Buitenlandsch Overzicht. BLUE BAND Taptoe a De nieuwe operaties der Italianen. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA eerste blad ZATERDAG 12 OCTC3ER 1935 63ste JAARGANG Het veroordeelend vonnis over Italië is door de Volkenbonds vergadering bekrachtigd. - Een heftige Duitsche aanval op de Fransche politiek. Griekenland herstelt de monarchie Vertrouwen bij de Abessijnen. Groote uitbreiding van de Engelsche luchtmacht. Het ministerie van luchtvaart heeft orders geplaatst bij de verschillende Engelsche vlieguigfabrieken voor 2000 toestellen. De blijde gebeurtenis op Belgrave Square. De laatste Brusselsche tentoonstellingswekeri. Griekenland weer een Koninkrijk. De monarchistische constitutie van 1911 weer ingevoerd. brengt gezelligheid in huis, is van hoogste kwaliteit, belastingvrij en ongelooflijk goedkoop! Het veroor- deelende vonnis over Italië. Duitschland- Frankrijk. Griekenland herstelt de monarchie. FEUILLETON MARINEROMAN i J| J door KjLM W I L L 1 A R I S maakt rauvue boonen zoet! 89-ita.» De Italiaansche mis daad is door de wereld veroordeeld. Op Oosten- i^yk en Hongarije na, hebben alle leeden van den Volkenbond hun veroordeelend vonnis uitgesproken en het pro test van Itaiië heeft niets mogen helpen. Aloisi, ïtalië's vertegenwoordiger, heeft den Volkenbond felle verwijten voor de voeten ge worpen en er op gewezen dat met Japan in eenzelfde geval heel anders gehandeld is ge worden en dat ook de oorlog in de Gran Chaco, geen represailles in het leven heeft geroepen. Maar dat alles heeft niets gebaat. Hoogstens heeft de Volkenbond in schuldbe- self voor deze verwijten het hoofd gebogen. Wij laten hier nog een en ander volgen uit een hoofdartikel van de Nw. Rott. Crt. dat ge schreven is naar aanleiding van deze laatste historische zitting van de Volkenbondsver gadering. Aloisi kon er op wijzen, zoo schryft het blad, men zeventien maanden over het conflict met Mantsjoerije geredeneerd had en dat men bijna twee jaar geduld had geoefend met den oorlog in den Chaco. Daarmee verge leek hij de haast, die de laatste dagen in de Abessijnsche aangelegenheid is gemaakt. Dat die zwakke handhaving van het Hand vest niet eeuwig heeft geduurd, maar dat de volken van Europa zich zijn gaan bezinnen hoezeer datgene wat eens de redding-leek, nu gevaar liep te worden weggespoeld naarmate de gevaren Europa dichter naderden daar van is Italië het slachtoffer. Wie geen Ita liaan is, kan, als hy verder ziet dan de nog betrekkelijk gematigde gevaren van dit oogen- blik, slechts tevreden zijn, dat te elfder ure deze bezinning is ingetreden. Aloisi had te meer reden tot felle critiek omdat deze voorloopige overwinning ook weer niet zonder sterke aarzelingen en met hollen en stilstaan tot stand is gekomen. Ware er niet de sterke druk geweest van den wil van Engeland, ook Italië ware weer door de ma zen van de wet heengeglipt, misschien echter om zijn noodlot in de Abessijnsche bergpas sen en wildernissen te vinden, Alle vroegere groote fouten van Genève en alle kleine foutjes van de laatste weken kon den niet wegnemen, dat Italië een veroverings oorlog ondernomen heeft. Wat kan het baten of Aloisi al de bekende grieven van de Ita lianen tegen Abessinië te berde bracht? Deze grieven waren Italië niet onbekend, toen het in 1923 na Frankrijk de krachtigste bepleiter was van het opnemen van Abessinië in den Volkenbond en zij verhinderden de Italianen niet in 1928 met Abessinië een verdrag van vriendschap te sluiten. Aloisi bepleitte met sterker betoog dan hij tevoren gebruikt had, een zaak, die niet meer te redden was. Die, inderdaad niet meer te redden was. Oostenrijk had Donderdagavond verklaard uit dankbaarheid aan Italië, dat zoo kort gele den zijn troepen verzameld heeft om Oosten rijk van overweldiging te redden, niet te wil len deelnemen aan eenige actie van den Vol kenbond. Met begrip en respect heeft men dit betoog aangehoord en het was waarlijk over bodig, dat de Oostenrijksche spreker er de be langen van zijn schuldelschers als reden te meer bij te pas bracht. Hongarije heeft uit vriendschap voor Italië een gelijke mededeeling gedaan. Maar daarbij is het gebleven. Er zou volgens den uitweg, dien men geko zen heeft uit het labyrith van s. procedure, in de Assemblée niet worden ge.s-.emd. Nadat zij, die weigerden het besluit van de veertien leden van den Raad goed te keuren, of zij, die wenschten zich te onthouden, gesproken had den, zou verder ieder, die zweeg, geacht wor den met de opvatting van de veertien in te stemmen. Buiten Oostenrijk, Hongarije en Italië hebben allen gezwegen..... Het vonnis van Donderdag is, welke com plicaties er ook bij het beramen van een plan van voltrekking zich mogen voordoen, van verpletterende moreele kracht. Zou Rome nog niet begrijpen? Van het oorlogsterrein en Genève komen tegelijkertyd de vermaningen. De Duitsche Diplo- matisch-Politische Kor- respondenz richt - zich in heftige bewoordingen tegen de Fransche poli tiek en toont zich speciaal wantrouwend tegenover de rol van bemiddelaar en vrede stichter, die Frankrijk in het Italiaansch- Abessijnsche geschil op zich heeft genomen. De activiteit van Frankrijk als eerlijk be middelaar en vredestichter, aldus het blad, heeft in werkelijkheid ten doel, van de be staande spanning en moeilijkheden voor eigen doeleinden gebruik te maken en de reeds in- gewikkelde situatie nog moeilijker te maken. De bemiddelingsactie beoogt niet den vrede, doch de mobilisatie der wereld tegen Duitsch- land, Die politiek streeft, onder het parool van den „onverdeelbaren vrede", naar af zonderlijke overeenkomsten en bondgenoot schappen; zij spreekt van collectieve samen werking, doch is tegen één bepaalde mogend heid gericht. Griekenland heeft sinds Donderdag een nieuw kabinet gekregen, onder leiding van Kon- dilis, welk kabinet be sloten heeft tot het herstel van het koning schap. Reeds langen tijd was een sterke mo narchistische strooming in Griekenland en nu zijn de monarchisten aan het bewind ge komen. De huidige regeering heeft slechts een tijdelijk karakter en zal aanblijven tot de Koning is teruggekeerd. Dit laatste zal eerst geschieden wanneer het resultaat van de volksstemming is komen vast te staan. De eerste plicht van de nieuwe regeering zal bestaan in het handhaven van orde en rust, voorts heeft zij ervoor te zorgen dat de volksstemming op het vastgestelde tijdstip wordt gehouden. De Nationale vergadering nam de volgende drie besluiten aan: 1, De republikeinsche regeeringsvorm in Griekenland wordt opgeheven. 2. De monarchistische constitutie van 1911 wordt andermaal van kracht. 3. De volksstemming zal 3 November worden gehouden. 4. In dezen tusschentijd wordt als konink lijk regent aangewezen minister-president Kondilis. r (Van onzen specialen correspondent W. F. Deedes). Addis Abeba, Donderdagavond. Hedenmorgen ontving de regeering hier de mededeeling, dat een sterke Italiaansche troe penmacht infanterie uit het Zuiden optrekt. Dit bericht, dat door den Keizer en zijn ministers langdurig werd besproken, kwam niet heelemaal onverwacht. Tot nu toe hebben de Italianen in het Zuiden nieuwe vorderingen gemaakt. De ministers hebben de veronder stelling geopperd, dat de vijand zal probeeren op beide fronten tegelijk op te rukken. Het laatste nieuws schijnt dit te beves tigen. Toen ik hedenmorgen een bezoek aan het paleis bracht, deelden Abessijnsche deskun digen mij mede, dat zij verwachten, dat de Italianen een hevigen aanval in het Noorden voorbereiden. Tezelfdertijd zal de strijd in het Zuiden zich uitbreiden en de Italiaansche legers zullen door uit tegenovergestelde rich ting naar elkaar toe te marcheerea, trachten het geheele Abessijnsche leger in te sluiten. Deze methode zal bovendien de gevechts mogelijkheden beperken en de Abessijnen be letten hun tactiek van guerrilla toe te passen, die hun de laatste dagen zooveel succes heeft gebracht. Ik verneem, dat de Italianen uit het Zuiden langs de rivier Fafan optrekken. De legers van Ras Seyoum, Raskassa en den schoon zoon van den keizer, waarover ik gisteren schreef, stuiten op weinig tegenstand. Hun legers trekken steeds verder Noordwaarts. Meer zuidelijk heeft de krachtige tegen stand van de Abessijnen de Italianen verrast. Een aantal vooraanstaande personeh hier gelooft, dat de opmarsch in het Zuiden niet zoozeer een vooropgezet plan is, dan wel een wanhoopspolitiek. Een snelle opmarsch is noodig. Dat is duidelijk. Nu generaal de Bono's leger in het Noorden onverwacht schaakmat is gezet, moeten de Zuidelijke troepen zoo snel mogelijk opruk ken. De voorsprong, die zij in het Noorden hebben verloren, moet in het Zuiden inge haald worden. Fransche beambten hier berichten, dat de Italiaansche opmarsch uit Assab is afge broken. Dit kan vermoedelijk slechts betee- kenen, dat de verschillende secties van het Italiaansche leger terugtrekken naar hun bases, voor een hernieuwden grooten aanval in de provincie Aussa. Het eerste officieele nieuws uit het Noor den werd hier vandaag bekend en veroor zaakte veel enthousiasme. Het bericht luidt, dat minstens duizend inboorlingen uit Eritrea uit het Italiaansche leger zijn gedeserteerd. Verwacht wordt, dat zij binnenkort in Makale zullen aankomen met een Italiaansche tank, die zij uit Eritrea hebben medegebracht. Zij bewegen zich slechts langzaam voort in de richting van Makale door een moeilijke land streek en onder voortdurend vuur uit Italiaan sche vliegtuigen, die hen gedurende den ge- heelen tocht volgen. Naar aanleiding van het verzoek van den Italiaanschen gezant in Addis Abeba om de stad te verlaten, wordt medegedeeld, dat deze Rome heeft bericht, niet eerder te zullen ver trekken, voordat de Italiaansche consul uit Magalo in Hadama is aangekomen. Dit zou zijn vertrek acht dagen vertragen, doch men verwacht, dat hij toch Zaterdag zal ver trekken. Het Engelsche ministerie van luchtvaart heeft een order geplaatst voor de uitbreiding van de Engelsche luchtmacht, welke order wordt beschouwd als de grootste, die na 1918 is uitgegeven. Het betreft hier gevechtsmachines, die in zeer korten tijd een hoogte van 11.500 meter kunnen bereiken met een kruissnelheid van 370 tot 400 km per uur, bombardementsvlieg tuigen voor dag- en nachtbombardementen, met een snelheid van 240 km per uur, twee- persoonsgevechtstoestellen, verkenningstoe stellen. vliegbooten, oefenmachines en toestel len voor den algemeenen dienst. Het programma houdt tevens in het aanleggen van 30 nieuwe vliegvelden, verder zullen er 2000 nieuwe vliegers worden opgeleid en zal het personeel van den geheelen vliegdienst met 20.000 man worden uitgebreid. Het aantal toestellen, dat in totaal be steld is, is 2000. Het gevolg van een en ander is, dat alle Engelsche vliegtuigfabrieken overvoerd zijn met werk. De nieuwe vliegvelden die zullen worden aangelegd, zijn over het heele land verdeeld. Ook hier wordt groote haast mede ge maakt, omdat 31 Maart de eerste afdeeiing van de nieuwe toestellen gereed moet zijn, en er op dien datum plaats moet zijn voor 1500 of 1600 nieuwe machines, waarvoor dan tevens personeel beschikbaar moet zijn. Woensdagmiddag donderden in Hyde Park en op den Tower te Londen de kanonnen hun saluutschoten ter eere van de getoorte van den zoon van den Hertog en de Hertogin van Kent. Gravin Törring, de oudere zuster van de Hertogin, die op Belgrave Square vertoefde bij de geboorte, ging Woensdagochtend al vroeg uit om een bouquet bloemen te koopen voor het jonge moedertje. Van vele kanten kwamen er bloemen, meest blauw, z.g. Marina- blauw. De doop van het kindje zal pas bepaald worden als de Koning en de Koningin terug gekeerd zijn van Sandringham. Hij zal ver moedelijk geschieden in de particuliere kapel van het paleis van Buckingham. Men rekenc er vast op. dat één van de namen van het prinsje George zal zijn naar den Koning en naar zijn vader. De geboorte van het prinsje beeft te Londen bij de bevolking veel belang stelling verwekt, „Marina" en haar kindje werden overal druk besproken. Men spreekt n.1. nog altijd van Marina en kan er maar niet toe komen den' titel van Hertogin van Kent te gebruiken. Het vertrouwelijke gebruik van den voornaam wijst er wel op, hoe ge liefd de Hertogin bij de Londenaars is Zondag j.i, nog 270.000 bezoekers. Onze correspondent te Brussel meldt ons: Het blijkt wel dat het succes van de wereld tentoonstelling zich tot de laatste dagen toe zal weten te handhaven. Zondag j.l. telde men nog 270.000 bezoekers en Zaterdag waren er zeker 150.000. De datum der sluiting van de expositie blijft onherroepelijk bepaald op 3 November. Nu reeds wordt gewerkt aan de organisatie van een reusa;htig feest dat bestaan zal uit een muzikale „taptoe" die den heelen avond en, by gunstig wee. tot n den nacht zal duren. Verscheidene optochten zullen worden ge vormd en het tentoonstellingsterrein in alle richtingen doorkruisen. Tot slot wordt een „monstervuurwerk" afgestoken, terwijl een groot concert, in de feestzaal van de tentoon stelling, draadloos door een aantal Europee- sche zendstations zal worden uitgezonden. De nieuwe regeering- Kondilis heeft Donderdag den staat van beleg afgekon digd. Donderdagavond heeft de regeering deu eed afgelegd in de Nationale vergadering. Donderdagmiddag was de verwachting, dat aan het einde van de zitting van de Nationale vergadering het einde van de republiek zou worden afgekondigd. Kon dilis heeft verklaard, dat hij de leiding van de regeering aanvaard had, op aan dringen van de militaire leiders. Ondanks het feit van het afschaffen van de repu bliek, zal het plebisciet op 3 November plaatsvinden. De nieuwe regeering. Een der correspondenten van de Nw. Rott. Crt. telefoneerde Donderdagavond uit Athenel De Grieksche regeering is heden onder den druk van de leidende militaire kringen, die hun eischen in een ultimatieven vorm stelden, een revolutionnair comité hadden gevormd en het onverwijld herstel van het koningschap verlangden, afgetreden. President ZaimU 'n „VELO" TAFELBILJART Verkrijgbaar In onze 100 filialen In Nederland I V £lJal\^ Contante betaling geen vereischtel Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras. Anna Paulowna. Breezand. Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.-] NederL Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70. 0.70. f 1.-. Modeblad resp. 1.20. 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur; P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËNt 20 ct. per regel (galjard). ïngez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. 17 „De afstand is moeilyk te schatten, jongen, maar over twee uur zyn we er nog lang niet. 't Kan zijn, dat het eiland zich in de richting Noord-Zuid uitstrekt en dat de grootte mee valt, maar zoo gezien, lykt het me een klein eilandje en tamelijk vlak ook. Maar als we er om twaalf uur zijn, valt het al mee." „Enfin, dat is niet erg, als we maar aan wal komen. Nu weten we tenminste waar we op afgaan." De afstand Viel lang niet mee, want toen Om twaalf uur de bootsman den afstand nog eens schatte, zei hij: .nu nog twee uur, Roelofs, dan zijn we er wel." Zij konden nu goed zien, dat het een klein eiland was, laag, heuvelachtig en naar de kust langzaam glooiiend, tot aan het smalle strookje zandig strand, dat helwit blikkerde in de felle zonnestralen. Tot hun groote blijd schap zagen ze, dat er zeer veel klapper boomen stonden. Naarmate zy de kust naderden, groeide hun belangstelling voor de toekomstige verblijf plaats. Het water had een lichtere kleur aan genomen, want de zeebodem liep geleidelijk Op en zij stuurden aan op een kleinen inham met zandig strand. „P-t na zoolang lucht en water en zonnebrand te hebben gezien, nu weer eens te kunnen kijken naar dat mooie groen. Dat doet de oogen weldadig aan." „Nog een poosje, jongen, dan kunnen we volop genieten." Tot op enkele meters van den kant stonden klapperboomen, waarvan de bovenste wortels waren blootgespoeld door het water. Even verderop was lang gras en daar lokten reeds schaduwrijke plekjes den beide zwervers aan. Eindelijk stootte de jol op het zand en onder het uiten van vreugdekreten sprong de jongen aan land. De bootsman lachte om de dwaze sprongen en zei: „laten we eerst de jol een eind op het strand trekken, tot daar onder de boomen, uit de zon, anders wordt hij zoo lek als een mandje." „Wat denkt u er van, bootsman. Zouden er menschen wonen hier? Maar wacht, ik zal eerst dezen boom beklimmen, om een paar jonge klappers te halen. Dat zal beter smaken dan die zeekaak." En de daad by het woord voegend, klom hij in een schuinstaanden boom, die hem niet veel moeite gaf en liet hij enkele groote noten naar beneden vallen. In twee er van maakte de bootsman met zijn mes een gaatje, zoodat z(j het heerlijke klapperwater konden drinken, waarna hij de noten kloofde, om het zachte vleesch te kunnen opeten. „Dat smaakt voortreffelijk," zuchtte de jongen. „En nu, bootsman, zullen we eerst een onderzoekingstocht doen, of gaan we eerst flink uitrusten?" „Ik ben voor het laatste, Jan; laten we eerst een paar uur gaan slapen. We hebben den tijd en 't is nu snikheet, 't Is hier een goed plekje en ik denk wel. dat ik doorslaap tot morgenochtend. Dan gaan we morgen vroeg op onderzoek uit." Zij maakten een slaapplaats in de schaduw en legden zich neer. Heerlijk rustig voelden ze zich worden, nu ze z'.cii vrij konden uit strekken, heelemaai stil konden gaan liggen, zooals ze zelf wilden. Zacht ritselend trok een koeltje door de toppen der hooge klapperboomen en het duurde niet lang of de beide schipbreukelingen lagen in een diepen slaap verzonken. Den volgenden morgen stond de zon reeds hoog aan den hemel, toen er beweging kwam in de slapers. Lang uitgestrekt lagen zè achterover in het lange gras en keken naar de hooge kronen der klapperboomen. waarvan de bladeren soms zacht ritselden. „Goeden morgen, bootsman," zei de jongen, die zag, dat zijn kameraad al wakker was; „ik ben heerlijk uitgerust en ik voel me een heel ander mensch. Wat een genot, zoo vrij te zijn, inplaats van achter in dat jolletje in elkaar gekronkeld te liggen als een chineesch vraagteeken." „Stil toch eens even," zei de bootsman, „luister". „Wat is dat nu?" vroeg de ander, terwijl hij den adem inhield, om beter te kunnen hooren en muisstil bleef liggen. Van uit de verte klonk gezang en het ge luid van een zilveren stem drong tot hen door. Ademloos luisterden de mannen naar de heerlijke tonen, tot het lied, teneinde was en de stem zweeg. „Wat een stem, bootsman. Dat lykt wei engelengezang. Daar moet ik meer van weten hoor!" en behoedzaam kroop hij naar den top van den heuvel, aan welks voet zy bivakkeer den. Achter struikgewas verscholen bleef hy liggen en tuurde voorzichtig in de richting, waarin hy het zingen had gehoord. Op een lagen heuvel tegenover hem, nog geen honderd meters van hem verwijderd, zag hy een meisje zitten, bezig met het vlechten van een krans Naar zijn schatting moest het een meisje van ongeveer achttien jaar oud zijn, terwijl nog een klein meisje rondliep, dat bloemen plukte. De jongen wenkte zijn metgezel, die nu ook boven kwam en naast hem ging liggen. Het kleine meisje liep met een arm vol bloemen op haar gezellin toe en legde deze naast haar neer. Het oudste meisje zette een krans op het hoofd van het kind. dat vleiend de armen om haar hals sloeg en zich op haar schoot nestelde. Blijkbaar vroeg ze haar, nog meer te zin gen. Zij liet zich niet lang bidden en terwijl ze het kind heen en w°er wiegde zong ze een wonderschoon lied, waarin de klanken trilden door de ijle lucht over de heuvels tot aan de schipbreukelingen, die onbeweeglijk lagen te luisteren. Toen het lied uit was, kusten ze elkander hartelijk en stonden op. waarna ze zich hand in hand dansend voortbewogen tusschen het lage struikgewas door, den heuvel af, uit het gezicht der beide mannen. „Is dat een droom, bootsman, of is dat echte werkelijkheid Ik kon er geen bal van verstaan, dan alleen de laatste paar woorden „hine e hine". Wat zou dat voor een taaltje zijn, boots man, en wat zijn dat voor soort menschen „Als ik mij niet vergis, zijn dat Moori- meisjes. Deze eilanden zijn geloof ik Britsch mandaat of van Nieuw-Zeeland. dat weet ik niet zeker,1), en zullen waarschijnlijk door Moori's bewoond worden. Maar van de taai versta ik ook niets. Wat zou dat nu betee- kenen: „hine e hine". Ik ben een boon als ik liet weet. Docli dit doet voor het oogenbiik niets terzake We weten nu dat het eiland bewoond ts en daar 1) Britsch. om zullen we nu wat gaan eten, dan gaan we straks op verkenning uit We zijn nu goed uitgerust, dus kunnen er weer tegen." Nadat ze een flinke portie verorberd had den, legden ze het weinige eten, dat hun was overgebleven bij elkaar en keerden toen de jol om, die ze erover heen plaatsten. De bootsman nam het geweer aan den schouder, stak voldoende patronen bij zich en zoo toegerust begonnen ze hun speurtocht. Op enkele plaatsen zagen ze pisangboo- nien en tamarinda, doch voor de rest scheen het heele eiland wel een klappertuin te zijn. Ze begrepen spoedig, dat het inderdaad klapperaanplantingen waren, want overal vonden zij sporen van menschelijken arbeid. Het terrein was heuvelachtig maar de plooien waren niet diep zoodat ze, hoewel het lage' struikgewas hen soms hinderde toch nog snel vooruitkwamen. Na eenige uren zwoegens kwamen ze op een heuveltop, vanwaar ze plotseling de zee voor zich zagen. Aan den voet van den heuvel stonden ver scheidene hutten, alle gemaakt van ge vlochten bamboe en bedekt met atap Meer naar de kust en onder een groepje klapper-boomen stond een houten huis met daarachter een groote bamboeschuur. De schuur stond dicht bij het water en nu zagen ze dat er een natuurlijke inham was, aan een zijde beschermd door een rif, dat zich ver in zee uitstrekte. „Hier zullen we een poosje rusten, Roelofs. Straks komen de bewoners wel voor den dag en kunnen we zien met welk soort men schen we te doen hebben." Zij gingen zoo liggen, dat ze een goed overzicht hadden op de kampong beneden hen, maar zorgden er voor van beneden af niet gezien te kunnen worden. De bewoners, die waarschijnlijk allen voor de warmte in hun hutten gevlucht waren, lieten lang op zich wachten. Eindelijk toch werd hun wachten beloond, want een man, kennelyk een blanke, kwam naar buiten uit het houten huis. Hy droeg een tropenhelm en had de hemdsmouwen opgeslagen. De vrienden keken elkaar verrast aan „Dat is beslist een Europeaan, bootsman!"1 Deze knikte en stond op. „Dat geloof ik ook jongen: laten we naar beneden gaan en eens zien wat voor lands man dat is." De man was naar het strand geloopen, blijkbaar om iets aan een kano te doen. Op het hooren van voetstappen keek hy op, maar zyn oogen werden groot van ver bazing toen hy twee blanken op zich zag toekomen, waarvan de oudste een geweer droeg. Met onderzoekenden blik namen de man nen elkaar op tot tenslotte de bootsman hem aansprak en vroeg: „do you speak English?" De man sprong uit de kano op het strand en antwoordde in vloeiend Engelsch: „zeker mijnheer, ik ben een Engelschman, maar hoe ter wereld komen jullie hier en wat zijn Jullie voor landlui!" Nu vertelde de bootsman in 't kort hun wedervaren en de man viel van de eene ver bazing in de andere, toen hij hoorde van hun wonderbaarlijke redding en de verdere avon turen, die ze beleefd hadden. Toen hij niet zyn verhaal gereed was, strekte de man de hand uit en zeide: „Ik wensch jullie geluk met je redding en Ik hoop, dat jullie mijn gasten willen zijn. (.,'ordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1