Buitenlandsch Overzicht.
BLUE BAND
Taptoe a
De nieuwe operaties
der Italianen.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
eerste blad
ZATERDAG 12 OCTC3ER 1935
63ste JAARGANG
Het veroordeelend vonnis over Italië is door de Volkenbonds
vergadering bekrachtigd. - Een heftige Duitsche aanval op de
Fransche politiek. Griekenland herstelt de monarchie
Vertrouwen bij de Abessijnen.
Groote uitbreiding van de
Engelsche luchtmacht.
Het ministerie van luchtvaart heeft
orders geplaatst bij de verschillende
Engelsche vlieguigfabrieken voor 2000
toestellen.
De blijde gebeurtenis op
Belgrave Square.
De laatste Brusselsche
tentoonstellingswekeri.
Griekenland weer een
Koninkrijk.
De monarchistische constitutie van 1911
weer ingevoerd.
brengt gezelligheid in huis, is van hoogste
kwaliteit, belastingvrij en ongelooflijk goedkoop!
Het veroor-
deelende vonnis
over Italië.
Duitschland-
Frankrijk.
Griekenland
herstelt de
monarchie.
FEUILLETON
MARINEROMAN i J| J
door KjLM
W I L L 1 A R I S
maakt rauvue boonen zoet!
89-ita.»
De Italiaansche mis
daad is door de wereld
veroordeeld. Op Oosten-
i^yk en Hongarije na,
hebben alle leeden van
den Volkenbond hun
veroordeelend vonnis uitgesproken en het pro
test van Itaiië heeft niets mogen helpen.
Aloisi, ïtalië's vertegenwoordiger, heeft den
Volkenbond felle verwijten voor de voeten ge
worpen en er op gewezen dat met Japan in
eenzelfde geval heel anders gehandeld is ge
worden en dat ook de oorlog in de Gran
Chaco, geen represailles in het leven heeft
geroepen. Maar dat alles heeft niets gebaat.
Hoogstens heeft de Volkenbond in schuldbe-
self voor deze verwijten het hoofd gebogen.
Wij laten hier nog een en ander volgen uit
een hoofdartikel van de Nw. Rott. Crt. dat ge
schreven is naar aanleiding van deze laatste
historische zitting van de Volkenbondsver
gadering.
Aloisi kon er op wijzen, zoo schryft het
blad, men zeventien maanden over het
conflict met Mantsjoerije geredeneerd had en
dat men bijna twee jaar geduld had geoefend
met den oorlog in den Chaco. Daarmee verge
leek hij de haast, die de laatste dagen in de
Abessijnsche aangelegenheid is gemaakt.
Dat die zwakke handhaving van het Hand
vest niet eeuwig heeft geduurd, maar dat de
volken van Europa zich zijn gaan bezinnen
hoezeer datgene wat eens de redding-leek, nu
gevaar liep te worden weggespoeld naarmate
de gevaren Europa dichter naderden daar
van is Italië het slachtoffer. Wie geen Ita
liaan is, kan, als hy verder ziet dan de nog
betrekkelijk gematigde gevaren van dit oogen-
blik, slechts tevreden zijn, dat te elfder ure
deze bezinning is ingetreden.
Aloisi had te meer reden tot felle critiek
omdat deze voorloopige overwinning ook weer
niet zonder sterke aarzelingen en met hollen
en stilstaan tot stand is gekomen. Ware er
niet de sterke druk geweest van den wil van
Engeland, ook Italië ware weer door de ma
zen van de wet heengeglipt, misschien echter
om zijn noodlot in de Abessijnsche bergpas
sen en wildernissen te vinden,
Alle vroegere groote fouten van Genève en
alle kleine foutjes van de laatste weken kon
den niet wegnemen, dat Italië een veroverings
oorlog ondernomen heeft. Wat kan het baten
of Aloisi al de bekende grieven van de Ita
lianen tegen Abessinië te berde bracht? Deze
grieven waren Italië niet onbekend, toen het in
1923 na Frankrijk de krachtigste bepleiter
was van het opnemen van Abessinië in den
Volkenbond en zij verhinderden de Italianen
niet in 1928 met Abessinië een verdrag van
vriendschap te sluiten.
Aloisi bepleitte met sterker betoog dan
hij tevoren gebruikt had, een zaak, die
niet meer te redden was.
Die, inderdaad niet meer te redden was.
Oostenrijk had Donderdagavond verklaard uit
dankbaarheid aan Italië, dat zoo kort gele
den zijn troepen verzameld heeft om Oosten
rijk van overweldiging te redden, niet te wil
len deelnemen aan eenige actie van den Vol
kenbond. Met begrip en respect heeft men dit
betoog aangehoord en het was waarlijk over
bodig, dat de Oostenrijksche spreker er de be
langen van zijn schuldelschers als reden te
meer bij te pas bracht.
Hongarije heeft uit vriendschap voor Italië
een gelijke mededeeling gedaan. Maar daarbij
is het gebleven.
Er zou volgens den uitweg, dien men geko
zen heeft uit het labyrith van s. procedure,
in de Assemblée niet worden ge.s-.emd. Nadat
zij, die weigerden het besluit van de veertien
leden van den Raad goed te keuren, of zij, die
wenschten zich te onthouden, gesproken had
den, zou verder ieder, die zweeg, geacht wor
den met de opvatting van de veertien in te
stemmen. Buiten Oostenrijk, Hongarije en
Italië hebben allen gezwegen.....
Het vonnis van Donderdag is, welke com
plicaties er ook bij het beramen van een plan
van voltrekking zich mogen voordoen, van
verpletterende moreele kracht.
Zou Rome nog niet begrijpen? Van het
oorlogsterrein en Genève komen tegelijkertyd
de vermaningen.
De Duitsche Diplo-
matisch-Politische Kor-
respondenz richt - zich
in heftige bewoordingen
tegen de Fransche poli
tiek en toont zich speciaal wantrouwend
tegenover de rol van bemiddelaar en vrede
stichter, die Frankrijk in het Italiaansch-
Abessijnsche geschil op zich heeft genomen.
De activiteit van Frankrijk als eerlijk be
middelaar en vredestichter, aldus het blad,
heeft in werkelijkheid ten doel, van de be
staande spanning en moeilijkheden voor eigen
doeleinden gebruik te maken en de reeds in-
gewikkelde situatie nog moeilijker te maken.
De bemiddelingsactie beoogt niet den vrede,
doch de mobilisatie der wereld tegen Duitsch-
land, Die politiek streeft, onder het parool
van den „onverdeelbaren vrede", naar af
zonderlijke overeenkomsten en bondgenoot
schappen; zij spreekt van collectieve samen
werking, doch is tegen één bepaalde mogend
heid gericht.
Griekenland heeft
sinds Donderdag een
nieuw kabinet gekregen,
onder leiding van Kon-
dilis, welk kabinet be
sloten heeft tot het herstel van het koning
schap. Reeds langen tijd was een sterke mo
narchistische strooming in Griekenland en nu
zijn de monarchisten aan het bewind ge
komen.
De huidige regeering heeft slechts een
tijdelijk karakter en zal aanblijven tot de
Koning is teruggekeerd.
Dit laatste zal eerst geschieden wanneer
het resultaat van de volksstemming is komen
vast te staan.
De eerste plicht van de nieuwe regeering
zal bestaan in het handhaven van orde en
rust, voorts heeft zij ervoor te zorgen dat de
volksstemming op het vastgestelde tijdstip
wordt gehouden.
De Nationale vergadering nam de volgende
drie besluiten aan:
1, De republikeinsche regeeringsvorm in
Griekenland wordt opgeheven.
2. De monarchistische constitutie van
1911 wordt andermaal van kracht.
3. De volksstemming zal 3 November
worden gehouden.
4. In dezen tusschentijd wordt als konink
lijk regent aangewezen minister-president
Kondilis.
r
(Van onzen specialen correspondent
W. F. Deedes).
Addis Abeba, Donderdagavond.
Hedenmorgen ontving de regeering hier de
mededeeling, dat een sterke Italiaansche troe
penmacht infanterie uit het Zuiden optrekt.
Dit bericht, dat door den Keizer en zijn
ministers langdurig werd besproken, kwam
niet heelemaal onverwacht. Tot nu toe hebben
de Italianen in het Zuiden nieuwe vorderingen
gemaakt. De ministers hebben de veronder
stelling geopperd, dat de vijand zal probeeren
op beide fronten tegelijk op te rukken.
Het laatste nieuws schijnt dit te beves
tigen.
Toen ik hedenmorgen een bezoek aan het
paleis bracht, deelden Abessijnsche deskun
digen mij mede, dat zij verwachten, dat de
Italianen een hevigen aanval in het Noorden
voorbereiden. Tezelfdertijd zal de strijd in het
Zuiden zich uitbreiden en de Italiaansche
legers zullen door uit tegenovergestelde rich
ting naar elkaar toe te marcheerea, trachten
het geheele Abessijnsche leger in te sluiten.
Deze methode zal bovendien de gevechts
mogelijkheden beperken en de Abessijnen be
letten hun tactiek van guerrilla toe te passen,
die hun de laatste dagen zooveel succes heeft
gebracht.
Ik verneem, dat de Italianen uit het Zuiden
langs de rivier Fafan optrekken. De legers
van Ras Seyoum, Raskassa en den schoon
zoon van den keizer, waarover ik gisteren
schreef, stuiten op weinig tegenstand. Hun
legers trekken steeds verder Noordwaarts.
Meer zuidelijk heeft de krachtige tegen
stand van de Abessijnen de Italianen verrast.
Een aantal vooraanstaande personeh hier
gelooft, dat de opmarsch in het Zuiden niet
zoozeer een vooropgezet plan is, dan wel een
wanhoopspolitiek. Een snelle opmarsch is
noodig. Dat is duidelijk.
Nu generaal de Bono's leger in het Noorden
onverwacht schaakmat is gezet, moeten de
Zuidelijke troepen zoo snel mogelijk opruk
ken. De voorsprong, die zij in het Noorden
hebben verloren, moet in het Zuiden inge
haald worden.
Fransche beambten hier berichten, dat de
Italiaansche opmarsch uit Assab is afge
broken. Dit kan vermoedelijk slechts betee-
kenen, dat de verschillende secties van het
Italiaansche leger terugtrekken naar hun
bases, voor een hernieuwden grooten aanval
in de provincie Aussa.
Het eerste officieele nieuws uit het Noor
den werd hier vandaag bekend en veroor
zaakte veel enthousiasme. Het bericht luidt,
dat minstens duizend inboorlingen uit Eritrea
uit het Italiaansche leger zijn gedeserteerd.
Verwacht wordt, dat zij binnenkort in Makale
zullen aankomen met een Italiaansche tank,
die zij uit Eritrea hebben medegebracht. Zij
bewegen zich slechts langzaam voort in de
richting van Makale door een moeilijke land
streek en onder voortdurend vuur uit Italiaan
sche vliegtuigen, die hen gedurende den ge-
heelen tocht volgen.
Naar aanleiding van het verzoek van den
Italiaanschen gezant in Addis Abeba om de
stad te verlaten, wordt medegedeeld, dat deze
Rome heeft bericht, niet eerder te zullen ver
trekken, voordat de Italiaansche consul uit
Magalo in Hadama is aangekomen. Dit zou
zijn vertrek acht dagen vertragen, doch men
verwacht, dat hij toch Zaterdag zal ver
trekken.
Het Engelsche ministerie van luchtvaart
heeft een order geplaatst voor de uitbreiding
van de Engelsche luchtmacht, welke order
wordt beschouwd als de grootste, die na 1918
is uitgegeven.
Het betreft hier gevechtsmachines, die in
zeer korten tijd een hoogte van 11.500 meter
kunnen bereiken met een kruissnelheid van
370 tot 400 km per uur, bombardementsvlieg
tuigen voor dag- en nachtbombardementen,
met een snelheid van 240 km per uur, twee-
persoonsgevechtstoestellen, verkenningstoe
stellen. vliegbooten, oefenmachines en toestel
len voor den algemeenen dienst.
Het programma houdt tevens in het
aanleggen van 30 nieuwe vliegvelden,
verder zullen er 2000 nieuwe vliegers
worden opgeleid en zal het personeel van
den geheelen vliegdienst met 20.000 man
worden uitgebreid.
Het aantal toestellen, dat in totaal be
steld is, is 2000.
Het gevolg van een en ander is, dat alle
Engelsche vliegtuigfabrieken overvoerd zijn
met werk.
De nieuwe vliegvelden die zullen worden
aangelegd, zijn over het heele land verdeeld.
Ook hier wordt groote haast mede ge
maakt, omdat 31 Maart de eerste afdeeiing
van de nieuwe toestellen gereed moet zijn,
en er op dien datum plaats moet zijn voor
1500 of 1600 nieuwe machines, waarvoor dan
tevens personeel beschikbaar moet zijn.
Woensdagmiddag donderden in Hyde Park
en op den Tower te Londen de kanonnen hun
saluutschoten ter eere van de getoorte van
den zoon van den Hertog en de Hertogin van
Kent.
Gravin Törring, de oudere zuster van de
Hertogin, die op Belgrave Square vertoefde
bij de geboorte, ging Woensdagochtend al
vroeg uit om een bouquet bloemen te koopen
voor het jonge moedertje. Van vele kanten
kwamen er bloemen, meest blauw, z.g. Marina-
blauw.
De doop van het kindje zal pas bepaald
worden als de Koning en de Koningin terug
gekeerd zijn van Sandringham. Hij zal ver
moedelijk geschieden in de particuliere kapel
van het paleis van Buckingham. Men rekenc
er vast op. dat één van de namen van het
prinsje George zal zijn naar den Koning en
naar zijn vader. De geboorte van het prinsje
beeft te Londen bij de bevolking veel belang
stelling verwekt, „Marina" en haar kindje
werden overal druk besproken. Men spreekt
n.1. nog altijd van Marina en kan er maar
niet toe komen den' titel van Hertogin van
Kent te gebruiken. Het vertrouwelijke gebruik
van den voornaam wijst er wel op, hoe ge
liefd de Hertogin bij de Londenaars is
Zondag j.i, nog 270.000 bezoekers.
Onze correspondent te Brussel meldt ons:
Het blijkt wel dat het succes van de wereld
tentoonstelling zich tot de laatste dagen toe
zal weten te handhaven. Zondag j.l. telde men
nog 270.000 bezoekers en Zaterdag waren er
zeker 150.000.
De datum der sluiting van de expositie blijft
onherroepelijk bepaald op 3 November. Nu
reeds wordt gewerkt aan de organisatie van
een reusa;htig feest dat bestaan zal uit een
muzikale „taptoe" die den heelen avond en,
by gunstig wee. tot n den nacht zal duren.
Verscheidene optochten zullen worden ge
vormd en het tentoonstellingsterrein in alle
richtingen doorkruisen. Tot slot wordt een
„monstervuurwerk" afgestoken, terwijl een
groot concert, in de feestzaal van de tentoon
stelling, draadloos door een aantal Europee-
sche zendstations zal worden uitgezonden.
De nieuwe regeering- Kondilis heeft
Donderdag den staat van beleg afgekon
digd.
Donderdagavond heeft de regeering deu
eed afgelegd in de Nationale vergadering.
Donderdagmiddag was de verwachting,
dat aan het einde van de zitting van de
Nationale vergadering het einde van de
republiek zou worden afgekondigd. Kon
dilis heeft verklaard, dat hij de leiding
van de regeering aanvaard had, op aan
dringen van de militaire leiders. Ondanks
het feit van het afschaffen van de repu
bliek, zal het plebisciet op 3 November
plaatsvinden.
De nieuwe regeering.
Een der correspondenten van de Nw. Rott.
Crt. telefoneerde Donderdagavond uit Athenel
De Grieksche regeering is heden onder den
druk van de leidende militaire kringen, die
hun eischen in een ultimatieven vorm stelden,
een revolutionnair comité hadden gevormd en
het onverwijld herstel van het koningschap
verlangden, afgetreden. President ZaimU
'n „VELO" TAFELBILJART
Verkrijgbaar In onze 100 filialen In Nederland
I V £lJal\^ Contante betaling geen vereischtel
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras.
Anna Paulowna. Breezand. Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.-]
NederL Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70. 0.70. f 1.-. Modeblad resp. 1.20. 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur; P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËNt
20 ct. per regel (galjard). ïngez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct.
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
17
„De afstand is moeilyk te schatten, jongen,
maar over twee uur zyn we er nog lang niet.
't Kan zijn, dat het eiland zich in de richting
Noord-Zuid uitstrekt en dat de grootte mee
valt, maar zoo gezien, lykt het me een klein
eilandje en tamelijk vlak ook. Maar als we
er om twaalf uur zijn, valt het al mee."
„Enfin, dat is niet erg, als we maar aan
wal komen. Nu weten we tenminste waar we
op afgaan."
De afstand Viel lang niet mee, want toen
Om twaalf uur de bootsman den afstand nog
eens schatte, zei hij: .nu nog twee uur,
Roelofs, dan zijn we er wel."
Zij konden nu goed zien, dat het een klein
eiland was, laag, heuvelachtig en naar de
kust langzaam glooiiend, tot aan het smalle
strookje zandig strand, dat helwit blikkerde
in de felle zonnestralen. Tot hun groote blijd
schap zagen ze, dat er zeer veel klapper
boomen stonden.
Naarmate zy de kust naderden, groeide hun
belangstelling voor de toekomstige verblijf
plaats. Het water had een lichtere kleur aan
genomen, want de zeebodem liep geleidelijk
Op en zij stuurden aan op een kleinen inham
met zandig strand.
„P-t na zoolang lucht
en water en zonnebrand te hebben gezien, nu
weer eens te kunnen kijken naar dat mooie
groen. Dat doet de oogen weldadig aan."
„Nog een poosje, jongen, dan kunnen we
volop genieten."
Tot op enkele meters van den kant stonden
klapperboomen, waarvan de bovenste wortels
waren blootgespoeld door het water. Even
verderop was lang gras en daar lokten reeds
schaduwrijke plekjes den beide zwervers aan.
Eindelijk stootte de jol op het zand en
onder het uiten van vreugdekreten sprong de
jongen aan land. De bootsman lachte om de
dwaze sprongen en zei: „laten we eerst de
jol een eind op het strand trekken, tot daar
onder de boomen, uit de zon, anders wordt
hij zoo lek als een mandje."
„Wat denkt u er van, bootsman. Zouden
er menschen wonen hier? Maar wacht, ik zal
eerst dezen boom beklimmen, om een paar
jonge klappers te halen. Dat zal beter smaken
dan die zeekaak." En de daad by het woord
voegend, klom hij in een schuinstaanden boom,
die hem niet veel moeite gaf en liet hij enkele
groote noten naar beneden vallen. In twee
er van maakte de bootsman met zijn mes een
gaatje, zoodat z(j het heerlijke klapperwater
konden drinken, waarna hij de noten kloofde,
om het zachte vleesch te kunnen opeten.
„Dat smaakt voortreffelijk," zuchtte de
jongen.
„En nu, bootsman, zullen we eerst een
onderzoekingstocht doen, of gaan we eerst
flink uitrusten?"
„Ik ben voor het laatste, Jan; laten we
eerst een paar uur gaan slapen. We hebben
den tijd en 't is nu snikheet, 't Is hier een
goed plekje en ik denk wel. dat ik doorslaap
tot morgenochtend. Dan gaan we morgen
vroeg op onderzoek uit."
Zij maakten een slaapplaats in de schaduw
en legden zich neer. Heerlijk rustig voelden
ze zich worden, nu ze z'.cii vrij konden uit
strekken, heelemaai stil konden gaan liggen,
zooals ze zelf wilden.
Zacht ritselend trok een koeltje door de
toppen der hooge klapperboomen en het
duurde niet lang of de beide schipbreukelingen
lagen in een diepen slaap verzonken.
Den volgenden morgen stond de zon reeds
hoog aan den hemel, toen er beweging kwam
in de slapers. Lang uitgestrekt lagen zè
achterover in het lange gras en keken naar
de hooge kronen der klapperboomen. waarvan
de bladeren soms zacht ritselden.
„Goeden morgen, bootsman," zei de jongen,
die zag, dat zijn kameraad al wakker was;
„ik ben heerlijk uitgerust en ik voel me een
heel ander mensch. Wat een genot, zoo vrij
te zijn, inplaats van achter in dat jolletje in
elkaar gekronkeld te liggen als een chineesch
vraagteeken."
„Stil toch eens even," zei de bootsman,
„luister".
„Wat is dat nu?" vroeg de ander, terwijl
hij den adem inhield, om beter te kunnen
hooren en muisstil bleef liggen.
Van uit de verte klonk gezang en het ge
luid van een zilveren stem drong tot hen door.
Ademloos luisterden de mannen naar de
heerlijke tonen, tot het lied, teneinde was en
de stem zweeg.
„Wat een stem, bootsman. Dat lykt wei
engelengezang. Daar moet ik meer van weten
hoor!" en behoedzaam kroop hij naar den top
van den heuvel, aan welks voet zy bivakkeer
den.
Achter struikgewas verscholen bleef hy
liggen en tuurde voorzichtig in de richting,
waarin hy het zingen had gehoord.
Op een lagen heuvel tegenover hem, nog
geen honderd meters van hem verwijderd,
zag hy een meisje zitten, bezig met het
vlechten van een krans Naar zijn schatting
moest het een meisje van ongeveer achttien
jaar oud zijn, terwijl nog een klein meisje
rondliep, dat bloemen plukte.
De jongen wenkte zijn metgezel, die nu
ook boven kwam en naast hem ging liggen.
Het kleine meisje liep met een arm vol
bloemen op haar gezellin toe en legde deze
naast haar neer. Het oudste meisje zette een
krans op het hoofd van het kind. dat vleiend
de armen om haar hals sloeg en zich op
haar schoot nestelde.
Blijkbaar vroeg ze haar, nog meer te zin
gen.
Zij liet zich niet lang bidden en terwijl ze
het kind heen en w°er wiegde zong ze een
wonderschoon lied, waarin de klanken trilden
door de ijle lucht over de heuvels tot aan de
schipbreukelingen, die onbeweeglijk lagen te
luisteren.
Toen het lied uit was, kusten ze elkander
hartelijk en stonden op. waarna ze zich hand
in hand dansend voortbewogen tusschen het
lage struikgewas door, den heuvel af, uit
het gezicht der beide mannen.
„Is dat een droom, bootsman, of is dat
echte werkelijkheid
Ik kon er geen bal van verstaan, dan alleen
de laatste paar woorden „hine e hine".
Wat zou dat voor een taaltje zijn, boots
man, en wat zijn dat voor soort menschen
„Als ik mij niet vergis, zijn dat Moori-
meisjes. Deze eilanden zijn geloof ik Britsch
mandaat of van Nieuw-Zeeland. dat weet ik
niet zeker,1), en zullen waarschijnlijk door
Moori's bewoond worden. Maar van de taai
versta ik ook niets. Wat zou dat nu betee-
kenen: „hine e hine".
Ik ben een boon als ik liet weet. Docli dit
doet voor het oogenbiik niets terzake We
weten nu dat het eiland bewoond ts en daar
1) Britsch.
om zullen we nu wat gaan eten, dan gaan
we straks op verkenning uit
We zijn nu goed uitgerust, dus kunnen
er weer tegen."
Nadat ze een flinke portie verorberd had
den, legden ze het weinige eten, dat hun
was overgebleven bij elkaar en keerden toen
de jol om, die ze erover heen plaatsten.
De bootsman nam het geweer aan den
schouder, stak voldoende patronen bij zich
en zoo toegerust begonnen ze hun speurtocht.
Op enkele plaatsen zagen ze pisangboo-
nien en tamarinda, doch voor de rest scheen
het heele eiland wel een klappertuin te zijn.
Ze begrepen spoedig, dat het inderdaad
klapperaanplantingen waren, want overal
vonden zij sporen van menschelijken arbeid.
Het terrein was heuvelachtig maar de
plooien waren niet diep zoodat ze, hoewel het
lage' struikgewas hen soms hinderde toch nog
snel vooruitkwamen.
Na eenige uren zwoegens kwamen ze op
een heuveltop, vanwaar ze plotseling de zee
voor zich zagen.
Aan den voet van den heuvel stonden ver
scheidene hutten, alle gemaakt van ge
vlochten bamboe en bedekt met atap
Meer naar de kust en onder een groepje
klapper-boomen stond een houten huis met
daarachter een groote bamboeschuur.
De schuur stond dicht bij het water en nu
zagen ze dat er een natuurlijke inham was,
aan een zijde beschermd door een rif, dat
zich ver in zee uitstrekte.
„Hier zullen we een poosje rusten, Roelofs.
Straks komen de bewoners wel voor den
dag en kunnen we zien met welk soort men
schen we te doen hebben."
Zij gingen zoo liggen, dat ze een goed
overzicht hadden op de kampong beneden
hen, maar zorgden er voor van beneden af
niet gezien te kunnen worden.
De bewoners, die waarschijnlijk allen voor
de warmte in hun hutten gevlucht waren,
lieten lang op zich wachten.
Eindelijk toch werd hun wachten beloond,
want een man, kennelyk een blanke, kwam
naar buiten uit het houten huis.
Hy droeg een tropenhelm en had de
hemdsmouwen opgeslagen.
De vrienden keken elkaar verrast aan
„Dat is beslist een Europeaan, bootsman!"1
Deze knikte en stond op.
„Dat geloof ik ook jongen: laten we naar
beneden gaan en eens zien wat voor lands
man dat is."
De man was naar het strand geloopen,
blijkbaar om iets aan een kano te doen.
Op het hooren van voetstappen keek hy
op, maar zyn oogen werden groot van ver
bazing toen hy twee blanken op zich zag
toekomen, waarvan de oudste een geweer
droeg.
Met onderzoekenden blik namen de man
nen elkaar op tot tenslotte de bootsman hem
aansprak en vroeg: „do you speak English?"
De man sprong uit de kano op het strand
en antwoordde in vloeiend Engelsch: „zeker
mijnheer, ik ben een Engelschman, maar
hoe ter wereld komen jullie hier en wat zijn
Jullie voor landlui!"
Nu vertelde de bootsman in 't kort hun
wedervaren en de man viel van de eene ver
bazing in de andere, toen hij hoorde van hun
wonderbaarlijke redding en de verdere avon
turen, die ze beleefd hadden. Toen hij niet
zyn verhaal gereed was, strekte de man de
hand uit en zeide: „Ik wensch jullie geluk
met je redding en Ik hoop, dat jullie mijn
gasten willen zijn.
(.,'ordt vervolgd.)