Raadsels VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP t juttfrtje zaterdag 26 october 1935 pag. 7 n. Nieuwe Raadsels. UIT HET BINNENLAND Die wisten gelukkig nog niets van de oorlog tussen Italië en Abessinië. Twee zusjes, een van 4 en een van 5 jaar stonden voor het gebouw van de Hel- dersche Courant en bekeken samen de kleurige oorlogskaart van Abessinië. Plotseling vroeg de jongste aan haar oudere zusje, dat haar wellicht reeds meerdere malen had Ingelicht over moei lijke vraagstukken; „En waar ligt nou Den Helder?" Hierop moest deze echter het antwoord schuldig blijven. Dat wist zij ook niet; zoo ver was ze nog niet met de aardrijks kunde. Een moedige redding aan onze kust. Misschien hebben jullie er al van ge hoord. Maar toch wil ik het hier nog even vertellen, omdat het gaat over een mooie, moedige redding door de bemanning van een onzer reddingboten. Het stoomschip „Kerkplein" was tijdens een hevige storm op 't strand voor Eg- mond gelopen. De sleepboot „Dretnte" voer uit, om het schip vlot te slepen, doch strandde zelf ook, zodat de 13 man, die zich op de „Drente" bevonden, in levens gevaar verkeerden. De reddingboot van Egmond a. Zee heeft de bemanning van beide boten met gevaar voor eigen leven gelukkig gered. Bravo! Het tienduizendste schip door de Nieuwe Waterweg. Per jaar komen door de Nieuwe Water weg, het vaarwater, dat Rotterdam met de zee verbindt, zo ongeveer 12.000 sche pen binnen. Woensdagavond is het 10.000ste schip van dit jaar binnengelopen. Dat is dus ongeveer 1000 per maand en ruim 30 per dag. 30 grote zeeschepen, die per dag naar Rotterdam varen! Wel een bewijs, dat deze stad een grote handelsstad is. Een ketting van 7 pond in zijn maag. Nee, schrik maar niet, het was geen kind, dat in een onbewaakt oogenblik dat voorwerp ingeslikt had. Gelukkig maar. Het was een leng, een zeevis, die behoort tot de familie der •schelvissen, die dat grapje had uitgehaald, haald. Een Amsterdams vishandelaar sneed de vorige week een leng van wel 25 pond open en vond daarin een ketting, die on geveer 7 pond woog. Nu, die zal haar wel zwaar op zijn maag hebben gelegen. De vis was overigens heel goed en smaakte uitsteken, zodat de vishan delaar, die zijn lengen per stuk had ge kocht, er geen schade bij heeft geleden. De Rembrandt-tentoonstelling. In Amsterdam wordt een tentoonstelling gehouden van schilderijen van Rembrandt. Uit alle delen van Europa heeft men zijn schilderijen naar Amsterdam gebracht, zodat men daar een groot deel van zijn schilderwerken kan bewonderen. Er zijn daar thans reeds 100.000 bezoe kers geweest, een aantal dus, groter, dan 3 X het aantal inwoners van Den Helder Jullie hebben zeker wel eens van Rem brandt, onzen grootsten schilder uit de 17e eeuw gehoord en weten zeker ook wel, dat „De Nachtwacht" een van zijn beroemdste schilderijen is. UIT HET BUITENLAND Duitsland geen lid meer van de Volkenbond. Zoals ik jullie reeds verteld had, zijn de meeste landen lid van de Volkenbond. Japan echter was al geruime tijd geen lid meer en nu heeft Duitsland het voor beeld van Japan gevolgd. Wanneer een land te kennen heeft ge geven geen lid meer van de Volkenbond te willen zijn, dan gaat dit pas na 2 jaar in. Duitsland nu, heeft 21 October 1933 het lidmaatschap opgezegd, zodat dit land dus 21 October 1935 opgehouden heeft lid van de Volkenbond te zijn. Een tunnel door de Mont Blanc. Men is van plan de Mont Blanc, de berg op de grens van Frankrijk en Italië en dicht bij de Zwitserse grens (zoek die nu even op je atlas op; ook doen, hoor!) te doorboren. Dat dit een heel werkje zal zyn, zullen jullie begrijpen, als ik vertel, dat de kosten daarvan ongeveer twintig millioen gulden zullen bedragen. De tunnel zal 12 km lang worden, dus ongeveer zolang als van Den Helder naar Callantsoog. Twee andere bekende tunnels zijn: de Simplon-tunnel, die 19 km lang is en de St. Gothard-tunnel, welke een lengte heeft van 15 km. (Oök opzoeken!). De vliegenplaag in Abessinië. Men schijnt op het oogenblik in Abes sinië veel last van de vliegen te hebben. Vooral de Europeanen (de Italianen) hebben hiervan veel te lijden. Deze diertjes zetten zich bij massa's op de handen en het gezicht neer en kruipen in de mond, oren en ogen; zij zoemen on ophoudelijk om je heen en komen in spij zen en dranken terecht. Daar waar blan ken bij elkaar staan, vliegen hun handen wild in 't rond, om de vliegen weg te jagen. De zwarten schijnten er niet zo veel last van te hebben; ze wemelen van de vliégen, doch nemen niet de minste moeite ze te verjagen. Alleen de hoge inboorlingen dragen een vliegewaaier van paarden- of geitenhaar bij zich, waarmede zij zo nu en dan de kwelgeesten voor een ogenblik op de Vlucht jagen. De strijd in Abessinië. Deze keer valt er niet veel nieuws van de oorlog in Abessinië te vertellen. Wel wordt daar, helaas, nog gestreden, maar er hebben geen belangrijke gevechten plaats gehad. Vooral door de hevige regens kunnen de Italianen voorlopig niet verder oprukken. Daarbij komt nog, dat de weinige wegen, die er zijn, zo slecht zijn, dat de Italianen ze eerst begaanbaar moeten maken, al vorens verder te kunnen oprukken. HET HAANTJE OP DE TOREN. Waarvoor dient het? Een zinnebeeld van het Christelijk Licht. Haast alle kerken hebben een haantje op de toren, dat dan meteen de windrich ting aangeeft. Het is een heel oud gebruik, om zo'n haantje op de toren te planten. Misschien is het wel een toespeling op de haan, die door zijn kraaien het geweten van Petrus gewekt heeft in de nacht dat Onze Lieve Heer snood erraden werd. Maar vóór onze Christelijke jaartelling bestond het „haantje op de toren" al De haan was het zinnebeeld van het licht en de overwinning van de goede geesten op de boze, van de duisternis. De haan verjoeg volgens de Oude Grie ken de schaduwen van de nacht. En de Perzen beschouwden hem als bewaker van de oude Ahriman, die het licht en het le ven schuwde. Ahriman was „de schepper van de winter en van de nacht". Zoals bij zoveel gevallen, heeft ook hier het Christendom de heidense voorstellin gen overgenomen, en c e haan moet nü het zinnebeeld zijn van de overwinning van het Christelijke Licht over de duisternis van het heidendom. Fritsje: „Een ezel ben je!" Tommie: „Jy nog veel grooter ezel!" Grootvader; „Kinderen, jelui schijnen te vergeten, dat ik in de kamer ben!" De dorpskomiek: „Mijn vriend zeide me, dat u hem twee kwartjes gaf omdat hij één been had." Heer: „Dat is ook zoo." Dorpskomiek: „Maar dan moet u mij een gulden geven, ik héb twee beenen". Oplossingen Raadsels vorige week: I. Haas Maas Baas Kaas. peerd peer. UI. staart taart. Goede oplossingen ontvangen van: Fransje v. E., Stientje B„ Lena v. Z. De onderstaande rijen puntjes moeten opgevuld worden met letters, die woorden vormen, waarvan de beteekenissen hier onder staan. Wanneer je het goed doet, zul je zien dat de eerste letters van boven naar beneden de naam van een vacantie vormen, die nu al weer :n de buurt komt. Om het niet te moeilijk te maken, geef ik de laatste letters van de woorden aan! N Ligplaats voor schepen. L Gevleugelde hemelbewoner. T Niet krom. T „Fuif". R Lang puntig wapen. T Fijn gebak. Mmmmü S Angst. D Deel van de dag. O Ihocola. R Waarmee schepen worden vast gelegd. R Zwart mens. E Familielid. N Mensen uit Ierland. T Niet in 't laatst. II. Zij hebben een strooien woning. Met kamertjes van was, Gevuld met de heerlijkste honing, Van bloemekes in het gras. En vriest nu de wintermorgen De zoete bloemekes dood, Dan zijn zij toch goed geborgen En lijden geen hongersnood. Wie zijn dat? helemaal nijdig. „Dan moet je een bril kopen," schreeuwde hij en verliet woe dend het bureau. De bakker volgde lang zaam en sinds die tjjd waren ze altijd kwaje vrienden. 231. De heren keken nu weer streng naar Peter. „Heb je gestolen?" „Ja, twee broodjes en een worst voor een hongerige maag," antwoordde Peter. „Voorloopig blijf je hier", zei een van de heren. Toen nam een agent Peter mee en bracht hem in de gevangenis. 232. Daar zat hg nu! Ook Wip liet treurig en slap zijn pluimstaart hangen. Alleen Flip liet de moed niet zakken. „Ik vind er wel iets op," troostte hij, in ieder geval kunnen we nu toch niets beginnen." 229. Spottend zei Peter: „U kon mij °ok niet zien. Er was niemand in de winkel. En dat een worst zo maar de winkel uit zou stappen, is natuurlijk de reinste onzin." De slager werd rood van kwaadheid, vooral toen hg zag dat de Agenten moeite hac! len om hun lachen te ouden. Nijdig zei hy: „Vertel jjj dan maar, bakker, hoe jouw broodjes verdwe nen." 230. De bakker brabde zich verlegen achter het oor. Het verhaal van zijn wan delende broodjes leek hem nu zo dwaas, dat hij het zelf niet meer geloofde. „Ik weet niet," zo begon hij, „of ik wel goed gezien heb, maar..." Nu werd de slager

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 23