Amsterdamsche Brieven. JOB NOOIT WELWILLENDHEID. Bereidwillige hulp is dubbele hulp. Hoe difcwjjls gebeurt het niet, dat wij tegenzin moeten overwinnen om iets voor een ander te doen. Wij hebben het b.v. wij-verlangen er naar, de een of andere aanlokkelijke afspraak na te ko men, ofwel wij hebben heel eenvoudig geen lust in de verlangde handreiking, maar staan er hu eenmaal pal bij, alléén kan de ander het niet, een derde, die zou kun nen helpen, is niet in de beurt,.dus vooruit dan maar. Waarschijnlijk belet onze beschaving ons. om iets te zeggen dat van onzen tegen zin blijk geeft; niettemin spreekt deze tegenzin uit óns géheele wezen, uit onze geërgerde of verveelde gelaatsuit drukking', uit de ofwel slappe en halfhar tige, of wrevelige en onwillige manier waarop Wij tenslotte „aanpakken", kortom uit alles. Hoe moeten degenen, die wjj helpen, zich dan welgevoelen tegenover onze, klaar blijkelijk: tegen heug en meug verstrekte hulp? Het is wezenlijk onlogisch, om daarvoor dankbaarheid te verwachten. Wanneer het er bij ons zóó dik opligt, dat wij alléén helpen Omdat wij het met goed fatsoen niet laten kunnen, dan moet de ander wel: „Vervelend dat ik gedwongen ben, een dergelijke geforceerde b'ffl'eidwilligheitd te aanvaarden. Kon ik het maar alléén. Onze houding is dus alvast niet doel treffend, oro..onze. populariteit te verhoo- gen. Daarenboven is er nog een ander be zwaar, van practischen aard, aan verbon den. Hetgeen men halfhartig en met tegen zin aanpakt, vergt véél meer tijd dan dat gene, waarop men even zijn' volle energie en zijn ware bereidwilligheid concentreert. De Franschen hebben een aardige uitdruk king: „de bonne grace". "Letterlijk vertaald wil dit zeggen: „met gratie", maar de be doeling is:_,,van ganscher harte". Wanneer gij helpt, doet ciit dan „de bonne grace", van ganscher 'harte. De verwantschap met de letterlijke vertaling 'ligt dichter bij dan ge denkt. Want "heeft u er wel eens-op-gelet, hoe slungelig en hoogst ongracieus de bewegingen meestal zijn van iemand, die iets tegen zijn zin doet Wannéér er op een ongelegen oogenblik een beroep óp Uw-hulpvaardigheid gedaan wordt; tracht dan eens u op het standpunt, of liever: in de plaats van den ander te stellen. Hoe zoudt u het vinden, wan neer u op een oogenblik genoodzaakt was iemands hulp in te roepen, en u had het gevoel dat de ander u daarom naar de Mo kerhei verwenschte? Niet prettig, niet waar? Welnu, bespaart dan anderen deze onaangename gewaarwording. Wacht zelfs liever niet totdat om Uw hulp gevraagd wordt, maar helpt uit uzelf wanneer u ziet dat dit noodig is. Wie zich plaatst .pp het standpunt,alles - wet alleen!' tè 'kunnen en niemand nóodig te hebben, die-zal heel spoedig zeer een zaam zijn. Wij menschep hebben elkaar allemaal npodig. Daarin steekt niets vernederends. Het is een van -de groote sociale wetten, die da mensch behoeden voor eenzelvig- heid en vereenzaming. Ook een millionair heeft een dokter noodig als hij- ziek wordt, geniale ontdekkers zouden weinig kun nen beginhen zónder instrumentmakers. Bakkers, melkboeren en groentenhandela- Iaars zijn onmisbaar in een beschaafde samenleving. In anderen :zin hebben wij elk op onze beurt behoefte aan menschen als mensch, afgezien van hun functie. Bewust den ken wp misschien de meeste behoefte te hebben aan menschen, die iets voor ons n. <loen' maar onderbewust leeft voor vu enser de behoefte aan menschen, daardoor w kÜTmcn d°™ en die ons SX J, gevoel geven nuttig en noo- d>g te zijn. Gevoel van saamhoorigheid doet de levensvlam, helderder branden en bereidwilligheid is een van de voornaam ste uitingen van dit gevoel van saam hoorigheid. Wacht niet op een beroep op uw hulp vaardigheid, zoekt zelf naar gelegenheid om te helpen, helpt van ganscher harte zonder de gedachte: „Wat krijg ik er voor terug", maar louter en alleen omdat onbaatzuchtig helpen behoort bij de veel zijdige en alles omvattende liefde, die ge- !,llï verspreidt en dubbel geluk weerom Seeft, onverschillig of men jong of ^ud, aanzienlijk of gering, rijk of arm is. oor wie het leven werkelijk verstaan, is -ej£>en geen_gjmat. maar een behoefte. DR. JOS. DE COCK. „Houden wat je hebt"... We spreken hier nog altjjd bij voorko mende gelegenheden, als 't er om gaat een of ander plan te propageeren dat wat leven in de. brouwerij oed. elt te brengen, van onze stad als een stad die snel nadert tot de grootte, van een wereld-stad. Dr. de Hartogh en zijn Initiatief Comité Amster dam zoowel..als-,anderen gebruiken dit wereld-stad-argument gaarne als zfj po gingen in het werk stellen de huns inziens al te kleinsteeosche dommel te breken, waarin men aan Amstel en IJ nogal eens verkeert. Zij trachten dan door dat wereld stad-idee op den voorgrond te stellen de goegemeente, via een zekere speculatie op haar ijdelheid, een extra dosis zelfver trouwen en energie in te gieten, die tot meerdere, vooral „publiekelijke", aan den weg Emmerende activiteit kan prikke len. Dat heeft ongetwijfeld zijn goede zijde. De Amsterdammer heeft, evenals de Nederlander in 't algemeen, zoo nu en dan wel eens benoefte aan een extra injec- jectie om hem uit een iet of wat huis bakken sleur te halen, die hem met zijn traditioneele neiging tot een soort gemak zuchtige gemoedelijkheid, zeer goed „ligt"... Dergelijke goedmeenende initia tiefnemers en „brighter Amsterdam"- propagandisten zullen echter in den ver volge zoo-'eel gelijk moeten trachten de... cijfers der statistiek voor de oogen van het publiek verborgen te houden. Die cijfers toch wijzen den laatsten tijd, anders dan tot voor kort het geval was, geenszins in de richting van een verderen groei naar... wereld-stad-omvang; zij doen, integendeel,een langzaam terugloopen van ons inwoners-aantal zien et wijzen zoo doende in omgekeerde' richting, in de richting van het... visschersdorpje, waar larig geleden de Heer van Amstel zijn kasteel bouwde!... We willen, met dit al, en om kort te gaan alleen maar zeggen, dat het op 't oogenblik voor de hoofdstad eerder nog zaak is, zooveel mogelijk te houden wat zij heeft, dan te gaan peinzen over mid- •delen, die zoüdéft kunnen leiden tot het aanwennen van wereld-stad-gewoonten. En zoo heeft men dan eerder te juichen over eén feit als dat!., een lichaam als de Rijksverzekeringsbank, met zijn zeer tal rijk personeel nu wel voorgoed voor de hoofdstad behouden kan heeten, dan over een nog zoo goed bedoeld initiatief als dat van depleizier-berg" bij het Kalfje waar genoemde dr. de Hartogh en de illustrator-mede-initiatief-nemer Bernard van Vlijmen, zich nog niet lang geleden zoo druk over hebben gemaakt! Verleden jaar nog hebben we, door toedoen van een mare, dat de Rijksverzekeringsbank naar Den Haag verplaatst zou worden, in angst en vreeze verkeerd, dat we de uit gebreide ambtenaars-familie van Rijksver zekeraars zouden kwijt raken. We zijn toen tenslotte min of meer gerust gesteld, toen bekend- werd, dat deze verplaatsing althans voorlobpig van de baan was. Min of meer... Nu echter zijn we er zeker van geworden, dat we ten dezen zullen houden wat we hebben: het oude plan van het bouwen van een nieuw gebouw voor de R.-V.-B. in Zuid zal definitief voortgang hebben. Een terrein bij de Euterpestraat is reeds aangekocht en de architect, die dit nieuwe groote administratie-gebouw, dat in de plaats komt voor de houten hulp gebouwen in de binnenstad, waarmede men Zich tot nu toe steeds tevreden moest stel len, is reeds aangewezen en het wachten is nog slechts op.de goedkeuring der bouw plannen door het gemeentebestuur, een goedkeuring, die zeker zal afkomen, ook al heeft de buurtvereeniging „Apollo- kwartier" tegen een en ander geadresseerd uit overdreven bezorgdheid voor de „stan ding" van de buurt... Eten bijkomend ver heugend feit mag worden genoemd, dat de aangewezen bouwmeester D. Roo senburg is, die, met zjjn belangrijk mo dern werk nog vrijwel niet in de hoofd stad vertegenwoordigd is, terwijl wjj er toch gaarne prat op.gaan, dat wij hier de moderne architectuur beter dan waar ook demonstreeren. Nieuwe feestzaal op Schiphol. We hebben dezer dagen reeds een voor proefje kunnen, aanschouwen van de bouw kunst des Heeren Roosenburg in den vorm van de nieuwe „feestzaal", die naast het bestaande K.L.M.-hote 1 op Séhiphol gebouwd werd en die onlangs met eenige plechtigheid in gebruik werd genomen. Door de toeneming van het bezoek aan onze luchthaven en vooral ook door toe doen van de snel toenemende gewoonte om op die luchthaven te „congresseeren", deed zich meer en meer de behoefte ge voelen aan een lokaliteit, waarin men groote gezelschappen behoorlijk kan ont vangen. Tot nu toe moesten, indien de congressen van eenigen omvang waren (men heeft er al eens een gehad van niet minder dan 250Ó personen!), steeds een gedeelte van een hangar voor de ontvangst worden ingericht. Thans is mep dan, ook wat congresseer-en-ontvangst-gelegènheid - betreft, op Schiphol modern en smaakvol geoutileerd; de nieuwe- feestzaal, die,, ge houden is in 'de K.L.M.-kleunen én eén groot terrasbalkon, met fraai uitzicht over hét vliegveld bezit, zal, op dagen dat er geen bijeenkomsten z?n, ook benut kunnen wordenvoor de gewone bezoekers, wier aantal nog steeds snel stijgt: in 1933 had men er een-goed 15Ö.000; in '34: 247.048, terwijl men dit jaar zeker de 300.000 zal halen... „We bonwen nog..." We kunnen het bouw-onderwerp, on der het motto: ,we bouwen nog!",nog even vervolgen met te wijzen op het ge reed komen van het nieuwe groote „City"- bioscoop-theater aan het Kleine Gartman- plantsoen, dat Dinsdag aanstaande feeste lijk zal worden ingewijd en dat een schep ping is van architect Jan Wils, die inder tijd ook het stadion bouwde.-Deze nieuwe film-tempel, die een 1830-tal zitplaatsen bevat mag een aanwinst heeten voor het Leidsche plein als uitgaans-centrum, een aanwinsc, die het wel behoeft, gezien het feit dat het als zoodanig de laatste jaren min of meer in de verdrukking is gekomen en door andere centra over schaduwd, in dit geval beter gezegd: over-licht, dreigde te worden... Zotte toestand. Nog laten wij het .bouwen" niet schie ten en zullen wij het hebben overhetgeen al gebouwd is. V» le huiseigenaren staren met leede oogen naar hun leegstaande woningen. Onderhoudskosten zijn hoog, de hypotheekrenten moeten betaald worden, vele andere lasten rusten op hun schou ders, maar daartegenover de wekelijksche huur ophalen gaat niet, om de doodeen voudige reden, dai e. geen huurders zijn die de huur betalen. De woningen staan leeg! Huiseigenaren zijn vereenigd in de Vereeniging van I uis- en Grondeigenaren „Het Eigendomsrecht'! en deze vereeni- _ging is natuurkjk-uiterst diligent-wat be treft het zoeken naar huurders -;die tte verhuurders de Kuurpjnniugen.. zouden "kunnen.,.betalen, die zij zoo graag zouden willen heben. En het is deze vereeniging geweest, die de vinger heeft gelegd op een uiterst zot verschijnsel in deze toch al zoo zotte maatschappij. Reeds lang had zij een vinger uitgestoken, twee zelfs! hten wijzende naar bovenvermelde, nog niet nader doch hieronder nader te omschrij ven zotten toestand en de andere vjmger waarschuwend gericht naar Den Haag, naar de Regeering. Daar de Regeering echter niet graag over het \js van een nacht gaat, heeft de Vereeniging' van H. en G. eigenaren een enquête gehouden, die aan het -Wijzen van den vinger- den noodigen steun moet verleenen. Wat is na melijk het geval? Gèmeenfewóningen en woningen gesticht door woningbouwver- eénigingen leveren, volgens de statistiek van 1933, een tekort op van 13 millioen gulden, dat door het Rijk wordt bijgepast. Deze woningen worden verhuurd tegen 4.S 4.50 per week, terwjjl het Rijk de rest, zijnde ongeveer 4.per week en per woning bjjpast. En nu. blijkt uit deze enquête, en dat is dan het zotte ver schijnsel, in deze zotte maatschappij, waar over hierboven sprake was, dat het mee- rendeel van deze woningen wordt bewoond door gezinnen, met een totaal inkomen van 70 gulden, 50 gulden en 40 gulden per week! Werkloozen zijn geawongen op de vrije woningmarkt een woning te zoeken tegen 7.a 8.per week en ontvan-' gen dan van Maatschap -lijk Steun daar voor een toeslag, terwijl gezinnen met in komens per week van 50 gulden en meer in woningen zitten waarop het Rijk nog eens 4 gulden bijpast. En de woningen van de leden van de vereeniging staan leeg en de leden halen geen huurpennin gen op. Het Bestuur van de vereeniging zegt nu: „Als wij vasthouden aan de norm, die ook vóór den oorlog gold, dat een vijfde van het gemiddelde gezinsinkomen aan huur mag worden besteed, dan meenen wij te mogen concludeeren, dat onze enquête dui delijk heeft-aangetoond, dat wij tot een betere en billijker verdéeling van gemeen te- en vereenigingswoningen moeten ko men. Deze gemeente- en vereenigingswo- ningen moeten bewoond worden door de- geen voor wie zjj bestemd waren. Er is weer een roep om goedkoope woningen, maar deze goedkoope wonihgen zijn voor handen, mits zij maar bewoond worden door hen die er recht op hébben en dat zijn in de eerste plaats de steuntrekkers! Dan komen de huidige bewoners daar zij toch wel niet op straat zullen willen bivakkeeren, hetgeen overigens per poli tieverordening verboden is wel bij ons aankloppen om onze leegstaande wonin gen en wij kunnen 's Maandags om de huur komen bellen." Hetgeen aardig gerede neerd en goed gezien'is. Het is toch een sociale misstand huurtoeslag te gaan ver leenen op woningen, bewoond door gezin nen mét behoorlijke inkomens en deze dus in het genot stellen van een zeer goedkoope woning! Het gaat ljj ken op parasiteeren óp de gemeenschap, wamt die verleende steun komt ten slotte uit de beurs van de f belastingbetalers, dus de gemeenschap. En dan is ér nog een belangrijk punt in deze kwestie en wel:, het geneesmiddel is ge makkelijk toe te passen' en eenvoudig. Geen ingewikkelde procedures of moeilijk Uit te leggen en voor meerdere verklarin gen vatbare wetsartikelen. Eenvoudig een verordening dat huurders van woningen, 'waarvan het exploitatietekort wordt aan gevuld door het Rijk en die een gezins inkomen genieten, dat een zeker bedrag uitgaat boven het vijfvoudige van de huur- som, de huur moet worden opgezegd. Ook is er nog een andere zijde aan dit vraag stuk en wel de hygiënische. Vele gezinnen wonen thans noodgedwongen bjj elkaar in, daar een woning voor ieder gezin apart te duur is. Komen nu de goedkoope woningen vrij, dan kunnen deze gezinnen weer apart gaan wonen en het door het Rijk be taalde explotatietekort is goed besteed! Eten persafdeettng. De meer officieele, gemeentelijke-oftewel Pirnsenhof-lijke zaken bleven ditmaal achterwege. Eén nieuw feit op dit gebied moet hier echter toch' nog even worden aangestipt, al was 't alleen maar omdat het hier de verhouding Prinsenhof-Pers betreft. Die verhouding was er tot nu toe een die men een... vrij huwelijk, of ook een „ongeregelde verhouding" zou kunnen noemen. Diverse „stadhuis-berichten" pleegden de pers op allerlei officieuse, om niet te zeggen iet of wat slinksche, achter-deurlijke wijze, via, in 't geheim, met de pers gelieerde ambtenaren te be reiken. Dat leidde wel eens, om er verder maar niet teveel van te zeggen, tot „ongewenschte toestanden", terwijl het publiek daarenboven meestal nóg niet al te best en al te „zuiver" op de hoogte werd gebracht van hetgeen men ten stadhulze ten behoeve van datzelfde publiek aan het bekokstoven, vvas... Mede om aan..den be staande „smokkël-handet" in stadhuis-be richtjes een "einde té maken heeft "nu ons Gemeentebestuur, op voo'rbéeld van de Re geering, een officieele „pers-afdeeling" m het leven geroepen, die onder leiding staat van Mevrouw mr. van Dam van Isse.t, re- fendaris van de afdeeling Kunstzaken, die in laatstgenoemde functie reeds getoond heeft de... kunst van het „omgaan met de pers" zeer goed te verstaan. Deze nieuwe instelling, die zeker in een gevoelde behoefte voorziet, zal ongetwij feld, wereldstad of geen wereldstad hoofdstedelijk publiek zoowel als hoofd stedelijk bestuur ten goede komen! Kort" voor zijn dood leed Richelieu aan een ziekte, waaruit hjj een gevoel van zwakheid in de knieën overhield. Op een dag ontving hij bezoek van een dame uit de hooge kringen, die zeer scheel keek. De staatsman, die het zeer druk had, nam niet veel notitie van haar. De bezoekster scheen evenwel niet te bemerken, dat zij stoorde; om hem wat milder te stemmen door een bewijs van haar sympathie, in formeerde zij naar zijn welzijn met de woorden: „En hoe gaat het met.uw zeere knie?" -Richelieu greep de gelegenheid, die hem geboden werd, met beide handen aan en a-twoordde met nadruk halfluid: „Zooais U ziet!" Toen hij opkeek, was de dame verdwe nen....- ..Hoe wilt u uw ei hebben, mp'nheer?" ..Maakt het nog verschil-in prijs?"' „Niet in 't minst, mijnheer!" „Dan maar met een dik sneed je ham!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 21