijk, dat het licht heel helder is. Ook met postduiven heeft men dergelijke proeven genomen, en men is daarbij tot niet minder verbazingwekkende resultaten gekomen. De knappe poes. Veel moeite heeft men in het Parijsche instituut genomen bij de kleurenproeven. Het bleek dat visschen en reptielen wel degelijk zin voor kleuren hebben, al zijn zij niet zeer sterk in sommige kleuren, bij voorbeeld bij geel,, groen én rood. Ook bij muggen werd nagegaan, of zij zin voor kleuren hebben.- Men ging bij deze: proeven als volgt te werk. Met- behulp van - een; projectie-toestel weitien verschillende—geklettrde--velden op een wit doek geworpen. Daarop liet men een muggenzwerm los. De muggen meden de donkere velden; op helder rood, licht groen en licht blauw zetten de dieren zich even neer, om dan weer door te vliegen. Ten slotte bevolkte de geheele zwerm het gele veld, dat wel dra geheel bedekt was. Daar geel ook de voornaamste kleur bij den mensch is, zal het een ieder nu Wel duidélijk zijn waarom mensch en mug el kaar zöo dikwijls dwars zitten... Alle zoogdieren kunnen zeer goed kleur- schakeeringen onderscheiden. Men gaf een poes melk in een rood kommetje. Een paar dagen later zette men, behalve het roode kommetje, ook anders gekleurde kommetjes met melk néér. Maar de knappe poes dronk alléén melk uit het roode kommetje, want dat was de kleur, welke-zij zich ingeprent had. Het zesde zintuig. Veel dieren, vooral degenen die in het water of in moerassen leven, hebben dit was reeds lang bekend een zesde zintuig, waarmee zijden graad van voch tigheid kunnen waarnemen. Hiermee is het hun mogelijk op groöten afstand met absolute zekerheid de aan wezigheid van water te bespeuren. De Fransche geleerde Sache-Souplet heeft de proef genomen met een aftand- sche blinde pad. Het dier werd op een paar kilometer afstand van het moeras, waar het thuishoorde, neergezet en geobserveerd. Een paar minuten wist de pad niet wat te doen. Plotseling draaide hij zijn kop om, alsof hjj de lucht insnoof, en sprong toen zonder aarzelen de weg in, naar het moe ras. Ook schapen bezitten dit „zesde zintuig". Tedere herder zou dat bevestigen. En dik wijls heeft zijn kudde hem bij een bron ge bracht waar hij nog nooit eerder geweest was. Een dansende muis. De resultaten van al deze proeven be wijzen wel, dat de dieren een zeer hoogen graad van gevoeligheid bezitten. Maar hoe stellen zij zichzelf nu eigenlijk voor? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, of in ieder geval in die richting te kunnen wer ken, maakte men gebruik van een spiegel. de manier, waarop de verschillende •lieren zich jegens hun eigen spiegelbeeld gedroegen, wilde men nagaan, of en in boeverre hun zelfbewustzijn ontwikkeld is. Een papegaai, die in den spiegel keek, en op zijn vleugels iets zag, dat er niet hoorde, trachtte dat met zijn snavel zoo snel mogelijk te verwijderen en pikte niet naar zijn spiegelbeeld, doch naar zichzelf. Een wit muisje, dat men voor een spie gel zette en met rust liet, was weldra aan zjjn spiegelbeeld gewend, en scheen er al gauw pleizier in te hebben: men zag hoe het met zijn staart allerlei bewegingen maakte voor den spiegel. Een hond onderzoekt de ver schillende gewichten. Interessant, al hecht men er niet zoo veel betéekenis aan, zijn de in Parijs met dieren genomen intelligentie-proeven, z.g.n. „intelligentie-tests". Een bijzondere proef nam men met een herdershond. Men legde zeven h acht gladde steenen, met precies denzelfden vörrii doch van verschillend ge wicht, op den grond. Vervolgens bracht men er den hond bij, en wees den zwaar- sten steen aan,, terwijl telkens herhaald wordt: „Dit is de-zwaarste steen, dit is de zwaarste steen." Daarop deed men hetzelfde met den lichtsten steen. Dit herhaalde men een paar dagen ach tereen. Toen werden de steenen een eindje weggegooid, en de hond kreeg het bevel om eerst den zwaarsten, en vervolgens den lichtsten steen te appórteeren. De hond rende weg en ging inderdaad de verschil lende gewichten der steenen na, door ze tusschen de voorpoten te wegen, waarna hij met den zwaarsten en den lichtsten steen terugkwam. Een algemeeng geldende regel kan uit deze experimenten natuurlijk niet opge steld worden, maar toch is het slechts langs dezen weg mogelijk, om het vraag stuk van de intelligentie der dieren op te lossen. „Hoe vond jij dat amateurstuk?" „Te realistisch." „Hoe zoo?" „In het programma stond dat er tus schen eerste en tweede bedrijf een uur tijdsverschil was, en dat was inderdaad zoo". Een oud-stadgenoot heeft het op Koninginnedag even te kwaad. Wij ontvingen van een oud-stadgenoot, den heer P. J. Greaves, die reeds 8 jaren in Indië verblijft, onderstaand schetsje, dat wjj, om zijn typisch tropisch karakter, gaarne een plaatsje inruimen. Vooral zij, die gedurendë eenige jaren in den Oost vertoefden en nog beter zijn,die in de z.g. .rimboe" zaten, kunnen beseffen, hoe het den inzender op Koninginnedag te moede moet zijn geweept. Vanzelfsprekend is de Koninginnedag in Indië, net als- in Holland, een nationale feestdag. Dan komen de diverse Oranje-vereeni- gingen met hun kinder-, en andere feesten, dan wordt op den vooravond het z.g. Oranje-Bal al dan niet gecostumeerd ge geven, dan hebben we, 's morgens het Openbaar-Gehpor; te Batavia bij den G.G., op andere g-roóte plaatsen bij den Gouver neur en op de kleinere bij den Resident en Ass.-Residenten. Dan -komen op - de groote plaatsen de kopstukken en op de kleinere bijna alle Europeesche ingezetenen en Inheemsche potentaten hunne gelukwenschen aan bieden en de rede van het bestuurshoofd aanhooren, iedereen deftig in het zwart gestoken bij 95 graden F. Dan geven de muziekcorpsen uitvoerin gen en de Radio-omroepstations speciale programma's. Zoo gaat het op de flink met Europeanen bevolkte plaatsen, doch er zijn er ook waar slechts weinig Europeanen gevestigd zrjn, of waar Europeanen wonen die d.In een middelmatige positie niet in staat' zijn aan dergélijke festiviteiten mede te doen. Als je hiertoe behoort en je bent in het, bezit van een Radio-toestel, dan vier je daarmee je Koninginnedag.; T. Overdag schakel je in op de IiidïsöAe zenders en 's avonds op de P.H.O.H.I. je- hoort den geheel en dag welbekende klan ken, vaderlandsche liederen, die je -reeds op school leerde.... Dikwijls wordt het Volkslied gespééld, is dat op de gewoné dagen na de ulïzefi- ding de gewoonte, op een dag 'als den 31én Augustus voel je het aan als HéD; lied uit Je land, waar je zoovervanda&n zit. Herinneringen komen böveïï,gSiacKfen" aan familie en verw.antenspelen door 'je. hoofd, er kruipt een wee gevoel in je op dat op heimwee lijkt. Als het Wilhelmus door de Radio klinkt, dan sta je op en zingt het mee, terwijl de tranen in je oogen komen. Na afloop heb je moeite om tot rust te komen en je herinneringen van je af te zetten, men blijft echter onder den indruk, zelfs den nacht door tot den volgenden dag als de arbeid roept en je uiterlijk alles van .je afschudt om weer de dagejijksche taak te kunnen vervullen. Doch iiftvenciig blijft er iets hangen, een verlangen naar dat kleine landje aan de Noordzee,-Waar je geboren bent, je ouders wonen eh waar je zelf ook weer eens terug hoopt te keeren om er te kunnen blijven. Indië is mooi wat het weer en de natuur betreft, maar steeds bësëf je, dat er -voor jou slechts één land is, je Vaderland, al is het er mistig en koud, je einddoel is toch; terug te gaan vanwaar je- -kwam.- Pankal-Pinang 1-9-1935. KIND EN KRANT. Het behoort stellig tot' een' der minst opgemerkte en toch, emdtige problemen uit onzen tijd- hét, vraagstuk: .Kind- en krant. 5 :r- g We zullen niet" te veel beweren' 'wak neer. wij zeggen, dat er toch in dezen tijd weinig of geen gezinnen gevonden zullen worden, waar niet een tijdschrift, een dag- of weekblad, een plaatselijk blad, enz., gelezen wordt- r Wie kinderen heeft; staat hier ineens midden mèe in. dit zeer belangrijke pro bleem: Wat moei ik: doen? Zal ik Vnijn kind een krant laten lezén of niet? Ik ken persoonlijk verschillende ouders, die hun kinderen absoluut - geen krant laten lezen. Maar hoever gaat dit Na tuurlijk niet verdér, dan het' toeziend oog der ouders reikt. En misschien nög wel in het eigen huis en waarschijnlijker bui ten de ouderlijke ..woning, zullen deZe Tdh- deren toch telkens weer '"de gelegenheid krijgen een krant te lezen. - En 't. is voor mij moeilijk te .gelooven, dat eén kind, dat thuis de. krant :nipt mag lezen (en juist door .dit verbod gestimu leerd kan worden) de krant -wel te lezen zich aan het ouderlijke verbod blijft houden. Temeer wanneer het omgaat met vriendjes, die wel een. krant mogen lezen. Neemt hier nu bijv. bij, wat het kipd, van anderen hoort. Het hoort'spreken ov.er den oorlóg'tus:i schen Italië en Abessynië. Ook het kind stelt hier belang in. Mén moet ze op het schoolplein er over hooren sprekén! Waar kan het zijn nieuwsgierigheidstilien In de uitvoerige nieuwskolommen van dé krant. In het bekijken der talrijke foto's! En in welk een moeilijk parket komt dan een kind, dat absoluut geen krant mag lezen. Daar is de school. Er wordt door den onderwijzer (b.v. tijdens de aardrijkskunile- lets) iets verteld over een mijnongeval. Eenige jongens hebben het in .de, krant reeds gelezen en maken nu een goede beurt. AI weer voor een eerzuchtig én ijverig kind een moeilijk probjeem! .Had ik nu ook maar een krant .mogen- lézen, dan had ik dit ook geweten. Zoo is van uit het kind bezien, de krant een belangrijk iets in zijn leven. Ook van uit het oogpunt der volksont wikkeling is het op meer dan een. punt mogelijk zeer sterk te verdedigen, het kind wel de krant te laten lezen. Den ken wij slechts aan de talrijke artikelen over nationale eninternationale: gebeur tenissen, personen, enz. en?.: Maar nu vanuit het oogpunt der tegen standers bezien. Kunnen wij het kind onze kranten .wel in handen gevën? 'Ik heb voor de aardigheid eens eeriige dagen alle kranten, welke ik .lees, nJT.2 groote dagbladen, 3 kleine volkskranten (dagbladen),3. verschillende, .plaatselijke kranten,-1 weekblad, :.2 'göllustreéXde weekbladen en een sportblad,;!.:vanuit dit --oogpuntbezien-,- En -ik.-fftoest-.-eeElijk j&e- geven, dat aan het zóó, zonder meermin handen geven van deze kranten, stenig ernstige bezwaren verbonden zijn. Be zwaren, die ik niet zoo maar kan wëg- redeneeren. «s Want wat voor volwassen oogen zeer zeker niet zedekwetsend is, is nog l5ng niet goed voor jonge kinderen.- Ik denk slechts aan de verslagen van1- 'de recht banken, .die zeer veel gelezen worden door de krantenlezers. Aan filmrecensies enz. enz. Ij!' Men heeft de oplossing gezocht in "een kinderblad. Eensdeels goed... andersdeels absoluut verkeerd-. -, .Goed, wanneer het zonder bezwaar "Uit de krant gelicht kan worden. Verkeerd, als het aan het ander blad vastzit/of over bladen verdeeld is. Dóch ik heb hier nog een bezwaar te gen. Een kinderblad bevat in den grond der zaak slechts verhaalstof, plaatjes, soms, doch nooit eens Hets over belang rijke gebeurtenissen- in binnen- én buiten land, over - belangrijke sportgebeurtenissen enz! enz: 1 -v- Neen, het vraagstuk is uiterst; moeilijk. -En 'ik waag:'mij er nü rnóg niet aan een oordeel er over uit te spreken. Ik vroeg dezer dagen het- oorde.el - vari een onzer grootste paedagogen. :11c' ben nieuwsgierig naar zijn oordeel, En waar het hier een groot belang be treft, durf ik het aan, alle belangstellende lézers te vragen naar hun meening over deze zaak. Teneinde éenige richting te geven bij het beantwoorden dezër viaag, zou ik -het aldus willen ïormuleerén: Geeft u uw kind de krant in handen Hoé is uw meëhing over'dit probleem? Het zal mij een groot genoegen -zijn. vgn u een antwoord óp', deze vragen te mogen ontvangen. Wanneer niet anders vermeld, dan zal ik binnenkort óp de ont vangen antwoorden én opmerkingen in een - apart artikeltje 'terugkomen. Men gelieve zijn schrijven te adresaee- ren aan: Red. Helde-rsche Courant, Postbus X "Den Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 13