Buitenlandsch Overzicht.
Taptoe a,
MM.
yïtIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
EERSTE BLAD
ZATERDAG 19 OCTG3ER 1935
63ste JAARGANG
KONIJN's AUTOMATIC
NASSI QORENQ
Albanië mobiliseert zeven
lichtingen.
De Italiaansche opmarsch
aan de grens van Britsch
Somaliland.
De Japansche politiek
in China
AddisAbebaen Diredawaworden
niet gebombardeerd.
Italië versterkt Massawa
De Duitsche vlootbouw.
De Italiaansche luchtaanvallen
Noodkreet van het Roode Kruis
in Abessinië.
Geen terugtrekking van de
Engelsche vloot.
feuilleton
marineroman
door
w i l l i a r i s
ISlo. 7663^
COURANT
Abonnement per 3 maanden btf voorultbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland 2 -,
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, f 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. f 1.20 150 1 50 1 70
Mussolini kan onder den druk der sanct.es kwalijk als „over-
winnaar vredesonderhandelingen openen. - De Brennerpas
weer ter sprake
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 418
Post-Girorekening No, 16066,
ADVERTENTIËN!
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct.
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Wat gaat Italië nu be
ginnen? Deze vraag
dringt zich btj velen op,
die met belangstelling de
maatregelen volgen, die
de Coördinatiecommissie op voorstel van
haar diverse sub-commissies, tegen Italië
neemt en nog zal nemen. Het zal Mussolini
nu toch wel duidelijk geworden zijn, dat het
de Volkenbond meenens is en dac het behalve
het „schuldig" uit te spreken ook die
maatregelen zal nemen, welke den aanvaller
tegen den aangevallene zullen benadeelen.
De Volkenbond beoogt daarmede niet, den
aanvaller een nederlaag in de bergen van
Abessinië te bezorgen, doch louter en alleen
dat Italië tot het inzicht zal komen, dat het
beter doei den ondernomen aanval op te ge
ven en den weg van den vrede te kiezen,
Persstemmen zijn dikwijls zoo interessant om
dat men er de meening van het volk uit leert
kennen. Zoo kunnen we dezer dagen uit de
in groote verscheidenheid opgedischte „Pers
stemmen uit Italië" opmaken, dat men in het
laarsland niet vermoed had, dat de Bond der
Volkeren zulk een activiteit zou en kon ont
wikkelen en dat het door een zoo groote
eensgezindheid onder de leden tot kracht
toeren in staat was als waarvan hy nu blij
ken geett. Inderdaad de sanctiebepalingen
zijn niet mis. Konden de uitvoerverboden van
wapenen naar Italië Mussolini c.s. vrij on
verschillig laten, omdat zij zich toch reeds
maanden daarvoor op geprepareerd hadden en
zij dus voldoende voorraad hebben om den
strijd desnoods enkele .aren te kunnen volhou
den, maar zij blijken niet op de verboden voor
de aan de sancties deelnemende landen om
producten van Italië in te voeren, gerekend te
hebben. Dit invoerverbod zal zich op den
langen duur dan ook zwaar doen gelden!
Immers Italië wordt aldus de mogelijkhed
ontnomen credieten in het buitenland er op
na te houden, althans tegen contante beta
ling die inkoopen te doen, die zij, behalve het
gewone oorlogsmateriaal doen moet, om den
oorlog te kunnen blip en voeren. Nu men be
seft hoe moeilijk het zal zijn tegen deze col
lectiviteit stand te houden is het moeilijker
dan ooit voor Mussolini geworden om „den
weg terug" te gaan. Zou hij thans de onder
handelingen openen, dan zou hij dit niet kun
nen doen als de glorieuze overwinnaar van
Tigré, maar men zou dan, ook in het land
zelf, geneigd zijn deze "ól tot onderhandelen
te interpreteeren als terugtrekken „omdat het
moet".
„Dit is een schaduwzijde van de sterke
actie van den Volkenbond," zoo merkt de
Nieuwe Rott. Courant terecht op, „maar
maakt er tegelijkertijd ae groote beteekenis
van uit.". Er het blad vervolgt met:
De collectiviteit werkt voor het oogenblik
als een ijzeren tang en wie de moreele en
practische waarde daarvan wil nagaan, kan
niet beter doen dan te letten op den indruk,
dien dit alles maakt in de Duitsche pers. Met
het gespot op den Volkenbond, met het dood
verklaren er van, is het daar uit. Het Duit
sche publiek volgt de gebeurtenissen met
groeiende belangstelling. Het beseft, dat men
een macht aan het vormen is, waartegen geen
geïsoleerde staat of zelfs geen locale groep
van staten het kan opnemen vanwege haar
boaconstrictorachtige karakter.
Kabinetsver'
andering
in Oostenrijk
niet uit blik- DAG EN NACHT.
Wordt het groote
wereldgebeuren natuur
lijk beheerscht door het
conflict Italië—Abessi
nië, zoo af en toe wordt
de aandacht even van
dit conflict afgeleid om zich te vestigen op
een andere „groote gebeurtenis". Als zoo
danig is zeker ook aan te merken de kort
stondige kabinetscrisis, die de Oostenrijksche
regeering juist achter den rug heeft en die
even plotseling verdwenen was als zij ge
komen was. Geheel onverwacht kwam deze
crisis trouwens niet, want men verwonderde
er zich allang over, dat de regeering niet
eerder een „Italiaansche richting" ingeslagen
had. Dat wil zeggen, niet reeds eerder zijn
sympathiegevoelens voor Italië duidelijker had
kenbaar gemaakt.
In ieder geval is dat thans geschied:
Schusnigg heeft zich ontdaan van Fey c.s.,
de regeering werd aangevuld met Heimwehr-
mannen en de positie van Prins Starhemberg
heeft ten zeerste aan kracht gewonnen.
Ten aanzien van de Buitenlandsche
politiek kan nu gezegd worden, dat het
anti-Duitsche element versterkt Is en is
in het Italiaansch-Engelsche conflict de
lichtelijk pro-Engelsche vleugel vervangen
door een zuiver pro-Italiaansche.
Dat deze gebeurtenis in Duitschland na
tuurlijk critieken ontlokt spreekt vanzelf en
de stemming is er dan ook niet beter op ge
worden. Men denke b.v. eens aan het strijd
punt de Brennerpas!
Men leze daaromtrent wat de Berlynsche
correspondent van de „Nieuwe Rott, Crt."
aan zijn blad meldde:
De bladen te Berlijn leggen uit, dat het
bericht, omtrent een aanvraag van Italië aan
Frankrijk, hoe het zou zijn met een even-
tueele hulpverleening van Frankrijk aan
Italië bij een aanval op de Brennerpas, moet
worden verstaan als een onderdeel van een
tactische zet van Italië, welke er op bere
kend is, om Frankrijk tegenover Engelands
verlangens nog aarzelender te maken dan het
al is, omdat het juist nu aan zijn te Stresa
aangegane verplichtingen wordt herinnerd.
Het is zeker niet onjuist, om het geval in dit
verband te zien. Maar toch maken zulke toe
spelingen in Duitschland een onaangenamen
indruk, op het oogenblik waarop de Brenner
pas door Duitschland juist minder dan ooit
wordt bedreigd.
Er waren in den laatsten tijd aanwijzingen
dat de betrekkingen tusschen Duitschland en
Oostenrijk, dat wil zeggen van het Hitier-
regime tot de Starhemberg-regeering, be
gonnen te verbeteren.. Men weet, dat er een
accoord werd gesloten ten opzichte van de
radio-uitzendingen, waarmede 't begin scheen
te zijn gemaakt met een cultureele toenade
ring, waartegen overigens de Oostenrijksche
regeering reeds vroeger heeft verklaard, niet
het minste bezwaar te hebben, mits de
Duitsche regeering er van afzag, ook zijde
lings nvloed op de Oostenrijksche aangele
genheden uit te oefenen.
Nu is intusschen Fey, de Oostenrijksche
minister van binnenlansche zaken, met nog
eenige andere minister afgetreden en ver
vangen door mannen die zeer dicht bij de
Heimwehr staan. Daar Schuschnigg en Ber
ger Waldenegg aanblijven spreekt eigenlijk
vanzelf dat in de buitenlandsche politiek geen
verandering intreedt. Des te opmerkelijker
is het, dat officieel daar uitdrukkelijk de na
druk op wordt gevestigd „ten einde misver
stand te voorkomen" en dit doet het vermoe
den rijzen, dat de oorzaak van het aftreden
van Fey niet uitsluitend te zoeken is in het
uiterlijk geschil over de begrooting, maar dat
Fey en zijn aanhangers er naar streefden
een nieuwen koers in de buitenland
sche politiek in te slaan, welke voorzag
in een zekere ontbinding van de enge betrek
kingen tot Italië. Deze poging moet dan door
het aftreden van Fey als mislukt worden be
schouwd. In dit verband denke men ook nog
aan de verklaring van Adam volgens welke
er wel ëenige besprekingen tusschen staats
lieden zijn gevoerd (men leze: met Duitsche
staatslieden) doch dat men daar niet te veel
beteekenis aan moest hechten.
We zullen maar hopen, dat de scherpe
kantjes, die aan deze kabinetsverandering
zitten, spoedig afgesleten zulen zijn!
Een antwoord op de troepencon
centraties van Zuid-Slavië aan de
Albaneesche grens.
De correspondent van de Daily Tele-
graph zegt een onbetwistbare bevesti
ging te hebben van het eenige dagen
geleden verspreide bericht, dat Albanië
bezig is 7 lichtingen te mobiliseeren.
Deze mobilisatie zou een antwoord moe
ten beteekenen op een aanzienlijke con
centratie van het leger van Zuid-Slavië
nabij de Albaneesche grens De Zuid-
Slavische troepenmacht wordt in Alba
neesche regeeringskringen geschat op
ongeveer 60.000 man. De mobilisatie in
Albanië zou 15.000 man omvatten.
De negus spreekt zijn troepen toe.
Naar Reuter uit Addis Abeba meldt, heeft
de negus een défilé van 50.000 soldaten, die
sinds kort in de hoofdstad aanwezig waren,
bijgewoond. Verder heeft hy afscheid geno
men van 4000 man der keizerlijke garde, die
op het punt stonden te vertrekken naar het
front. Tijdens deze revue is Ras Moeloegeta,
de minister van oorlog, naar den negus toe
gegaan, is van zijn paard gestegen, heeft zijn
zwaard uit de scheede getrokken en zeide,
gereed te zijn om voor Abessinië te sneu
velen.
De negus zal binnen enkele dagen naar
Dessié vertrekken, dat waarschijnlijk het
hoofdkwartier zal worden van den genera-
len staf.
De negus heeft het geheele Abessijnsche
leger toegesproken en zijn troepen den raad
gegeven om nooit in groote menigten bijeen
te blijven, maar de guerilla-taktiek te vol
gen. „Weest geduldig, verspreid u telkens
wanneer ge een vijandelijk vliegtuig ziet en
verwisselt uw witte kleeren tegen khaki-
uniformen om onzichtbaar te worden."
Ras Gugsa.
Naar Reuter uit Rome meldt, heeft gene
raal de Bono ras Gugsa, die onlangs naar
de Italianen is overgeloopen, benoemd tot
ras (gouverneur) van de provincie Tigré.
Om den Abess(jiischen wapen
aanvoer af te sngden 1
Italiaansche oorlogscorrespondenten melden
nu ook, dat een afdeeling van de strijdkrach
ten van generaal Graziani onder voortdurende
gevechten uit Italiaansch Somaliland oprukt
met de bedoeling de karavaanwegen langs de
grens van Britsch Somaliland te bezetten en
de militaire voorraden af te snijden, die de
Abessijnsche legermacht in Ogaden, volgens
deze correspondenten, uit Britsch Somaliland
ontvangt.
Inderdaad moeten te Berbera in den loop
van deze week meer dan 7 millioen geweer
patronen, voor het tneerendeel van Belgisch
fabrikaat, gelost zijn en verzonden naar de
Abessijnsche legermacht aan het Zuidelijk
front.
Een vertegenwoordiger van het Duitsche
Nieuws Bureau heeft een langdurig onder
houd gehad met iemand van de Japansche
ambassade over de doeleinden van de Japan
sche politiek in China.
De Japansche diplomaat zette uiteen, dat
•de geheele politiek van Japan in China er
op gericht is de nauwste samenwerking tot
stand te brengen tusschen Japan, China en
Mantsjoerije, teneinde langs dezen weg de
betrekkingen in het Verre Oosten definitief
te regelen. Ook de Japansche houding van
dit oogenblik beoogt de practische uitvoe
ring van deze globale politiek.
De formeele erkenning van Mantsjoekwo
is als voorwaarde tot de onderhandelingen op
het oogenblik naar het schijnt niet noodig.
Zij vormt echter wel een later te bereiken
doel.
De loop der onderhandelingen en de fei
telijke verwerkelijking van de Chineesch
Mantsjoerijsche betrekkingen is volgens Ja
pansche opvatting een toets-steen voor den
goeden wil van de regeering te Nanking. De
Japansche diplomatie is volstrekt bereid met
de voor Nanking bestaande moeilijkheden
betreffende het tempo van de uitvoering
rekening te houden. Zij verwacht echter een
scherp optreden tegen alle anti-Japansche
actie in geheel China.
De Japansche politiek kan ook de moge
lijkheid van een geheel ander optreden onder
oogen zien, met inbegrip van middelen tot
uitoefenen van militairen druk, ingeval vol
gens Japansche opvatting de onderhandelin
gen niet de gewenschte vorderingen zouden
maken.
Het aanknoopen van directe, diplomatieke
onderhandelingen tusschen Tokio en Nan
king, aldus verluidt in politieke kringen in
Sjanghai, zal door de Chineesche regeering
beschouwd worden als een langgewenscht
succes. De regeering te Nanking wil onder
handelen als exclusief vertegenwoordigster
van China met uitschakeling van alle locale
besprekingen in Noord-China. Zij is bereid
tot samenwerking met Japan ter onder
drukking van alle anti-Japansche excessen,
zooals zij in den laatsten tijd herhaaldelijk
door energiek ingrijpen heeft bewezen. Zij
hoopt daardoor den weg te effenen voor
onderhandelingen.
A.
kunt U één der 512 prijzen van de Staatsloterij winnen
Lotisico trekt dan in één dag alles uit Deelname slechts f 2.50
Sigarenmagazijn H. WORMHOUDT, SPOORSTRAAT 12
Vraag en Aanbod"i HOOFDGRACHT 3, hoek Torensteeg
Loterijkantoor
Door pressie vriendschap winnen.
Te Sjanghai voorziet men, dat Japan een
nieuwe poging zal doen om verbetering te
krijgen in de ChineeschJapansche betrek
kingen.
Men verwacht, dat Japan krachtige pres
sie zal uitoefenen en misschien zelfs met
militaire dwangmaatregelen zal dreigen om
de Chineesche regeering ertoe te krijgen zich
in de politiek bij Japan aan te sluiten. Voor
al zal er op worden aangedrongen, dat China
zich niet meer door de Westersche mogend
heden zal laten helpen, doch hulp zal aan
nemen van Japan.
Naar Donderdag te Rome officieel werd
medegedeeld, hebben de Italiaansche vlieg
tuigen in Abessinië het bevel gekregen Addis
Abeba en Diredawa niet te bombardeeren.
Men maakt het voorbehoud, dat deze steden
dan ook niet mogen dienen om er troepen
te concentreeren.
Tevens worden alle berichten over het ge
bruik van gasbommen beslist tegengesproken.
In geen enkel geval heeft zoo zei men
de Italiaansche luchtmacht van gasbommen
gebruik gemaakt, evenmin als zij de burger
bevolking heeft gebombardeerd,:
Grensoverschrijdingen van italiaansche
vliegers aan de grens van Engelsch Somali
land zijn eveneens volkomen uitgesloten, aan
gezien de vliegers steeds bij hun gevechten
ten minste honderd kilometer van de Engel-
sche grenzen verwijderd zijn.
Een speciale correspondent van Reuter
in het Suez-kanaalgebied meldt, dat de
Italianen in haastig tempo de haven
Massawa aan de Roode Zee tot een zeer
sterk fort zijn gaan maken. Zij hebben
380 millimeter kanonnen, die dertig kilo
meter ver dragen eenige kilometers ten
Noorden van Massawa in de duinen op
gesteld. Verder heeft men 105 millimeter
kanonnen, die een uitstekend verdedi
gingsmiddel tegen lichte kruisers en tor-
pedobootjagers vormen geplaatst langs
de baai van Massawa. en wel zoo dat
zij de geheele baai bestrijken, terwijl er
ook nog 155 en 105 milimeter-kanonnen
in gereedheid zijn gebracht op de eilan
den, die ten opzichte van de baai strate
gisch gunstig zijn gelegen. Deze laatste
kanonnen zijn in den loop van gister
nacht naar deze eilanden vervoerd. Nu
men deze baai in een dergelijke mate
heeft versterkt, is Massawa een gewel
dige kracht voor de Italianen geworden
in de Roode Zee. Het aantal Italiaansche
vliegtuigen is naar men schat op het
oogenblik 500. De basis van deze lucht
macht is te Assab gelegen, maar er zijn
verder nog tal van hulpvliegterreinen.
Het schijnt dat het aantal schepen met
materialen dat voor Massawa ligt, zeer
groot is. Men werkt zoo hard men kan
aan de lossing van deze schepen, doch
het zal nog wel eenigen tijd duren voor
dat het laatste van de daar nu liggende
schepen aan de beurt gekomen is.
Het officieele Duicsche marineorgaan meldt
over den voortgang van den vlootbouw, dat
twee slagkruisers van 26.000 ton en twee krui
sers van 10.000 ton ans in aanbouw zijn. Er
MEVR. G. ABERSON, DEN HELDER
WINT EEN RIJWIEL IN DEN
PALMOLIVE-WEDSTRIJD.
Mevr. G. Aberson, Singel 72, Den Helder,
ontving Donderdag 17 dezer telegrafisch
mededeeling van den heer H. v. Gemert,
directeur der Colgate-Palmolive Handel M(j.,
Amsterdam, dat zij den hoofdprijs voor dien
dag in den grooten Palmolive wedstrijd heeft
gewonnen. Deze prijs bestaat uit een Fongers-
rijwiel ter waarde van f 41.50, of, zoo de win
nares dit verkiest, f 35.contant.
De Colgate-Palmolive Handel Mij., verzendt
bovendien dagelijks een extra prijs aan 50
winnaars.
In 30 woorden schreef Mevr. Aberson
waarom zij Palmolive zeep verkiest en sloot
3 zwarte banden der Palmolive zeep verpak
king bij. De zeep kocht zij van C. W. Spieren
burg, v. Galenstraat 61, Den Helder, (Adv.)
zijn 21 duikbooten van 250 ton van stapel
geloopen. Sedert de vlootovereenkomst met
Engeland was aangegaan zijn er dus 18 bij
gekomen.
De aanvallen van de Italiaansche lucht
macht op het Noorderfront zijn gelijk reeds
gemeld is, voortgezet tot Amba Aladji Deze
plaats werd door een aantal escadrilles ge
bombardeerd. Volgens berichten uit Abes
sijnsche bron moeten hierbij vele noncombat
tanten den dood hebben gevonden.
De troepen leden geen verliezen, aange
zien zij tevoren de plaats hadden verlaten
In het Zuiden voerden de Italianen verken
ningsvluchten uit.
Uit de provincie Wolto zijn ongeveer
100.000 man Abessinische troepen op weg
naar Addis Abeba, waar zij voorloopig als
reserve zullen blijven.
Het hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis maakt bekent, dat blijkens eeti
spoedbericht van het Comité International te
Genève het Ethiopische Roode Kruis telegra
fisch den volgneden noodkreet aan genoemd
Comité heeft gericht:
Ten behoeve van het Ethiopische Roode
Kruis verzoeken wij u met het oog op den
ongeëvenaarden nood dringend een beroep te
doen op de Roode Kruis-organisaties over de
geheele wereld,
Lambié,
Secretaris Uitvoerend Comité.
In verband daarmede wekt het hoofdbe
stuur van het Nederlandsche Roode Kruis een
ieder, die dat nog niet gedaan heeft, nog
maals op een gave onder het motto Abessinië
te storten op zijn postgironummer 22120 of
wel op de rekening van het hoofdbestuur bij
een van de navolgende banken:
de Bank-Associatie te 's-Gravenhage;
de Nederlandsche Handelmaatschappij te
's-Gravenhage
de Rotterdamsche Bankvereeniging, kan
toor Bezuidenhout te 's-Gravenhage;
de Twentsche Bank te 's-Gravenhage.
De Londensche bladen publiceeren uitvoe
rige berichten over het Britsche antwoord op
do Fransche vraag over de mogelijkheid eeii
deel van de Britsche vloot uit de Middelland-
sche zee terug te trekken.
Een officieele mededeeling hieromtrent is
nog niet gegeven, doch algemeen wordt ver
klaard, dat in het antwoord wordt gezegd,
dat de voorzorgsmaatregelen gehandhaafd
moeten blijven, tot de Britsch-Italiaansche
betrekkingen weer normaal zijn.
20
Verwonderd keek de bootsman op hem neer
en zich weer naast hem zettend vroeg hij„Ben
JU niet bly dat we morgen weggaan, vriend
Te kijkt zco bedrukt. Is ei iets dat je hindert
Zeg het dan gerust, misschien kan ik je hel
pen."
De jongen schrikte op en keek toen een
Weinig verlegen terzijde.
„Och bootsman, hef is een moeilijk geval
voor më. Dagenlang heb .k erover loopen pie
keren om het met u te bespreken, maar tel
kens steld ik ,iet weer uit, want ik durfde
hiet.
Maar nu eet sch.p norg n gaat l.an ik het
hiet langer verzwegen. Ik heb namelijk be
sloten om... hier te blijvc i.
„Maar kerel!' et. de bootsman draaide zich
hiet een ruk naar hem toe; weet je wel goed
^vst je daar zegt?"
„Zeker bootsman, luister maar naar wat er
n°g komt.
Ik heb met Mary gesp oken en die wil me
))'ct meer laten gaan heeft ze gezegd. En ik,
tk heb haar Hef, meer dan iets anders ter we-
re'd. Toen heb ik met haar vader gesproken
zijn toestemming gevraagd tot ons huwi
U*. HU heeft volmondig „ja" gezegd en te
vens zeide hij blij te zyn dat hy nu een hulp
men.
in de zaak krijgt die alles later kan overne-
Hij is niet zoo sterk meer en wil vanzelf
sprekend liever een blanke tot schoonzoon
hebben ook, want ik kan hem helpen en later
het bedrijf van hem overnemen en...;.."
„Maar jongen," viel de ander hem in de
rede, dat is nu alles goed en wel, maar denk
eens aan je familie!"
„Ouders heb ik sinds lang niet meer, boots
man. Ik ben opgegroeid in een weeshuis en
daarvandaan bij de marine gekomen, zooals
ik u heb verteld. Mijn hecle familie bestaat
geloof ik uit ee. paar verre nichten, waarin
ik totaal geen belang stel en zij in mij niet.
En voor de marine deug ik niet meer. want
ik heb den schrik te pakken.
Vanavond zal ik een brief schrijven aan de
minister van marine en hem verzoeken om
ontslag, omdat ik wel voel totaal ongeschikt
te zijn voor den zeedienst Als u dien brief voor
me wilt meenemen en my het antwoord doen
toekomen zal ik u zeer danbaar zijn. U moet
me goed begrijpen. Voor zeeman deug ik toch
niet meer dus hebben ze bij de marine niets
meer aan me.
En dan, zooals ik zooeven al gezegd heb,
ouders of naaste familieleden heb ik niet meer
dus wat bindt me eigenlijk nog aan Holland?
Er is daar niemand die op me wacht, niemand
die verlangend uitziet naar mijn terugkeer. En
dat is wel heel droevig.
Maar nu heb ik het geluk gevonden tn de
persoon van Mary en ik weet dat ik door hier
te blijven ook haar gelukkig zal maken
U moet daar niet te licht over denken!
Misschien zijt ge opgevoed door liefhebben
de ouders, door een zorgzame moeder en hebt
ge zusters of broers die u gaarne terugzien.
Maar ik, die opgegroeid ben onder de strenge
tucht van een weeshuis, die nooit anders
kende dan harde plicht en nooit ook de zachte
armen van een moeder om me heen voelde,
ik sta er heel anders tegenover.
O, hoe dikwijls heb ik die jongens benijd,
die een thuis hadden, die ouderlijke liefde ken
den.
Maar ik heb nu de liefde leeren kennen, de
echte liefde van een man voor een vrouw.
En daarbij krijg ik een werkkring die me
bevalt. Wat zou ik meer verlangen!
Zeser ik heb er lang en breed over nage
dacht Maar nu staat mijn besluit vast. Ik
blijf hier."
De bootsman schudde het hoofd en zeide:
„Je moet het ^enslotte met je zelf uitmaken
jongen; maar ik geef je in overweging om
er nog eens goed over na te denken. Je kunt
nu nog ander,1 beslissen. Morgen als het schip
weg is, is het te laat.
Bedenk eens goed, jongen; Mary is een heel
lief meisje, maar ze is van een ander ras en
ze ia opgegroeid onder heel andere omstandig
heden dan een Hollandsch meisje. Haar ge
dachtegang. haar kijk op het leven is zoo ver
schillend van ons, blanken. En gij hebt nog
zoo weinig ondervinding van wat het leven
soms brengt.
't Is nu alles niooi eu aardig en ik geef toe,
dat een vrouw het hier heel wat gemakkelij
ker heeft dan in een Hollandsch gezin, maar
ik geloof, dat ze jou op den duur niet bevre
digen kan. Ze is immers zoo oppervlakkig,
zoo weinig ontwikkeld, zoo geheel anders dan
men met redelijkheid van een Hollandsch
meisje mag verwachten. Ze is als een mooie,
wilde bloem. Ze heeft haar aantrekkelijk
heden die bekoren, maar op den duur voldoet
dat alleen niet."
,,'t Kan zijn, dat u gelijk heeft bootsman,
dat wil ik niet tegenspreken en ik geef toe,
dat ik inderdaad weinig ondervinding heb,
maar dat kan aan mUn eens genomen besluit
niets meer veranderen. Ik hoop, dat u mij
niet kwalijk neemt, maar laten we dit on
derwerp laten rusten."
„Ik neem je niets kwalijk, jongen. Alleen
wil ik dit nog zeggen: weet wat je doet!
Maar kom," vervolgde hij opstaande, „laten
we naar beneden gaan." En met gebogen
hoofd, nu en dan mompelend over wat h(j
noemde „een dwaze streek", daalde hij den
heuvel af, gevolgd door den jongen.
Toen ze voor het huis van Alting kwamen,
kwam Mary naar buiten, die met een vragen-
den blik zich naar den jongen wendde en
vlug eenige zinnen in de Maori-taal tot hem
sprak.
Blijkbaar vroeg ze naar den afloop van het
onderhoud.
Het antwoord scheen haar te bevredigen,
want zij trok hem mee naar het dichtbij -
zijnde magazijn, waar ze hem hartstochtelijk
omhelsde.
De bootsman, die geen moeite gedaan had
de Maori-taal te leeren, verstond niets van
wat er tusschen die twee besproken werd.
Medelijdend keek hij hen na toen ze om
den hoek van het huis verdwenen en schou
derophalend begaf hij zich in de hut.
Dienzelfden avond had in het huis van den
heer Alting een eenvoudige plechtigheid
plaats. Onder de aanwezigen bevonden zich,
behalve de bootsman, ook de kapitein en de
stuurman van de Nancy, die als getuige te
genwoordig waren bij het huwelijk van den
jongen kok met Maiy. De heer Alting, in zyn
kwaliteit van gezaghebber van het eiland,
trad op als ambtenaar van den burgerlijken
stand.
Hij stelde een stuk op, waarin hij verklaar
de onder bijzijn van drie Europeesche getui
gen in het huwelijk te hebben verbonden:
Jan Roelofs en Mary Alting.
De getuigen onderteekenden het stuk en
hiermede was de plechtigheid geëindigd.
Nog een poosje bleef men gezellig bijeen
tot het tijd werd om te gaan slapen, want
den volgenden dag moest men weer vroeg
tijdig aan het werk om het laatste deel der
lading aan boord te brengen en het schip
zeeklaar te maken.
Toen den volgenden dag tegen den middag
de laatste prauw gelost was. begonnen de
matrozen klarigheid te maken voor het ver
trek.
De bootsman, vergezeld door den heer Al
ting en van Mary met haar echtgenoot, be
klommen de stormladder, die langs het boord
van den schoener hing en begaven zich aan
dek.
De kapitein en stuurman kwamen bij hen
om afscheid te nemen.
„Beste menschen," sprak de kapitein, „het
oogenblik om onze reis te vervolgen, is weer
aangebroken. U, mynheer Alting, wensch ik
verder het beste toe, en ik hoop, dat u in
dien jongen Hollander een braaf schoonzoon
zult treffen. En jullie jongelui, zorgt dat je
vader niets dan vreugde beleeft van zijn kin
deren. Over een half jaar kom ik weer eens
kijken hoe de zaken staan. Ik wensch jullie
een gelukkig huwelijk."
Ook de stuurman nam afscheid en begaf
zich toen naar vooruit om het anker te lich
ten.
De bootsman drukte den heer Alting har
telijk de hand en bedankte hem voor de gulle
gastvryheid in zijn huis ondervonden hem
tevens belovende zoo spoedig mogelijk het
verioop van zyn reis te zulleu schrijven.
Toen wendde hij zich tot de twee jongge
huwden, die hand in hand bij de verschansing
stonden en hem de hand drukkend zeide hij:
„Vaarwel Jan en Mary. Ik hoop ernstig dat
jullie heel gelukkig zult ztjn In je verdere
leven. „j
En je jongen, je hebt -iu een zware verant-
wordelijkheid op je genomen doot oit meisje
tot je 'rouw te meten. Ik hoop dat je dit be-
sc-t en dat je die verantwoordelijkheid zuit
weten te dragen zooals een Hollander be
taamt. Ik wensch jullie verder het beste."
Den jongen stonden de tranen in de oogen
en hy slikte alsmaar om die brok uit zijn keel
te kri.cen. doch einde'ijk zich vermannend
nam hij de aangeboden hand en zeide hakke
lend: .Bootsman uhebt mij het leven ge
red. Zonder u was ik tooit uit dat verschrik
kelijke graf ontkomendank u
Ik dank u duizendmaalt bent de dap
perste, de meest edelmoedige man dien ik
ooit heb ontmoet. Ik dank li uit het diepst
van myn hart."
Zijn stem sloeg over, hy kon niet meer
spreken. Zich losrukkend snelde hy naar de
plaats waar de ladder hing en vlug daalde hy
af in de sloep, waar Mary e» haar vader hem
reeds wachtten.
Met krachtige slagen pagaaiden de inboor
lingen van het schip weg naai de kust.
Opeens sprong de jongen op en zyn handen
als een trompet voor zijn mond zettend, riep
hij: „Goede reis bootsman, goede reis!!"
De wind was gunstig, de zeilen begonnen
te zwellen en zacht wiegend op de woeliger
wordende zee, verwijderde de Nancy zich
steeds verder van het land.
Buiten het rif werden meer zeilen bijgezet
en het roer gewend en nam de Nancy een
zuidelijke koers, nagestaard door de achter-
blijvenden.
Na een zeer voorspoedige reis kwam de
Nancy in de haven van Auckland aan. Deze
tocht, slechts onderbroken donr een kort op
onthoud op Kenradec-eil., V d naar den zin
van den bootsman veel te lang geduurd.
(Wordt vervolgd.)