i m SI ®y»§w@©®P®nio>§gn PAG. 8 ZATERDAG 12 OCTOBER 1935 T De oplossing van het probleem van Köhnlein zal fk den volgenden maal behandelen. M. Schneider ie prijs Die Schwalbe 1930. Wit begint en geeft mat in twee zetten. Wit: Kh6, Dh;, Lc4, en gi, Pb5 en d7, pi d4, f; en g3_ Zwart: Ke4, Lh3, Pe8, pi dó, e3, f7 en f8. De match Aljechin-Ëuwe houdt op het 'oögeïiBlik 3è" schaakwereld in"grbote spanning. Nadat Euwe door mat spel de eerste partij had verloren, won hij op keurige wijze de tweede. Deze volgt hier: EUWE ALJECH1N 1 d4 Pfó 2 04 gó Oostindisch! De lijfopening van Euwe. 3 fc3 d5 Euwe kiest de meest aggressieve voortzetting. Aljechin aarzelt. Speelt niet Lg7 maar zwaait over naar Grunfields voortzetting. 4 Db3 dc4: Uit Moskou 1934. In de partij Löwenfisch Flohr geschiedde có. 5 Dc4: Leó Hoe aggressief ook kan dit toch niet goed zijn. 6 Db;t Pcó Na có zou nu Db7: volgen. Dit kan nu niet, daar dan Pd4: volgt. 7 PfJ -2 1 Tb8 8 Ea;. --- Ld? Welk een scherpte van wit. Men herkent de solide Euwe niet meer. Zwart geeft toe, dat Leó fout was. 9 Pd7j Dd7: Pd4 Pfómat. 10 d; Pd4 11 Dd3 e5 Na Pfs volgt e4 en e5. 12 e3 Pf5 13 e4 Pdó 14 f4 De7 Om de e lijri te nemen. 15 Le3 Pg4 Na aó volgt fe;:, De;: Ld4l 16 La7Ta8 17 h3 Ta7: Na Lc; volgt ef4:. 18 hg4r Lg7 Nu kan na ef4: Dd4l 19 Dej Ta; 20 f; - Lfó 21 34 Lh4+ Nu is de damevleugel aan de beurt. 22 g3 Lg; 23 Df3 0-0 24 b4 T a8 2; Ta2 Pe8 Tbi kwam ook in aanmerking. 26 Tb2 Pfó 27 Le2 có Bezorgt wit later een vrijpion. 28. 29 3° 3.1 '32 bcó: Tad8 Xd4 cb;: -rTfbS fgó: Db7 Tdó Kg7 Pd;: aangeeft: dcó: oo Kg? b5_ ab;;: -VerMv-akt f7v 33 'g6: 34 35 Kh3 36 Pd; 37 Tc2 Sterker was nog, naar Tartakower Taij Ta8, Tbaa. 38 ed;: Tbó: 39 T có Tcó 40 dcó: De7 4-i Lc4 Khó 42 Dhi Tb2 Griezelig dreigde Kg?f. 43 Tf7 De8 44 C7 TC2 4; - Db7l opgegeven. Tc4:, Th7\f KI17:, c8Df. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. Alles betreffende deze rubriek te adres- seeren aan: G. L. GORTMANS, §1 Sinclair Road, Flat 2, Kensington, London W. 14. Miniaturen. Een uitgave van een zoo compleet mogelijk verzameling van miniaturen in bewerking hebbend, kwamen wij voor de noodzakelijkheid te staan een scherpe bepaling te vinden van de standen, die in het genré miniaturen kun nen worden ondergebracht. Immers, in de zeer kleine schijvenstanden blijkt het in vele gevallen moeilijk een onderscheid te maken tusschen het miniatuurvraagstuk en het onj vervalschte eindspel Na eenige overweging leek het ons redelijk een grens te trekken door onder de miniaturen die schijveneind- spelen te doen vallen, in het verloop van welker afwikkeling de strategie van een te behalen witte dam of dammen geen rol speelt, of de dam hoogstens dient om een zwarte schijf op tempo van de damlijn te houden. Die eindspelen dus waarvan de actie bestaat uit de combinatie van schijven onderling. Natuurlijk blijft in de miniatuur het eind spel in zijn vollen omvang toegelaten, indien dat het besluit vormt van een voorafgegane slagcombinatie. Als voorbeeld van eindspel uitsluitend met schijvenactie kunnen de beide volgende voor beelden dienen, eenige jaren geleden in Het Damspel gepubliceerd: Eindspel J. Metz, Amsterdam. Zwart 4 sch.: 9/ 1;, 24, 30. Wit 4 sch.; 19. 39, 40, 44. Wit speelt en wint. Eindspel. Systeem Damoiseau-jFabre. W' WÊ W/.i Zwart 3 sch.: 116, 24. Wit 4 sch.: 33, 36, 39, 43- Wit speelt en wint Aardig was, dat P. Vogel te Sneek deze beide standen wist te combineeren in het volgende eindspel, dat volgens onze definitie éveneens als miniatuur zou zijn te beschouwen: Zwart sch.: 9, 15, 16, 24, 3o, Wit sch.: 19, 36, 39. 40, 44. Wit speelt en wint. 2 3 4 5 6 7 Oplossingen: Zwart 7 sch.: 7, 10, 18, 20, 22, 28 Wit 7 sch.29, 30, 33, 38/40, 48.3'- 1 29-23 28X19 48-42 37X48 d». 30—25 48X45 2;Xl 4S-So 1 —6 50X28 38 -32 28X46 ÓX; en wint. Zwart 7 sch.: 8, 9, 16, 17, 19, 26, Wit 7 sch.: 27, 28, 33, 36, 44, 46,48 1 33—29 39X5o 2 29—23 50X31 3 23X21. 16X2- gedw 5 48X37' 26-5' 6 37X26 27-32 7 41—37 32X41 8 36X47 en wint. In deze opgave hadden wij tot ons le wezen de witte schijf op 46 vergeten. Ondanks de pech, d:e we verleden week met ons raadsel hadden het is en olijft een nare geschiedenis, wanneer er fouten in de bpgave zitten hebben toch velen aan onze wekelijkscn prijsvraag deelgeno men. Er varen bijna geen .outieve inzen dingen bij, en enkeien vroegen-ons om een wat moeilijker puzzle. Nu is onze rubriek niet in de allereerste plaats bestemd voor wat ze in Rusland de „intelligentsia" noe men, maar voor alle lezers van de „Hel- dersche Courant", die zich in het bezit van een einddiploma van de Lagere School mogen verheugen. Bovendien beschikken onze abonné's in de omgeving niet over een openbare leeszaal, waar atlassen en naslagwerken voorhan den zijn, waarin je allerlei buitenissige woorden "inden kunt. Dus geven we raad sels, voor het oplossen waarvan het ge bruik van Brockhaus o, Winkler Prins niet noodzakelijk is. Natuurlijk zullen we gaar ne aan het verzoek van genoemde inzen ders voldoen, en van tijd tot t\jd eens een meer ingewikkelde opgave plaatsen, maar het moet uitzondering blijven. X:. het nieuwe raadsel komt één niet alledaagseh wooro voor:--horizontaal- 2-1; -Maar wanneer u de omschrijv ng goed in zich opneemt, is u het woord om zoo te zeggen als in den mond gegeven. Oplossing vorige week. Horizontaal: Dubbelganger, ziek, let, Erie, Leo, N.O.C., on, kartel, s.a., ar, ei, sr.. Romein (m), A.R., t.a., K.P.D., p.c., tael, vel, sultan, pep, ken, elan, p.s., teer, lilliputters. Verticaal: Droogstoppel, uien, bel, K.B., 1.1, ga. gin, Eros, rechercheurs, ja, romp, treeft, lemoen, ra, odeur, inval, 1.1., Deti, peer, pal, Kee, n.1. p.p. De prijs werd gewonnen door den heer P. KOK Czn., Den Hoorn, H 75, Texel. HET RAADSEL VOOR DEZE WEEK. Horizontaal. 2. Hooge berg. 4. Hoofdstad van een Europeesc.he re- pubiek. 5. Kleine uitbrander. 8. Bevestiging. 9. Geheim Amerikaansch genootscha» (afkorting, drie geUjke medeklinkers) 10. Voorzetsel. 12. Binnenlandsch bestuur. 13. Gedateerd. 15.* Echtgenoote. 39 17. Voedster, 19. Hulde. 21. Cirkels op de globe, die evenwijdig aan de evenaar loopen (eerste letter is „p"). 23. Engelsche adellijke titel. 24. Poedel. 25. Plaats, waar Jezus een doode opwefo (de eerste en laatste letter zijn gelijk) (Lukas 7). 27. Schoorstee nzwart. 28. Zangnoot. 29. Soort teekening. 31. Nieuwe Testament! 32. Raadsel (5 1.). 34. Predikant (afk.). j 35. Soort schoencrême. 37. Nakroost. 4 r - ..t - c Verticaal* 1. Atelier, waarin sprekende films ver vaardigd worden. 2. Rijstbrandewijn. 3. Weg (3 1.). 5. Siberische wezelsoort, waarvan i pels zeer kostbaar is. 7. Dons van een Noorsehe duikeend. 11. Adellijke titel. 14. GU. 15. Zeer bittere vloeistof. 16. Mannetjesbij (3 I.). 17. Waarmee men snijdt. 18. Bekend comité, dat aan het einde van dezen winter zijn werkzaamMea denkt te staken. 20. Schoenmakerswerktuig (deze drieJet- ters zijn gelijk aan de laatste irie letters van horizontaal 21): 22. Zwarte zwemvogel. 26. Vervoermiddel. 29. Rivier in Spanje. 30. Afkorting voor „Staatsspoorweg»1 (2 1.). 33. Aardrijkskundige benaming voor „ri viertje". 26. Zie 26 verticaal.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 20