De oorlog in Abessinië. DEKENS DEKENS DEKENS Laatste berichten. DEKENS HELDERSCHE COURANT VAN. DONDERDAG 31 OCTOBER 1935. 7 Weer een succesvolle Kindermiddag van de Heldersche Courant Berichten over aanstaand offensief stapelen zich op> De troepen naderen elkaar. - Intusschen gaan de diplomatieke besprekingen voort. 75 millioen beschikbaar voor wapenen en munitie. De toestand aan de fronten. Het front aan de Setit De onzekerheid over de Abessijnsche stellingen. Magalo gebombardeerd. Een Italiaansch voordeel bij Gorrahei. Een treffen tusschen Ras Syoem en de Italianen. De Fransch-Engelsche voorstellen. Terugroeping van Engelsche schepen uit de Middellandsche zee. Een rede van Hoare. De toepassing van de sancties De toezeggingen inzake de sancties. De Italiaansche maatregelen. De Ver. Staten en het conflict. De verzoeningspogingen. Het plebisciet voor den vrede DEKENS DEKENS DEKENS DEKENS DEKENS DEKENS DE ECHTE 200x240 LEIDSE WOLLEN WESTSTRAAT Wederom bericht over a.s. beslissing:. De vrijwilligers van den dood. La val zet zijn werk voort. Voorbereidingen tot den opmarsch. Onze hoofd-agent-correspondent te Den Burg schrijft ons over den feestmiddag: De roep. die van den Kindermiddag van vorig jaar was uitgegaan, heeft ditmaal het verlangen der jeugd om den feestmiddag van de Heldersche Courant bij te wonen wel zeer groot gemaakt. Nauwelijks was bekend ge worden dat hier weer een dergelijk feest ge geven zou worden, of reeds kwam men van alle kanten aanzetten om toch maar v00'^ niet te laat te zijn. Sommige cin\\,en' veraf wonen, waren zoo bevreesd, geen plaatsje meer te bekomen, dat «de kaar ten omdat ze geen geld by zich hadden, maar S 'vooiaat „bestelden" en hun „bestelling" reeds in den vroegen morgen kwamen halen om toch vooral aan het feest van de Helder sche Courant te kunnen deelnemen. B(j het binnenkomen was het wel een ge drang van belang, en zelfs waren we be vreesd, dat er teveel kaarten waren afge geven, doch ten slotte kreeg toch elk een behoorlijk plaatsje, en werd niemand teleur gesteld. De groote bioscoopzaal van den heer Pen was tot in de verste hoeken gevuld, ja zelfs mogen we aannemen, dat het aantal aanwezigen elk record sloeg, er waren ruim 500 toegangsbewijzen afgegeven. De volle zaal en al die stralende kinder gezichtjes, in afwachting van de dingen, die komen zoudsn, leverden een alleraardigst schouwspel op. De heer Bijlsma, die evenals vorig jaar, de leiding van het feest had, opende met een kort welkomstwoord Spr. wees op de popula riteit, die de Heldersche Courant in de plaat3 van uitgave heeft en ook in den verren om trek. Een groote voldoening had de redactie vooral met de prijsvraag bij de gehouden winkelweek, te Den Helder, waarbij niet min der dan 18127 oplossingen waren ingekomen. Hoewel men met het uitzoeken hiervan nog niet gereed is gekomen, is een der geestig ste, die men reeds gevonden heeft, wel de slagzin: „Zelfs Haille Selassie draagt de Hel dersche Courant in z'n jassie". Hierna nam het feest een aanvang. Als no. 1 op het programma stond ook nu het Propaganda-lied van de Heldersche Cou rant, dat door alle aanwezigen uit volle borst werd gezongen, daarna volgden enkele alleraardigste zangspelletjes van een twaalf tal meisjes onder leiding van de dames Die- trich en Speyer, vervolgens kwamen de speel man en Jan Katrol, de clown, op de proppen, die met hun grappen de jeugd kostelijk ver maakten, de zaal daverde meermalen van het hartelijk gelach der kinderen. De pauzen wer den prettig aangevuld door het spelen van populaire wijsjes, die de jeugd luidkeels mede- zong. Groot succes had de clown vooral met zijn vertooning van den jongen met de klep perhoutjes, die besloten werd met het zingen van het Klepperlied door alle aanwezigen. Bij het optreden van den goochelaar werd deze reeds met applaus begroet, wel een be wijs, dat ondanks de sterke controle, die men vorig jaar op Prof. Samir Haoffiem had uit geoefend, zijn experimenten nog frisch in het geheugen der Texelsche jeugd lagen. Ook nu was zijn optreden een groot succes, vooral het nummer: „De citroen als brandkast" was een bizonder knap stukje goochelkunst. De twaalf jongedames uit Den Helder zongen daarna op verdienstelijke wijze een drietal alleraardigste liedjes, een Fransch, een Duitsch en een Hollandsch. Buitengewoon veel succes oogstte dit twaalftal echter met de Lichtdansen en met het Maskaradenum- mer. Verder trad nog een speelman of muzikaal wonder op, die op vier verschillende instru menten bekende kinderliedjes speelde, waar bij de jeugd zich niet onbetuigd liet. Groot succes had ook de snelteekenaar, die met en kele lijnen keurige dierenfiguren teekende, en die door den clown op koddige wijze tel kens in zijn arbeid werd gestoord. Daarna gaf de goochelaar nog eenige goocheltoeren. De tijd verstreek echter zoo snel, dat niet het geheele programma kon worden afgewerkt, daar het Heldersche gezelschap weer met de laatste boot moest vertrekken. Tot groote vreugde der kinderen werd onder de aan wezigen nog een tiental aardige prijsjes ver loot, en tot slot kregen de kinderen nog een reep chocolade, waarna allen zonder uitzon dering hoogst voldaan huiswaarts keerden. De redactie van de Heldersche Courant heeft opnieuw getoond de jeugd volkomen te begrijpen, en aan allen weer een middag van onvermengd genot geschonken. SIEM DE WAAL VEltTELT VAN ZIJN FIETSTOCHT DOOK 13 LANDEN. Voor een uitstekend bezette zaal heeft gis teravond in hotel „De Oranjeboom" de be kende Esperanto-propagandist-relziger S. de Waal, een ver haal gedaan van zijn dezer dagen beëindigden fietstocht. De bijeenkomst werd geopend door den voorzitter van de Texelsche Esperanto-vereen., den heer M. J. Oele, die er op wees, dat dit de 2e speciale Siem de Waal avond was, die de vereeniging kon geven. De groote opkomst meende spr. voornamelijk te moeten toeschrijven aan het verlangen van velen om den sportleven peddelaar eens over z'n interessante reis te hooren vertellen. Hierna verkreeg de jeugdige wereldreiziger het woord, die zonder eenige inleiding direct begon met z'n reisverhaal. Hij vertelde dan hoe hij den eersten dag naar Ede is gefietst, waar hij dien nacht zijn intrek had genomen bij de familie van een Esperantiste, die hij op een van zijn vorige reizen in Stockholm had leeren kennen. Den volgenden dag reisde hij naar Venlo waar h\j voor het eerst in de openlucht sliep in zijn slaapzak, hetgeen hem uitstekend beviel; den volgenden morgen stak hij daar de Duitsche grens over. Interessant vertelde Siem nu verder over zijn tocht door Duitschland en vooral ook over zijn tocht over de Alpen, die hij met een Esperanto- vriend maakte. Vooral zijn verblijf in het ge bied van de eeuwige sneeuw had daar op hem den grootsten indruk gemaakt. Door Italië en op een groot deel van zijn verdere reis werd hij vergezeld door een Esperantist, een student uit Wenen. Siem vertelde ons alleaardigst van zijn tocht door geheel Italië waarvan zjjn be zoek aan den Krater van den Vesuvius de clou vormde. Verder gaf hij een keurige beschrij ving van zijn zeer moeilijken tocht langs de Noordkust van Afrika, vooral zoo moeilijk, om dat ze aanvankelijk te ver naar het Zuiden waren getrokken en door de uiterst slechte wegen en het gebrek aan drinkwater de tocht daar met zooveel moeite gepaard ging. By Oran staken de Esperantisten de Mid- dellandsche Zee over naar Spanje waar Siem ook zeer interessante ontmoetingen heeft ge had, zelfs woonde hij te Madrid een der groot ste stierengevechten bij. Hy vertelde dan ver der over een bezoek aan het smokkelaarsnest Andora en zjjn reis door de Fransche en Ita- liaansche Rivièra en de Po-vlakte naar Weenen. Vandaar uit maakte hij met zijn vriend een tocht door Hongarije. De terugtocht maakte Siem alleen door Tsjecho Slowakije en Duitsch land; op dezen terugtocht had hij aanvankelijk met zeer regenachtig weer te kampen, hoe dichter hij echter Holland naderde hoe beter het weer werd en toen hy in minder bergach tige streken kwam, legde hij meermalen 250 km per dag af. Hoewel Siem zeer beknopt was in zijn ver telling duurde zjjn reisverhaal van 9 uur tot half twaalf. Daarna werden door den heer Duinker nog een tweetal films vertoont, de eerste had betrekking op het Esperanto-leveri op Texel en het vertrek van onzen reiziger naar het Zuiden. Een zeer klein gedeelte van deze film was door een Esperanto-vriend in Italië voor Siem opgenomen. De tweede filni had betrekking op Spanje, doch was niet tijdens den grooten fietstocht opgenomen. Siem de Waal vertelde nog hoe verbazend veel dienst hij heeft gehad van zijn kennis van het Es peranto overal ontmoette hij Esperanto-be- oefenaars en menigmaal heeft een Esperanto- vriend hem en zijn medereiziger een gastvrij onthaal bezorgd. Volkomen onvoldoende geneeskundige verzorging. Abessinië kan het vier jaren volhouden. Groote veldslag in het Noorden verwacht. (Van onzen specialen correspondent W. F. DEEDES). Addis Abeba, Woensdagavond. Abessinië is nu in staat om, indien noodig, een bedrag van minstens 75 millioen aan wapenen en munitie te besteden, naast de reeds aangeschafte voorraden. Ik kreeg deze mededeeling vandaag uit betrouwbare bron. Ik ben daardoor in staat de eerste authentieke cijfers over Abessijnsche financieele reserves te geven. De regeering heeft op het oogenblik de han den vol. Nu het wapenuitvoerverbod is opge heven, wordt alles in orde gemaakt voor zoo snel mogelijk transport van deze wapenen naar Abessinië. De noodige papieren zijn nog niet geteekend en ter plaatse aangekomen, maar naar ik verneem, heeft de regeering stappen genomen om het transport met een minimum van vertraging te doen geschieden. De wapenen zullen door eenige Britsche leve ranciers, die in persoonlijke verbinding met de regeering staan, worden geleverd. Het bedrag van 75 millioen is uit vier verschillende bronnen afkomstig. Het bestaat in de eerste plaats uit het persoonlijke bezit van den keizer. Haile Selassie, die het geheele bedrag, zijnde 40 tot 50 millioen, onlangs aan de ageering heeft overhandigd voor mili taire doeleinden. Dit bedrag werd bij een Londensche bank gedeponeerd en is thans verspreid over Zwit serland, waar een groot gedeelte is belegd, over Frankrijk voor een gering percentage, over Engeland en Amerika. Het geheele be drag is ter beschikking van de Abessijnsche regeering. Daarnaast heeft de regeering eenige mil- lioenen ontvangen van de diverse „dedzjas- matsen", „Rassen" en legeraanvoerders uit alle deelen van het land. Ras Ayeloe leverde de grootste bijdrage, terwijl de kleinste ont vangst 5000 daalders bedroeg. Hier moet aan toegevoegd worden, dat deze bedragen in twee groepen zijn verdeeld, een gedeelte is der regeering overhandigd voor eigen gebruik, terwijl een ander deel haar is toevertrouwd, speciaal voor het aanschaffen van wapenen voor de afzonderlijke legers. Een derde bron van inkomsten bestaat uit een belasting naar draagkracht, die de regee ring een jaar geleden heeft opgelegd. Gewone Ingezetenen betaalden ieder een daalder, an deren droegen anderhalven daalder bij, naar gelang van hun inkomen. Een totaal bedrag van 5 millioen werd door deze heffing bij eengebracht. En ten slotte kan de regeering putten uit een fonds, dat gedurende de laatste vier jaren door den minister van Oorlog is bijeenge bracht. Dit fonds, waarin ieder jaar 10 mil lioen daalders worden gestort, bestaat thans uit een bedrag van bijna 3 millioen. Bij de 75 millioen is de schat van Menelik en de „Adoea-compensatie" niet inbegrepen. Belde zijn op een plaats begraven, welke al leen maar den minister van Oorlog, die thans aan het front is, bekend is. Mijn zegsman, een hooggeplaatst regee- ringsambtenaar, is van meening, dat deze be dragen Abessinië in staat stellen den oorlog minstens vier jaren voort te zetten zonder in moeilijkheden te geraken. Hij voegde hier aan toe, dat de regeering thans geheel zonder schuld is, daar het ontbreken van credieten het noodig maakt alles in baar geld te be talen. De eenige vrees is blijkbaar de twijfel, of Engeland en de andere landen, waarmede men in onderhandeling is, wel in staat zullen zijn voldoende hoeveelheden wapenen met grooten spoed te leveren. Een groot gedeelte is na tuurlijk reeds aangemaakt, zoodra de eerste opdrachten maanden geleden werden gegeven. Ik verneem, dat de geweren uit België zul len worden ingevoerd en de zwaardere wape nen uit Tsjecho-Slowakije. Engelsche firma's zullen, in overleg met België, het grootste deel der munitie leveren. Ook verneem ik, dat het vertrek van den keizer naar C^ösié zal worden uitgesteld, tot dat Abessinië gereed is voor een groot offen sief in het Noorden. Sommigen hier vreezen, dat de aanwezigheid van den keizer de troepen In het Noorden dusdanig in opwinding zal brengen, dat zij niet terug te houden zullen zijn. 's Keizers adviseurs trachten hem op het oogenblik over te halen om zijn troepen voor uit te zenden naar Dessié en zelf per vliegtuig te volgen. Het groote leger, dat uit 20.000 ét 30.000 man bestaat, zal er zeker drie weken over doen, om Dessié te bereiken en men legt den nadruk op de gevaren van die reis. Dr. Hoekman is vanochtend uit Dzjidzjiga vertrokken met eenigen zijner assistenten en drie waggons, die hij met veel moeite van de regeering heeft losgekregen. Een nadere beschouwing van de cijfers, die ik hier heb weergegeven, doet blijken, dat de manier, waarop de Roode Kruis-afdeeling is behandeld, werkelijk ongehoord is. Een bedrag van nog geen 10.000. dat uit individueele toezeggingen bijeen is gebracht, is beschikbaar voor alle fronten gezamenlijk. Het beschikbare materiaal is zoowel wat menschen als uitrusi- ting betreft, volkomen ontoereikend. Ik ver neem, dat de Abessijnsche Roode Kruis-een- heid over minder dan 100 bekwame helpers beschikt, terwijl de Italianen minstens 6000 dokters hebben. Toch wordt hieraan niets ge daan. De regeering schijnt zich niet het minst bewust te zijn van de misdaad, die zij begaat door de medische uitrusting harer troepen zoo te veronachtzamen. Men verwacht te Addis Abeba, dat vijande- lijkb- '"o ieder oogenblik zul len beginnen. Er gaan eveneens geruchten, dat Ras Seyoem een gedeelte van zijn leger rond Adoea heeft opgesteld. (Copyright Morningpost-A.N.P.), De berichten, dat de Italiaansche opmarsch in het Noorden nu spoedig verder zal gaan, beginnen een zekere eentonigheid te verkrijgen. Gisteren is deze opmarsch opnieuw aangekon digd en het schijnt, dat generaal de Bonn zich naar het voorste gedeelte van het front heeft begeven. De Italiaansche voortrekkers zijn Makallé thans dicht genaderd, zij hebben eenige kleinere gevechten' geleverd met ongeregelde afdeelingen Abessiniërs. Een groot gedeelte van de Abessijnsche troe pen die den laatsten tijd naar het Noordelijk front gezonden zijn, wordt geconcentreerd bij de Setit, als tegenmanoeuvre vermoedelijk tegen den Italiaanschen opmarsch die aan den anderen kant van het front in de richting van Makallé zou geschieden. Men maakt melding van een gezamenlijk op trekken van troepen van ras Syoem en dedzjaz- matsj Kassa, die tot dusverre Oostelijk van Makallé zijn troepen in stelling had gebracht, in Westelijke richting. Gorrahei aan het Zuidelijk front is nog niet in handen van de Italianen, doch er bevinden zich geen Abessijnsche troepen van eenige be- teekenis in deze stad. Wel hebben gisteren afdeelingen inheemsche Italiaansche troepen de Abessijnsche troepen uit het gebied rondom; Scillave verdreven tot dicht bij Gorrahei. Te Harrar zijn nieuwe troepen aangekomen, die over het Zuidelijk front verdeeld zullen worden. Speciale afdeelingen zullen belast wor den met de bewaking van de spoorbaan. Dezei is den laatsten tijd van bijzonder veel belang, omdat er thans zeer vele wapentransporten over deze baan geschieden. Verder zijn zoowel aan het Noordelijk, als aan het Zuidelijk front de Italiaansche ver kenningsvluchten met groote activiteit voort gezet. t Reuter meldt uit Asmara: In het weinig bekende noordwesten van Abessinië, waar de Setit de grens vormt tus- schen de vijandelijke legers, duren de vijande lijkheden thans reeds een maand. In dit gebied is een overvloed van wild en het oerwoud wordt afgebroken door koffie- en bananen plantages. De Italiaansche ongeregelde troepen houden hier een front ter lengte van 80 km bezet tegen kleine Abessijnsche benden. Aan beide zijden ratelen dagelijks de mitrailleurs. Naar thans bekend wordt, hebben de Abessiniërs drie weken geleden getracht de Setit te over schrijden, doch werden zij herhaaldelijk terug gedreven. Aan beide zijden werden aanzien lijke verliezen geleden. Er is iets huiveringwekkends in den lang- zamen opmarsch van de Italianen op het Noordelijk front door de woeste, bergachtige streek, in achtervolging van een onzichtbaren vijand. Snel bewegend, in kleine, afzonderlijke benden, voeren de Abessiniërs een guerilla, waartegen de Italiaansche artillerie weinig vermhg. Vandaag begonnen de Italianen hun stellingen in het dal van de Farasmai te ver sterken. De Romeinsche avondbladen schrijven, dat de Italiaansche voorhoede de laatste dagen in het gebied ten Zuiden van de lijn Adrigat AdoeaAksoem goede vorderingen heeft ge maakt en dat men thans bezig is de nieuw ingenomen stellingen te versterken. Men is druk doende met het aanvoeren van munitie naar de nieuwe fronten en ook worden de zware kanonnen naar voren gebracht. De voedselvoorziening van de soldaten levert geen moeilijkheden op. Men verwacht, dat, nu de Italiaansche soldaten aan het klimaat ge wend zijn, het verder doordringen in Tigré een kwestie van eenige dagen is. Het oprukken van de Italiaansche voorhoede heeft geen noemenswaardigen tegenstand ondervonden. Men houdt echter rekening met de mogelijkheid, dat de Abessijnsche troepen de Italianen bij verrassing willen overvallen. In verband hiermede gaat het verder trekken zeer voorzichtig, omdat het mogelijk is, dat de Abessijnsche troepen zich in het gebergte voor Makallé verborgen houden. BRITSCHE KODDE KRUISHULP. Het Britsche roode kruis, dat 79.000 pond sterling bijeen heeft gebracht voor de orga nisatie van een eerste hulpdienst in het Abes sijnsche leger, zal op 17 November het eerste contingent artsen, medicamenten en verband middelen naar Abessinië zenden. Naar men te Rome uit Mogadisco ver neemt, heeft een escadrille Caproni-bom- bardementsvliegtuigen de versterkte stad Magalo in het Zuid-Oosten van Abessinië gebombardeerd en in brand gestoken. De vliegtuigen wisten het vuur van het lucht afweergeschut te ontwyken en kruisten voortdurend boven de stad, waarop zy een waren bommenregen lieten vallen, totdat de Abessijnsche strijdkrachten uit hun versterkingen in de stad vluchtten naar de bergen. Bij een luchtaanval op Gabredarre vloog een munitiedepot in de lucht. Nadat de loopgraven rondom Magalo waren gebombardeerd en de Abessijnsche sotdaten aldus waren gedwongen hun dekking te ver laten, vlogen de Italiaansche machines laag over de vluchtenden heen, die door machine geweervuur uit de vliegtuigen bestookt wer den. Tenslotte wordt nog van Italiaansche zijde gemeld, dat een afdeeling doebats uit Ita liaansch Somaliland tusschen Scillave en Cor- rohei een Abessijnsche afdeeling heeft ver slagen en 732 geweren heeft buitgemaakt. Italiaansche verliezen f Te Addis Abeba zijn koeriers aangeko men uit het hoofdkwartier van ras Syoem (waarvan, zooals men weet, de plaats niet bekend is) met het bericht, dat er de vorige week een ernstig treffen heeft plaats gevonden tusschen troepen van ras Syoem en een afdeeling Italiaansche sol daten in een dal, zuidelyk van Adoea. De Italianen zouden zich onder een on- stuimigen Abessijnschen aanval hebben moeten terugtrekken, teneinde dekking te zoeken. Zij zouden zware verliezen ge leden hebben. In officieele kringen te Londen scheen men gistermorgen van meening te zijn, dat de voorstellen, die te Parijs door Fransche en Engelsche deskundigen zijn opgesteld, „een basis zouden kunnen vormen voor een rege ling van het conflict." Men vindt niet, dat deze voorstelen aan de Italiaansche regeering moeten worden gebracht in den vorm van „tegenvoorstellen". Men verklaart, dat indien men ze aan Rome moet voorleggen, dit pas zou geschieden na de eerstkomende zitting van den Volkenbondsraad. Toegegeven wordt, dat de beide Fransche deskundigen, die naar Engeland zyn gekomen om de samenwerking te bespreken, ook de Fransch-Britsche samenwerking van de vloot in de Middellandsche Zee zullen bespreken, doch geheel in het kader van paragraaf drie van artikel zestien. Vermoedelyk zal ook de samenwerking in de lucht boven de Middel landsche Zee worden besproken. Als gevolg van deze overeenkomst kan men het terugroepen van een bepaald aantal Engel sche oorlogsschepen uit de Middellandsche Zee verwachten in ieder geval echter den terug keer van twee linieschepen en verscheidene kruisers. De Fransch-Engelsche onderhandelin gen der laatste weken zouden derhalve, kort samengevat, het volgende resultaat hebben gehad. Onder de tegenwoordige omstandigheden is de wederzijdsche bij stand der beide vloten overeengekomen. Het aantal Engelsche oorlogsschepen in de Middellandsche Zee wordt echter vermin derd, zonder evenwel tot het normale peil te worden verlaagd. Voor latere gevallen is men het er over eens, dat iedere tegen Italië toegepaste maatregel voor Frankrijk slechts dan militaire verant woordelijkheid medebrengt, wanneer hieraan een gemeenschappelijk besluit der Volken- bondsmogendheden ten grondslag ligt en Parijs vooraf zijn goedkeuring er aan gehecht heeft. Dit is, zoo zegt Pertinax, het Fransch-En- gelsch accoord, dat in de nota's van 18 en 26 October is vastgelegd. Geen wijziging in de Britsche politiek. In een rede te Chelsea beschuldigt Sir Samuel Hoare de oppositie kwaadaardige in sinuaties te hebben verspreid; hij zeide, dat Eden hem heeft verzocht mee te gaan naar Genève en dat tusschen hen beiden steeds de beste verstandhouding heeft geheerscht. Er is nooit een wijziging gekomen in het Britsche standpunt inzake het Abessijnsche geschil. Sir Samuel ontkent categorisch, dat Enge land met Italië achter den rug van den Vol kenbond om tot een oneervolle overeenkomst zou willen komen. De geheele wereld weet, dat vele regeerin gen de mogelijkheid van een vreedzame rege ling hebben bestudeerd en de Fransche en Britsche regeering hebben onderhandelingen gevoerd om tot een basis van besprekingen te komen. Indien iets definitiefs voortkomt uit deze besprekingen, dan is Engeland bereid de eerste gelegenheid aan te grijpen om het den Volken bond mede te deelen. „Ik herhaal, indien een regeling mogelijk wordt geacht, dan zal deze regeling zijn in het kader van den Volkenbond en zal deze den drie betrokken partijen moeten voldoen. De overgroote meerderheid van de wereld keurt onze bemoeiingen om een einde te maken aan dezen hatelijken oorlog, goed," Een stroom van toezeggingen op het Volkenboiidssecretariaat ontvan gen. Het volkenbondssecretariaat heeft weer een indrukwekkend groot aantal telegrammen van regeeringen over de naleving van de besluiten der coördinatie-commissie ontvan gen. In alle werelddeelen leeft blijkbaar het besef, dat de regeeringen niet mogen aarze len in de toepassing van hun verplichtingen, die art. 16 van het Volkenbandsverdrag aan alle Volkenbondsstaten oplegt en ter uitvoe ring van welk verdrag de coördinatiecommis sie bepaalde voorstellen aan de Volkenbonds staten heeft gedaan. Verblijdend is, dat ook enkele Zuid- Amerikaansche staten zooals Argentinië en Uruguay, die tijdens de besprekingen van de coördinatiecommissie nog een eenigszins weifelende houding aannamen met het oog op het groote aantal Italia nen, dat in hun land woont, den Volken bond een telegram fezonden hebben, mel dende, dat zy desnietetn.in tot toepas sing van de financieele en oeconomische sanctiemaatregelen tegen Italië bereid zijn. Het Volkenbondssecretariaat heeft van 41 regeeringen de gewenschte mededeeling over het verbod van wapenuitvoer naar Italië ont vangen en van resp. 34 en 33 regeeringen het gewenschte antwoord inzake de financieele en oeconomische sancties. Bovendien hebben 18 regeeringen uitdrukkelijk bevestigd, dat zy in beginsel bereid zyn onder voorwaarde van wederkeerigheid gevolg te geven aan de aan beveling van de coördinatiecommissie Inzake wederzijdsche hulpverleening in verband met de schade, die de Volkenbondsstaten door de sanctiemaatregelen zouden ondervinden. Naar men verneemt, heeft de Italiaansche regeering het plan om het handelsverkeer met de landen, die aan de sancties zullen deel nemen geheel stop te zetten respectievelijk bij de producten die niet onder de sancties vallen, zooveel mogelyk te belemmeren. Graan en suiker is er, naar men verzekert, voor binnenlandsch gebruik in voldoende groote hoeveelheden aanwezig. Suiker heeft men zelfs in meer dan voldoende mate. Reuter meldt nog uit Rome, dat met in gang van 5 November het vleesch zal worden gerantsoeneerd, voorloopig voor den tyd van zes maanden. Op bepaalde dagen zullen de slagerswin kels gesloten zyn. Verschillende syndicaten zullen de visschery en de jacht meer intens organiseeren. Behalve dat de regeering maatregelen heeft getroffen tot beperking van het vleeschver- bruik, zal tevens gestreefd worden naar ver mindering der kosten van de staatsbedrijven alsook van de scholen. Tenslotte moet ter besparing van kolen de kantoortijd in principe beperkt blijven van 8 uur 's morgens tot 6 uur 's middags, waar door het verbruik van brandstof en electrisch licht zoo laag mogelijk wordt gehouden. Het denkbeeld, de consumptie door een kaarten- systeem te rantsoeneeren, heeft Mussolini van de hand gewezen, daarby uitgaande van het standpunt, dat óp de beproefde zelfbeheer- sching van het Italiaansche volk gerekend kan worden. Met name zal geen wijziging in treden in den verkoop van brood en meel, daar de oogst van dit jaar, die 7.7 millioen ton bedraagt, voldoende is om het binnen landsch verbruik te dekken. President Roosevelt heeft een onderhoud gehad met secretaris van Staat, Huil, en den ondersecretaris van Staat, Phillips. Wellicht wyst dit op een a.s. wijziging in het buiten- landsch beleid. Ten vervolge op het bericht inzake de ver moedelijke wijziging in de buitenlandsche poli tiek van de Vereenigde Staten wordt nog de aandacht gevestigd op de rede van Huil van Zaterdag, over het antwoord op de voorstellen van den Volkenbond, waarin hij zeide, dat de Vereenigde Staten vasthouden aan het Kellogg- Briand-pact. Men veronderstelt, dat het departement van buitenlandsche zaken het voorbeeld zat volgen van den vroegeren minister Stimson, toen deze in den geest van dit pact, weigerde souvereinl- teitsrechten te erkennen over gebied dat met geweld was veroverd. Het bezoek van Drummond aan Mussolini. Reuter meldt uit Rome: De besprekingen van Mussolini en sir Eric Drummond van Dinsdag kenmerken het her vatten van de directe besprekingen tusschen Londen en Rome, nadat deze voor geruimen tyd verbroken zijn geweest en het contact via Parijs werd bewaard. De bespreking kan dus worden beschouwd als een geruststellend feit in de diplomatieke actie en bewijst, dat aan beide zyden de ern stige wil tot onderhandelen bestaat. Men blyft evenwel van oordeel, dat Enge land de eerste voorstellen moet doen. Woensdagavond hadden 39 staten het ver bod van wapenuitvoer naar Italië uitgevaar digd. Veel belangerijker is echter de groote deelneming van staten, die uitdrukkelijk be vestigden, dat zij ook tot financieele en oeco nomische sanctie-maatregelen bereid zijn. Het aantal regeeringen, die een financieele boycot tegen Italië zullen toepassen, die binnen kor ten tyd in werking zal worden gesteld is thans reeds tot 32 gestegen. Niet alleen uit kwantitatief oogpunt, maar ook in kwalita tief opzicht is er reden tot tevredenheid. Nog verblijdender is dat ook 29 regeeringen zich hebben bereid verklaard tot het toepas sen der oeconomische sanctiemaatregelen over te gaan. Het plebisciet voor den vrede zooals het DESERTIE UIT HET FASCISME. Naar wij vernemen hebben de heeren J, Hessing, Den Haag (Voorzitter), Ir. de B, Wigersma, Haarlem (ondersecretaris), M. A. van Hey (secretaris) en Mr. J. A. C. ten Bokkel, Haarlem (penningmt er)bestuur van de Nederlandsche Vereeniging tot Studie van het Fascisme, bedankt als leden van de N.S.B. Als reden werd opgegeven, dat een opbouwende samenwerking met de in de N.S.B. leiendde krachten zooveel moeilijk heden opleverde, dat de uitgetredenen zich onverantwoord achten om lid van de N.S.B. te blijven. LIJK AANGESPOELD, Te IJmuiden is een lyk aangespoeld van een manspersoon, waarvan de identiteit niet kon worden vastgesteld. Ongecorrigeerd. DEKENS WONING-IN RICHTING Journal de Nations de rondvraag van het Volkenbondssecretariaat bij de regeeringen over de naleving van de sanctie-maatrege len noemt, Is beantwoord op een wijze, die voor de zaak van de internationale solidari teit alleszins bemoedigend is. Reuter meldt uit Adoea: Er doen zich steeds duidelijker teekenea voor van een sterke actie aan het Noordelijk, en misschien ook het Zuidelijk front. Het is zeer wel mogelijk, dat men tegelyk in het Noorden-en het Zuiden een beslissing zal trachten te bewerken. De verkenningstochten van de inlandsche troepen in de richting van Hausien en aan den weg naar Makallé geven de richting aan van den verwachten opmarsch. Men verwacht, dat de Italianen zich snel meester zullen maken van alle wegen, welke Adrigat verbinden met de dorpen in Tigré die in handen van de Abessiniërs zyn, teneinde het vervoer vna de artillerie te verzekeren. De Romeinsche correspondent van de Pa- rysche Soir heeft met één der 200 Italiaansche vrijwilligers van het iuchtwapen gesproken, die zich hebben aangemeld, om ingeval van oorlog met een Europeesche mogendheid zich in hun vliegtuig, met ontplofbare stoffen be vracht, pylsnel van groote hoogte op het dek van een oorlogsvaartuig te weipen, in welk geval zy met de uitbarsting ondergaan. Dit moet de eenige zekerheid meebrengen, dat een pantserschip zoo al niet tot zinken gebracht, toch buiten gevecht gesteld wordt. De S 79-toestellen kunnen twee bommen van 1000 kg meevoeren en 400 km in het uuü afleggen. Naar de Matin meldt, wordt het werk der verzoening, dat Lava! heeft ondernomen, op bevredigende wijze voortgezet. Nog nimmer, schryft het blad, zyn diplomatieke onderhan delingen mei zooveel voorzorgen omgeven. Men heeft dan ook te doen met een werk van langen adem, maar over het resultaat daar van heeft Laval goeden moed. Reuter meldt uit Addis Abeba: Van Abessynsche zijde wordt medegedeeld, dat de Italianen zich schijnen voor te berei den op een grooten opmarsch, waarvan de om vang evenwel nog niet bekend is. Ook de Abes sijnsche strijdmachten zetten hun opmarsch voort. Op 2 November zal de negus zijn laat ste audiëntie houden, waarna hij naar het front vertrekt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 11