PAG. 6
T JUTTERT.re
Beste jongens en meisjes.
Kindervriend.
Je zal het bijna niet geloven maar toch
is het waar, m'n drietal heeft Woensdag
avond voor de kachel z'n schoentjes neer-
geplant en de volgende morgen konden ze
het in bed niet uithouden en holden naar
beneden om te zien of de Sint, aan wie
ze al een briel geschreven hadden, al
iets in hun laarsjes had gedaan. Ze keken
erg teleurgesteld toen ei nie s anders dan
lucht in zat. Ik b verteld iat de Sint
nog niet in het land was en ze dus maar
goed in de krant moesten zien ot zij zijn
portret zagen, want als dat zo was," dan
zou er wel gauw wat door de schoorsteen
vallen. Ja, toch Schiet r.et al weer op, de
tijd voor Sinterklaas en van de week met
de winkelweek, .<ac.it je inderdaad dat de
goeie Sint a' weer net z'n schimmel over
de daken reed, zo gezellig druk was het in
de stad en zo .-olijk 'agen <e jongens
en meisjes eruit, die met potlood en
schrift langs de winkels renden. Nog een
paar weken, dan tten we weei volop in
de feestelijke stemming vai Sinterklaas.
Wat krijgen juaie? De koek of de gard?
Deze week is het boek gewonnen door:
STIENTJE BEEKMA,
Havikstraat 13.
Truusje Bakker. I t zusje van jou
was nog vroeger dan mijn drietal, Truusje,
lees ik in je briefje, want die zette haar
schoentje al een week eerder, met hetzelf
de bedroefde resultaat als die drie van mij.
Marie Klik. Maak je niet bezorgd,
Marie, de hele Jutter vol schrijven aan jou
doe ik niet, hoor, je zou je zusjes eens
boos zien kijken als ik alleen maar een
grote brief aan jou tikte. Ik doe het met
mondjesmaat, dan krijgen jullie allemaal
wat.
A. Sinnige, Jullanadorp. Zijn jullie
niet wegewaaid daar op het land? Wat
heeft die storm gegierd, hé wat was hij
razend, gelukkig dat hg nu weer wegge
gaan is en dat we weer langs de dijk
kunnen fietsen, zonder in het prikkel
draad terecht te komen, of een plomper
op je hoofd te krijgen. Denk je voortaan
om je volle voornaam?
Anna, Agatha, Adriana Klik. Hé, hé,
is me dat even een voornaam, daar mag je
wel eens een keer extra voor ademhalen,
voordat je hem uitspreekt. Leuk dat je
plezier hebt in 't raadseloplossen, A. A. A.
Ik hoop jou ook nog eens met een boek
en blg'e ogen in de oningstraat te zien
stappen, hoor, want ik gun het jou net
zo graag als al die andere vriendjes en
vriendinnetjes.
Harmpje de Vries. Als we straks
feest in Casino hebben, Harmpje, en jij
komt ook, dan zal ik weer vooraan plaat
sen voor jullie reserveren en dan maken
we zo weer kennis met elkaar, net als
vorig jaar. Volgende week Woensdag be
gint de tournee door de kop van Noord-
Holland.
Stientje Beekma. Gelukkig Stientje,
vandaag krijg je een boek, dat je eerlijk
gewonnen hebt, en hier staat je verhaaltje,
dat je eerlijk gemaakt hebt. Tot Dinsdag
avond op de .generale repetitie".
VAN TWEE ONDEUGENDE JONGENS.
Jantje was inde tuin aan 't spelen, maar
opeens zag hg een diertje wippen, 't was
een kikkertje. Jantje liep het dier achter
na, hg wilde het beestje hebben. Steeds
liep Jantje het maar achterna, totdat het
dier verdwenen was. Jan wilde gaan hui
len. maai wat zag hg daar: 't tuinhekje
'stond open en dc jongen dacht: „Ik ga er
eens buiten Kg'ken en daar stapte hij,
hoor, als een echte baas. Daar zag hij een
hond, o het was Polly van zijn buurman.
Nu zag hij een poes en nadat hij het dier
eens geducht aan de staart had getrokken,
liep hg weer verder. Hè, daar zag hij
Pietje van boer Harmsen en vroeg het
kereltje mee te gran. Spoedig stapte het
tweetal erder. Ze liepen aldoor maar
verder, eindelijk kwamen ze bg een sloot.
Piet zei: „Jan, we gaan bootje varen" en
Jan knikte toestemmend. Nu eerst een
plankje zoeken, o daar hadden ze er al
een en nu maar aan 't varen hoor. Maar
daar dreef Jan's bootje zover dat hg het
niet meer pakken kon, nu wilde hij niet
meer varen en zei: „Kom Piet, we gaan
naar huis." Maar hoe moest hg naar huis?
Hg sloeg een weg in, maar ach, 't was
een verkeerde weg, die nog verder van
z'n huis leidde.
Ondertussen was zgn moe eens in de
tuin gaan 'kijken, maar ze vond geen Jan.
Zou hg de straat op wezen, want 't tuin
hek stond open, als hg nu maar niet on
der een auto is geraakt. Zo in gedachten
liep z'n moe de straat op al zoekend.
Daar kwam ze voorbg boer Harmsen, ze
vroeg of de boer Jantje niet had gezien.
De boer antwoordde: „Neen, maar Pietje
is ook weg. Dan zullen we samen zoeken
gaan, waar zouden die Kinderen toch we
zen. Ha, ha", zei boer Harmsen, „heel in
de verte zie ik twee dreumissen lopen, ik
hoop aat ze het •'gn." En eindeigk hoor,
daar kwamen Jan'r moeder en de boer bg'
de twe„ kleuters. Beiden huilden ze en
riepen maar: „We zijn verdwaald". Me
vrouw was eigenlgk een beetje boos, maar
was toch big dat ze haar kleuter terug
had. En Jan zei heel verontschuldigend:
„Maar ik wo-; een kikrertje pakken en
toen was 't weg, toen ben ik maar naar
buiten gegaan, maar ik zal 't nooit meer
doen."
Stientje Beekma.
Oud 12% jaar
Dieuwertje de Wit. Ik weet niet het
hoeveelste vriendinnetje jij oent, Dieuwer
tje, maar m'n hart is als een reiswagen,
plaats voor 66 personen (groot, hè) dus
je begrijpt dat jij er ook nog wel bij kan.
Fransje v. Engel. Wat scheelde het
vandaag weinig, Fransje, maar één num
mer, dan ha' je een boek gewonnen. Er
waren vanwege de winkelweek maar drie
goede oplossingen binnengekomen en daar-
bg was jg ook, dus je t igrijpt wat een
kans je maakte en toch ging het boek
nog juist aan je neus voorbij. Jrmmer, hè
Cornelis Vader. Toen i.-v je naam las,
Cornelis, moest ik denken aan de tijd
toen ik zowat zo groot was als jij, toen
reed er door onze straat een vrachtrijder
met dezeiidt naam als jg, misschien was
het je grootvader wel, en de grootste
vreugde voor me was in t e vacantie om
met hem de tocht aoor de stad mee te
mogen maken. Je begrgpt dat zijn naam
genoot hartelgk welkom is.
Nelie Out. Jij bent dus een splinter
nieuw abonnétje, Nelie, en een splinter
nieuw vriendinnetje. Ik heb je natuurlijk
niet te zeggen dat je eveneens welkom
bent, dat wis», je al bij voorbaat. We zul
len wellicht nog v-el met elkaar babbelen
deze wintermaanden.
Heide Kon'nginnetje. Stel je voor dat
ik een Koninginnetje z< weigeren. Dat
nooit, zei v. Speyck, we zgn allemaal zeer
vereerd door jou aansluiting bg onze
kring, Heide-koninginnetje.
Albertus Zuyderland. Wat een nieuwe
gezichten zgn er vandaag, Bertus, jg bent
er ook een van. Ik ben benieuwd hoeveel
maal ik je van de winter zie.
Boterbloempje. De tgd schiet op,
Boterbloempje, nog vier nachtjes slapen,
dan stappen we op de boot en varen naar
de overkant. Ja zal eens zien wat een
gezelige zaal er in Den Burg is en hoe
leuk het er zal zgn. Doe jullie maar alle
maal flink je best.
Lena v. Zandwijk. Ja, Den Helder is weer
zowat het laatst aan de beurt, Lena, voor
de Kindermiddag, 27 November. Dan heb
ben jullie allemaal de plankenkoorts over
wonnen. Trouwens daar zal jij wel geen
last meer van hebben, want daar ben je
vorig jaar wel overheen gekomen.
Bertha Hendrikse. Ik geloof dat alle
„Kindermiddag-vriendinnetjes" geigk hun
briefje op kantoor hebben gebracht,
Bertha, want jullie komen allemaal achter
elkaar. Is de jurk al klaar, die je straks
zal dragen. Wat zal dat een leuk gezicht
zgn hé. al die rose jurkjes en al die andere
leuke dingen, die ik hier maar niet ver
tellen zal.
Piert Hendriks©. Ja, Piet, we gaan de win
ter tegemoet, dat merk je aan alles, de
bomen in Den Helder hebben bgna geen
blaadjes meer en 's avonds wordt het al
vroeg bed tgd en jullie kat „knort" achter
de kachel, schrgf je.
Het is toch geen varken, die kat van
jullie, want die knorren, maar een poes
„spint".
Martha du Porto, de Waal (T.). Het
leek wel Sint Nicolaas, Martha, op die
verjaardag van jou. Wat heb je een massa
gehad, wat hebben ze je heerig'k verwend.
Maar dat mag ook wel, hè, één zó'n dag
in het jaar. Volgende week belooft het ook
gezellig te worden, hoor. En jüllie zijn met
je moeder present, hè? Nu, ik hoop er
natuurigk ook te zgn.
Harry du Porto, de Waal (T.). Fgn,
Harry, zo'n week vacantie, ik wilde dat ik
ook nog op school was, dan kwam ik mis
schien ook wel voerbieten rooien, bg Henk
z'n vader, want op het land, in de buiten
lucht daar is het gezond en wg happen
hier soms wel eens te weinig frisse lucht
Tot Woensdag, hopen we. Daaag.
Attie Sinnige, Jullanadorp. Hier, van
daag heb je twee briefjes, dat is voor ver
goeding van de vorige week, Attie, want
toen ben ik je vergeten en Jij was vergeten
je naam te schrijven, die ik nu weer weet
Ik kan niet meer nazien hoe het komt dat
jullie niet bg de goede oplossers stonden.
Nog een paar briefjes zijn bUjven liggen,
Jongens en meisjes, die komen volgende
week het eerst in 't Kinderhoekje te staan,
hoor, maar Jullie mogen volgende week
allemaal weer schiijven.
VOOR KNUTSELAARS.
Hoe maken we onze boeken stevig?
Een aardige boeken standaard.
door F. S.
Wie van boeken houdt en veel leest zal
tot zijn spijt merken, dat papier en karton
vrg gauw kapot gaan de boeken be
ginnen er dan erg leUjk uit te zien.
En wanneer de omslag los gaat zitten,
dan vallen de bladzijden er Uit, en het boek
heeft tenslotte helemaal geen waarde
meer.
Wanneer je boeken ingenaaid gekocht
hebt, omdat dat zoveel „oedicoper is, dan
kun Je zelf een steviger omslag maken.
Als kleefstof gebruiken we dan aardap-
pelmeelstijfsel, want die maakt geen vlek
ken, houdt goed en... is goedkoop!
Om de omslag van je boek nu stevig te
maken, neem je het harde kaft van een
oud schrift, of een stuk stevig karton.
Die moet je nu in de vorm van je boek
snijden, maar zó, dat het wel een paar
millimeter groter is dan dit laatste.
En dan gaan we plakken.
Wanneer je de omslag van je boek met
aardappelmeellijm ingesmeerd hebt, druk
ken we hem flink om het boek, vegen het
naar buiten komende vocht weg en leggen
he-. boek dan in deze toestand 24 uur on
der (zware) boeken, <n schoon wit papier
gewikkeld, ter ruste.
De volgende dag knip je een stuk stof
een of andere rest zg, linnen, fluweel,
dat Je van moeder krggt zó, dat het
aan alle kanten een paar centimeter gro
ter dan het boek is.
Je ziet op de tekening vóóraan het voor
beeld. De hoeken knip je in een gebogen
ign weg. Ook moet je bg de rug niets la
ten uitsteken.
De kanten, waar de stof wèl uitsteekt,
sla Je pas dan naar binnen om, wanneer
je met de ïgm gewerkt hebt.
Om nu te maken dat Je, waneer je het
boek openslaat., aan de binnenkant van de
omslag geen rand stof aan de kanten z:et,
plak je een stuk schoon wit papier, da!
niet groter mag zgn dan de bladzijde:
eroverheen.
Nu moet het boek weer een dagje ru-='.
nemen. Als je zo'n oud' pers thu.shebt,
ku. je het aédrin leggen, anders maak je
maar weer gebruik van cie zware boeken.
Wanneer er weer een dag verstreken is. i
dan open je het boek voorzichtig, en je
zult zien, wat stevig het nu ln eikaar zi~
Aardige tekeningen en versieringen kun
nen een eenvoudige omslag een reuze leuk
uiterlijk geven.
Wanneer je geen stevige boekenplank
hebt. dan maak je zélf een boekenstan-
daard, die je met igm en spgkers in e;kaar
zet. Wanneet je het bovendien nog w®"
lg'k verft, zul je eens zien, hoe aardig
is! Het maakt, dat je kamer er nog 'eu j
ker uitziet.
ZOUT.
Hoe wordt het gewonnen?
De zoutmgnen bg Rerchtesgaden,
door Elsa v. d. Echt.
Zout! Iets, dat je elke dag eet!!
Maar weet je hoe het gewonnen wordt?
Niet? Ik zal het jc vertellen.
Het grootste deel van zout wordt eigen
lgk langs een omweg gewonnen. Want eerst
maakt men een tussenproduct, namelgk pe
kel. Daar heb je wel eens van gehoord hè?
Het zout wordt van zgn omgeving, die
niet uit zout bestaat, en waar de mensen
dus niets nodig nebben! losgemaakt.
Daalvoor wordt gewoon water gebruikt.
Dat gebeurt in grote „zinkwerken", zo
als dat heet. Die zinkwerken zgn door men
senhand gemaakte holen in de mgn. Die ho
len worden gevuld net zoet water. Op die
manier wordt het zout losgeweekt.
Pekel ontstaat er dan. Dat bestaat maar
voor ongeveer 30% uit zout. Doordat pekel
zo zwaar is, zin Kt hij naar de bodem, en
wordt dan vanaaar weggeleid. De pekel uit
de verschillende zinkwerken wordt naar
een verzamelleiding gebracht en dan ui
koker ^omhoog gevoerd.
Daarna wordt hg (de pekel) naai
burige zoutziederg gepompt, en door n
water te laten verdampen wordt he
verkregen of „gewonnen", zoals da
In zo'n zoutmgn worden de zoutlag
tuurlgk blootgelegd. menf
Soms vinden de mensen dan ee r(je»
seltje van zout en klei, maar er
ook aders van zuiver zout gevon beejd,
Het plaatje dat je hierbg ziet atS
is de „Königssee' b\j Berchtesgaden.^
„Wat heeft dat nou met zout
ken!" zul je verontwaardigd zegge
Maar het heeft er heusch wèl jV
te maken. Bg Benhtesgaden jit
meigk zout gewonnen. Het is 26
gebied heel belangrgk. jp
Dus denk nu maar niet m®er Z JaP
achtend over Berchtesgrden a S
want ar- deze plaats heb je h' j0n ff-
dat je eten leKker zout is. Maai da-
Want het kan best, dat je z0"
afkomsig is van een andere - toe'.~t
Nu ja, veel doet het er oo