Buitenlandsch Overzicht.
Taptoe a
De strijd
in Abessinië.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7665
EERSTE BLAD
DONDERDAG 24 OCTOBER 1935
De kwestie of Italië gaat onderhandelen, ia dan neen
Engelsche Lagerhuis debatteert
Het
Toch een
schikking in
het conflict.
KONI«JN'S AUTOMATIC
Het Engelsche
parlement drie
dagen bijeen.
De rede van Hoare en
de critiek daarop.
„Van militaire sancties is te Genève
nimmer sprake geweest, derhalve maak'
ten zij geen deel uit van de Britsche
politiek.
Sir Samuel Hoare.
De toestand aan de
fronten.
Van het Zuidelijk front.
FEUILLETON
MARINEROMAN
door
W I L L I A R I S
COURANT
Abonnement per 3 maanden b# vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verechtynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bjj niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
„Wat zou Italië doen",
werd ons vanmorgen ge
vraagd, „zou het door
gaan in Oost-Afrika of
zou het werkelijk van
plan z(jn over het ge
schilpunt te wilen gaan praten?" Wij heb
ben geantwoord, dat dit een groot vraagtee-
ken voor ons is, want wij voor ons kunnen
zoo maar niet aannemen, dat, nu zich een
paar symptomen voor 'n betere toekomst heb
ben voorgedaan, men nu maar dadelijk kan
verwachten, dat de vijandelijkheden gestaakt
zullen worden. Men herinenrt zich wellicht
nog ons betoog van vorige week, waarbij wij
er op wezen, dat net onwaarschijnlijk is, dat
Mussolini over wapen. J -and wil praten, nu
het reeds zoo ver heen is. Het zou er veel
op lijken (en in werkelijkheid zou dat de
reden ook zijn!), dat hij door den Volkenbond
tot den vrede werd gedwongen en we kennen
den Duce nu langzamerhand wel zoo, dat hij
te trotsch is om den fasclstischeen kop te
buigen.
Trouwens, ook de voorbereidselen aan
de fronten wijzen er op, dat er van een
staken van den oorlog nog geen sprake
is. Alles wijst er daar op, dat een groote,
weiicht beslissende veldslag aanstaande
In tegenstelling tot deze weinig hoop ge
vende tirade, komen de Italiaansche bladen
zelf met allerlei berichten, die een aanwijzing
zouden moeten behelzen, dat er wel degelijk
een mogelijkheid bestaat, dat de vijandelijk
heden gestaakt zullen worden. Van alle kan
ten hoort men optimisme in Rome, zoo
meldt men. Engeland is van het enfant ter
rible plotseling de „chéri" geworden!
De smaad van Adoea is uitgewischt! Eden's
voorstellen, destijds te Parijs aan Aloisi ge
daan, vinden thans een sympathiek „onthaal",
de voorstellen van de Commissie van Vijf uit
dei, Volkenbondsraad zijn nu opeens niet meer
verwerpelijk, enz. enz.
Kortom, er zou thans te onderhande-
len zijn met Abessinië. En de man, die
dit te berde gebracht zou hebben... zou
Mussolini, de geweldige, geweest zijn!
MAARSCHALK jJADOGLIO,
Chef van der Italiaanschen generalen
staf, heeft het commando van het Ita
liaansche leger in Oost-Afrika.
Dit moest als volgt in zijn werk gegaan
zijn: Sir Eric Drummond, de Engelsche ge
zant te Rome, zou op audiëntie bij den Duce
geweest zijn en hem daarbij gesproken heb
ben over de mogelijkheid om de Britsche zee
macht in de Middellandsche Zee te vermin
deren tegen een terugtrekken van de Italiaan
sche strijdkrachten in Libië. Toen zou de Duce
de gelegenheid aangegrepen hebben om te
zeggen: „Maar we kunnen nu toch met
Abesisnië praten." Men ziet 't, als het alle
maal waar is, wat er bericht wordt, dan
zouden er inderdaad meer dan sprekende
symptomen zijn, die een vreedzame oplossing
van het Italiaansch-Ahessijnsch geschil voor
spelden. Maar voorhands zijn we nog niet te
optimistisch. Ook de overzichtschrijver van
de N. R. Ct. niet, dien we in dit verband
nog al eens aanhalen, omdat hij doorgaans
door zeer betrouwbare bronnen ingelicht is.
Deze zegt o.m.:
Intusschen moet men nog geen „hei" roe
pen voor men over de brug is. Wjj hebben
indertijd van Italiaanschen kant vernomen,
dat Rome na een belangrijk militiar succes
tot onderhandelen bereid zou blijken.
Van Volkenbondsstandpunt is geen me
thode onaannemelijker dan deze in toepassing
zou zijn. Uit gelijke bron vernamen wij in den
loop van de vorige week, dat het nu wel zoo
ver zou zijn; blijkbaar echter, omdat de druk
van den Volkenbond een rol speelde, die oor
spronkelijk een groot militair succes toebe
dacht was. Maar zou de Volkenbond, nu zijn
actie werkelijk reeds groote uitwerking blijkt
te bezitten, Mussolini veroorloven het spel
te spelen, zooals hij zich dat ais bloedige actie
oorspronkelijk had voorgesteld? Wij kunnen
het moeilijk aannemen.
En voorts:
De Engelsche neutraliteitspolitiek begint
het op het oogenblik voor Italiaansche sche
pen heel moeilijk te maken om aan de be
hoeften voor het Italiaansche leger in de
onder Engelsch gezag staande Oost-Afri-
kaansche havens te voldoen.
Engeland zal, als het werkelijk ernstige
bedoelingen heeft met zijn Volkenbonds-
politiek, niet loslaten op het oogenblik,
waarop Italië teekenen van murwheid
geeft, tenzjj het bezig is te doen, wat
het in 1922 ter Haagsche conferentie
heeft gedaan.
Toen was het na een tijd van eerlijke za-
lijke samenwerking zeer geërgerd geraakt-
over de ook in de oogen der anderen dwaze
tegenwerking van Frankrijk (en België) ten
opzichte van een oeconomische schikking
met Rusland, die een oogenblik op gunstige
voorwaarden mogelijk scheen geworden. Na
feilen strijd tegen de Franschen draaiden de
Engelschen plotseling bij, op verrassende
wijze instemmend met het Fransche stand
punt, dat men de pogingen tot een vergelijk
maar moest staken. In werkelijkheid betee-
kende dit, dat Engeland de solidariteit prijs
gaf en den weg vrij wilde maken voor zijn
eigen schikking met de Russen, die het dan
ook onmiddellijk trof. (Dit zaakje liep voor
het overige mis.)
niet uit blik- DAB EN NACHT.
PRESIDENT KOiNDYLIS
bereidt de weder-invoering der monarchie
in Griekenland voor.
Intusschen is het La
gerhuis in Engeland
voor drie dagen bijeen
gekomen ter bespre
king van de buiten-
iandsche politiek en
meer in het bijzonder de houding van de re
geering in het bekende conflict in Oost-
Afrika. Dat de regeering niet van critiek ge
speend zou blijven, stond al bij voorbaat vast
en dat kon mannen als Sir Samuel Hoare,
de Minister van Buitenlandsche Zaken, niet
verbazen. Hoare zelf was de eerste, die het
woord nam en een rede van een uur afstak,
waarin hij een verklaring gaf van de door
de regeering getroffen maatregelen. (Citaten
uit deze rede kan men, evenals kde critie
uit deze rede kan men, evenals de critiek
leerde ons in dit ~eval het meest.
Zoo interrumpeerden eenige leden van
het huis de „mogelijkheid om tot een
schikking te komen alvorens de sancties
zouden toegepast worden" als een „ver
zwakte houding van de Engelsche regee
ring
Verder dat Hoare's woorden: „Het verschil
tusschen de toepassing .an oeconomische en
militaire sancties is dat tusschen een boycot
en een oorlog" den indruk maakten, alsof de
spreker een slag om zijn arm hield en vooral'
wilde vermijden, dat le opt \bare meening in
Italië weer tegen Engeland gekant zou raken.
Bovendien stelde Sir Herbert, leider
van de oppositie, de vraag, wat de regee
ring dacht te doen, als de sancties eens
niet de gewenschte uitwerking zouden
hebben.
Hem werd deze vraag den eersten dag
niet meer beantwoord, zoodat we het in dit
overzicht niet meer kunnen verwerken, maar
we zijn ten zeerste oenieuwd, hoe dit ant
woord zal luiden!
Aan één en ander ziet men echter duidelijk,
hoe men zich vooral in Engeland bezig houdt
met het geschil en tal van interessante uit
spraken zijn tijdens den duur dezer laatste
zitting voor de verkiezingen nog te wachten.
EGYPTISCHE KATOEN VOOR ITALIË.
Naar Reuter uit Alexandrië meldt, zullen
er deze week lO.OOObalen katoen verscheept
worden naar Italië, dat tracht zooveel moge
lijk katoen te krijgen, voordat een mogelijk
embargo zal worden ingevoerd. De betalingen
geschieden volgens de ervaring van de laatste
dagen in contant geld en alle exporteurs ver
schepen naar Italië alles, wat zij maar in
voorraad hebben.
Dinsdag, de eerste dag van de driedaagsehe
zitting, waarmede dit parlement zijn werk
zaamheden zal eindigen, was weer een der
groote dagen voor het Lagerhuis, omdat be
kend was, dat Sir Samuel Hoare het debat
zou openen over het Abessijnsche conflict,
waarvoor deze drie dagen zijn gereserveerd.
Spr. zeide o.m.: Vele van onze vrienden in
het buitenland miskennen de beteekenis van
den Volkenbond. Voor ons is en blijft hrj de
brug, die Engeland met de overige Europee-
sche landen verbindt.
Het is gemakkelijk op den bond te schelden
en zelfs zijn afbraak te voorspellen, maar
niets is onbillijker. Ook spr. heeft geen mira
kelen van den Volkenbond verwacht, maar
thans bewijst hij toch zijn vitaliteit.
In het begin dezer eeuw luidde de leuze:
wereldmacht of vernietiging; thans luidt de
leuze: wereldvrede of vernietiging en het is
het behoud van dien wereldvrede, die de ge-
heele Engelsche politiek beheerscht en er zijn
stempel op drukt.
Niet uit zelfzuchtige oogmerken echter, en
ook niet om de z.g. leiding te Genève te ne-
men. Spr. zou wenschen, dat de laatste be
raadslagingen aldaar in het openbaar hadden
kunnen plaats hebben, dan zou de wereld
zien, dat niet Engeland alleen voorstellen had
gehad. Wel wilde spr. toegeven, dat een be
slissing te Genève zonder Engeland niet geno
men had kunen worden.
Spr. geloofde, dat de thans afgekondigde
oeconomische sancties doeltreffend gemaakt
konden worden en met dat woord doeltreffend
(effectieve) bedoelde hij, dat ze niet zouden
leiden tot oorlog, maar den intusschen uitge
broken oorlog zouden bekorten. Over mili
taire sancties was te Genève niet eer gespro
ken, want voor de gemeenschappelijke actie
waren geen militaire sancties noodig en het
moest boven alles blijken, dat wat Genève
decreteerde, de wensch van alle trouwe aan
hangers van den Volkenbond was om ge
meenschappelijk te handelen.
Er is geen dispuut of twist tusschen Italië
en Engeland, maar slechts tusschen Italië en
den Volkenbond. Zij, die geregeld over een
Britsch-Italiaansch geschil spreken, moeten
bedenken, dat dit niet bestaat en het voort
durend spreken erover dus gevaarlijk en uit
dagend is.
Spr. besloot met de woorden: „Er is nog
tijd om te ademen. Italië is nog lid van den
Volkenbond en is nog een oude vriend en
bondgenoot van Engeland. Laten wij onze po
gingen dus niet opgeven om ook te elfder ure
nog een uitweg uit dit conflict te helpen
vinden.
Het debat.
Over de buitenlandsche politiek zeide Attlee
dat de zaak waar het om ging was de hand
having van de macht der wet en het gegeven
woord, tegenover de macht van het geweld en
de woordbreuk. Het standpunt der regeering
was thans het eenige juiste, maar het was te
laat wereldkundig geworden. Door haar wei
feling had zij Mussolini in het denkbeeld ge
sterkt, dat Engeland evenals bij 't Chineesch-
Japansche conflict wel even zou protestee
ren, maar tenslotte den overweldiger zijn gang
zou laten gaan en zich bij voldongen feiten
neerleggen.
Spr. was overtuigd, dat Mussolini niet
zoo ver zou zijn gegaan als hij van de
vastheid der Engelsche regeeringspolitiek
ook in het voorjaar reeds overtuigd ware
geweest.
Ook nopens de herbewapening van zoovele
landen in Europa kon de regeering niet aan
alle medeverantwoordelijkheid en medeschuld
ontkomen. Als Engeland te Genève de ontwa
peningsconferentie en haar eminenten leider
niet met woorden maar met krachtige daden
gesteund had, zou Europa thans ook niet op
nieuw op een gewapend kamp behoeven te
gelijken.
Sir Herbert Samuel noemde de verdediging
van de regeeringspolitiek door den minister
niet overtuigend.
Abessinië's rechten moesten ontzien en ge
respecteerd worden, maar spr. wilde niet ont
kennen, ,dat Italië, Duitsehland en Japan gel
dige grieven hadden omdat zg waren uitge
sloten van de oeconomische voordeelen, die
Engeland en Frankrijk door hun groote ko
loniale bezittingen wel bezaten..
Sir Herbert besloot met den wensch, dat de
Engelsche regeering zou trachten ook aan die
andere groote mogendheden de oeconomische
voordeelen en gelegenheden te verschaffen,
die zij' zelf evenmin zou willen missen.
Fransche autoriteiten in Syrië
verantwoordelijk.
In alle groote bladen vinden sedert Dinsdag
groote betoogingen plaats, waarin uiting
wordt gegeven aan de verontwaardiging over
de plannen tot het plegen van een aanslag op
Kemal Atakudk.
In verband met het feit, dat de aanslag op
Syrisch grondgebied is voorbereid, is men in
sommige kringen van meening, dat de Fran
sche autoriteiten in Syrië in zekeren zin de
indirecte verantwoordelijkheid dragen. In deze
kringen acht men het waarschijnlijk, dat de
Turksche regeering naar aanleiding hiervan
te Parijs zal protesteeren en de zaak ook te
Genève aanhangig zal maken.
De bladen schrijven, dat de organisaties der
Armeniërs en Koerden, die Turkije vijandig
gezind zijn, in Syrië niet slechts gastvrijheir,
maar ook steun vinden en zoo in staat gesteld
worden, den Turkschen staat in gevaar te
brengen.
DE NEWS CHRONICLE OVER DE
NEUTRALITEITS V OORSCHRIFTEN.
Sir Eric Drummond heeft de opdracht ge
kregen, aldus de News Chroniele, Mussolini
ervan op de hoogte e steken dat Engeland
en de Britsche koloniën, alsmede de Engelsch-
Egyptische Soedan de neutialiteitsvoorschrif-
ten, neergelegd in de conventie van Den Haag
van 1907 zul'en toepassen. Men is van oordeel,
dat de Egyptische regeering dezelfde beslis
sing zal nemen.
Volgens de News Chromcle moet er- de
aandacht op worden gevestigd, dat deze
maatregel geen nieuwe sanctie is tegen
Italië, hoewel het anderen staten vrijstaat,
dezelfde beslissing te nemen.
Een neutrale staat mag, om zijn verplich
tingen na te komen, er van afzien de strijd
kracht van een oorlogvoerenden staat te
doen toenemen. Door de .oepassing van dezen
maatregel zal Engeland niet alleen de kolen-
voorziening der Italiaansche schepen vermin
deren, maar tevens verhinderen, dat Italië in
groote hoeveelheden water voor zijn troepen
uit Aden betrekt.
Italië heeft verder pogingen gedaan om in
Suez petroleum te verkrijgen. Het ziet er
niet naar uit, dat dit nog zal lukken.
De berichten van de fronten waren Dinsdag
schaarsch. In het Zuiden gaan de Italianen
voort met de pas veroverde stellingen en meer
in het bijzonder met Dagherie te versterken.
De val van Scillave wrrdt te Addis Abeba
niet meer ontkend, wel zegt men daar, in
tegenstelling met de Italiaansche berichten,
dat de Italianen geen krijgsgevangenen heb
ben kunnen maken, aangezien de plaats niet
door Abessijnsche troepen was bezet. Men
verklaart te Addis Abeba verder, dat de
Abessijnsche legerleiding in het dal van de
wedi Sjebeli, door welk dal de Italiaansche
opmarsch naar Harrar zou geschieden 200
duizend man heeft geconcentreerd.
Aan het Noordelijk front hebben de Itali
anen de luchtaanvallen op Abessijnsche troe
pen voortgezet, doch slachtoffers schijnen
hier niet gevallen te zijn.
Er zijn reeds verschillende troepenafdee-
lingen in Dessié aangekomen, terwijl de kei
zerlijke garde op weg naar die stad, goede
vorderingen schijnt te maken. Men verwacht,
in verband met den geweldigen afstand, die
er nog tusschen het Noordelijk front en Des
sié is, dat de Abessijnsche tegenstand bij een
hervating van den aanval in Tigré, gering
zal zijn.
De wapenzendingen naar Addis Abeba ne
men nog steeds in aantal toe, maar men ver
wacht niet, dat hiervan een spoedig profijt
voor de Abessijnsche troepen te verwachten
is.
De negus heeft Addis Abeba nog niet ver
laten.
Volgens de Romeinsche bladen hadden de
operaties aan het Zuidelijk front nabij de
Wedi Sjebeli een tweeledig resultaat: ten le
hebben de Italianen thans de beschikking
over uitstekende bases, en ten tweede kunnen
zij thans den aanval dien de Abessiniërs,
ernstig voornemens waren te doen, breken.
Twee Abessijnsche gevangenen zijn giste
ren standrechterlijk gefusileerd, daar in hun
bezit voorwerpen werden gevonden, die den
Italiaanschen luitenant Mogantinl toebehoord
hebben, die als een der eersten bij de ge
vechten om Adoea is gevallen.
Naar Stefani uit Asmara meldt, hebben de
Italianen op het front in de streek van de
Sjebeli ware mensehelijke forten gevonden,
bestaande uit drie of vier Abessiniërs, die met
ketenen aan elkaar waren geklonken. Dit stel
sel zou door de bevelvoerders worden toege
past om het overioopen te voorkomen en
krachtige vuureenheden te krijgen.
22)
„Frank!" gilde ze bijna; ze schoof haar
stoel terug en de handen op de tafel steunend
en met haar gezicht vlak bg hem, haar oogen
fonkelend van verwachting riep ze smeekend:
„Vertel me Frank, komt Wim terug? Leeft
hg?"
Haar zenuwen waren tot het uiterste ge
spannen en haar brandende, blik strak op hem
gericht wachtte ze op antwoord.
Hij knikte bevestigend.
Toen viel ze neer in haar stoel en met de
handen haar gelaat bedekkend, schokte haar
lichaam van het heftige snikken, terwijl tra
nen tusschen haar vingers doordruppelden.
Doch ze was niet in staat om iets naar
binnen te werken, maar ze vroeg aan Frank:
„Hoe komen jullie aan dat bericht?"
Dat zal ik vertellen, zoo gauw als je een
kopje thee uitdrinkt," zei haar zwager die
het telegram uit zijn zak haalde.
Toen zij haar kopje neerzette, reikte hij
haar het papier over. „Zoowat een uur gele
den ontvangen," zei hij.
Zij las het bericht hardop als wilde ze door
haar eigen stem de verzekering hooren dat
het er werkelijk stond.
Beste vrienden. Ik hen gered. Octopus
gezonken bg Vriendschapseil. Ben half jaar
op bewoond eil. geweest. Kon niet eerder be
richt zenden. Voorzichtig aan Jo zeggen,
s.v.p. Ben nu te Auckland. Schrgf naar Soe-
rabaia. Brief volgt spoeaig. Hartelijke groe
ten van Wim Woud.
„Nu wat zeg je ervan?" informeerde haar
zwager.
,,'t Is heerlijk! Wonderlijk! Zalig!" riep ze
uit, terwijl ze zoo wild opsprong, dat haar
stoel omviel. Maar ze stoorde er zich niet aan
Ze pakte Frank om zijn hals en gaf hem een
zoen dat het klapte, uitroepend „Je bent een
schat!'
En naar haar zuster loopend gaf ze die ook
een goede beurt: „En jij bent ook een schat,
zus; er jullie ook kinderen," en zij kuste de
beide meisjes hartelijk.
Toen pakte ze de kleine Bob uit zijn stoel
en zijn gezichtje tegen het hare drukkend,
danste ze met hem door de kamer. „En jij
ben. een kleine schat Bobbie; jullie zijn alle
maal echte schatten!"
Eindelijk viel ze bijna ademloos op een stoel
neer. Het telegram nogeens doorlezend zag
ze staan: „Schrijf naar Soerabaia."
Haastig sprong ze weerop.
„Ik moet nu naar huis menschen, dan kan
ik het moeder vertellen en ik ga dadelijk schrij
ven naar Soerabaia. Vanavond komen wij bij
jullie Kerstfeest vieren hoor. Ik weet niet of
vader ook komt. Misschien gaat nij naar den
Haag, naar Helena. Zorg maar dat de Kerst
boom mooi versierd is. En Greet, laten we er
een feestje van mak«.n. Haal maar wat je
noodig hebt; ik zal dc rekening wel betalen
hoor.
Nu menschen, ik 0a weg, daag!" en weg
holde ze, de deur uit.
Lachend stak ze haar hand op toen Frank
haar nog nariep: „Een vroolijk Kerstfeest!"
Toen Jo dien avond veer bij Frank terug
kwam was ze alleen door haar moeder ver
gezeld.
De heer Vonk was gewend om de Kerst
dagen bij zjjn dochter in Den Haag door te
brengen.
Jo was er blij om, want nu zouden ze ze
ker een heel gezellig avondje hebben.
De Kinderen liepen om het hardst naar de
deur toen ze hoorden dat Opoe en tante Jo
er waren.
De kerstboom was mooi versierd en de ge
schenken die er onder lagen of aanhingen
trokken in hooge mate de aandacht der klei
nen.
Onder het avondeten vroeg Frank aan Jo:
„Weet je wat ik vanmorgen gedaan heb?"
„Neen Frank, vertel het me eens."
„Ik heb toen je weg was de directeur van
de krant, dat is aen goede kennis van me,
opgebeld en hem gezegd dat ik een zeer be
langrijk nieuwtje voor hem had.
Ik vertelde hem van het telegram en gaf
hem meteen maar toestemming om het te
publiceeren. Dat vind je toch wel goed hoop
ik?"
Jo knikte lachend.
„Daarop zeide hjj mij zeer dankbaar te zijn
en hij zou meteen het departement van ma
rine opbellen om nadere inlichtingen te vra
gen. Dat heeft hij gedaan en vanmiddag toen
ik er langs kwam hing bg het bureau een
bekendmaking aangeplakt. Een massa men
schen stonden er voor. Ik heb het voor je op
geschreven. Luister maar.
Vanmorgen ontving de heer F.B een
telegram van zijn vriend W.W bootsman op
de „Octopus" die, zooals men weet, eenige
maanden geleden op onverklaarbare wijze
verdween. De bootsman seinae dat de „Octo
pus is verongelukt in de buurt van de Vriend
schapseil. en dat hij niet eerder bericht had
kunnen zenden, omdat hij een half jaar op een
bewoond eiland Is geweest, dat echter nog geen
middelen tot communicatie met de bewoonde
wereld had. Het telegram was afkomstig uit
Auckland op Nieuw-Zeeland.
Wij hebben ons dadelijk gewend tot het de-
uartement van marine te Den Haag om ver
dere inlichtingen
Men meldt ons uit den Haag.
De commandant der marine te Soerabaia
ontving gisteren een telegram van bootsman
Woud uit Auckland.
De bootsman meldde dat de „Octopus" ge
zonken is in de buurt van de Vriendschapseil.
en dat hij met nog één man door middel van
een dragervest uit de boot is ontsnapt.
Er heeft een ontploffing plaats gehad na
dat de boot, die op dat moment ondergedoken
was, op een onbekend rif was geloopen.
De bootsman heeft nadat hij de boot ver
laten had op verschillende plaatsen van het
dek geklopt, maar kreeg geen antwoord, zoo
dat aangenomen wordt dat de overige equi
page al dadelijk bij de ontploffing of door
gasverstikking om het leven is gekomen. De
boot zit op z3 neter diepte.
De bootsman heeft de joi losgemaakt van
het dek en enkele blikken met levensmidde
len weten op te halen. Vijf dagen hebben ze
over den oceaan gezworven. Om beurten roei
den ze, tot zij eindelijk op den mor
gen van een zesden oag land n zicht kregen.
Het bleek een ran de Vriendschapseil. ie
zijn. Daar hebten de tv geredden 1 dien
tgd doorgebracht. z,rj zijn vriendelijk opgeno
men door de Maori's, de bewoners van het
eiland, en door een zekeren Aiting, een En-
gelschman, die gezaghebb» a,. het eiland
18.
De bootsman Is met een sonoener die het
eiland aandeed, naar Auckland gegaan en 's
nu op weg naar Java.
De andere geredde is op het eiland achter
gebleven en schijnt daar getrouwd te zijn met
een dochter van den gezaghebber.
Zoodra de commandant der marine het te
legram ontving heeft hij dit doorgeseind aan
den minister van marine.
Eerstgenoemde autoriteit staat in draad-
looze verbinding met het schip waarmede
bootsman Woud op weg naar Java is. Heden
avond volgen waarschijnlijk nadere berich
ten
„Wat zeg je ervan, Jo?" vroeg Frank.
„Wel, dat ik straks nog even naar het bu
reau van de krant ga om te kijken of er nog
meer nieuws is," antwoordde Jo.
„Het spreekt vanzelf dat ik dan met je
meega", zei haar zwager hartelijk.
„Maar Frank, hoe kan dat nu, dat er van
morgen ook al bericht was in Den Haag, van
uit Soerabaia. Wisten ze het daar dan zoo
vee! eerder?"
„Aha!" laente Frank plagend: „jij denkt
zeker dat hij jou niet in de eerste plaats be
richt zond! Wel dat zal ik je zeggen. Hg
heeft natuurlijk zoodra hij in Auckland kwam,
twee telegrammen verzonden, een aan jou en
een aan zijn chefs.
Mart Soeraoaia is veel cuchterbg dus had
den ze het daar zooveel eerder.
Zoodra de commandant het wist heeft hij
het doorgeseind naar Den Haag en intusschen
nog nadere gegevens verkregen van het schip
waar Wim op is. En je weet dat regeerings-
telegrammen altgd voorgaan, Jus is het vrg
eenvoudig nietwaar?
Ben je nu gerustgesteld
Kom dan, trek je mantel aan, dan gaan we
eerst kijken of er al nieuws is."
Diep in hun kragen gedoken stapten beiden
door de sneeuw naar het bureau, waar nog
steeds een massa volk bijeen was en inmiddels
nadere berichten waren binnengekomen.
Zg drongen naar voren en lazen:
Nader wordt gemeld uit den Haag.
De tweede geredde van de „Octopus" die
op het eiland is achtergebleven blijkt te zgn
Jan Roelofs.
Hg was kok aan boord van den onderzeeër.
De marinecommandant te Soerabaia heeft
maatregelen getroffen om de gezonken duik
boot op te sporen en zoo mogelgk te lichten.
Een torpedoboot jager wordt klaargemaakt,
die tevens een vliegtuig zal medenemen dat
goede diensten kan bewgzen bij het opzoeken
van het rif vanuit de lucht.
Het moederschip voor onderzeebooten dat
ook voor bergingswerk is ingericht zal, met
de noodige duikers aan boord, derwaarts ver
trekken.
Men wacht echter de komst van bootsman
Woud af om nadere gegevens te verkrijgen,
die wellicht van groot nut kunnen zijn, daar
deze precies weet hoe het wrak ligt en ook
ongeveer de plaats waar het drama zich heeft
afgespeeld zal kunnen opgeven.
„Kom Jo," zei Frank, toen ze het nieuws
gelezen hadden, ,we gaan vlug naar huis. We
weten nu hoe het er bij staat, dus verder
maar geduld oefenen, hoor zusje. Het zal nog
wel een half jaartje duren eer we Wim in ons
midden hebben."
„Dat begrijp ik, beste jongen. Maar dat
half jaar zal voor me omvliegen en dan, als
hij terugkomt, ga ik hem van de boot halen
en breng hem bg jullie. Daar kan hij dan
uitrusten van zgn vermoeienissen. En dan
kunnen we echt feestvieren."
„Ik zal me niet onbetuigd laten Jo, reken
op me."
(Wordt vervolgd.) j