'f HOEKJE
OtJP
POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1935
'Oude gebruiken
'm Engeland
AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN
De lijfwacht van „the
old lady". Meer dan 600
jaar oude tradities 1
oor
K. KAMPEN.
Eiken middag tegen een uur of zes
marcheert een afdeeling Engelsche garde
soldaten onder leiding van een officier en
twee sergeanten door de drukke straten
van de stad Londen.
Ze dragen, als eenige „weermacht" in
het hartje van de oude Theems-stad, de
bajonetten op het geweer, en dat is een
bijzonder privilege.
Met den blik op de lange kerels met
de beren-mutsen, die op de muziek van
een voorop loopenden doedelzakblazer naar
de Bank van Engeland marcheeren, kee-
ren veel voetgangers zich om en zeggen
dan:
„Daar gaan ze weer de oude dame op
zoeken!"
Daarmede bedoelen ze, dat de soldaten
voor de Bank van Engeland de wacht
gaan betrekken voor den nacht. En de
Bank van Engeland draagt den bijnaam
„the old Lady".
Verbaasd zal de lezer vragen: maar de
Bank van Engeland zal toch wel, evenals
alle banken, voldoende beschermd zijn te
gen eventueele inbraken?
Zeker, dat is ook zoo. Maar op de be
waking komt het hier niet aan! We heb
ben hier te doen met één van de honder
den echte, oude gebruiken, waarop de En-
gelschman dol is, en die hij voor geen
goud zou willen missen.
In 1778, een der stormachtigste jaren
in de Engelsche' geschiedenis, kwam het
na enkele kleine, tot een grooten alge-
meenen opstand, waarbij men toen ook de
Bank van Engeland bestormde. Maar de
burgemeester had zijn maatregelen ge
troffen, en voor een extra bewaking ge
zorgd. Men besloot na dien bloedigen dag,
om de Bank eiken nacht te bewaken, en
ook nu gebeurt dat nog, hoewel het in het
geheel niet noodzakelijk is
Het ontstaan van de oude
„Tower-wacht".
Toen de toestand van het Engelsche ko
ningshuis onder Henry VII plotseling cri-
tiek werd, en men zelfs rekende op een
mogelijke opstand in het leger, bereidde
de koning zich op het ergste voor, en koos
uit de regimenten, die hem trouw gezwo
ren hadden, de dapperste en eerlijkste
mannen, gaf hun een nieuwe uniform en
liet hen den dienst in de Tower, de meer
<Ian 700 jaar oude versterkte burcht in
bet hartje van Londen, betrekken.
De tflden werden rustiger, het volk
kalm maar de oude Tower-wacht,
genaamd „The Yeomen of the Tower"
bleef bestaan.-
Tegenwoordig leiden gij de bezoekers
van de Tower rond. Het zjjn geen zoo
maar aangestelde mannen, maar oud
soldaten, die hetals een eer beschouwen
dat zij „Yeomen of the Tower" zijn. Hun
levenswandel moet onberispelijk zijn.
En als bijzondere eer mogen zij hün
dochter in de kapel van de Tower ten hu
welijk geven. Het is een prachtig gezicht
om hen te zien in hun oude uniformen van
de 16de eeuw, scharlaken-rood, en met
de hellebaarden, glinsterend in de zon......
De traditioneele dienst in de
Westminster-Abbey.
Veel oude gebruiken staan in nauw ver
band met het ambt der hooge rechters in
Engeland.
Na de lange zomervacantie is het bij
voorbeeld een heilig gebruik, dat alle
rechters van het Hooggerechtshof tezamen
komen en met de pruik op en gekleed
in een sabelbont afgezette toga (hun
„dagelijksche kleedij") naar de oude West
minster-Abbey gaari om daar den dienst
bij te wonen.
Prachtig is de jaarlijksche rondgang
van de hoogste Engelsche rechters - „roode
rechters" genoemd-, welke zich over heel
Engeland uitstrekt en waarbij de vele
districten bezocht worden.
Sedert het midden van de 12de eeuw is
dat gebruikelijk.
Een gala-koets, gevolgd door koetsen
met bedienden, een „maarschalk", een
kok, een butler en een clerk. In den tijd
van Henry II, die dit gebruik invoerde,
bestonden er geen hotels en daarom ne
men de rechters in partikuliere huizen
hun intrek. De eigenaars ontruimen dan
hun woningen, waarna zij door de rech
ters in hun eigen huis uitgenoodigd wor
den.
Het is een duur grapje, zoo'n rondgang.
Dagelijks kost het de Engelsche schat
kist 7 pond en 10 schilling. Maar geld
speelt geen rol voor den Engelschen be
lastingbetaler,1 wanneer het gaat om het
nakomen van zoo'n oud gebruik.
De burgemeesters in Engeland.
Ook de burgemeesters spelen een be
langrijke rol in de geschiedenis van En
geland, wanneer het gaat om de vrije ste
den, zooals Londen er een is. Zelfs nu nog
is deze stad „pro forma", onafhankelijk
van den koning, en zelfs nu nog vraagt
een koerier „pro forma" toestemming aan
den „Lord Mayor of London", wanneer hij
de stad door moet trekken.
Ook dit jaar werd een meer dan 600
jaren oud gebruik herhaald, hetwelk hier
in bestaat, dat-dé burgemeester het oude
„parel-zwaard" vgn de stad Londen aan
den koning overhandigt tèn teeken van
trouw, en dat hij natuurlijk weer terug
ontvangt.
Ook de kostscholen hebben hun
tradities.
De in sommige gevallen meer dan 600
jaren oude „Public Schools" hebben hun
eigen traditioneele gebruiken, die door de
tegenwoordige leerlingen met evenveel
ernst nageleefd werden als hun Voorvade
ren het vroeger deden. In Eton bijvoorbeeld
is het sedert eeuwen gewoonte, om in rok
met hoogen hoed naar school te gaan, en
als voornaamste medicijn wordt steeds het
beroemde en ook zeker heel gezonde En
gelsche Porterbier voorgescheven. Zelfs de
tienjarige jongens, die last van hun maag
hebben, nadat zij hun eerste sigaretje ge
rookt hebben, ontkomen niet aan dit ge
bruik!
In Harrow, naast Eton, de beroemdste
VOOR DE
HET KIND, OPGEVOED BUITEN
DE OUDERLIJKE WONING.
Er -zijn omstandigheden inhet leven,
dat het onmogelijk is de opvoeding van
het. kind plaats te doen hebben in den ge
zinskring. Ik denk hier bijv. aan het gezin,
waarin een soms nog zeer jeugdig kind de
moeder verloren heeft.
In talrijke gevallen heeft de vader zijn
werkzaamheden buitenshuis en is hij niet
bij machte de kinderen met die zorgen ,te
omringen, gelijk de moeder deed. Heel
vaak blijft nu voor den man dé keuze over
tusschen een tweede huwelijk of het; ne
men van hulp in de huishouding. Kan de.
alleen, gebleven echtgenoot niet besluiten
tot het eerste en is hij onmachtig het twee
de te doen, dan zal zijn naaste familie zich
over zijn kinderen moeten ontfermen.
Meestal worden dan de allerjongste moe-
derlooze kindertjes door grootouders in
huis genomen. Gelukkige oplossing in der
gelijke triestige levensomstandigheden. En
töcR77r"ëf_Iigt' öök-ëëfrfiadëSI'Tn deze op
lossing.
Ik wil hier enkele dézer nadeelen eens
onder oogen zien.
Daar is in de allereerste .plaats en het
is niet in de minste plaats! het groote.
verschil in leeftijd van grootouders en
kleinkind.
Zeker, er zal bij grootmoeder, die zelf
eens kinderen had, veel en veel uefde ge
vonden worden vóór het kind. Maar men
vergete niet, dat de tijd al maar doorge
gaan is, en dientengevolge er zich veel
gewijzigd heeft op allerlei gebied,
Heel veel is aan de aandacht der groot
ouders ontglipt, véél komt hen onbegrij
pelijk, ongewenscht, onnoodig, overbodig,
overdreven, enz. voor...
Zij zijn aan den tijd ontgroeid.
Maar het kleinkind, nu aan hun zorgen
toevertrouwd, staat midden in dezen nieu
wen tijd. En het is noodig, dat het methet
leven vertrouwd wordt gemaakt, wil het
etraks slagen.
Vaak toch zullen de grootouders hierin
falen.
En dit gevaar voor de opvoeding van
het kind in het gezin der grootouders moge
wel eens goed onder oögen gezien worden.
En ieder ouder, die niet noodzakelijk ge
dwongen wordt, zijn kind af. te staan, moge
zich hierover wel ééns terdege beraden.
Ik noemde hier één geval. Het was het
minst-ongunstige. Er zijn evenwel andere
tc noemen.
Men denke slechts aan die kinderen, wel
ke bij rechterlijk vonnis uit het gezin zijn
genomen.
Dergelijke gevallen zijn niet zeldzaam en
nog veel treuriger. Maar gelukkig is het
ook hier weer, als dergelijke kinderen in
een omgeving gebracht kunnen worden,
waar over hen met warme liefde ontfermd
wordt.
En toch
De pleegouders mogen nog zoo goed
voor hün pleegkinderen zijn 'er zijn ge
vallen genoeg bekend, dat ze er zelfs béter
voor zijn dan de werkelijke ouders er
blijft een groot tekort: de liefderijke op
voeding in en door het ouderlijk gezin. Ik
weet wel, dat we meermalen niet anders
kunnen doen, dan zulke kinderen buiten
het gezin te brengen. Maar dat neemt niet
weg, dat deze kinderen véél, zeer véél in
hun jeugd ontberen moeten. Tot op lateryi
leeftijd valt dit geleden tekort aan te wij
zen.
Ik zou dan ook iedere, ouder wel op het
hart willen binden zijn kind nooit1- tenzij
ernstige omstandigheden het noodzakelijk
maken buiten het eigen gezin te laten
opvoeden. Dus ook niet bij familie!
Het ideaal blijve: het eigen kind in het
eigen ouderlijk huis. In een geregeld ea
warm huisgezin, wordt iets in de kinder
ziel gelegd, dat er nooit uitgaat. Zelfs
niet, als het kind eenmaal tot groote mis
dadigheid mocht vervallen. We vinden
daarvan een duidelijk bewijs in het tragi
sche leven van dien ongelukkigen Osse-
naar, bij wien dit gevoel uiteindelijk toch
nog zegevierde.
KIND EN KRANT.
Eenige lezers schrijven ons naar aan
leiding van ons schetsje Kind en Krant
haar meening, waarop we binnenkort uit
voerig terug zullen komen.
Den Helder, 12 October, 1-635.
Mijnheer!
Mijn antwoord op uw vraag, of ik mijn
"kind een krant in de handen zou geven
iS ja. Mijn meening over dat probleem is,
dat een kind erzelf wel uit haalt, wat ge
schikt voor hem of haar is. Zelf als kind
mocht ik de krant altijd lezen en heb mij
er nooit kwaad bij bevonden. Moorden, au
to-ongelukken en recntspraken sloeg ik
automatisch over. Maar politieke en we
tenschappelijke berichten las ik trouw door.
Mijn meening is, dat men een kind beter
jong wijs kan laten worden, dan op ouderen
leeftijd. Jong gaat het er spelenderwijs in
en wat bij kinderen in hun bol vast zit,
al krijgen ze er op een lateren leeftijd wel
een andere meening over, gaat er toch
niet weer uit.
Hoogachtend,
Mevr. A. R.R.,
Den Helder.
Den Helder, 16 October, 1935.
Zeer geachie Heer,
Met veel belangstelling las ik uw ver
handeling over de vraag:
„Onze kinderen couranten laten lezen: Ja
of Neen?"
Zonder aarzelen zeg ik: „Zeer zeker!"'
O.i. bestaat geen enkele reden om ze onze
kind ren te onthouden. Het draagt zeer veel
bij tot hun ontwikkeling en verruimt hun
blik op de algemeene toestanden.
Alle goede lectuur laten wij ze toch lezen.
Ouders die, door zelf een hoogstaande
levensopvatting naar buiten te dragen,
de grootste kracht in de opvoeding hunner
kinderen zien, zullen in hun huizen geen
minderwaardige lectuur dulden; 't zij cou
ranten of illustratie's.-
Een blad als de „Heldersche Courant",
durf ik met éen gerust geweten van de
eerste bovenhoek tot de laatste onderhoek
laten doorsnuffelen.
Mijn kinderen zullen daarmede geen drup
pel geestelijk vergif in zich opnemen.
Maar toch, al is het niet terwille der
kinderen, dan zal toch geen weldenkend
mensch zich abonneeren op bladen, die ons
zedelijk en geestelijk met slijk besmeuren.
Hoogachtend,
J. W.D., Den Helder.
Voor meerdere opmerkingen houden wij
ons ten zeerste aanbevolen.